Ondersteuning
Ondersteuningsniveaus
De ondersteuning die onze school biedt is voortdurend een belangrijk onderwerp binnen onze school. Diverse intern begeleiders zijn werkzaam in onze domeinen om het proces van ondersteuning mee vorm te geven. De intern begeleider is enerzijds de 'zorgcoach' die de teamleden ondersteunt bij het maken van de goede keuzes met betrekking tot het aanbod voor het kind. Anderzijds is de intern begeleider degene die samen met de leidinggevenden de processen rondom kwaliteitszorg bewaakt en aanstuurt.
Als school hebben we ervoor te zorgen dat alle kinderen zich in alle opzichten goed mogen ontwikkelen. Er kunnen zich situaties voordoen waarbij de ontwikkeling van een kind meer ondersteuning behoeft. Er wordt dan zorgvuldig en in overleg met alle betrokkenen bekeken hoe we dit kind in onze school het beste kunnen begeleiden.
We onderscheiden in onze school en binnen onze stichting verschillende ondersteuningsniveaus:
Niveau 1: Basisondersteuning in de groep / het onderwijsleerproces
In dit niveau gaat het om het basisaanbod voor alle kinderen. In de groep gaat de leraar professioneel om met de verschillen in kennis, vaardigheden, gedrag en ontwikkelings- en/of onderwijsbehoeften. Afhankelijk van deze behoefte krijgt het kind een passend onderwijsaanbod. De beslissing over het passend onderwijsaanbod wordt genomen door de leraar en vastgelegd in het blokplan. Er is geen extra ondersteuning nodig; dat wat er gebeurt in de klas sluit goed aan bij wat het kind nodig heeft om zich naar vermogen te ontwikkelen.
Niveau 2: Extra ondersteuning in de groep door de leerkracht
Indien nodig volgt er voor kinderen een specifieke didactische of pedagogische aanpak. Deze aanpak wordt opgenomen in het blokplan en uitgevoerd door de leraar. Ouders worden bij deze aanpak betrokken. We zien ouders als gelijkwaardige gesprekspartner en ouders zijn voor ons een belangrijke bron van informatie.
Niveau 3: Extra ondersteuning op schoolniveau
In dit niveau gaat het om het kind dat meer ondersteuning nodig heeft dan de leraar in de klas kan bieden. De leraar heeft onvoldoende mogelijkheden en/of informatie om aan te sluiten bij de ontwikkelings- en/of onderwijsbehoeften van een kind. Samen met de leraar en de ouders gaat de IB'er op zoek naar een passende oplossing voor de ondersteuningsvraag van het kind en de leraar. De IB'er heeft door ervaring en opleiding een brede kennis op het gebied van didactische en pedagogische hulpvragen, maar kan daarbij ook altijd een beroep doen op het Intern Ondersteunings Team (IOT) van ons bestuur. Nadat een juiste ondersteuning is gevonden, wordt aan de oplossing gewerkt in de klas door de leraar en het kind en waar nodig thuis met en door de ouders. In de regel is dit afdoende voor het merendeel van de kinderen die de lichte ondersteuning ‘even’ nodig hebben. De ouders zijn gelijkwaardige partners en verlenen (indien van toepassing) toestemming voor een observatie of een onderzoek.
Niveau 4: Intensieve ondersteuning op bovenschools niveau
Bij dit niveau gaat het om het kind waarbij de lichte ondersteuning op schoolniveau niet tot een adequate oplossing heeft geleid. De aanpak op school (en thuis) laat, ondanks ieders inspanning, geen verbetering van de situatie zien. De IB'er brengt het kind in bij het Interne Ondersteunings Team (IOT). Dit team kijkt samen met de IB'er en de ouders/verzorgers welke hulp nodig is voor het kind. Het kan gaan om een speciaal onderwijsarrangement of een onderwijs-jeugdhulparrangement. Om dit laatste te kunnen verwezenlijken is er aan onze school een jeugd- en gezinswerker gekoppeld vanuit CJG. Er kan gekozen worden voor een screening, onderzoek en/of een observatie. Hierover wordt verslag gedaan door de externe specialist(en) aan de ouders, de IB'er en de leraar. Naar aanleiding van de bevindingen worden in overleg met de betrokken partijen de adviezen ‘vertaald’ naar handelen in de klas (en thuis) en doelen voor de komende periode worden bepaald. Gezamenlijk wordt gezocht naar een juist arrangement, waardoor het kind, samen met de leraar en de ouders (eventueel met externe hulp) zijn eigen ontwikkelingstaken weer op zich kan nemen.
Niveau 5: Niveau van het samenwerkingsverband
Bij dit niveau gaat het om het kind waarbij de bovenstaande procedure niet tot een daadwerkelijke oplossing heeft geleid. Het is met de bovengenoemde ondersteuning niet gelukt om het kind de hulp te bieden die hij/zij nodig heeft om zich naar vermogen te ontwikkelen. Het reguliere onderwijs schiet te kort en het kind is aangewezen op een arrangement of op speciaal onderwijs. Op dat moment wordt de hulp ingeroepen van het samenwerkingsverband. In overleg met ouders, het IOT en externe deskundigen wordt gekeken welke hulp het meest geschikt is om dit kind te ondersteunen. Het kan gaan om een tijdelijke ondersteuning van het kind op de eigen school middels een arrangement of een plaatsing op het S(B)O. Een toelaatbaarheidsverklaring wordt opgesteld waarbij de basis wordt gevormd door de ondersteuningsplannen. Wanneer een beschikking wordt afgegeven door het Loket Passend Onderwijs (LPO) wordt een onderwijsarrangement en/of plaats bepaald, passend bij dit kind.