Bron: <b>DUO</b><br />Vergelijkbare instellingen: <b>alle instellingen in het basisonderwijs met een vergelijkbare schoolweging en leerlingenaantal</b><br /> <a href="https://encyclopedie.vensters.nl/indicator_po/3418f8d2-188d-490e-88d6-436f8aba8b8a" class="button button-link" target="_blank"><i class="fas fa-external-link-square-alt"></i> Achtergrondinformatie</a>">Bron
De school heeft een aanpak voor begaafde leerlingen.
De school isin staat om kinderen met eenontwikkelingsperspectief te begeleiden.
De school is in staat omleerlingen met stoornissen in het autistisch spectrum te begeleiden met behulpvan externe ondersteuning.
De school heeft een aanpakvoor leerlingen met DCD (Developmental Coördination Disorder).
De school is in staat om leerlingen met een Taalontwikkelingsstoornis(TOS) te begeleidenmet behulp van extra ondersteuning.
De school is in staat omleerlingen met een gedragsprobleem onderwijs te kunnen bieden.
De school is in staat omleerlingen met werkhoudingsproblemen onderwijs te kunnen bieden.
De school kan via externe instanties zorgen voor hulp in de thuissituatie.De ambitie van de school is om de leerlingen zo dequaat mogelijk te begeleiden in hun ontwikkelingsproces.
De zorg die de school kan bieden is mede afhankelijk van de mogelijkheden en middelen die de school ter beschikking heeft of door externen ter beschikking worden gesteld.
De ondersteuning die de school vraagt aan externen o een leerling te kunnen begeleiden moet door hen praktisch kunnen worden ingevuld. Dit is een voorwaarde om kinderen met bepaalde ondersteuningsbehoeftenop school te kunnen begeleiden.
Het kunnen plaatsen van leerlingen hangt ooksamen met de omstandigheden in de groep. Het aantal leerlingen is medebepalendof de gevraagde zorg ook geboden kan worden.
Ook de aanwezige leerlingen die al extra onderwijsondersteunings behoeften hebben, vormen mede een uitgangspunt om meerdere leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften aan te nemen. Hierbij wordt uitgegaan van het kunnen bieden vaneen realistisch perspectief met betrekking tot de haalbaarheid van een eventuele plaatsing op de school. Het gevolg hiervan is dat niet alle leerlingen met genoemde ondersteuningsbehoeften plaatsbaar zullen zijn. Hierbij wordt niet alleen gekeken naar eventuele plaatsing in een bepaalde groep, maar ook of dit op schoolniveau haalbaar is.
Daarnaastis de vorm van externe hulp die moet worden geboden medebepalend voorplaatsing. Met name de gedragscomponent van de leerling is bepalend voor de reikwijdte van de zorg die de school kan bieden.Het uitgangspunt om te kunnen beoordelen of de leerling plaatsbaar is, is dat er een goede diagnose is gesteld, daarna wordt bekeken of er aan de eventuele randvoorwaarden kan worden voldaan.
Om een gedegen afweging te kunnen maken over de eventuele plaatsing van een leerling is het belangrijk dat de schoolvroegtijdig de juiste informatie ontvangt van de peuterspeelzalen/kinderdagverblijvenen de ouders/verzorgers.