Op de Rank wordt er middels een eenduidige gedragsaanpak een veilige leeromgeving gecreëerd voor de leerlingen. Middels deze gedegen preventieve aanpak ligt de focus op een leeromgeving waarin goed gedrag de norm is. Naast deze preventieve aanpak wordt er indien nodig op daadkrachtige en uitvoerige wijze gehandeld indien er pestsignalen zijn.
Preventieve aanpak.
Goed gedrag is geen vanzelfsprekendheid, het moet geleerd worden. We weten dat het aanleren van gedrag tijd kost en het vraagt om een doelgerichte inspanning van het kind en de leerkracht. We hebben op onze school drie schoolafspraken gemaakt onder de kapstok: Zo hebben wij het fijn op de Rank.
Deze drie schoolafspraken vormen bij ons de kapstok van het gedragsleren:
- Wij zijn rustig in de school.
- Wij houden de school netjes.
- Wij zijn aardig voor elkaar.
Per schoolafspraak werken we aan concrete gedragsdoelen die samenhangen met de schoolbrede routines. We hanteren dezelfde instructieprincipes als bij schoolvakken: we doen voor, leggen uit, oefenen in, herhalen en geven feedback. We verwachten daarbij van alle leerlingen hetzelfde en maken geen uitzonderingen. Wanneer het moeilijk is om het gewenste gedrag te leren, leggen we de lat niet lager, maar ondersteunen we de leerlingen om het wel te kunnen. Hierin hebben we hoge verwachtingen. De schoolafspraken ondersteunen tevens het tot stand komen van een goede sfeer. Ongewenst gedrag, problemen en dergelijke worden opgelost in relatie met de schoolafspraken.
Afspraken en routines.
Op de Rank werken we middels eenduidige afspraken en routines. We spreken dezelfde taal, handelen naar dezelfde afspraken en zetten routines doelbewust in. Het draagt bij aan een rustige, voorspelbare en gestructureerde leeromgeving voor het kind. Door de routines en afspraken ontstaat er in de hoofden van de kinderen ruimte: ze weten hoe het werkt op school en hoeven daar niet over na te denken (cognitieve belastingtheorie). Hierdoor houden zij capaciteit over om te leren, wordt stress vermeden en kan er vanuit rust met elkaar worden omgegaan.
De leerkracht als rolmodel.
Leerlingen, leraren, schoolleiding en overig personeel gaan respectvol met elkaar om. We hanteren hierbij een autoritatieve opvoedingsstijl. Dat wil zeggen dat we zowel responsief als veeleisend zijn en op een vriendelijke, duidelijke manier leiding geven. De leerkracht voert regie, heeft oog en oor voor kinderen en legt besluiten uit, waarbij altijd het belang voor het kind en de groep wordt benoemd. Leerkrachten reflecteren ook op het eigen gedrag en stijl van leidinggeven.
Coöperatief leren.
Er wordt gewerkt met coöperatieve leerstrategieën om een klimaat tot stand te laten komen waarin kinderen elkaar waarderen, begrip voor elkaar hebben en bereid zijn elkaar te helpen. Door de coöperatieve leerstrategieën te gebruiken wordt het samenwerken bevorderd, worden onderlinge relaties positief versterkt en wordt onderlinge interactie bevorderd.
Curatieve maatregelen.
Wanneer de preventieve maatregelen onvoldoende toereikend zijn, heeft de school een pestprotocol waarop teruggevallen kan worden. Ook voor agressie en geweld heeft de school protocollen voor de ouders, leerkrachten en kinderen. Registratie van pesten en agressie vindt plaats in het leerlingvolgsysteem Parnassys. Ouders van betrokken kinderen worden in alle gevallen bij agressie en pesten actief betrokken, met als doel het gedrag een gewenste wending te geven en te voorkomen dat herhaling plaatsvindt. Hierbij gaan we grondig te werk en wordt er een traject opgesteld, waarin het volgen van de ontwikkeling en eventuele nazorg centraal staan. Een dergelijk traject wordt pas afgesloten, wanneer het beoogde resultaat bereikt is: een veilige leeromgeving voor ieder kind.