Bron: <b>DUO</b><br />Vergelijkbare instellingen: <b>alle instellingen in het basisonderwijs met een vergelijkbare schoolweging en leerlingenaantal</b><br /> <a href="https://encyclopedie.vensters.nl/indicator_po/3418f8d2-188d-490e-88d6-436f8aba8b8a" class="button button-link" target="_blank"><i class="fas fa-external-link-square-alt"></i> Achtergrondinformatie</a>">Bron
We werken met vaste groepen, die hun eigen leerkracht(en) hebben.
In de onderbouw werken we dagelijks met twee groepen tegelijk op het leerplein. Beide leerkrachten begeleiden de leerlingen dan tijdens het werken en kiezen.
Regelmatig werken we in de groepen 3 tot en met 8 in clusters waarin groepsdoorbrekende activiteiten centraal staan. Deze hebben tot doel beter af te stemmen op de onderwijs- en instructiebehoeften van ieder kind door het clusteren van leerlingen. Ook wordt geclusterd met zaakvakken op basis van aanwezige expertise bij leerkrachten en inzet van talenten. Dit wordt ook gedaan met de creatieve vakken in de zogenaamde ateliers. De vakken rekenen en begrijpend lezen worden groepsdoorbrekend aangeboden.
Alle leerlingen zijn gewend om regelmatig met andere dan de vaste groepsleerkracht te werken zoals hierboven staat omschreven.
Dit overzicht is een leidraad, en op deze wijze zijn de roosters opgebouwd. Dagopening en evaluatie vormen geen apart vakgebied, maar zijn wel belangrijke onderdelen van de dag voor het jonge kind. Dit zou opgenomen kunnen worden bij wereldoriëntatie, maar dit dekt niet de lading. Het elkaar begroeten en ontmoeten in de kring is bij jonge kinderen ook sociaal-emotionele ontwikkeling. De dagevaluatie is een belangrijk moment, waarbij er terug wordt gekeken op de dag en ook wat er die dag is geleerd.
Schooljaar 2023-2024 zijn er twee lessen bewegingsonderwijs van 45 minuten in de groepen 1/2, dit is volgens de richtlijnen van de onderwijsinspectie.
De onderwijstijd is gevuld in dit overzicht, maar per vakgebied is dit verschillend per schooljaar. Dit omdat we bekijken welke groep wat nodig heeft. Wij hebben iedere groep goed in beeld. Blijkt uit de analyse van de resultaten van de tussentoetsen dat een groep extra aandacht nodig heeft voor bijvoorbeeld technisch lezen, dan zetten we extra tijd in voor dit vakgebied. Met het Nationaal Programma Onderwijs blijven we daar waar nodig ook interventies inzetten waarbij tijd en aanbod ook tijdelijk kunnen wijzigen.
Het bovenstaande overzicht is een leidraad. In ons interne kwaliteitshandboek zijn de uren meer gespecificeerd, waarbij lezen wordt onderverdeeld in technisch en begrijpend lezen, en taalontwikkeling meer uitgesplitst is in tijd voor taal, spelling en woordenschat. Woordenschat is echter niet alleen van taal een onderdeel, maar ook van begrijpend lezen en wereldoriënterende vakken.
In het schoolondersteuningsprofiel beschrijft de school hoe leerlingen met een extra ondersteuningsvraag begeleid worden en welke middelen de school hiervoor ter beschikking heeft. Ook het contact met de ouders hierover komt aan bod. Leerlingen met een extra ondersteuningsvraag hebben die ondersteuning nodig vanwege bijvoorbeeld een lichamelijke- of geestelijke beperking, een chronische ziekte, een gedragsprobleem, een leerstoornis of een ontwikkelingsvoorsprong.
De intern begeleiders zijn ambulant, en coördineren de zorg op schoolniveau. De extra ondersteuning van leerlingen vindt in de groepen plaats middels een helder klassenmanagement. Daarnaast wordt gewerkt met onderwijsassistentes en leraar ondersteuners om passend onderwijs binnen en buiten de groep vorm te geven. De intern begeleiders hebben het werken met ontwikkelingsperspectieven (OPP) verder doorontwikkeld. In een OPP staan de onderwijsbehoeften, doelen waaraan gewerkt worden en het ontwikkelingsperspectief van het kind gedurende de schoolloopbaan op de basisschool.
We hebben als team ingezet op het meer zicht krijgen op de sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen. We hebben hierop ook een visie ontwikkeld, en bekeken welke competenties we zelf nodig hebben. Inmiddels is er een beleidsdocument "Sociaal-emotionele ontwikkeling op 't Honk", waarin onze visie staat beschreven en waarin de werkwijze wordt weergegeven.
De specialisten hoogbegaafdheid begeleiden de plusklassen, daarnaast wordt aan taalknappe leerlingen Spaans aangeboden door een native speaker. Twee onderbouw leerkrachten hebben een training gevolgd om het aanbod aan "slimme kleuters" verder vorm te geven. De werkwijze is in een document vastgelegd en wordt toegevoegd aan het Protocol Hoogbegaafdheid.
De counselor is beschikbaar voor leerlingen met sociaal-emotionele problemen. Deze kunnen door haar begeleid worden voor o.a. rouwverwerking, echtscheidingsproblematiek en pestproblematiek. Alle leerlingen kennen juf Marylein als "de juf waar je mee kunt praten". Zij heeft hiervoor een gespecialiseerde opleiding gevolgd. De school beschikt ook over een coördinator sociale veiligheid en vertrouwenspersoon, dat is juf Ineke.
We kunnen anderstalige leerlingen opvangen, en hebben hiervoor een werkwijze beschreven. Er zijn materialen beschikbaar. Tevens bieden we Engels aan in alle groepen.
Toekomstig aanbod aan extra ondersteuning
Onze ambitie is:
-om in het kader van leren zichtbaar maken de kinderen door middel van kind gesprekken steeds meer inzicht te geven in hun eigen leerproces en hun eigen bijdrage daarin.
-om kinderen mee te laten praten en denken over hun eigen ontwikkelingsperspectief (OPP) dat opgesteld wordt bij het verkrijgen van een arrangement.
-om vast te houden aan de gesprekcyclus met kinderen over sociaal-emotioneel welbevinden zodat ieder kind in beeld is en blijft.
In Kapelle werken we samen met meerdere kinderopvangorganisaties. Met allen zijn afspraken gemaakt over een goede warme overdracht zodat uw kind goed kan starten op school. Om de overgang zo vloeiend mogelijk te laten verlopen komt een pedagogisch medewerker met een aantal kinderen die bijna vier jaar wordt een lesmoment bijwonen met de peuter. Ook mag het kind vlak voordat zij/hij vier jaar wordt komen wennen op school. Dit wordt tijdens het intakegesprek afgesproken.
Inhoudelijk zijn er twee tot drie keer per jaar overlegmomenten over Voor- en vroegschoolseopvang (VVE). Hiervoor is ook beleid voor een doorgaande lijn ontwikkeld.
Intern begeleiders en locatie leiders van de school en de kinderopvang onderhouden structureel contact en dragen kinderen warm over.