IKC Borgman Ebbinge
Langestraat 10 9712 LT Groningen
- Basisonderwijs
- Openbaar
- 297 leerlingen
Resultaten eindtoets
Alle leerlingen maken in groep 8 van de basisschool een eindtoets. De school kiest per schooljaar welke toets wordt gebruikt. Er zijn verschillende goedgekeurde eindtoetsen om uit te kiezen. Met de toets wordt gekeken hoeveel kennis de leerlingen hebben van taal en rekenen. De toets geeft een extra uitslag naast het schooladvies dat een leerling krijgt van de leerkracht.
Welk percentage leerlingen behaalt het fundamentele niveau en welk percentage het streefniveau?
Let op: In schooljaar 2023-2024 is de eindtoets vervangen door de doorstroomtoets. Op dit moment zie je nog de resultaten van de eindtoets van 2023.
De resultaten van de doorstroomtoets van 2024 zijn na de zomer voor het eerst zichtbaar. Dit is in lijn met de beoordeling van de Inspectie van het Onderwijs. Kijk voor meer informatie op de website van de inspectie.
Let op: Voor de beoordelingen in het schooljaar 2023-2024 hanteert de inspectie naast de ongewijzigde signaleringswaarden zogenaamde correctiewaarden bij de beoordeling van de leerresultaten. Meer informatie is te vinden op de website van de inspectie.
Fundamenteel niveau
Het fundamenteel niveau is het niveau voor taal en rekenen dat zoveel mogelijk leerlingen aan het einde van de basisschool zou moeten beheersen. Dit wordt gemeten in groep acht met de eindtoets. De inspectie stelt dat minimaal 85% van alle leerlingen het basisniveau moet behalen. Deze 85% is de signaleringswaarde voor het fundamenteel niveau en dit is voor alle basisscholen in Nederland gelijk.
Streefniveau
Het streefniveau is een hoger niveau dan het fundamenteel niveau. Het doel is dat zoveel mogelijk leerlingen eind groep acht het streefniveau bereiken. Op basis van de leerlingpopulatie op school wordt door de inspectie voor elke basisschool in Nederland apart bepaald hoeveel procent van de leerlingen het streefniveau moet halen. Dat percentage is de signaleringswaarde voor het streefniveau van de school.
Hoe gebruikt deze school tussentijdse toetsen?
Toelichting van de school
We streven ernaar dat alle kinderen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doorlopen. Deze wordt steeds afgestemd op de voortgang en de ontwikkeling van de kinderen.
Toetsen
Leerkrachten signaleren vroegtijdig leer-gedrags-en werkhoudingsproblemen.
Bij de jongste kinderen in de stamgroepen 1/ 2 doen we dit door dagelijks te observeren. De registratie en rapportages leggen we vast in het observatie en registratiesysteem DORR. In DORR plannen we de leerlijnen en de observaties. Na 12 weken is er een evaluatieweek waarin we de voortgang vastleggen en nieuwe doelen voor ieder kind uitzetten. De ouders van de stamgroepen 1/ 2 hebben twee keer per jaar een voortgangsgesprek over de groei en ontwikkeling van hun kind.
Voor de kinderen in de stamgroepen 3 t/m 8 gebruiken we, naast het observeren, ook de methode gebonden toetsen om de groei en de voortgang in de cognitieve ontwikkeling tussentijds te monitoren. Deze toetsen geven een beeld van de opgedane kennis en vaardigheden op dat moment en vinden plaats na elk blok van lessen.
Daarnaast toetsen we tweemaal per jaar met landelijk genormeerde toetsen op het gebied van lezen, spelling en rekenen en studievaardigheden. We werken met Leerling in Beeld van het CITO LVS. We toetsen de beheersing van de leerstof. De CITO toetsen worden in februari en juni afgenomen.
Daarnaast nemen we de doorstroomtoets van Cito af in groep 8.
Voor het volgen en registreren van de ontwikkeling en groei in de sociale competentie wordt twee keer per jaar ( voorjaar en najaar) door de leerkracht de Sociale Competentie Observatie Lijst ( SCOL) ingevuld. De kinderen van de groepen 6 t/m/ 8 vullen zelf ook een lijst in.
De tussenresultaten van de CITO toetsen en de uitkomsten van SCOL worden op schoolniveau twee keer per jaar (midden en eind)met het gehele team geanalyseerd en besproken. De actie-en interventieplannen worden per kwartaal in de unitteams besproken en geëvalueerd.
Wat is de CITO doorstroomtoets?
In februari maken alle kinderen van groep 8 een doorstroomtoets. Dit is verplicht voor alle scholen. Met deze doorstroomtoets van CITO kunnen de kinderen nogmaals laten zien wat ze op de basisschool hebben geleerd.
De doorstroomtoets is dezelfde toets als de CITO eindtoets maar de naam is veranderd. Een doorstroomtoets geeft aan dat kinderen zich blijven ontwikkelen en dat deze toets een richting geeft voor het VO en dat het kind in ontwikkeling blijft.
De resultaten van de doorstroomtoets zijn niet leidend voor het eindadvies van de leerkracht. Wel kunnen we het advies heroverwegen als deze toets significant beter wordt gemaakt dan het eindadvies van de leerkracht.
De afnamedata voor de doorstroomtoets van Cito is in 2024 op 6 en 7 februari. De rapportage, het gesprek en het definitieve advies voor het VO kunt u verwachten in de week van 24 maart.
Referentieniveaus
De inspectie van het onderwijs controleert of het onderwijs op scholen van voldoende niveau is. De eindtoetsresultaten van de kinderen spelen een belangrijke rol bij deze controle. Vanaf 1 augustus gebruikt de inspectie referentieniveaus om te bepalen of een school voldoende of onvoldoende presteert en of kinderen naar hun verwachte potentie hebben kunnen ontwikkelen.
De eindtoets meet voor de onderdelen Nederlandse taal en rekenen:
- Hoeveel procent van de kinderen met de eindtoets het basisniveau hebben gehaald ( ook wel het fundamentele niveau genoemd).
- Hoeveel procent van de kinderen met de eindtoets het streefniveau hebben gehaald. Dit is een hoger niveau dat kinderen kunnen behalen.
Het fundamentele en het streefniveau worden de referentieniveaus genoemd. Zij geven dus aan op welk niveau de kinderen de basisschool verlaten. De inspectie kijkt of de kinderen voldoende hebben gescoord door met signaleringswaarden te werken.
De inspectie geeft aan hoeveel procent wij minimaal moeten halen op de beide niveaus. Als het percentage kinderen op onze school voor zowel het fundamentele niveau als het streefniveau op of boven de signaleringswaarden liggen, dan zijn de resultaten voldoende.
Ouderrapportage
Jullie worden regelmatig op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen van jullie kind. Voor de kinderen in de groepen 1 krijgen de ouders een startgesprek na 4 weken starten op school. Daarna hebben zij in groep 1 en 2 een mondelinge rapportage en een schriftelijke rapportage. De stamgroepen 3-8 starten met het startgesprek aan het begin van het schooljaar waarbij kennismaken en het uitspreken van wensen en verwachtingen belangrijk is. Dit gesprek is altijd met ouder en kind. In groep 8 vindt daarbij ook het doelengesprek plaats, waarbij de kinderen helder kunnen aangeven aan welke doelen zij gaan werken.In november vindt er een voortgangsgesprek plaats zonder schriftelijke rapportage en in februari en in juni vindt er een voortgangsgesprek plaats met een schriftelijke rapportage. In het rapportgesprek lichten de leerkrachten de rapporten mondeling toe. U plant zelf het tijdstip voor de gesprekken via het ouderportaal Social Schools. Bij alle gesprekken betrekken wij de kinderen.
Soms heeft de leerkracht vragen over de ontwikkeling van een kind. Dan neemt de leerkracht het initiatief voor een gesprek met de ouders. U kunt ook altijd op eigen initiatief en tussendoor een afspraak met de leerkracht maken, als u vragen heeft over uw kind of gewoon eens wilt bijpraten. De opvang sluit aan bij deze rapportageperiode door eigen 10 minuten gesprekken met de ouders in te plannen over hoe het gaat met uw kind in de opvang.
Welk schooladvies kregen de leerlingen van deze school?
Toelichting van de school
Plaatsingswijzer
Vanaf stamgroep 6 worden de gegevens van de CITO toetsen in het systeem van de plaatsingswijzer gezet. Hierdoor ontstaat in de laatste 3 jaren van de basisschool een doorstroomprofiel van het kind, die richting geeft aan het advies naar het VO (voortgezet onderwijs).De leerkracht van groep 8 adviseert over welk niveau het beste bij uw kind past. De scholen in het voortgezet onderwijs plaatsen de leerlingen. Om ervoor te zorgen dat leerkrachten goed kunnen adviseren en plaatsen, is de plaatsingswijzer ontwikkeld. Het IKC verzamelt door de jaren heen veel gegevens over de leerlingen. Deze gegevens liggen vast in het leerlingvolgsysteem. Bij de advisering en plaatsing kijkt de leerkracht naar de gegevens vanaf groep 6. We gebruiken, naast de CITO toetsen, ook de methode gebonden toetsen en de dagelijkse observaties van de leerkrachten. Belangrijk hierbij zijn ook de andere vaardigheden die het leren bevorderen zoals; concentratie, plannen, doorzettingsvermogen en zelfstandigheid etc. De ervaring is dat de plaatsingswijzer betere, meer eenduidige, plaatsingen oplevert en uiteindelijk een beter rendement in het voortgezet onderwijs. Het voorlopig en definitief doorstroomadvies wordt in samenspraak met de stamgroepleerkrachten van groep 6-8, de intern begeleider en de directeur vastgesteld.
In groep 8 wordt de plaatsingswijzer voor de ouders in beeld gebracht. Zij worden door de leerkracht en de intern begeleider betrokken bij dit proces. Op een voorlichtingsavond aan het begin van het schooljaar informeren wij alle ouders over de route richting het voorlopig doorstroomadvies en definitieve doorstroomadvies. In groep 8 vindt het voorlopige doorstroom advies plaats tussen 10 en 31 januari. In de week van 24 maart ontvangen alle ouders het definitieve doorstroomadvies.
Met de Sociale Competentie Lijst (SCOL) worden observaties gedaan. De gegevens worden bijgehouden in het leerlingendossier van uw kind.
Uitstroom
Na groep 8 stromen de kinderen uit naar alle vormen van het voortgezet onderwijs. Uit de terugkoppeling blijkt dat de kinderen zijn geplaatst met een juist advies van de leerkracht van groep 8. Het komt zelden voor dat kinderen blijven zitten of ‘afstromen’ naar een ander niveau binnen het voortgezet onderwijs. Het voortgezet onderwijs is blij met de leerlingen van het IKC Borgman Ebbinge. Ze kunnen goed leren, ze kunnen goed plannen, werken zelfstandig en laten zich op het juiste moment - met respect voor anderen - horen.We willen benadrukken dat ons IKC de ontwikkeling van kinderen volgt t.a.v. meetbare resultaten (toets gegevens voor taal/ lezen/rekenen), maar ook dat we ons richten op de merkbare resultaten (de wijze waarop een kind kan samenwerken, inzicht heeft, creatief kan denken, kan plannen, fouten durft te maken, etc).
Op ons IKC ligt de gemiddelde eindtoetsscore van het schooljaar 2022-2023 op 537,5 ( LG 535,3)). Deze gemiddelde eindtoetsscore is ongeveer gelijk aan de voorspelde referentiewaarde. Voor de vakgebieden lezen, rekenen en taalverzorging liggen de referentieniveaus boven het landelijk gemiddelde voor zowel 1 F, 2 F. We hebben het afgelopen schooljaar in groep 7 en 8 meer aandacht besteedt aan taalverzorging. De kinderen hebben hier planmatig en systematisch meer instructies over ontvangen en meer geoefend omdat we bij de CITO eindtoets van 2022 een hiaat zagen in de resultaten op dit onderdeel. We zien dat dit heeft geleid tot mooie verbetering van de resultaten op dit onderdeel. Voor het rekenen referentieniveau 1S ligt de score net iets onder het landelijk gemiddelde. We zien dat bij de rekendomeinen verhoudingen en verbanden iets lager is gescoord. We zien een stijging bij het domein meten en meetkunde. Op dit onderdeel hebben de kinderen extra instructie ontvangen en is er meer geoefend. Dat de uitkomst net onder het landelijke gemiddelde scoort is voor ons verklaarbaar, omdat een vierde deel van deze groep 8 een uitstroomperspectief heeft waarbij 1 s te hoog is. Daarnaast is onze rekenmethodiek Rekenrijk verouderd. Wanneer een verder toelichting op dit gegeven wenselijk is, kunt u altijd contact zoeken met de intern begeleider of de directeur. Ook kunt u de meest actuele cijfers vinden op: www.scholenopdekaart.nl.
De CITO eindscores van de voorgaande jaren zijn:
- 2022: op 537,5 ( LG 534.8).Voor de vakgebieden lezen en rekenen liggen de referentieniveaus boven het landelijk gemiddeld zowel voor 1 F, 2 F en 1 S. Voor de taalverzorging ligt het net onder het landelijk gemiddelde van 1F en onder het landelijk gemiddelde van 2F.
- 2021: 537,3 ( LG 534,5) vakgebieden lezen en rekenen liggen de referentieniveaus boven het landelijk gemiddeld zowel voor 1 F, 2 F en 1 S. Voor de taalverzorging ligt het onder het landelijk gemiddelde van 2 F en boven het landelijk gemiddelde van 1 F.
- 2020 geen CITO eindtoets afgenomen i.v.m. COVID.
- 2019: 541,6 (LG 535,7) Voor alle vakgebieden (lezen, taalverzorging en rekenen) boven het landelijk gemiddelde voor 1F,2F en 1 S 2021-2022 -2023 voor rekenen onder het LG.
Over het algemeen geldt dat, op 2018 na, steeds boven het landelijke gemiddelde is gescoord en dat de kinderen passend bij hun referentieniveau hebben gepresteerd.
Passend bij ons visie en analyses op meetbare en merkbare resultaten van dit jaar hebben in het team de trends besproken. Ook het komend jaar is er veel aandacht voor werkende interventies; onderwijs op maat, kleine instructiegroepen, ruimte voor directe feedback en aandacht voor de executieve vaardigheden. De kinderen van groep 8 hebben ook planmatig aan hun eigen doelen gewerkt. Tijdens onze unitgroepsbespreking delen we met elkaar de werkende interventies. Vanuit de opbrengsten van het vorig jaar hebben we een aanpassing gedaan in het taalaanbod. De kinderen hebben meer instructie gekregen op het onderdeel taalverzorging en op maat geoefend. Dit zullen we ook het komend jaar doorzetten. We zetten voor het volgend jaar meer interventies in op de rekendomeinen verhouding en verbanden. Ook gaan we het schooljaar 2023-2024 werken met de nieuwe leerlijn Rekenen in Snappet.
Zitten de oud-leerlingen van deze school in het voortgezet onderwijs boven, op of onder hun schooladvies?
In groep 8 krijgt elke leerling van de basisschool een advies voor het voortgezet onderwijs dat past bij het niveau van deze leerling. De leerling stroomt vervolgens door naar het voortgezet onderwijs. In het derde jaar wordt gekeken welk niveau de leerling werkelijk heeft vergeleken met het niveau van het schooladvies. Dit wordt vertaald naar drie categorieën: boven, op en onder advies. Bijvoorbeeld: een leerling met schooladvies vmbo-b die in het derde jaar op het vmbo-k zit, zit boven advies. En een leerling met schooladvies havo/vwo die in het derde jaar op het havo zit, zit op advies. Wanneer deze leerling in het derde schooljaar op het vwo zit, zit hij/zij boven advies.
Sociale ontwikkeling
Hoe denkt deze school over sociale ontwikkeling?
Wat verstaan we op ons IKC Borgman Ebbinge onder sociale opbrengsten?
Alle kinderen leren en ontwikkelen vaardigheden die ze nodig hebben om op een goede manier met anderen om te gaan en om als een sociaal en verantwoordelijk burger deel te te nemen aan de maatschappij.
Het gaat om diverse vaardigheden zoals samenwerken, ruzies oplossen, wederzijds respect uitstralen, zelfredzaamheid en zelfstandigheid. Deze vaardigheden vinden wij erg belangrijk omdat deze vaardigheden horen bij de brede sociaal emotionele ontwikkeling. Bij het goed beheersen van deze vaardigheden voelen kinderen zich competent en veilig op school.
Al onze activiteiten richten zich op het aanbieden van kwalitatief goed onderwijs in een sfeer van wederzijds respect, positieve feedback en zelfvertrouwen. We vinden het belangrijk dat alle kinderen zich veilig en thuis voelen op school en betrokken en met plezier leren op ons IKC.
Kernwaarden uit de visie op sociale ontwikkeling
Wat zegt de inspectie over de school?
De Inspectie van het Onderwijs onderzoekt minimaal één keer in de vier jaar het bestuur van een school. De inspectie kijkt dan of de kwaliteitszorg, de onderwijskwaliteit en de financiële zaken bij het schoolbestuur op orde zijn. Daarnaast bezoekt de inspectie een aantal scholen die bij het schoolbestuur horen en onderzoekt deze scholen nader. De gegevens van het laatste onderzoek van de inspectie zijn beschikbaar op de website van de onderwijsinspectie.