Scholen kiezen per schooljaar een eindtoets. Ze kunnen kiezen uit vijf goedgekeurde eindtoetsen: de Centrale Eindtoets, ROUTE 8, de IEP Eindtoets, de Dia-eindtoets of de AMN Eindtoets">Resultaten eindtoets
De eindresultaten komen niet overeen met de daadwerkelijke uitslag. Fundamenteel moet 83% zijn.
In december zal deze correctie zijn doorgevoerd en zichtbaar zijn op onze schoolpagina en schoolgids.
Groeiperspectief
Goede schoolprestaties in het basisonderwijs zijn erg belangrijk voor de verdere schoolloopbaan van uw kinderen. Om tot goede prestaties te komen is het van belang dat het onderwijs goed is afgestemd op de mogelijkheden en behoeften van de leerling. Een belangrijk hulpmiddel daarbij is een meting van wat de leermogelijkheden van de leerling zijn. Dat doen we met behulp van de NSCCT. De uitkomsten van de NSCCT leggen we naast de werkelijke vorderingen op rekenen, taal en lezen van uw zoon/dochter. We meten deze halfjaarlijks met IEP-toetsen en andere onderzoeken. Met behulp van de NSCCT en de bekende halfjaarlijkse toetsen stellen we een groeiperspectief op voor iedere leerling. Dit groeiperspectief biedt o.a. een voorspelling over de mogelijke vervolgopleiding in het voortgezet onderwijs. Daarnaast kunnen we met behulp van de NSCCT zien of de vorderingen bij rekenen, taal en lezen conform zijn wat we kunnen verwachten op grond van wat de mogelijkheden van de leerling zijn. We kunnen tijdig ingrijpen als de ontwikkeling achterblijft bij de verwachtingen (‘onderpresteren’) of het vieren met ouders en kind als de leerling op of boven de verwachting presteert. De resultaten van dit groeiperspectief worden met de leerling en de ouder(s) besproken in het zogenaamde driehoeksgesprek. In dit gesprek worden vervolgens ook afspraken gemaakt over de verdere stappen in de ontwikkeling van het kind.
Let op: In schooljaar 2023-2024 is de eindtoets vervangen door de doorstroomtoets. Op dit moment zie je nog de resultaten van de eindtoets van 2023.
De resultaten van de doorstroomtoets van 2024 zijn na de zomer voor het eerst zichtbaar. Dit is in lijn met de beoordeling van de Inspectie van het Onderwijs. Kijk voor meer informatie op de website van de inspectie.
Let op: Voor de beoordelingen in het schooljaar 2023-2024 hanteert de inspectie naast de ongewijzigde signaleringswaarden zogenaamde correctiewaarden bij de beoordeling van de leerresultaten. Meer informatie is te vinden op de website van de inspectie.
Het fundamenteel niveau is het niveau voor taal en rekenen dat zoveel mogelijk leerlingen aan het einde van de basisschool zou moeten beheersen. Dit wordt gemeten in groep acht met de eindtoets. De inspectie stelt dat minimaal 85% van alle leerlingen het basisniveau moet behalen. Deze 85% is de signaleringswaarde voor het fundamenteel niveau en dit is voor alle basisscholen in Nederland gelijk.
Het streefniveau is een hoger niveau dan het fundamenteel niveau. Het doel is dat zoveel mogelijk leerlingen eind groep acht het streefniveau bereiken. Op basis van de leerlingpopulatie op school wordt door de inspectie voor elke basisschool in Nederland apart bepaald hoeveel procent van de leerlingen het streefniveau moet halen. Dat percentage is de signaleringswaarde voor het streefniveau van de school.
Wij nemen twee keer per jaar onafhankelijke toetsen af; in januari en in juni. Dit zijn de LIB toetsen en voor technisch lezen is dat de AVI en DMT. Deze toetsen worden geregistreerd in het leerlingvolgsysteem en meegenomen in het maken van een nieuw groepsplan of individueel plan. Deze resultaten worden door de intern begeleider besproken met de groepsleerkrachten. Op teamniveau worden de resultaten ook besproken. De directeur legt in het jaarlijkse managementgesprek met het bestuur verantwoording af over de resultaten. De resultaten worden met de ouders gedeeld en besproken op de rapportavonden.
Tussentijds worden ook resultaten van de methodegebonden toetsen bijgehouden. Op basis van deze toetsen kan de ondersteuning van een leerling ook worden bijgesteld en besproken worden met de intern begeleider.
Wij adviseren kansrijk. Dit houdt in dat we niet alleen naar de onderwijsresultaten kijken. We kijken hierbij ook naar de ontwikkeling van uw kind door de schooljaren heen op het gebied van attitude/gedrag (motivatie, werkhouding, taakgerichtheid, zelfstandigheid, zelfredzaamheid), gegevens NSCCT (niet schoolse cognitieve capaciteitentest) en andere onderzoeksgegevens. Kansrijk betekent voor ons dat we kijken waar uw kind de beste kans van slagen heeft, welke potentie uw kind heeft om succesvol te zijn op een school voor VO. Dus, wat is de best passende plek voor uw kind. Vanaf medio groep 6, na de afname NSCCT en Cito/LIB- toetsen, wordt er voorzichtig gekeken naar de uitstroomrichting. Eind groep 7 geven we een voorlopig VO-advies. In de advisering (zowel het voorlopig VO-advies, als het definitieve VO-advies) zijn de leerkrachten van groep 7 en 8, de intern begeleider en de directeur betrokken.
In groep 8 krijgt elke leerling van de basisschool een advies voor het voortgezet onderwijs dat past bij het niveau van deze leerling. De leerling stroomt vervolgens door naar het voortgezet onderwijs. In het derde jaar wordt gekeken welk niveau de leerling werkelijk heeft vergeleken met het niveau van het schooladvies. Dit wordt vertaald naar drie categorieën: boven, op en onder advies. Bijvoorbeeld: een leerling met schooladvies vmbo-b die in het derde jaar op het vmbo-k zit, zit boven advies. En een leerling met schooladvies havo/vwo die in het derde jaar op het havo zit, zit op advies. Wanneer deze leerling in het derde schooljaar op het vwo zit, zit hij/zij boven advies.
In het schooljaar 2019/2020 zijn wij gestart met SWPBS. De schoolwaarden van onze school zijn: Plezier, Respect, Vertrouwen, Verantwoordelijkheid en Veiligheid. Aan onze waarden koppelen we de schoolafspraken en gedragsverwachtingen. Deze afspraken worden het komend schooljaar regelmatig geoefend en herhaald zodat de kinderen weten wat er van ze verwacht wordt. Door systematisch goed en gewenst gedrag te bekrachtigen creëren we een positief schoolklimaat, waarin elke leerling optimaal kan profiteren van het geboden onderwijs. Daarnaast voorkomen we ernstig probleemgedrag doordat we gedragsproblemen in een vroeg stadium signaleren en daarop direct gepaste ondersteuning kunnen bieden.
De Inspectie van het Onderwijs onderzoekt minimaal één keer in de vier jaar het bestuur van een school. De inspectie kijkt dan of de kwaliteitszorg, de onderwijskwaliteit en de financiële zaken bij het schoolbestuur op orde zijn. Daarnaast bezoekt de inspectie een aantal scholen die bij het schoolbestuur horen en onderzoekt deze scholen nader. De gegevens van het laatste onderzoek van de inspectie zijn beschikbaar op de website van de onderwijsinspectie.