Wat is de klachtenregeling?
Per 1 augustus 1998 is de Klachtenregeling Onderwijs (KRO) binnen DELTA van kracht. De regeling voorziet in een laagdrempelige mogelijkheid om klachten te uiten en in behandeling te laten nemen. Leden van alle bij de school betrokken geledingen kunnen als klager optreden. Voor gevallen van seksueel misbruik (seksuele intimidatie) geldt voor personeelsleden daarnaast de wettelijke verplichting tot meldingsplicht aan het bevoegd gezag. Het bevoegd gezag treedt in die gevallen in contact met de vertrouwensinspecteur en zal aangifte doen.
De KRO kent drie niveaus van klachteninstanties:
- De contactpersoon op schoolniveau
- Een onafhankelijke vertrouwenspersoon op stichtingsniveau
- Een onafhankelijke klachtencommissie op regionaal of landelijk niveau
Wat is een klacht?
Over het algemeen is er bij klachten sprake van ongenoegen over gedragingen of besluiten (of het nalaten daarvan) door leden van de schoolgemeenschap. In het kader van de KRO is er formeel (pas) sprake van een klacht, op het moment dat de klachtencommissie wordt of is ingeschakeld. Vóór de stap naar de klachtencommissie heeft het woord klacht dus geen formele (juridische) betekenis. Dat betekent natuurlijk niet, dat klachten die op een andere manier in behandeling zijn genomen niet serieus genomen worden.
Behandeling van klachten
De KRO geeft in de behandeling van klachten (voordat de klachtencommissie in beeld komt) een duidelijke gefaseerde lijn aan die gericht is op het oplossen van problemen in de sfeer van goed overleg.
De volgorde is daarbij: in eerste instantie overleg tussen de direct betrokkenen (de klager en degene waarop de klacht zich richt). Komen betrokkenen er niet uit, dan volgt overleg met de directeur of (naar keus door de klager) de interne contactpersoon. De interne contactpersoon kan vervolgens doorverwijzen naar de vertrouwenspersoon. Deze contactpersoon en de vertrouwenspersoon vervullen een bemiddelende rol en handelen dus zelf geen klachten af. Ze behartigen de belangen van de klager in het overleg met de beklaagde en kunnen de klager begeleiden en adviseren in te nemen vervolgstappen.
Een klacht op schoolniveau - dus bij betrokkene of de intern vertrouwenspersoon - wordt binnen vier weken afgehandeld. Binnen de klachtenregeling geldt dat de klacht binnen vier weken na het incident moet zijn ingediend bij de klachtencommissie wanneer de klager en beklaagde hierbij geen oplossing hebben gevonden. Pas als het traject van overleg tussen betrokkenen, eventueel na inschakeling van de interne contactpersoon en vervolgens de vertrouwenspersoon (nog) niet datgene oplevert, wat de klager in het licht van de klacht zou mogen verwachten, kan de klachtencommissie of (naar keus van de klager) de stichtingsdirectie (bestuur) ingeschakeld worden. Ten aanzien van het indienen van een klacht bij de klachtencommissie gelden vormeisen en een formele procedure. Deze zijn verwoord in de artikelen 7-9 van de KRO.
De vertrouwenspersoon kan bij het indienen van een klacht bij de klachtencommissie behulpzaam zijn. De klachtencommissie geeft een oordeel over de gegrondheid van de klacht en adviseert de stichtingsdirectie (bestuur) over te treffen maatregelen en te nemen besluiten. Hoewel de KRO bedoeld is om de klachtenbehandeling te stroomlijnen en de zorgvuldigheid daarbij te waarborgen, kan uiteraard niemand verplicht worden om klachten uitsluitend conform de procedure in de KRO aanhangig te maken. In alle gevallen geldt hierbij dat artikel 14 van de Wet op het Primair Onderwijs leidend is voor de afhandeling.
Bij ernstig en ongewenst gedrag van een leerling kan voor een bepaalde tijd besloten worden tot een time-out, een schorsing of verwijdering van die leerling. Dat geschiedt pas na overleg met de ouders, school en bestuur. Van de maatregel (reden, aanvang en duur) worden bevoegd gezag, ouders en inspectie schriftelijk op de hoogte gesteld. De directeur draagt er zorg voor, dat de leerling door de maatregel geen achterstand oploopt. Definitieve verwijdering kan slechts plaatsvinden bij ernstige, onherstelbare verstoring van de relatie tussen de school en de leerling. Hierbij zoekt de school gedurende minimaal zes weken voor een andere plaats in het regulier onderwijs in de omgeving. Indien dit geen resultaat oplevert volgt de uitschrijving van de leerling. Op school is een uitgewerkt protocol aanwezig inzake schorsing en verwijdering van leerlingen.
Contactpersoon bij klachten op onze school is mevr. L. Dusseljee (clusterdirecteur).