Ollie B Bommel

Nassaustraat 22 3258 AR Den Bommel

  • Het eerste half uur van de dag lezen de kinderen zelf in hun leesboek of lezen ze voor aan andere kinderen; een gezellig moment!
  • De instructie wordt gegeven aan de hand van het EDI model; stap voor stap worden de kinderen begeleid naar het zelfstandig werken in Snappet
  • In de weektaak staan ook keuzetaken opgenomen. Na de verplichte taken kunnen de kinderen kiezen voor smartgames, gezelschapsspellen, kapla.
  • Tijdens het buitenspelen bewegen de kinderen veel, verzinnen de kinderen zelf activiteiten en spelen ze gezellig samen!
  • Met de methode Faqta leren de kinderen op een hele leuke manier veel over de wereld om zich heen!

Resultaten eindtoets

Alle leerlingen maken in groep 8 van de basisschool een eindtoets. De school kiest per schooljaar welke toets wordt gebruikt. Er zijn verschillende goedgekeurde eindtoetsen om uit te kiezen. Met de toets wordt gekeken hoeveel kennis de leerlingen hebben van taal en rekenen. De toets geeft een extra uitslag naast het schooladvies dat een leerling krijgt van de leerkracht.

Welk percentage leerlingen behaalt het fundamentele niveau en welk percentage het streefniveau?

Let op: In schooljaar 2023-2024 is de eindtoets vervangen door de doorstroomtoets. Op dit moment zie je nog de resultaten van de eindtoets van 2023.
De resultaten van de doorstroomtoets van 2024 zijn na de zomer voor het eerst zichtbaar. Dit is in lijn met de beoordeling van de Inspectie van het Onderwijs. Kijk voor meer informatie op de website van de inspectie.

Let op: Voor de beoordelingen in het schooljaar 2023-2024 hanteert de inspectie naast de ongewijzigde signaleringswaarden zogenaamde correctiewaarden bij de beoordeling van de leerresultaten. Meer informatie is te vinden op de website van de inspectie.

Fundamenteel niveau

Het fundamenteel niveau is het niveau voor taal en rekenen dat zoveel mogelijk leerlingen aan het einde van de basisschool zou moeten beheersen. Dit wordt gemeten in groep acht met de eindtoets. De inspectie stelt dat minimaal 85% van alle leerlingen het basisniveau moet behalen. Deze 85% is de signaleringswaarde voor het fundamenteel niveau en dit is voor alle basisscholen in Nederland gelijk.

Bron

Streefniveau

Het streefniveau is een hoger niveau dan het fundamenteel niveau. Het doel is dat zoveel mogelijk leerlingen eind groep acht het streefniveau bereiken. Op basis van de leerlingpopulatie op school wordt door de inspectie voor elke basisschool in Nederland apart bepaald hoeveel procent van de leerlingen het streefniveau moet halen. Dat percentage is de signaleringswaarde voor het streefniveau van de school.

Bron

Hoe gebruikt deze school tussentijdse toetsen?

Toelichting van de school

Vanaf het moment dat uw kind op school komt, worden de ontwikkelingen van uw kind gevolgd op de volgende onderdelen:

  • specifieke ontwikkeling van het jonge kind;
  • sociaal- emotionele ontwikkeling;
  • lezen, waaronder technisch lezen en begrijpend lezen;
  • taal, waaronder ook spelling;
  • rekenen;
  • gedrag en werkhouding.

In de kleutergroepen werken de leerkrachten met het kleutervolgsysteem BOSOS.

In groep 3 t/m 8 houden wij de ontwikkeling van de kinderen bij door het gebruik van

  • methode-toetsen in groep 3 op het gebied van rekenen en lezen.
  • Volgsysteem adaptief platform Snappet (gr. 4 t/m 8).
  • Bewijslast doelen, observaties, werkstukken, opstellen en spreekbeurten.
  • Voor het vak Blink worden toetsen afgenomen vanaf groep 5. In groep 5 en 6 is dit een open boek toets, in groep 7 en 8 niet meer
  • CITO Leerlingvolgsysteem. In het midden (januari/ februari) en aan het eind (mei/ juni) van een schooljaar worden er in de groepen 2 t/m 8 CITO- toetsen afgenomen op het gebied van rekenen, spelling, technisch lezen en begrijpend lezen. In groep 7 wordt in de maand mei de Entreetoets afgenomen. Deze toets bestaat uit 16 taken op het gebied van taal, rekenen- wiskunde en studievaardigheden. De leerlingen ontvangen n.a.v. deze toets een rapportage met de score.
  • In groep 8 volgt in november de NIO. De NIO is een intelligentietest voor onderwijsniveau. Dat wil zeggen dat de NIO op basis van de geteste intelligentie, potentie van de leerling een advies geeft over het juiste niveau van voortgezet onderwijs. Van praktijkonderwijs tot en met VWO.
  • In groep 8 wordt in april de Eindtoets (Route 8) afgenomen. Deze toets geeft een aanvullend beeld over het niveau van de leerling op het gebied van rekenen- wiskunde, taal en studievaardigheden.

Rapportage aan ouders.

2 keer per jaar een rapport meegegeven waarop de gegevens van de observaties, het dagelijks werk en de resultaten van de cito LVS toetsen af te lezen zijn.

De resultaten die behaald worden op de entreetoets, NIO en route 8 worden via een aparte rapportage aan u verstrekt.

Analyseren van de toetsgegevens.

Om de tussenresultaten te analyseren en evalueren maken we een analyse. In de groepsanalyse geeft de leerkracht een analyse op de resultaten op groepsniveau en worden de acties / aanpassingen vermeld nav deze analyse. We evalueren de resultaten zelf; zijn deze voldoende / onvoldoende, is er door de gehele groep iets opvallends vast te stellen, zijn er opvallende individuele leerlingen? Vervolgens koppelen we dit aan de hierop volgende vragen, bijvoorbeeld m.b.t. de organisatie; wat hebben we de afgelopen periode gedaan, is dit effectief geweest, moet dit veranderen, etc.? Maar ook het lesstof-aanbod, de inrichting van de klas en de tijd die voor een bepaald vak ingepland staat, worden op deze manier geëvalueerd. Tot slot wordt bepaald of het borgingsdocument nog up to date is. Individuele analyse, evaluatie en de bijbehorende acties worden vermeld in het leerlingoverzicht. In de schoolrapportage worden de resultaten op schoolniveau geëvalueerd, en wordt bekeken welke aanpassingen in het schoolbeleid nodig zijn. Voor elk vak beschrijven we in een borgingsdocument per vak de aanpak.

De leerlingresultaten en analyses worden 2 keer per jaar besproken met de intern begeleider.

Op deze manier volgen we de leerlingen systematisch, evalueren en verantwoorden we onze aanpak en inzet, en is het geborgd. Ook zorgt het voor een eenduidige lijn en aanpak door de hele school.

OPP.

Wanneer voor een leerling écht andere doelen en dus een afwijkende aanpak en inzet van materialen van de groep geldt voor één of meerdere vakken, of op sociaal-emotioneel gebied of op het gebied van leren leren, noteren we dit in een OntwikkelingsPerspectiefPlan, een OPP. Een leerling volgt dan zogezegd een eigen leerlijn, omdat de groepsdoelen te hoog zijn of juist omdat een leerling veel hogere doelen kan halen dan de groepsdoelen. Het OPP wordt opgesteld samen door de leerkracht en intern begeleider en wordt altijd met u als ouders besproken en geëvalueerd.

Welk schooladvies kregen de leerlingen van deze school?

Toelichting van de school

Groep 8: schooladvies en de overgang naar het voortgezet onderwijs

Onderdeel van de overgang van de basisschool naar het voortgezet onderwijs is het  proces waarin besloten wordt welke vorm van voortgezet onderwijs het beste bij het kind past. De school trekt hierin samen op met het kind én de ouders. Ons leerlingvolgsysteem door de jaren heen van methode-afhankelijke en methode-onafhankelijke toetsen geeft ons een belangrijke indicatie. Ook nemen wij in groep 7 een NIO toets en een NPVJ af. De NIO (Nederlandse Intelligentietoets Onderwijs) is een capaciteitenonderzoek om de potentiële mogelijkheden van het kind in beeld te krijgen. De NPVJ (Nederlandse Persoonlijkheids Vragenlijst Junior) is een vragenlijst die de persoonlijkheidseigenschappen meet. Samen met onze eigen observaties krijgen we hiermee een goed beeld van de werk- en leerhouding van het kind: hoe lang kan het kind geconcentreerd werken aan taken, welke leervoorkeur en interesses heeft het kind (praktijkgericht of abstract), hoe is de zelfstandigheid, kan het kind goed plannen en organiseren, hoeveel doorzettingsvermogen heeft het kind en hoe serieus wordt omgegaan met huiswerk.Eind groep 7 krijgt het kind het voorlopige schooladvies. Dit is een informeel moment. We bezoeken met groep 8 in het najaar de verschillende scholen voor voortgezet onderwijs. Ouders en kinderen kunnen verschillende open dagen en informatiemomenten bezoeken zodat de leerlingen en hun ouders een goed beeld krijgen van de mogelijkheden. Eind februari volgt het definitieve schooladvies, waarna ouders  hun kind aanmelden op de nieuwe school. Wij zetten de resultaten, onderwijsbehoeften en andere belangrijke zaken van het kind met medeweten van de ouders in een onderwijskundig rapport voor het voortgezet onderwijs.In april maken de groep 8 leerlingen de eindtoets. Valt het toetsadvies hoger uit dan het schooladvies, dan heroverweegt de basisschool het schooladvies altijd. In overleg met de leerling en de ouders kan de school het advies dan naar boven bijstellen, maar dat is niet verplicht. Wanneer een basisschool besluit om het advies niet bij te stellen moet zij kunnen beargumenteren waarom dit het geval is. Ligt het toetsadvies onder het niveau van het geadviseerde schooltype, dan wordt het schooladvies niet aangepast. Deze leerlingen krijgen in het voortgezet onderwijs de kans om te laten zien dat ze het geadviseerde onderwijstype aankunnen.
De school voor voortgezet onderwijs bepaalt zelf in welke klas de leerling wordt geplaatst, deze klas moet minimaal het niveau bevatten van het schooladvies dat de basisschool heeft gegeven op welk niveau het kind instroomt.Een voorbeeld:een leerling met een havo-schooladvies, mag door de vo-school in een brugklas geplaatst worden met vmbo-t/havo, havo of havo/vwo niveau. Jaarlijks heeft de school nog contact met het voortgezet onderwijs voor een evaluatie van de gegeven adviezen. Het is heel prettig en leerzaam om te weten hoe het onze leerlingen vergaat in het voortgezet onderwijs en te horen of onze adviezen kloppend waren.  

Weergave Schooladvies

Bron

Zitten de oud-leerlingen van deze school in het voortgezet onderwijs boven, op of onder hun schooladvies?

In groep 8 krijgt elke leerling van de basisschool een advies voor het voortgezet onderwijs dat past bij het niveau van deze leerling. De leerling stroomt vervolgens door naar het voortgezet onderwijs. In het derde jaar wordt gekeken welk niveau de leerling werkelijk heeft vergeleken met het niveau van het schooladvies. Dit wordt vertaald naar drie categorieën: boven, op en onder advies. Bijvoorbeeld: een leerling met schooladvies vmbo-b die in het derde jaar op het vmbo-k zit, zit boven advies. En een leerling met schooladvies havo/vwo die in het derde jaar op het havo zit, zit op advies. Wanneer deze leerling in het derde schooljaar op het vwo zit, zit hij/zij boven advies.
In het derde jaar

Bron

Sociale ontwikkeling

Hoe denkt deze school over sociale ontwikkeling?

De sociale ontwikkeling van kinderen is verweven met de cognitieve ontwikkeling. Een goed pedagogisch klimaat waarin kinderen zich prettig voelen, is nodig om te kunnen leren. De manier waarop wij kinderen willen laten leren, is door veel samen te werken en van elkaar te leren. De kinderen krijgen inzicht in hun eigen talenten en vaardigheden, maar ook in die van medeleerlingen. Dan is het nodig dat ze rekening houden met elkaar.

Afgelopen jaar heeft het team zich verdiept in de preventiepiramide (DeClerck). Wij baseren ons handelen op dit model, waarbij we uitgaan van het preventief handelen.

De preventiepiramide beschrijft 4 niveaus waarop de school  maatregelen of initiatieven neemt om het welbevinden te versterken of op peil te houden:

niveau 1: maatregelen / initiatieven die de bedoeling hebben het schoolklimaat te verbeteren of in stand te houden.

niveau 2: algemene preventiemaatregelen vanuit bepaalde problemen, bedoeld om de draagkracht van kinderen, ouders, leerkrachten en de school, het schoolklimaat te versterken.

niveau 3: specifieke preventiemaatregelen die mikken op welomschreven problemen, hier op een directe manier op inspelen, waardoor het probleem zelf en eventuele doelgroepen in de kijker komen te staan.

niveau 4: curatieve of remediërende maatregelen die bedoeld zijn om bestaande moeilijkheden aan te pakken of te helpen oplossen.

Niveau 0 is een ondersteunend netwerk van personen of organisaties dat de schooleigen competenties aanvult of versterk, het verwijst naar alle beïnvloedende factoren vanuit de brede, maatschappelijke context. Het bevat geen interventies binnen de muren.

Middels deze niveaus beschrijven we wat wij als school doen om te werken aan een veilig schoolklimaat.

Een onderdeel hiervan is Sociaal Emotioneel Leren.

Om gevoelens bij zichzelf en anderen te leren herkennen, en hier op een goede manier op te reageren, zetten we de methode KWINK in vanaf groep 1.

- Vanaf groep 3 zetten alle kinderen 's ochtends een emotie kaartje op hun tafel neer met het gevoel dat ze hebben. Een aantal kinderen mogen hierover vertellen. In groep 1 en 2 leren de kinderen de gevoelens aan middels grote emotie-kaarten.

- Vanaf groep 1 krijgen de kinderen elke week een les uit de KWINK methode.

- Vanaf groep 1 is er elke week een KWINK kind; dit kind krijgt complimenten van de anderen en van de leerkracht over wat hij/zij goed kan, over hoe hij/zij is en wat hij/zij heeft.

Vanaf groep 3 wordt het schooljaar gestart met de Gouden Weken.

Alle aangeleerde vaardigheden op het gebied van sociaal emotionele ontwikkeling, worden actief benoemd, ingezet en geëvalueerd tijdens het leren; tijdens het samenwerken en samenspelen, maar ook binnen het leren leren; inzicht krijgen in het eigen leerproces en hoe hiermee om te gaan.

Kernwaarden uit de visie op sociale ontwikkeling

  • samen spelen
  • samen werken
  • rekening houden met elkaar

Wat zegt de inspectie over de school?

Toelichting van de school

Tijdens het inspectiebezoek op 13 januari 2020 is de Ollie B. Bommel bezocht door de onderwijsinspectie. Dit bezoek is beoordeeld met een voldoende.

Terug naar boven