Bron: <b>DUO</b><br />Vergelijkbare instellingen: <b>alle instellingen in het basisonderwijs met een vergelijkbare schoolweging en leerlingenaantal</b><br /> <a href="https://encyclopedie.vensters.nl/indicator_po/3418f8d2-188d-490e-88d6-436f8aba8b8a" class="button button-link" target="_blank"><i class="fas fa-external-link-square-alt"></i> Achtergrondinformatie</a>">Bron
Op OBS Berg zijn de kinderen op leeftijd in groepen verdeeld, het zogenaamd leerstofjaarklassen-systeem. Een uitzondering hierop zijn de groepen 1 en 2. Deze groepen zijn gecombineerd, dat wil zeggen dat alle kinderen van 4 tot en met ongeveer 6 jaar bij elkaar zijn. Vanaf groep 3 zijn de groepen homogeen; van ieder leerstofjaar is er vanaf dan één groep.
De organisatie van OBS Berg kent ook zogenaamde kernteams. Dit zijn clusters van groepen waarin de leerkrachten en ondersteuners intensief samenwerken en samen de verantwoordelijkheid dragen voor het programma en de ontwikkeling van de kinderen. Ieder kernteam bestaat uit groepsleerkrachten, ondersteunende leerkrachten en leerkrachtassistenten. De groepsleerkrachten staan in principe voor de klas, zijn voor het grootste deel van een week in de klas en geven de meeste instructies en begeleiding. De groepsleerkrachten onderhouden voor het grootste deel het contact met de ouders. De ondersteunende leerkrachten en leerkrachtassistenten hebben ieder hun eigen rol die kan variëren van het geven van instructies en het overnemen van een groep tot het begeleiden van (individuele) kinderen en het voorbereiden van activiteiten. Ieder kernteam richt deze organisatie zoveel mogelijk zelf in. Er zijn twee kernteams, namelijk:
- Kernteam 1: groep 1 t/m 4
- Kernteam 2: groep 5 t/m 8
Door de organisatie in deze kernteams kunnen sneller veranderingen worden gerealiseerd als dat nodig is. Ook wordt verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling van de kinderen door meer mensen gedragen en kunnen teamleden elkaar meer kunnen ondersteunen bij deze ontwikkeling. Kinderen zijn vertrouwd met alle leerkrachten en ondersteuners in een kernteam zodat het niet uitmaakt bij wie de kinderen terecht kunnen.
Naast de kernteams is er een intern begeleider actief. De IB'er wordt als expert op het gebied van leerlingzorg door een kernteam ingeschakeld. Ze kan dan meekijken, advies geven, coachen of onderzoek doen. De ib'er is ook degene die het netwerk van ondersteuning buiten de school onderhoudt en eventueel inschakelt. Onze organisatie beschikt over eigen middelen en mensen voor extra hulp en er zijn ook andere instanties die worden ingeschakeld als er sprake is van speciale en specifieke zorg. Voorbeelden hiervan zijn: de schoolarts, Team Jeugd van de gemeente, experts op het gebied van taal, rekenen of ander onderwijsdomein en organisaties die zich met speciale zorg bezig houden zoals Adelante. Naast de rol van expert is de ib'er ook coördinator van de zorg en houdt zij overzicht op doorgaande lijnen en toetsmomenten.
De directeur van de school heeft naast zijn integrale verantwoordelijkheid voor de school als geheel, naar de kernteams vooral de rol van zicht houden op de schoolontwikkeling. De kernteams zijn zoveel mogelijk autonoom in het uitzetten van hun eigen organisatie en onderwijsinhoud maar moeten daarbij wel rekening houden met elkaar en de visie van de school. Daarnaast faciliteert de directeur de kernteams zoveel mogelijk zodat zij aan organisatie en inhoud vorm kunnen geven.
De kernteams overleggen regelmatig en intensief met elkaar, vaak samen met de ib'ers en directeur. Ieder kernteam beschikt over een procesbegeleider. Deze fungeert als kartrekker binnen een kernteam en heeft ook de taak om de samenhang met de andere kernteams te waarborgen. Procesbegeleiders overleggen regelmatig met de directeur. De directeur en ib'ers vormen samen nog het zorgoverleg. Daarbij houden zij elkaar op de hoogte van leerlingzorg, met name op de doorgaande lijnen hierbij.
Er zijn geen teamoverleggen met alle teamleden samen. Het team komt wel in het geheel bij elkaar op studiedagen. Op die dagen worden schoolbrede onderwijsinhoudelijke thema's besproken die meestal in de kernteams verder worden uitgewerkt.
Ook in de onderbouw wordt ontwikkelings- en handelingsgericht gewerkt (HGW) en delen we de onderwijstijd in aan de hand van de onderwijsbehoefte van leerlingen. Dat betekent dat wij kijken naar het individuele kind en passen daar ons handelen en aanbod op aan. Het onderwijs wordt veelal vorm gegeven vanuit thema's en volgt de seizoenen en natuurlijke kringloop van een schooljaar. De methode Kleuterplein wordt daarbij gebruikt als bronnenboek.
Omdat onze school handelingsgericht werkt, bekijken we per trimester waar de onderwijsbehoefte van groepen en individuele leerlingen ligt. Op basis daarvan bepalen we waar nog extra lestijd ingezet moet worden. Dat maakt dat wij geen vast lesrooster voor een heel jaar hebben waarin het aantal uren vast staat. Wel kunnen we aangeven hoeveel uren de school minstens besteedt. Aan de hoofdvakken rekenen, taal, spelling en lezen wordt in ieder geval elke week ten minste 5 uren besteed.
Aan de wereldoriënterende vakken aardrijkskunde, geschiedenis en natuur besteden we ten minste 3 uur per week en deze worden aangeboden in de vorm van thematisch en projectonderwijs.
Naast genoemde vakken besteden we tijd aan culturele vorming (Toon je Talent), sport en spel, verkeer en techniek.
Schoolbesturen en hun scholen organiseren voor alle leerlingen passend onderwijs.
Thuis nabij en zo inclusief mogelijk. Schoolbesturen geven samen invulling aan de zorgplicht. Het samenwerkingsverband organiseert een dekkend aanbod; voor alle leerlingen een passende plek.
Er zijn drie samenwerkingsverbanden primair onderwijs in Zuid-Limburg. Onze school behoort bij de Regio Maastricht-Heuvelland.Elke school heeft een schoolondersteuningsprofiel: een beschrijving van de onderwijsondersteuning die onze school aan leerlingen kan bieden. Het schoolondersteuningsprofiel kunt u vinden op de website van scholenopdekaart.nl bij onze schoolpagina.
Onderwijsondersteuning
Binnen het samenwerkingsverband is afgesproken dat wij werken vanuit 5 niveaus van onderwijsondersteuning.
Ondersteuningsniveau 1: Onderwijs in de groep ·
Ondersteuningsniveau 2: Ondersteuning in de groep ·
Ondersteuningsniveau 3: Ondersteuning op school met interne deskundigen ·
Ondersteuningsniveau 4: Ondersteuning op school met externe specialisten ·
Ondersteuningsniveau 5: Extra ondersteuning speciaal (basis)onderwijsAlle basisscholen bieden de basisondersteuning (ondersteuningsniveau 1 tot en met 4). Dit doen zij zelf of met behulp van netwerkpartners. Bij verschil van inzicht over de inzet van onderwijsondersteuning in niveau 1 t/m 4, voorziet het samenwerkingsverband in onafhankelijk extern deskundig advies.
Ondersteuningsniveau 5 is extra ondersteuning op het speciaal (basis)onderwijs. Hiervoor is een toelaatbaarheidsverklaring van het samenwerkingsverband nodig.Gemeentelijke ondersteuning
Jeugdhulp, jeugdgezondheidszorg en schoolmaatschappelijk werk vallen onder verantwoordelijkheid en regie van de gemeenten. Als een kind thuis of op school gemeentelijke ondersteuning nodig heeft, wordt dit aanvullend aan de onderwijsondersteuning ingezet. Dit betreft onder andere (individuele) begeleiding.Knooppunt
Indien een school onvoldoende tegemoet kan komen aan de ondersteuningsbehoefte van de leerling wordt een knooppunt georganiseerd. In het knooppunt zitten kernpartners (ouders, school, jeugdarts, schoolmaatschappelijk werk, leerplicht en gemeentelijke toegang) en incidentele partners. Partners sluiten aan op maat en naar behoefte.Zorgondersteuning
Als een kind zorgondersteuning uit de Wet Langdurige Zorg of Zorgverzekeringswet nodig heeft, worden met ouders afspraken gemaakt over inzet en omvang tijdens schooltijd.Aanmelding, zorgplicht en toelaatbaarheid tot speciaal (basis) onderwijs
Ouders melden hun kind schriftelijk (minimaal 10 weken voor de gewenste plaatsing) aan bij een school van voorkeur. Aanmelding betekent niet automatisch plaatsen. Aan een verzoek tot aanmelding geeft een school gehoor. De afspraak is dat niet mondeling wordt doorverwezen. Er is geen uniform aanmeldformulier vanuit het samenwerkingsverband voorgeschreven. Besturen en scholen hanteren eigen formulieren; deze staan altijd op de website van de school. De plaatsingstermijn start vanaf het moment dat een ouder het kind schriftelijk aanmeldt bij een school. Ouders stellen de school op de hoogte als zij weten of vermoeden dat hun kind ondersteuning nodig heeft. De school van aanmelding vraagt altijd informatie op bij de school van herkomst of de kinderopvang (bij eerste aanmelding). Deze informatie is noodzakelijk om te beoordelen of de school van aanmelding de ondersteuning kan bieden die het kind nodig heeft. De school beslist, binnen zes weken na schriftelijke aanmelding, of het kind kan worden toegelaten. Deze periode kan met vier weken worden verlengd. Als de school niet kan plaatsen, zoekt de school (of het schoolbestuur) een passende onderwijsplek op een andere school. Dat kan een andere basisschool zijn of een school voor speciaal (basis)onderwijs. Belangrijk daarbij is dat een goede balans wordt gevonden tussen de mogelijkheden van het kind, de wensen van ouders en de mogelijkheden van scholen. Als extra ondersteuning in het speciaal (basis)onderwijs nodig is, dan wordt een toelaatbaarheidstraject gestart via de trajectbegeleider van het samenwerkingsverband. Het samenwerkingsverband bepaalt of en voor hoelang een leerling toelaatbaar is tot het speciaal (basis)onderwijs. Stapt een leerling over naar een andere school, dan zorgen de betrokken scholen - in overleg met de ouders - voor een goede, soepele overgang en informatieoverdracht volgens de afspraken binnen het samenwerkingsverband.Informatie samenwerkingsverbanden: zie www.passendonderwijszuid.nl. Hierin is ook de medezeggenschap in het samenwerkingsverband (OPR) opgenomen.
Contactgegevens Samenwerkingsverband Maastricht-Heuvelland:
Adres: Nieuw Eyckholt 290E 6419 DJ Heerlen
Directeur: Doreen Kersemakers Telefoon: 085 - 488 12 80 E-mail: info-po@swvzl.nl
Toekomstig aanbod aan extra ondersteuning
Er zijn drie expertgroepen actief op het gebied van taal, rekenen en gedrag. Iedere expertgroep heeft een eigen opdracht geformuleerd om het betreffende onderwijsgebied te verbeteren. Daarbij wordt ook de ondersteuningsbehoefte van kinderen beschreven. In de volgende schooljaren wordt het aantal expertgroepen uitgebreid naar andere aandachtsgebieden zoals meer- en hoogbegaafdheid en executieve functies.
Er is een intensieve samenwerking tussen de scholen en de kindpartners binnen de gemeente Valkenburg aan de Geul op het gebied van voor- en vroegschoolse educatie. Als school participeren wij in de gemeentelijke aanpak van het achterstandenbeleid (GOA). Daarvoor werken we samen met de peuterspeelzaal en de kinderopvang van MIK in Berg en Terblijt en zorgen we voor een warme overdracht tussen de voor- en de vroegschool.