Bron: <b>DUO</b><br />Vergelijkbare scholen: <b>basisscholen met een vergelijkbare schoolweging.</b><br /> <a href="https://achtergrondinformatie.vensters.nl/p/VenstersPO/6192449487635142" class="button button-link" target="_blank"><i class="fas fa-external-link-square-alt"></i> Achtergrondinformatie</a>">Bron
Het streefniveau is een hoger niveau dan het fundamenteel niveau. Het doel is dat zoveel mogelijk leerlingen eind groep acht het streefniveau bereiken. Op basis van de leerlingpopulatie op school wordt door de inspectie voor elke basisschool in Nederland apart bepaald hoeveel procent van de leerlingen het streefniveau moet halen. Dat percentage is de signaleringswaarde voor het streefniveau van de school.
De school neemt CITO-toetsen af in de groepen 2 tot en met 8. Dit gebeurt 2 maal per jaar, in januari en in juni. Deze toetsen worden geanalyseerd en op basis hiervan worden er maatregelen genomen om het onderwijs (verder) te verbeteren.Als norm hanteren wij het landelijk CITO-gemiddelde.
Montessorionderwijs gaat uit van de eigenheid van het kind. Het proces van advisering is een zeer zorgvuldig proces, dat door het zorgteam in samenspraak met de leerkracht van groep 7-8 wordt geformuleerd. Ouders worden in groep 7 op de hoogte gebracht van ons voorlopig advies, dat gebaseerd is op enerzijds de resultaten binnen het leerlingvolgsysteem en anderzijds op een aantal persoonskenmerken en attitudes van kinderen. Het definitieve advies, in groep 8, is gebaseerd op alle gegevens die we van een leerling verzamelen gedurende de gehele basisschoolperiode. De Nio toets is hiervan een onderdeel. Dankzij de aandacht die er binnen het montessorionderwijs is voor differentiatie, zelfstandigheid en werkplanning, hebben onze leerlingen een voorsprong binnen het voortgezet onderwijs.
In groep 8 krijgt elke leerling van de basisschool een advies voor het voortgezet onderwijs dat past bij het niveau van deze leerling. De leerling stroomt vervolgens door naar het voortgezet onderwijs. In het derde jaar wordt gekeken welk niveau de leerling werkelijk heeft vergeleken met het niveau van het schooladvies. Dit wordt vertaald naar drie categorieën: boven, op en onder advies. Bijvoorbeeld: een leerling met schooladvies vmbo-b die in het derde jaar op het vmbo-k zit, zit boven advies. En een leerling met schooladvies havo/vwo die in het derde jaar op het havo zit, zit op advies. Wanneer deze leerling in het derde schooljaar op het vwo zit, zit hij/zij boven advies.
Wat verstaan scholen onder sociale opbrengsten? Onder sociale opbrengsten verstaan we het leren van sociale vaardigheden. Dit is ook een opbrengst van onderwijs, naast leerprestaties op de verschillende vakgebieden. Kinderen leren en ontwikkelen op school competenties die nodig zijn om in allerlei situaties op een goede manier met anderen om te gaan en bij te dragen aan de samenleving (burgerschap). Dit zijn vaardigheden zoals samenwerken, conflicten oplossen, planmatig een taak aanpakken en zelfredzaamheid. Sociale competenties dragen daarmee bij aan een positief en sociaal veilig klimaat op school, het verbeteren van de leerprestaties en de ontwikkeling van burgerschap.
Wat is de visie van de school op sociale opbrengsten? Een veilige- en vertrouwde leeromgeving draagt in hoge mate bij aan het gevoel van welbevinden en 'leerbereidheid'. Door als school te werken aan de zelfstandigheid van leerlingen groeit een gevoel van zelfvertrouwen. Dit wordt versterkt door uitdagend werk aan te bieden binnen de mogelijkheden van het kind. Dit zorgt voor succeservaringen en een grote bereidheid tot leren. Binnen de school is er veel aandacht voor het leren van en met elkaar, door gebruik te maken van elkaars interesse en kwaliteiten (een ieder is uniek)