Basisschool St. Oda

Pater Tulpstraat 1 5813 CD Ysselsteyn

Schoolfoto van Basisschool St. Oda

Resultaten eindtoets

Alle leerlingen maken in groep 8 van de basisschool een eindtoets. De school kiest per schooljaar welke toets wordt gebruikt. Er zijn verschillende goedgekeurde eindtoetsen om uit te kiezen. Met de toets wordt gekeken hoeveel kennis de leerlingen hebben van taal en rekenen. De toets geeft een extra uitslag naast het schooladvies dat een leerling krijgt van de leerkracht.

Welk percentage leerlingen behaalt het fundamentele niveau en welk percentage het streefniveau?

Let op: In schooljaar 2023-2024 is de eindtoets vervangen door de doorstroomtoets. Op dit moment zie je nog de resultaten van de eindtoets van 2023.
De resultaten van de doorstroomtoets van 2024 zijn na de zomer voor het eerst zichtbaar. Dit is in lijn met de beoordeling van de Inspectie van het Onderwijs. Kijk voor meer informatie op de website van de inspectie.

Let op: Voor de beoordelingen in het schooljaar 2023-2024 hanteert de inspectie naast de ongewijzigde signaleringswaarden zogenaamde correctiewaarden bij de beoordeling van de leerresultaten. Meer informatie is te vinden op de website van de inspectie.

Fundamenteel niveau

Het fundamenteel niveau is het niveau voor taal en rekenen dat zoveel mogelijk leerlingen aan het einde van de basisschool zou moeten beheersen. Dit wordt gemeten in groep acht met de eindtoets. De inspectie stelt dat minimaal 85% van alle leerlingen het basisniveau moet behalen. Deze 85% is de signaleringswaarde voor het fundamenteel niveau en dit is voor alle basisscholen in Nederland gelijk.

Bron

Streefniveau

Het streefniveau is een hoger niveau dan het fundamenteel niveau. Het doel is dat zoveel mogelijk leerlingen eind groep acht het streefniveau bereiken. Op basis van de leerlingpopulatie op school wordt door de inspectie voor elke basisschool in Nederland apart bepaald hoeveel procent van de leerlingen het streefniveau moet halen. Dat percentage is de signaleringswaarde voor het streefniveau van de school.

Bron

Hoe gebruikt deze school tussentijdse toetsen?

Toelichting van de school

Vanaf het schooljaar 2023-2024 werken we met het IEP leerlingvolgsysteem, minstens 2 keer per jaar worden in de groepen 3 tot en met 8 toetsen afgenomen voor sowieso rekenen/wiskunde, taalverzorging en lezen. Na afname van deze toetsen wordt zowel op groepsniveau als op schoolniveau geanalyseerd en geëvalueerd, op basis van deze analyses wordt het handelen waar nodig bijgeteld of gehandhaafd. Ook hier wordt bekeken wat een leerling of groep op dat moment in de ontwikkeling nodig heeft. Tijdens de groepsbesprekingen bespreekt, en analyseert de IB-er samen met de groepsleerkracht(en) de behaalde resultaten.

In de groepen 1-2 wordt door middel van observaties die worden vastgelegd in het leerlingvolgsysteem de vorderingen van de leerlingen gemonitord. Ook deze bevindingen worden in groepsbesprekingen geanalyseerd en besproken waarna waar nodig het handelen kan worden bijgesteld.

Welk schooladvies kregen de leerlingen van deze school?

Toelichting van de school

Eind groep 7 ontvangen de leerlingen en ouders het eerste voorlopige advies.
In groep 8 volgt in januari een voorlopig adviesgesprek met de leerlingen en de ouders op school voordat de uitslagen van de doorstroomtoets bekend zijn.
Wij stellen ons ten doel het maximale uit elk kind te halen en er zodoende voor te zorgen dat het kind in de meest geschikte vorm van voortgezet onderwijs terechtkomt.

De schoolkeuze voor het voortgezet onderwijs is afhankelijk van:
Het advies van de school. De leerkracht van groep 8 zet samen met de intern begeleider, de adjunct-directeur en de leerkrachten van de groepen 6 en 7 alle gegevens uit het leerlingdossier, rapporten, en toetsen op een rij en komt tot een advies. Hierbij spelen naast de leerprestaties van het kind ook de inzet, motivatie, taakwerkhouding, zelfstandigheid en interesse een rol. In de klas wordt ook met de kinderen gesproken over hun verwachtingen.

De leerkracht vult voor ieder kind het digitaal overdrachtsdossier (LDOS) in en bespreekt dit met de ouders.

Na de uitslag van de Doorstroomtoets melden de ouders hun kind eind maart zelf aan bij het voortgezet onderwijs. De eindverantwoordelijkheid en de uiteindelijke beslissing over de aanmelding ligt bij de ouders.

De Doorstroomtoets onderzoekt de schoolvorderingen van een kind en maakt een vergelijking mogelijk met leeftijdsgenoten en qua populatie gelijksoortige scholen. Het is een objectieve toets ter ondersteuning van het advies. De kinderen worden gedurende een periode hierop voorbereid.
De Doorstroomtoets wordt in februari afgenomen. De Doorstroomtoets is niet bepalend voor de leerling op het voortgezet onderwijs.

Wanneer de leerlingen zijn aangemeld bij het voortgezet onderwijs worden de leerlingen met extra onderwijsbehoeften doorgesproken door de leerkracht van groep 8 en de afdelingsleider van de brugklassen voortgezet onderwijs.

Weergave Schooladvies

Bron

Zitten de oud-leerlingen van deze school in het voortgezet onderwijs boven, op of onder hun schooladvies?

In groep 8 krijgt elke leerling van de basisschool een advies voor het voortgezet onderwijs dat past bij het niveau van deze leerling. De leerling stroomt vervolgens door naar het voortgezet onderwijs. In het derde jaar wordt gekeken welk niveau de leerling werkelijk heeft vergeleken met het niveau van het schooladvies. Dit wordt vertaald naar drie categorieën: boven, op en onder advies. Bijvoorbeeld: een leerling met schooladvies vmbo-b die in het derde jaar op het vmbo-k zit, zit boven advies. En een leerling met schooladvies havo/vwo die in het derde jaar op het havo zit, zit op advies. Wanneer deze leerling in het derde schooljaar op het vwo zit, zit hij/zij boven advies.
In het derde jaar

Bron

Sociale ontwikkeling

Hoe denkt deze school over sociale ontwikkeling?

Een school midden in de maatschappijLeren van pagina naar pagina. Jaren met een boek doen. Zo was het. Je kunt een boek wel digitaliseren, maar dat verandert de inhoud niet. Daar is meer voor nodig. De deuren van de school moeten open. De maatschappij moet de klas in en de klas de maatschappij in. Leerlingen moeten zien en voelen wat er speelt. Betrokken raken bij de leefomgeving van mens, dier en plant. Uitgedaagd worden om te zorgen voor jezelf, anderen en onze planeet op een veilige, betrouwbare en duurzame wijze. Te beginnen in je directe leefomgeving. Dat motiveert. Dan komt de leerling in beweging, omdat hij weet waarom dat zinvol is.

Elkaars talenten benutten
Klaar met leren na je schoolloopbaan. Opgeleid worden voor een bepaald beroep. Zo was het. Maar de technologische ontwikkelingen gaan razendsnel. Kinderen leren nu voor een beroep of vak dat nog helemaal niet bestaat. We moeten ons continu ontwikkelen. Kritisch denken, creatief zijn en elkaars talenten benutten, daarmee komen we samen verder. Leerlingen moeten leren samenwerken, zorgen, maken, onderzoeken, presenteren en bewegen met oog voor ieders welzijn en talenten. Dit bereik je door samen te werken in projecten. Leerlingen leren met hulp van alle ‘leraren’ die de omgeving te bieden heeft. Kennis wordt gedeeld en ervaringen worden opgedaan. Muren verdwijnen. Zo bereidt de leerling zich voor op zijn toekomst.

Eigenaarschap voor de leerlingLeerkrachten bepalen wat een leerling leert. Wat goed voor hem is. Zo was het. Maar kinderen hebben de ruimte en stimulans nodig om zelf regie te nemen om zich persoonlijk te ontwikkelen. Belangrijk daarbij is dat de leerling continu zicht heeft op wat hij kan, wat hij nog moet en wil leren en waar en met wie hij dat kan leren. Dat bereik je alleen door leerdoelen ook voor de leerling inzichtelijk te maken, zodat de leerling een eigen leerroute kan uitstippelen. Aan de hand van tools waaruit de leerling kan kiezen om de leerdoelen te behalen in eigen tempo op een wijze die past bij zijn leerstijl. En nodig zijn leraren die hem daarbij begeleiden. Zo heeft de leerling zelf de regie.

Kernwaarden uit de visie op sociale ontwikkeling

  • Samen leven
  • Samen werken
  • Zelfstandig leren

Wat zegt de inspectie over de school?

De Inspectie van het Onderwijs onderzoekt minimaal één keer in de vier jaar het bestuur van een school. De inspectie kijkt dan of de kwaliteitszorg, de onderwijskwaliteit en de financiële zaken bij het schoolbestuur op orde zijn. Daarnaast bezoekt de inspectie een aantal scholen die bij het schoolbestuur horen en onderzoekt deze scholen nader. De gegevens van het laatste onderzoek van de inspectie zijn beschikbaar op de website van de onderwijsinspectie.

Terug naar boven