Bron: <b>DUO</b><br />Vergelijkbare instellingen: <b>alle instellingen in het basisonderwijs met een vergelijkbare schoolweging en leerlingenaantal</b><br /> <a href="https://encyclopedie.vensters.nl/indicator_po/3418f8d2-188d-490e-88d6-436f8aba8b8a" class="button button-link" target="_blank"><i class="fas fa-external-link-square-alt"></i> Achtergrondinformatie</a>">Bron
Het onderwijs kan op verschillende manieren georganiseerd worden. De school kiest zelf hoe leerlingen worden gegroepeerd en wat de invulling is van de beschikbare onderwijstijd. Soms zijn er op de school extra middelen die helpen bij het organiseren van het onderwijs.
In onze kleutergroepen wordt spelend geleerd. Hierdoor zijn de vakken en tijden die aan deze vakken besteed worden niet goed te duiden. Tijdens het klimmen in een speelzaal wordt immers niet alleen het balancerend vermogen ontwikkeld, maar ook het samenwerken met het kind dat met jou op het klimrek klimt.
Omdat wij thematisch werken bij de kleuters is er veel tijd voor het ontdekken van de wereld om je heen. Taal- en rekenkundige begrippen hebben binnen deze thema's en de wereld waarin het jonge kind speelt een belangrijke rol.
Het ontwikkelen van het spel van kleuters vinden wij daarom erg belangrijk.
Bij het kiezen en aanbieden van de thema's zorgen de kleuter stamgroepleiders dat alle doelen aan bod komen. Ook houden zij bij welke kinderen al welke doelen behaald hebben.
In alle stamgroepen wordt gewerkt volgens 'het ritmisch weekplan'. Hierbinnen komen de vier basisactiviteiten gesprek, spel, werk en viering terug. Deze vier activiteiten wisselen elkaar af, omdat kinderen beter functioneren als er afwisseling is tussen verschillende soorten activiteiten, tussen inspanning en ontspanning en tussen groepswerk en individueel werk. Binnen het ritmische weekplan leren de kinderen doelgericht plannen en handelen. Verder zijn binnen de ritmische weekplannen de leergebieden, zoals beschreven in de kerndoelen voor het basisonderwijs.
Gesprek is een belangrijke basisactiviteit binnen het ritmische weekplan. Uitgangspunt van gesprek is dat kinderen in verschillende situaties en op verschillende momenten van de dag de gelegenheid krijgen uiting te geven aan gevoelens en ervaringen. De kring is daarvoor de meest gebruikte organisatievorm, omdat iedere plek in een kring even belangrijk is. Bovendien kun je elkaar in een kring goed aankijken. Een kringgesprek staat niet op zichzelf. Er bestaat altijd een koppeling met één van de leergebieden De stamgroepleider kan een gesprek leiden, maar ook een kind kan gespreksleider zijn. Kinderen leren inhoudelijk veel van de kringen.
Spelen is essentieel voor een goede en brede ontwikkeling van kinderen. Het element spel in het Jenaplanonderwijs is vooral bedoeld als oriëntatie op de wereld. Door samen te spelen, leren kinderen rekening met elkaar te houden, brengen ze spelenderwijs problemen tot een oplossing, leren ze zich emotioneel te uiten en leren ze tegelijkertijd met hun emoties om te gaan. Ook kunstzinnige vorming (beeldende, muzikale en dramatische vorming), bewegingsonderwijs en sportactiviteiten vallen onder spel. Tot slot refereren wij aan de schoolkampen. Deze hebben meestal een wereld oriënterend thema. Het element spel komt ook bij de inhoud van de schoolkampen nadrukkelijk aan de orde.
De basisactiviteit werk omvat instructie en werkmomenten. Tijdens instructiemomenten geeft de stamgroepleider uitleg. Meestal gebeurt dat in de stamgroep, maar bij een aantal leergebieden (zoals rekenen) hebben wij ervoor gekozen de instructie op jaarniveau te organiseren om beter in te kunnen spelen op de specifieke aanpak in het desbetreffende leerjaar. Tijdens de werkmomenten of stilwerkperioden, werken de kinderen op verschillende manieren (groepsgewijs of individueel). Vaak zijn ze op deze momenten bezig met verwerkingsopdrachten van verschillende leergebieden of werken zij vanuit wereldoriëntatie aan het project. De kinderen delen hun werk in principe aan de hand van dag- en/of weektaken zelf in. Zo leren ze zelfstandig werken en plannen.
Bij viering speelt het samen beleven en het samen verwerken een belangrijke rol. Viering is dan ook een wezenlijke basisactiviteit op school. Een viering kan feestelijk van aard zijn, maar oor plechtig of droevig. Bij een viering horen ook de kind- en ouderviering aan het begin/eind van een thema/project. Ook het gezamenlijk zingen, de keuzecursus, de kampen en de vieringen rondom feesten en speciale activiteiten zijn elementen van viering. Er zijn ook vieringen op stamgroepniveau, zoals het gezamenlijk eten.
We werken met verschillende specialisten namelijk: reken-, taal-, globe-, hb-specialist. Deze specialisten worden betrokken als een leerling een specifieke behoefte heeft op het desbetreffende specialistengebied.
De programma's Bouw en Letterster worden de komende jaren geïmplementeerd en ingezet voor het voorbereidend en aanvankelijk leesonderwijs ter bevordering van de leesopbrengsten.
We zorgen binnen de groep voor beredeneerd aanbod voor meer en hoogbegaafde kinderen. Indien nodig volgen zij een programma buiten de groep.
Het is mogelijk dat de school extra aanbod organiseert voor het jonge kind. Die extra aandacht is bijvoorbeeld beschikbaar in samenwerking met de peuterspeelzaal, het kinderdagverblijf of in de groepen 1 en 2 van de basisschool. Het doel is om te zorgen voor een goede start op de basisschool.