Bron: <b>DUO</b><br />Vergelijkbare instellingen: <b>alle instellingen in het basisonderwijs met een vergelijkbare schoolweging en leerlingenaantal</b><br /> <a href="https://encyclopedie.vensters.nl/indicator_po/3418f8d2-188d-490e-88d6-436f8aba8b8a" class="button button-link" target="_blank"><i class="fas fa-external-link-square-alt"></i> Achtergrondinformatie</a>">Bron
Het onderwijs kan op verschillende manieren georganiseerd worden. De school kiest zelf hoe leerlingen worden gegroepeerd en wat de invulling is van de beschikbare onderwijstijd. Soms zijn er op de school extra middelen die helpen bij het organiseren van het onderwijs.
Op Klinkers willen wij onze jongste leerlingen volop de gelegenheid geven om te spelen omdat wij ervan overtuigd zijn dat spelen de meest natuurlijke bezigheid is van jonge kinderen. Van spelen leren kinderen over zichzelf, over de ander en over de wereld om hen heen.
Het onderwijs wordt vormgegeven vanuit onze integrale (onderzoeks)thema's. De werkwijze van onze onderzoeksthema's is vastgelegd in het Primary Years Program van het Internationaal Baccalaureate.
Een groot deel van de verwerking van de lees-, taal- en rekendoelen worden integraal verwerkt in onze onderzoeksthema's. Tevens krijgen de doelen voor wereldoriëntatie en (wereld)burgerschap hierin een plek. De concrete uitwerking van de doelen over de verschillende onderzoeksthema's is terug te vinden in ons POI (Program of Inquiry).
De werkwijze van onze onderzoeksthema's is vastgelegd in het Primary Years Program van het Internationaal Baccalaureate.
1-zorgroute
De 1-zorgroute wil een voor alle scholen en alle betrokkenen bij de leerlingenzorg herkenbare, eenduidige route zijn. Zo is onderlinge afstemming makkelijker voor elkaar te krijgen. Met de 1-zorgroute beoogt men niet alleen risicoleerlingen op een zo vroeg mogelijk tijdstip te signaleren en zo onderwijs-leerproblemen aan te pakken, maar de onderwijsbehoeften van élk kind in kaart te brengen. Deze onderwijsbehoeften zijn het uitgangspunt voor het samenstellen van het onderwijsaanbod in de vorm van een groepsplan. De 1-zorgroute leert leerkrachten hoe zij met de verschillen tussen de kinderen kunnen omgaan. De route heeft betrekking op zowel de interne zorg op school, als de externe zorg buiten de school. De 1-zorgroute is niet alléén een route met opeenvolgende stappen. De 1-zorgroute gaat uit van een visie op zorg die vrij nieuw is in onderwijsland.De visie bestaat uit een aantal uitgangspunten:
1. De eerste opvatting is dat alle kinderen zorg nodig hebben. Zorgleerlingen bestaan dus niet. Leerlingen verschillen in de mate waarin en de manier waarop ze zorg nodig hebben. Ter bevordering van de sociale cohesie in de groep en om het klassenmanagement uitvoerbaar te houden, worden bij de 1-zorgroute de individuele onderwijsbehoeften zoveel mogelijk geclusterd en verwerkt in een groepsaanbod. De 1-zorgroute werkt niet vanuit individuele handelingsplannen, maar vanuit groepsplannen;
2. In de tweede plaats gaat het bij de 1-zorgroute om het werken, praten en denken vanuit onderwijsbehoeften, in plaats van vanuit kindkenmerken. Kindkenmerken leveren nauwelijks aanwijzingen op hoe een kind te begeleiden in de groep. Zo werkt een kenmerk als ‘snel afgeleid’ eerder bevestigend (“zo is het kind nu eenmaal, daar valt niets aan te doen”) dan dat het uitnodigt tot actie (“hoe kan ik mijn onderwijs afstemmen op dit kind, wat kan ik doen?”). Onderwijsbehoeften formuleer je door aan te geven wat een kind nodig heeft om de volgende stap in zijn ontwikkeling te kunnen zetten;
3. De 1-zorgroute streeft naar een verschuiving richting proactief denken. In plaats van vooral achteraf te bekijken of een kind de doelen behaald heeft (bijvoorbeeld door te toetsen) en te ‘repareren’ als dit niet het geval blijkt te zijn, hanteert de 1-zorgroute een werkwijze waarbij de leerkracht vooraf nadenkt over wat een kind nodig heeft om de gestelde doelen te bereiken;
4. Er wordt zoveel mogelijk tegemoet gekomen aan wat de kinderen nodig hebben om de onderwijsdoelen te bereiken. Als het nodig is kan een specialist van buiten de school de leerkracht ondersteuning bieden;
5. Tot slot nemen ouders een belangrijke positie in binnen de 1-zorgroute. Ouders en leerkrachten hebben een gezamenlijk doel: ze willen het beste voor het kind. Ouders zijn samenwerkingspartners en worden betrokken bij de zorg rondom hun kind.
Basisondersteuning
Alle scholen in het samenwerkingsverband moeten voldoen aan het basisarrangement van de Inspectie van het Onderwijs. Het bestuur en de directeur van de school zijn hiervoor verantwoordelijk. Het samenwerkingsverband ondersteunt de verschillende besturen door kennisuitwisseling over goed onderwijs. Het samenwerkingsverband vraagt verder dat iedere school voor derden zichtbaar maakt welke bekwaamheidseisen aan het personeel gesteld kunnen worden. Iedere school is verplicht deze bekwaamheidseisen te beschrijven in het onderwijsprofiel van de school en dit minimaal elke 4 jaar bij te stellen.
Plein 013 hanteert voor de basisondersteuning de wettelijke kaders zoals deze door de onderwijsinspectie zijn vastgesteld. Dat is het kader dat door ons samenwerkingsverband is afgesproken.
Onder basisondersteuning vallen:
1. Preventieve en licht curatieve interventies. Dit betreft dyslexie, dyscalculie, lichte gedragsproblemen, leerlingen met een beneden gemiddeld IQ en hoogbegaafde leerlingen;
2. Een protocol m.b.t. medisch handelen;
3. Samenwerking met ketenpartners;
4. Werken aan sociale veiligheid door middel van de Kanjertraining.
Voor die leerlingen die meer nodig hebben dan de basisondersteuning van de school wordt een arrangement opgesteld. Dit kan binnen de basisschool, maar kan ook worden uitbesteed aan het SBO of SO. Voor de laatste twee vormen is een Toelaatbaarheidsverklaring nodig. Voor zo’n traject is het welbevinden van de leerling een belangrijke factor. Een arrangement geldt steeds voor een jaar. Als de ondersteuning wordt uitbesteed, blijven wij als school in gesprek en behouden de regie voor het verdere traject. Voor alle leerlingen voor wie een arrangement is vastgesteld, wordt binnen zes weken een ontwikkelingsperspectief opgesteld. De school geeft de grenzen aan en bepaalt of een arrangement al dan niet wenselijk is. Vanzelfsprekend vindt hierover een constructieve dialoog plaats met ouders.Toekomstig aanbod aan extra ondersteuning
Door de komende jaren structureel te blijven investeren in leerkrachtvaardigheden rondom de basisvaardigheden én een verduurzaming van ons onderwijsconcept streven we ernaar zoveel mogelijk leerlingen in de zorgniveaus 1 en 2 te hebben en houden.
Het is mogelijk dat de school extra aanbod organiseert voor het jonge kind. Die extra aandacht is bijvoorbeeld beschikbaar in samenwerking met de peuterspeelzaal, het kinderdagverblijf of in de groepen 1 en 2 van de basisschool. Het doel is om te zorgen voor een goede start op de basisschool.