Bron: <b>DUO</b><br />Vergelijkbare instellingen: <b>alle instellingen in het basisonderwijs met een vergelijkbare schoolweging en leerlingenaantal</b><br /> <a href="https://encyclopedie.vensters.nl/indicator_po/3418f8d2-188d-490e-88d6-436f8aba8b8a" class="button button-link" target="_blank"><i class="fas fa-external-link-square-alt"></i> Achtergrondinformatie</a>">Bron
Faciliteiten
Extra faciliteiten hebben we op de Veenvlinder zeker.
Koken
Wekelijks krijgt een groepje leerlingen begeleiding bij het koken. De leerlingen koken niet alleen maar krijgen begeleiding in alles wat bij het koken aan bod komt. Daarbij moet gedacht worden aan:
-het maken van een lijstje met benodigdheden;
-boodschappen halen;
-recepten lezen;
-tafel dekken en samen eten;
-opruimen en afwassen.
Podium
Het podium wordt gebruikt voor optredens, disco, musical of er worden voorstellingen gegeven. Cultuur krijgt ook steeds meer aandacht op onze school. Soms besteden we hier in de school aandacht aan, maar we maken ook uitstapjes buiten de school.
Schooltuin in de patio
In de patio hebben we een schooltuin. Onder begeleiding van enkele ouders worden deze bijgehouden door kleine groepjes leerlingen. In de tuin worden de volgende werkzaamheden uitgevoerd door de leerlingen:
-zaaien en verzorgen van planten;
-onkruid wieden;
-kweken van kruiden.
In de kleutergroepen wordt thematisch gewerkt in een rijke leeromgeving met aandacht voor kleine kringen. Het spelend leren krijgt meer aandacht zodat kinderen zich goed kunnen ontwikkelen. De scholing die het afgelopen jaar is ingezet wordt dit schooljaar doorgetrokken. Alle ontwikkelingsgebieden worden in het leerlingvolgsysteem aangetekend. De kinderen krijgen leerstof om hun naastgelegen doel te behalen. Afgelopen schooljaar zijn we gestart met Focus PO zodat er een doorgaande lijn ontstaat in groep 1 t/m 8. Op deze manier kun je snel zien waar de leerlingen zitten in hun ontwikkeling. Verschillende hoeken hebben we verdeeld over de twee groepen waar de samenwerking goed zichtbaar is. De huis- en de bouwhoek zijn in elke groep aanwezig. Dit om ervoor te zorgen dat leerlingen regelmatig 'aan de beurt komen' zodat er ontwikkeling en verdieping in hun spel ontstaat.
Er is aandacht voor taal, woordenschat, rekenen, schrijven, bewegingsonderwijs, wereldoriëntatie, sociaal emotionele vorming, muziek en expressie.
Gezien onze populatie zien we dat er veel behoefte is aan taal. Met name de woordenschat krijgt veel aandacht.
Urentabel
De groepen 1 t/m 8 hebben 25.75 uur les per week. De groepen 3 t/m 8 hebben in de morgen een pauze van 15 minuten en ook 's middags is er een pauze van 15 minuten. Tijdens het eten wordt er een educatieve activiteit aangeboden. Veelal leest de leerkracht voor, wat de taalontwikkeling ten goede komt.
De nadruk ligt op de basisvaardigheden: taal, lezen, rekenen. We proberen steeds meer deze vaardigheden in andere vakken te verweven om het onderwijs te verbeteren en voor de leerlingen aantrekkelijker te maken.
In groep 7 en 8 krijgen de leerlingen Engels.
Voor de variatie proberen we ook meer werkvormen aan te bieden in ons onderwijs.
Burgerschapsvorming
Op 17-11-2020 heeft de Tweede Kamer ingestemd met de nieuwe aangepaste burgerschapswet (de wet is ingegaan op 01-08- 2021). De nieuwe wet heeft als doel het versterken van het burgerschapsonderwijs en het verduidelijken van de taken en de rollen van het bestuur en de school. Burgerschapsonderwijs krijgt met de wet ook een meer verplichtend karakter. De wettelijke burgerschapsopdracht bepaalt: Het onderwijs bevordert actief burgerschap en sociale cohesie op doelgerichte en samenhangende wijze, waarbij het onderwijs zich in ieder geval herkenbaar richt op:
• het bijbrengen van respect voor en kennis van de basiswaarden van de democratische rechtsstaat, zoals verankerd in de Grondwet, en de universeel geldende fundamentele rechten en vrijheden van de mens, en het handelen naar deze basiswaarden op school;
• het ontwikkelen van de sociale en maatschappelijke competenties die de leerling in staat stellen deel uit te maken van en bij te dragen aan de pluriforme, democratische Nederlandse samenleving;
• het bijbrengen van kennis over en respect voor verschillen in godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, afkomst, geslacht, handicap of seksuele gerichtheid alsmede de waarde dat gelijke gevallen gelijk behandeld worden.
Het bevoegd gezag draagt zorg voor een schoolcultuur die in overeenstemming is met de waarden, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, creëert een omgeving waarin leerlingen worden gestimuleerd actief te oefenen met de omgang met en het handelen naar deze waarden en draagt voorts zorg voor een omgeving waarin leerlingen en personeel zich veilig en geaccepteerd weten, ongeacht de in het derde lid, onder c, genoemde verschillen. Scholen houden zelf ruimte om inhoud en vorm te geven aan burgerschapsonderwijs. Dat is het logische gevolg van de vrijheid van onderwijs. Maar, de wet laat zien dat er wel een aantal zaken verplicht is:
1. Zorgen voor kennis van de democratie en de rechtsstaat zelf, alsmede de grondrechten;
2. Zorgen voor kennis van en inzicht in de werking van en respect voor de basiswaarden;
3. In ieder geval (ook) aandacht besteden aan vrijheid, gelijkwaardigheid en solidariteit;
4. Ontwikkelen van sociale competenties;
5. Ontwikkelen van maatschappelijke competenties;
6. Een oefenplaats zijn waarin actief kan worden geoefend met de basiswaarden.
De Veenvlinder werkt volgens het programma Kwink.
Burgerschapsvorming is op onze school dan ook geen apart vak. Naast het werken volgens de principes van Kwink komen onderwerpen die te maken heb met burgerschap ook als vanzelfsprekend terug als onderdeel van verschillende vak- en vormingsgebieden, zoals: Nederlandse taal, wereldoriëntatie, lichamelijke, muzikale en sociale vorming.
Schoolondersteuningsprofiel
Alle leerlingen hebben hun unieke persoonlijkheid en verschillende behoefte om te spelen en te leren. De meeste leerlingen leren op een regelmatige, gemiddelde manier volgens de leerlijnen. Een aantal leerlingen heeft meer tijd en instructie nodig om tot leren te komen. Daarnaast zijn er ook leerlingen die maar weinig tijd en instructie nodig hebben om grote leerstappen te maken. De Veenvlinder werkt opbrengstgericht waarbij we streven het maximale uit alle leerlingen te halen. Van belang is dat we voor ieder kind de volgende vraag kunnen beantwoorden: "Wat heeft dit kind nodig om zich naar vermogen te kunnen ontwikkelen, op didactisch en sociaal-emotioneel gebied?"
Op het gebied van de langere ondersteuning beschikt de Veenvlinder over 1 Intern Begeleider (IB) , 2 leerkrachtondersteuners en een onderwijsassistent. Voor de ondersteuning van de cognitieve ontwikkeling beschikken we over een aantal specialisten binnen de school, namelijk een rekencoördinator en een taalcoördinator. We hebben twee vrijwilligers binnen de school. Ze hebben beide veel ervaring, één van de vrijwilligers heeft veel onderwijservaring.
Voor de ondersteuning van de sociaal-emotionele ontwikkeling, het gedrag en de werkhouding zijn er eveneens een aantal specialisten.
Op dit moment is de school in staat om een arrangement te bieden aan kinderen met specifieke onderwijsbehoeften als het gaat om:
- Ernstige leesproblemen;
- Angst/onveiligheid;
- Teruggetrokken/sociaal isolement;
- Instroom kinderen vanuit cluster 2;
- Het jonge kind dat achterloopt in de ontwikkeling.
De Veenvlinder wil zich verder ontwikkelen tot een medium arrangementschool met daarnaast steeds meer deskundigheid voor onze NT2 leerlingen. Hiervoor volgen we cursussen, bezoeken we andere scholen en hebben methoden aangeschaft.
Wanneer blijkt dat er toch meer of andere expertise nodig is, dan schakelt de school samenwerkingsverband Onderwijscollectief in. Het samenwerkingsverband kijkt samen met de ouders en school welke ondersteuning er ingezet kan worden. Het samenwerkingsverband heeft zelf specialisten in huis die deze ondersteuning kunnen bieden, maar kan ook andere experts inhuren wanneer dit nodig is.
Daarnaast werken scholen samen in een zogenoemd Regionaal Overleg Onderwijscollectief (ROK) waar scholen binnen een wijk/gemeente samenwerken om zo goed mogelijk onderwijs te bieden aan alle kinderen in de wijk/gemeente. Wanneer geen van de reguliere basisscholen meer kan voldoen aan de onderwijsbehoeften, dan zal het samenwerkingsverband samen met ouders, school en andere experts onderzoeken welke school hier wel aan kan voldoen. Als de uitkomst een school voor speciaal (basis-)onderwijs is, dan geeft het samenwerkingsverband de toelaatbaarheidsverklaring (TLV) af die nodig is voor de inschrijving op deze scholen.
Meer informatie over samenwerkingsverband Onderwijscollectief is te vinden op de website: http://onderwijscollectiefvpr.nl
Onderwijscollectief VPR.
Gemeenlandsedijk Noord 26c
3216 AG Abbenbroek
T: te bereiken tussen 08.30 en 17.00 uur op (0181-) 760900.
M:administratie@onderwijscollectiefvpr.nlVoor een meer specifieke beschrijving verwijzen we naar de Bijlage Schoolondersteunings Profiel (SOP)
Samenwerkingsverband voor passend onderwijs
Wat is passend onderwijs? Passend onderwijs?betekent dat alle leerlingen onderwijs volgen dat bij hen past. Ook als zij meer ondersteuning nodig hebben. Voorbeelden van deze ondersteuning zijn extra hulp bij leerproblemen zoals dyslexie, een programma voor leerlingen met gedragsproblemen of het ondersteunen bij het aanleren van sociale vaardigheden. Er zijn natuurlijk ook andere vormen van ondersteuning. Niet elke school kan deze extra ondersteuning zelf organiseren. De scholen in de regio Voorne-Putten Rozenburg werken daarom samen, zodat er altijd een school in de buurt is waar deze ondersteuning wel aangeboden wordt. We noemen dit een samenwerkingsverband.
Het samenwerkingsverband in Voorne-Putten Rozenburg heet 'Onderwijscollectief'. De scholen hebben met elkaar vastgesteld welke ondersteuning elke school in ieder geval kan bieden. Dit noemen we de basisondersteuning. Denk hierbij bijvoorbeeld aan afspraken over hoe de zorg voor leerlingen op school wordt georganiseerd, hoe er rekening wordt gehouden met verschillen in leren en het tempo waarin leerlingen ontwikkelen. Daarnaast hebben alle scholen bepaald welke extra ondersteuning zij zelf kunnen organiseren voor leerlingen. Dit noemen we extra ondersteuning.
Wat elke school aanbiedt, schrijven zij op in het Schoolondersteuningsprofiel (het SOP). Soms is er voor een leerling meer nodig. Een school heeft namelijk niet altijd zelf de expertise in huis om alle leerlingen goed te kunnen ondersteunen. De professionals van Onderwijscollectief kunnen dan gevraagd worden mee te denken en te adviseren over wat voor deze leerling de beste aanpak is. Hiervoor moet altijd eerst toestemming worden gevraagd aan de ouder(s)/verzorger(s). Hiervoor is het nodig dat er een goede hulpvraag wordt gesteld, de ondersteuningsvraag. De ondersteuningsvraag van de leerling staat centraal in de aangeboden ondersteuning. Onderwijscollectief biedt diverse vormen van ondersteuning aan scholen en leerlingen. Er is vanuit het Onderwijscollectief aan elke school een schoolbegeleider verbonden. Dit is een orthopedagoog die kan komen observeren en advies geeft. Begeleiders Passend Onderwijs kunnen leerkrachten en leerlingen ondersteunen op diverse gebieden. Zo zijn er jonge kind experts en experts op het gebied van gedrag en van leer- en ontwikkelproblemen. Naast de ondersteuning aan scholen en leerlingen, zet Onderwijscollectief zich ook in voor een dekkend netwerk aan onderwijsvoorzieningen voor het gehele gebied Voorne-Putten Rozenburg. Daarmee wordt bedoeld dat er voor alle leerlingen een passende onderwijsplek is. De reguliere scholen werken daarvoor samen met de scholen voor gespecialiseerd onderwijs. We willen hiermee het aantal leerlingen verminderen dat nu niet naar school kan of gaat.
Wilt u meer informatie over passend onderwijs of heeft u specifieke vragen? Op de website www.onderwijscollectiefvpr.nl kunt u terecht voor actuele informatie en contactgegevens. ?
Toekomstig aanbod aan extra ondersteuning
We willen ons specialiseren in taalachterstanden, taalontwikkelingsstoornissen en NT2 onderwijs. Dit in nauwe samenwerking met taalschool De Kameleon, de bibliotheek, Auris en het Samenwerkingsverband zodat we deze leerlingen zo optimaal mogelijk kunnen begeleiden. Op deze manier sluiten we beter aan bij onze populatie.
Wij werken nauw samen met kinderopvangorganisaties 'Partou' en 'Klein maar dapper.' Er is altijd sprake van een overdracht en indien nodig organiseren we een warme overdracht en kunnen leerkrachten of de intern begeleider ook leerlingen observeren. Komend schooljaar zullen we ons richten op een nog betere samenwerking zodat er meer een doorgaande lijn komt. Onze VVE-coördinator zal een belangrijke rol spelen in dit proces.