Bron: <b>DUO</b><br />Vergelijkbare scholen: <b>basisscholen met een vergelijkbare schoolweging.</b><br /> <a href="https://achtergrondinformatie.vensters.nl/p/VenstersPO/6192449487635142" class="button button-link" target="_blank"><i class="fas fa-external-link-square-alt"></i> Achtergrondinformatie</a>">Bron
Het streefniveau is een hoger niveau dan het fundamenteel niveau. Het doel is dat zoveel mogelijk leerlingen eind groep acht het streefniveau bereiken. Op basis van de leerlingpopulatie op school wordt door de inspectie voor elke basisschool in Nederland apart bepaald hoeveel procent van de leerlingen het streefniveau moet halen. Dat percentage is de signaleringswaarde voor het streefniveau van de school.
Na acht jaar basisonderwijs, gaan kinderen naar het voortgezet onderwijs. Wij helpen leerlingen en hun ouders tijdig om een goede keuze te maken. Leerlingen van groep 8 maken de Route 8 doorstroomtoets. Deze geeft een indicatie van het passende schoolniveau. Daarnaast gebruiken wij ons Cito leerlingvolgsysteem om een zo nauwkeurig mogelijk overzicht te krijgen. Zodra alle gegevens binnen zijn, organiseren we gesprekken met ouders over de schoolkeuze en kunnen leerlingen ‘doedagen’ van verschillende scholen bezoeken. Ouders melden hun zoon/dochter aan bij een school voor voortgezet onderwijs.
We hebben regelmatig contact met het vervolgonderwijs. Uit eigen onderzoek blijkt dat vrijwel alle leerlingen van onze school na twee jaar nog dezelfde schoolvorm voor voortgezet onderwijs volgen. Dit betekent dat ze bij het verlaten van onze school een juiste en passende keuze voor vervolgonderwijs hebben gemaakt.
In groep 8 krijgt elke leerling van de basisschool een advies voor het voortgezet onderwijs dat past bij het niveau van deze leerling. De leerling stroomt vervolgens door naar het voortgezet onderwijs. In het derde jaar wordt gekeken welk niveau de leerling werkelijk heeft vergeleken met het niveau van het schooladvies. Dit wordt vertaald naar drie categorieën: boven, op en onder advies. Bijvoorbeeld: een leerling met schooladvies vmbo-b die in het derde jaar op het vmbo-k zit, zit boven advies. En een leerling met schooladvies havo/vwo die in het derde jaar op het havo zit, zit op advies. Wanneer deze leerling in het derde schooljaar op het vwo zit, zit hij/zij boven advies.
De scholen van KyK gebruiken verschillende instrumenten voor kwaliteitsontwikkeling. Voorbeelden zijn externe audits, kwaliteitskaarten, scholing van personeel en zelfevaluatie. Met dit laatste bedoelen we onze collegiale visitatiecommissie. In deze commissie zitten zeven medewerkers van KyKscholen en een onafhankelijke voorzitter. Elke KyKschool krijgt eens per vier jaar bezoek van de commissie. De school bereidt het bezoek goed voor en maakt een zelfevaluatierapport. Daarin beschrijft de school het eigen kwaliteitsbeleid en de punten waarover ze graag advies wil van de commissie. Tijdens het bezoek zijn er gesprekken met ouders, leerkrachten, IB’ers en directie. De commissieleden kijken ook mee in de klassen. De school krijgt aansluitend een rapport met adviezen en een kwaliteitsprofiel. Deze werkwijze is waardevol voor alle scholen; we kunnen elkaar inspireren en van elkaar leren. De visitatiecommissie is een aanvulling op het bezoek van de Onderwijsinspectie.