PC School voor Speciaal Basisonderwijs De Parasol

Kwaliteitszorg en schoolplan

• Welke doelen staan in het schoolplan?

  Welke doelen staan in het schoolplan?

  Het lesgeven is de kern van ons werk. We onderscheiden pedagogisch- en didactisch handelen, hoewel beide facetten van ons werk feitelijk onscheidbaar zijn.  

  Van belang daarbij is: oog hebben voor het individu, een open houding, wederzijds respect en een goede relatie waarin het kind zich gekend weet.  

  Onze pedagogische noties zijn: Competentie, Autonomie en Relatie. Dit realiseren we door met de leerlingen structureel te werken aan zelfstandigheid, eigen verantwoordelijkheid en samenwerking.  

  Gelet op de didactiek vinden we de volgende zaken van groot belang:  

  • Interactief lesgeven; de leerlingen betrekken bij het onderwijs  
  • Onderwijs op maat geven; differentiëren  
  • Gevarieerde werkvormen hanteren; variatie = motiverend Kwaliteitsvolle (directe) instructie verzorgen  
  • Bewegend leren en onderwijs gerelateerd aan de praktijk waarin de vaardigheden gehanteerd worden.
  • Er wordt een koppeling gelegd tussen de praktijk- theorie en weer praktijk. De context blijft hierbij van belang en dient onderdeel van de les.  
  • Daarom gebruikt SBO De Parasol op didactisch gebied veel elementen van het Expliciete Directe Instructie model (EDI/ADIM) In de wetenschappelijke onderbouwing geeft het model aan dat directe expliciete instructie de leerlingen helpt om zich de basisvaardigheden systematisch en succesvol eigen te maken. Daarbij draagt het bij aan het verkrijgen van inzicht en begrip. Tevens heeft directe instructie ook een positief effect op de sociaal emotionele ontwikkeling van leerlingen. Mede doordat de leerlingen succeservaringen opdoen en geleidelijk steeds zelfstandiger worden.  
  • Gedifferentieerd aanbod ?De leerlingen van de Parasol hebben extra ondersteuning en/of begeleiding nodig om tot leren te komen. De school streeft ernaar dat leerlingen kennis op verschillende manieren opdoen omdat leerlingen van elkaar verschillen. Om het maximale uit alle leerlingen te halen is differentiatie een vereiste. Bij het onderwijzen van de basisvaardigheden voor Taal en Rekenen maakt het team van SBO de Parasol zowel gebruik van het model van convergente differentiatie als divergente differentiatie. Dit betekent dat er voor alle leerlingen in de groep fundamentele doelen geformuleerd zijn die de leerkracht met de klas/niveaugroep binnen de klas wil bereiken. Het doel is om alle leerlingen een vooraf bepaald niveau te laten behalen. Differentiëren doen we door te variëren in instructiewijze en instructietijd en hoeveelheid, naast de mate van begeleiding door de leerkracht. Dit leidt tot maatwerk op onderwijsbehoeften. De referentieniveaus van het basisonderwijs vormen voor alle leerlingen het uitgangspunt. Deze referentieniveaus geven verschillende leerlijnen aan op verschillende niveaus. Om planmatig en opbrengstgericht te kunnen werken, wordt er gewerkt met de leerlijnen van het SLO voor het SBO en (Z)ML. De leerlijnen beschrijven de opbouw van de doelen die leerlingen dienen te behalen. Deze leerlijnen beschrijven alle doelen van het begin van groep 3 tot het einde van groep 8. De leerlijnen zijn onderverdeeld in een leerstofplanning per klas. Door de leerstofplanning per leerjaar te volgen, wordt er planmatig en opbrengstgericht gewerkt. Periodiek kunnen de vorderingen inzichtelijk gemaakt worden. Dit vindt plaats met zowel methode gebonden toetsen als met methode onafhankelijke toetsen. Hierdoor is bijsturen naar de vooraf geplande doelen mogelijk, zonder dat het perspectief uit het oog verloren wordt

  Burgerschapsvorming Met burgerschapsonderwijs zorgen we ervoor dat kinderen na hun basisschooltijd weten wat de basiswaarden van onze samenleving zijn en dat zij hier respect voor hebben. Bovenal is de basisschool de uitgelezen plek om veel met deze waarden te oefenen. Aanbod op de locatie Als school zien wij het belang om leerlingen goed voor te bereiden op deelname aan de maatschappij. Wij vinden het belangrijk dat onze leerlingen op een bewuste manier in het leven staan, waarbij ze niet alleen respect hebben voor anderen maar ook naar anderen en de wereld omzien. In de school leren wij leerlingen daarom goed samen te leven en samen te werken met anderen. Ook is SBO de Parasol een vreedzame school. In alle groepen wordt er wekelijks gewerkt uit deze methode. Door met deze methode te werken voeden we onze leerlingen op tot verantwoorde burgers die hun plaats in de maatschappij weten te vinden. We leven en werken samen binnen en buiten de gemeenschap van SBO de Parasol waarbij iedereen meedoet en meedenkt. 

  Sluiten

• Hoe bereikt de school de doelen?

  Hoe bereikt de school de doelen?

  We maken een jaarplan en monitoren dat tweemaal per jaar met het MT en de clusterdirecteur. 

  Jaarplannen De jaarplannen doorlopen de volgende cycli:

  1.  Het jaarplan wordt opgesteld door de IKC-directeur/ afdelingsverantwoordelijke. De IKC – directeur is de eigenaar van het jaarplan en de evaluatie.  Tijdpad: juni 
  2. Een 1e versie van het concept jaarplan wordt voorzien van feedback door de clusterdirecteuren (IKC) en de directeur bedrijfsvoering. De feedback wordt verwerkt door de opsteller. Tijdpad: voor de zomervakantie 
  3. De IKC-directeur/ afdelingsverantwoordelijke levert het definitief jaarplan aan het DB. Het DB bespreekt de belangrijkste onderwerpen vanuit kindcentrumontwikkeling, bedrijfsvoering en Koers24. De bestuurder accordeert.  Tijdpad: voor 1 september 
  4. De jaarplannen worden uitgevoerd op de locaties/ afdelingen.  De afdelingen monitoren de voortgang die gemaakt wordt op basis van de vastgelegde afspraken, rapporteren daarover, analyseren, rapporteren en doen voorstellen voor verbetering. 
  5. Er worden door de clusterdirecteuren gesprekken gevoerd n.a.v. de jaarplannen met IKC-directeur, Teamleider(s) Onderwijs en Opvang en Ib’er, op de afdelingen door de Directeur Bedrijfsvoering met de afdelingsverantwoordelijken. Agenda hiervoor is het afsprakenformulier (zie hoofdstuk 7). Afspraken vanuit de gesprekken worden vastgelegd en gedeeld met de betrokkenen. 
  6. Er zijn drie vaste momenten in het jaar:  Doelstellingengesprek (september) Tussenevaluatie (februari) Evaluatiegesprek + opbrengsten (mei) 

  Sluiten