Scholen kiezen per schooljaar een eindtoets. Ze kunnen kiezen uit vijf goedgekeurde eindtoetsen: de Centrale Eindtoets, ROUTE 8, de IEP Eindtoets, de Dia-eindtoets of de AMN Eindtoets">Resultaten eindtoets
Aangezien het resultaat op de eindtoets 2021-2022 in vergelijking met de voorgaande schooljaren een lagere score liet zien dan verwacht, willen wij dit als Montessorischool graag toelichten.
In groep 8 schooljaar 2021-2022 zaten in totaal 28 leerlingen verdeeld over drie combinatiegroepen met eveneens een groepsgrootte van circa 28 leerlingen. Van de 28 groep 8 leerlingen had een derde deel te maken met forse leerproblemen die hun oorsprong vonden in onder andere dyslexie. Ook de sociaal-emotionele ontwikkeling speelde bij sommige van deze leerlingen een grote rol. Alle betreffende leerlingen zijn gaandeweg de basisschool onderzocht en zodanig gediagnosticeerd. De leerlingen met pure dyslexie hebben een dyslexiebehandeling gevolgd. De begeleiding is daarna in de groep voortgezet middels individuele plannen. De toetsresultaten lieten echter te weinig ontwikkeling zien. De leerlingen zonder een diagnose dyslexie kregen extra instructie in de klas. Remediërende leerstof werd herhaald en opnieuw aangeboden. De leerlingen ontwikkelden zich op hun eigen tempo en op hun eigen niveau. Dit beeld is terug te zien in de eindtoetsresultaten.
Wij vinden al jaren dat onze eindtoetsscore geen recht doet aan onze uitstroom. De adviezen voor het voortgezet onderwijs zijn passend. Dit blijkt onder andere uit de cohortonderzoeken. Daarin kan je zien dat het grootste percentage leerlingen na drie jaar op het VO nog steeds een opleiding volgt die overeenkomt met het basisschooladvies. We willen echter graag dat onze leerlingen ook op de eindtoets kunnen laten zien wat ze in huis hebben.
In het montessorionderwijs volg je de ontwikkeling van het individuele kind. Leerlingen volgen hun eigen lijn en maken methodetoetsen als ze daar aan toe zijn. Citotoetsen worden op vaste momenten in het schooljaar afgenomen. Natuurlijk vinden we wel dat de resultaten van de eindtoets overeen moet komen met wat een leerling kan. Daarom wordt er aan de instelling ten opzichte van het afnemen van toetsen gewerkt. Wanneer de leerkrachten het belang van toetsen niet inzien werkt dit vanzelfsprekend door op de leerlingen. De visie op het belang van toetsen is schoolbreed aangepakt en het besef begint door te dringen. Daarnaast lijken de leerlingen het belang van de eindtoets ook niet voldoende te zien. Ze hebben immers hun definitieve advies al gekregen. We zetten daarom zowel op de houding van de leerkracht als van het kind in ten aanzien van de eindtoets.
B.E. van der Plas
directeur
Let op: In schooljaar 2023-2024 is de eindtoets vervangen door de doorstroomtoets. Op dit moment zie je nog de resultaten van de eindtoets van 2023.
De resultaten van de doorstroomtoets van 2024 zijn na de zomer voor het eerst zichtbaar. Dit is in lijn met de beoordeling van de Inspectie van het Onderwijs. Kijk voor meer informatie op de website van de inspectie.
Let op: Voor de beoordelingen in het schooljaar 2023-2024 hanteert de inspectie naast de ongewijzigde signaleringswaarden zogenaamde correctiewaarden bij de beoordeling van de leerresultaten. Meer informatie is te vinden op de website van de inspectie.
Het fundamenteel niveau is het niveau voor taal en rekenen dat zoveel mogelijk leerlingen aan het einde van de basisschool zouden moeten beheersen. Dit wordt gemeten in groep acht met de eindtoets / doorstroomtoets. De inspectie stelt dat minimaal 85% van alle leerlingen het basisniveau moet behalen. Deze 85% is de signaleringswaarde voor het fundamenteel niveau en dit is voor alle basisscholen in Nederland gelijk.
Het streefniveau is een hoger niveau dan het fundamenteel niveau. Het doel is dat zoveel mogelijk leerlingen eind groep acht het streefniveau bereiken. Op basis van de leerlingpopulatie op school wordt door de inspectie voor elke basisschool in Nederland apart bepaald hoeveel procent van de leerlingen het streefniveau moet halen. Dat percentage is de signaleringswaarde voor het streefniveau van de school.
Wij bieden individueel onderwijs aan waarbij elke leerling zijn/haar eigen leerlijn volgt in een veilig en goed sociaal-pedagogisch klimaat. Aangezien elke leerling zijn eigen leerlijn volgt, betekent het dat de overgang naar een volgende bouw soepel verloopt (je gaat verder waar je was). Doordat kinderen van jongs af aan eigenaar worden gemaakt van hun eigen leerproces, worden ze opgevoed tot zelfstandige en zelfredzame mensen.
Twee keer per jaar worden in midden- en bovenbouw methode onafhankelijke toetsen afgenomen (CITO). Van elke leerling is hiermee twee keer per jaar de cognitieve ontwikkelingsgang gemeten en besproken. In de onderbouw gebruiken we de leerlijnen van Parnassys.
Eén keer per jaar vullen wij voor alle leerlingen vanaf groep 2 de signaleringslijsten Welbevinden en Betrokkenheid van Zien in.
Eén keer per jaar vullen wij voor een aantal leerlingen de SIDI-lijst in om de meerbegaafden vroegtijdig te kunnen signaleren.
Wij hanteren vanaf groep 2 het dyslexieprotocol.
Er worden twee keer per jaar rapporten geschreven over de voortgang en besproken met de ouders. Vanaf groep 4 zijn de kinderen bij deze gesprekken aanwezig. In groep 4 en 5 vullen de kinderen met behulp van hun ouders een reflectieformulier in naar aanleiding van hun rapport. In de bovenbouw vullen de kinderen voorafgaand aan hun rapport een reflectieformulier in over de afgelopen periode.
Er zijn meerdere keren per jaar groepsbesprekingen met de leerkrachten en de intern begeleiders, waarbij alle kinderen worden besproken. Zowel de cognitieve als de sociaal-emotionele ontwikkeling wordt dan besproken. In ons Montessorionderwijs staat het welbevinden van het kind centraal. Het uitgangspunt is altijd dat een kind voldoende groei laat zien in zijn ontwikkeling. Als de groei stagneert of het welbevinden van een kind is in gevaar dan pas spreken wij van een substantiële afwijking. De groei van een kind is leidend en niet de afwijking ten opzichte van een landelijk gemiddelde. Echter als het kind een afwijking heeft ten opzichte van het landelijk gemiddelde volgt er wel een actie. Er zijn verschillende acties mogelijk:
- Er volgt geen actie want de methodetoetsen en de observaties geven geen zorg.
- Er volgt een handelingsplan. Dit wordt altijd met de ouders besproken en geëvalueerd.
- Nader onderzoek is noodzakelijk.
- Observatie door IB, collega, ambulant begeleider, ondersteuningsadviseur, meerbegaafdenspecialist.
- Het kind wordt besproken in ons ondersteuningsteam (leerkacht, IB, schoolmaatschappelijkwerker, schoolpsycholoog, directeur, ouders en zo nodig ambulante begeleider of andere externen)
- Het kind wordt besproken tijdens de leerlingbespreking in het team.
In groep 8 krijgt elke leerling een persoonlijk advies voor het voortgezet onderwijs. Het advies is voor het onderwijssoort dat past bij het niveau van de leerling. Leerprestaties, aanleg en ontwikkeling op de basisschool spelen hierbij een rol. Leerlingen krijgen eerst het voorlopige schooladvies en daarna volgt een toets. Heeft de leerling een hogere toetsuitslag dan het gegeven schooladvies? Dan stelt de school het advies bij, tenzij het in het belang is van de leerling om dit niet te doen.
In groep 8 krijgt elke leerling van de basisschool een advies voor het voortgezet onderwijs dat past bij het niveau van deze leerling. De leerling stroomt vervolgens door naar het voortgezet onderwijs. In het derde jaar wordt gekeken welk niveau de leerling werkelijk heeft vergeleken met het niveau van het schooladvies. Dit wordt vertaald naar drie categorieën: boven, op en onder advies. Bijvoorbeeld: een leerling met schooladvies vmbo-b die in het derde jaar op het vmbo-k zit, zit boven advies. En een leerling met schooladvies havo/vwo die in het derde jaar op het havo zit, zit op advies. Wanneer deze leerling in het derde schooljaar op het vwo zit, zit hij/zij boven advies.
Wij streven naar een voor alle kinderen veilig sociaal klimaat op onze school. De school is een leefgemeenschap van kinderen, leerkrachten en ouders. Iedereen heeft een taak in het geheel en heeft een eigen verantwoordelijkheid. In het samenwerken is het belangrijk dat wij ons realiseren dat deze taak voor ieder een andere kan zijn en dat onze mogelijkheden daarin niet gelijk zijn.Samenleven met anderen heeft ook zo zijn beperkingen. In het samenwerken met elkaar is het belangrijk uit te gaan van gelijkwaardigheid en wederzijds respect. Wij bieden de kinderen de nodige hulp, waardoor het kind verantwoordelijkheid kan en wil dragen voor zichzelf, zijn omgeving en de samenleving waarvan hij deel uitmaakt.
De Inspectie van het Onderwijs onderzoekt minimaal één keer in de vier jaar het bestuur van een school. De inspectie kijkt dan of de kwaliteitszorg, de onderwijskwaliteit en de financiële zaken bij het schoolbestuur op orde zijn. Daarnaast bezoekt de inspectie een aantal scholen die bij het schoolbestuur horen en onderzoekt deze scholen nader. De gegevens van het laatste onderzoek van de inspectie zijn beschikbaar op de website van de onderwijsinspectie.