IKEC Hoorn
Wilhelminalaan 1a 1623 MA Hoorn
- Speciaal basisonderwijs
- Algemeen bijzonder
- 274 leerlingen
Resultaten eindtoets
Alle leerlingen maken in groep 8 van de basisschool een eindtoets. De school kiest per schooljaar welke toets wordt gebruikt. Er zijn verschillende goedgekeurde eindtoetsen om uit te kiezen. Met de toets wordt gekeken hoeveel kennis de leerlingen hebben van taal en rekenen. De toets geeft een extra uitslag naast het schooladvies dat een leerling krijgt van de leerkracht.
Hoe gebruikt deze school tussentijdse toetsen?
Toelichting van de school
De ondersteuningsroute
Het volgen van de ontwikkeling
Tweemaal per jaar worden alle kinderen, bij wie dit in de mogelijkheden ligt, op didactische vorderingen getoetst met de Cito toetsen. Daarnaast volgen we kinderen door methode gebonden toetsen af te nemen en door te observeren gedurende de dag. Er wordt in twee periodes gewerkt. Met name voor technisch lezen, rekenen, taal en spelling worden tijdens groepsbesprekingen doelen opgesteld en de gedifferentieerde aanpak beschreven. Op de locaties voor de kinderen van domein 1 en 2 wordt de ontwikkeling op de volgende wijze gevolgd:
- Er worden observaties gedaan en de bevindingen worden geanalyseerd
- Het IPP wordt twee keer per jaar aangepast, de doelen geëvalueerd en nieuwe doelen geformuleerd.Voor kinderen in de SBO groepen in domein 1 en 2 worden in januari en juni de volgende toetsen gedaan:
Voorbereidend rekenen:
- peilingsspelletjes van ‘als kleuters leren tellen en meten’
Ontluikende geletterdheid:
- auditieve analyse voor kleuters
- letters benoemen voor kleuters
- auditieve synthese voor kleuters
- kleurentoets voor kleuters
Deze toetsen komen uit het protocol leesproblemen en dyslexie voor groep 1 en 2 (www.expertisecentrumnederlands.nl).
Voor kinderen in het SO geldt dat er eenmaal per jaar Cito toetsen worden afgenomen indien dit mogelijk is ?(vanaf groep 3-niveau). Ook worden observaties gedaan. Verder worden de vaardigheden op de leergebieden volgens de leerlijnen tweemaal per jaar gescoord en in het leerlingvolgsysteem ParnasSys gehangen. Op basis van deze scores wordt voor de volgende periode het onderwijsaanbod bepaald. Om elk kind zoveel mogelijk te bieden wat hij/zij nodig heeft, passend bij zijn/haar onderwijs- en ondersteuningsbehoeften, is het van belang plannend, beredeneerd en gedifferentieerd te werken. We hanteren daarbij het 'handelingsgericht werken' en ‘opbrengstgericht werken’. Dit wordt als volgt uitgewerkt.De groepsbespreking
Tweemaal per jaar heeft een hele groep vrij zodat er die dag een uitgebreide groepsbespreking kan plaatsvinden. De leerkracht en groepscoach bespreken het aanbod en de aanpak van de groep. Het IPP staat hierin centraal en de leidraad van de groep wordt besproken. Er wordt hierbij in twee periodes gewerkt. De periodes zijn van oktober tot februari en van februari tot oktober. Deze periodes starten we met de groepsbespreking. Onderdeel van de groepsbespreking is het evalueren van de doelen van de voorafgaande periode, het opstellen van nieuwe en/of vervolgdoelen. De doelen liggen op alle ontwikkelgebieden van het beredeneerde aanbod. In domein 3 en 4 bijvoorbeeld voor technisch lezen, rekenen, taal, spelling en begrijpend lezen. Dit wordt genoteerd in het formulier ‘leidraad voor de groepsbespreking’. Hierin wordt ook de gedifferentieerde aanpak beschreven. Voor elk kind worden de doelen beschreven in het Integraal Perspectief Plan (IPP). Natuurlijk worden er ook doelen gesteld op het gebied van de sociaal-emotionele ontwikkeling en de werkhouding. Ook deze worden genoteerd en vervolgens per kind uitgewerkt in het IPP. In domein 1 en 2 wordt de bespreking gevoerd door de leerkrachten eventueel aangevuld met de leerkrachtondersteuner en/of andere betrokken bij de groep zoals logopedist/gymleerkracht/orthopedagoog, als het zinvol is dat hij/zij aansluiten. De bespreking vindt plaats met de samenwerkende groepen. In de ochtend wordt dan het gemeenschappelijke aanbod van de samenwerkende groepen besproken. In de middag wordt het IPP per groep besproken. Dit is niet altijd aan de orde. Dit jaar komt dit minder goed uit qua niveaus. Er wordt wel veel samenwerking opgezocht, maar niet altijd tijdens de groepsbespreking.
Dagelijkse monitoring
De dagelijkse gang van zaken wordt voorbereid en geëvalueerd door te werken met een dagplanning of bij de samenwerkende groepen met een gezamenlijke dagplanning en/of groep doorbrekend circuit. De gedifferentieerde aanpak wordt, indien nodig, tussentijds aangepast aan de hand van de observaties en eventuele methode gebonden toetsen. Mocht uit observaties, methode gebonden toetsen of methode onafhankelijke toetsen blijken dat de ontwikkeling van uw kind niet verloopt zoals gedacht, dan bespreken we de aanpak in het ondersteuningsteam (OT, SBO) of Commissie voor de Begeleiding (CvB, SO). Daar waar wenselijk en noodzakelijk, wordt u als ouders/verzorgers uitgenodigd bij de bespreking in het ondersteuningsteam (SBO) of de Commissie van Begeleiding (SO) aan te sluiten. Alle extra begeleiding en ondersteuning wordt eerst besproken in het klein ondersteuningsteam. Het klein ondersteuningsteam is een intern overleg waar ouders niet bij aanwezig zijn. U wordt altijd op de hoogte gehouden van de bespreking zelf en van de uitkomsten van de bespreking.
Welk schooladvies kregen de leerlingen van deze school?
Toelichting van de school
Procedure Schooladvisering Voortgezet Onderwijs 2023-2024
De kinderen die in het schooljaar in leerjaar 7 zitten, krijgen aan het einde van dit schooljaar al een oriënterend schooladvies richting het voortgezet onderwijs. Het zogenaamde: Oriënterend advies VO. Dit wordt met ouders/verzorgers en het kind besproken en toegelicht tijdens het oudergesprek in juni.
In september wordt voor alle ouders van groep 7 en groep 8 een informatieavond georganiseerd waarin de hele schoolverlaters/schooladvies procedure wordt uitgelegd en besproken. Dit is een belangrijke avond om bij te wonen. Na deze informatieavond hebben de leerkrachten met ouders en hun kind een doelengesprek. Aan de hand van hun Oriënterend Advies worden doelen opgesteld en besproken. In de periode van september tot en met november worden er onderzoeken afgenomen bij de kinderen die in dat schooljaar schoolverlater zijn. De onderzoeken die afgenomen worden zijn het intelligentieonderzoek en vragenlijsten over werkhouding, gedrag en het welbevinden van het kind.
Op basis van de verzamelde gegevens gedurende de hele schoolloopbaan en deze recente onderzoeken, samen met de laatste resultaten op de CITO toetsen, wordt er eind februari door de Schoolverlaters Commissie een Voorlopig schooladvies opgesteld. Dit voorlopige advies wordt met u besproken in de laatste week van januari tijdens een gesprek met uw kind erbij.
Vervolgens wordt dan direct aansluitend, begin februari, bij de kinderen de Doorstroomtoets afgenomen. Dit is een landelijke, gestandaardiseerde toets die (speciale) basisscholen verplicht moeten afnemen. De resultaten hiervan moeten worden meegewogen en vervolgens leiden naar het Definitieve schooladvies. Dit definitieve advies wordt dan met u en uw kind besproken tijdens het definitieve schooladvies gesprek. Vervolgens kunt u uw kind daarna, in de laatste week van maart, bij een passende vervolgschool gaan aanmelden. De reguliere VO-scholen en de Praktijkschool hebben daarvoor een aanmeldweek. Deze landelijk vastgesteld. In die vastgestelde week zullen ze alle aanmeldingen van de kinderen voor het nieuwe brugklas jaar gaan ontvangen. Deze aanmeldweek geldt niet voor de VSO-scholen (Voortgezet Speciaal Onderwijs.) Deze scholen hebben een bredere aanmeldperiode. De vervolgschool (het VO, voortgezet onderwijs) is bij aanmelding verplicht zich te verdiepen in het schooladvies en zullen, indien daar aanleiding voor is, zelf ook onderzoek doen of ze een passend aanbod kunnen bieden. Bij een passend aanbod wordt een kind toegelaten. Als er geen passend aanbod is, dan is de VO-school verplicht deze afwijzing te onderbouwen en vervolgens ondersteuning te bieden bij het vinden van een passende school voor het kind.
Belangrijk om te weten: Het definitieve advies is opgebouwd uit 2 onderdelen:
• Het leerniveau van het kind. Dit is in de meeste gevallen goed te meten via een intelligentieonderzoek, de schoolvorderingen toetsen die 2x per jaar worden afgenomen en ons een goed (voorspellend) beeld kunnen geven. De VO-scholen zijn op dit onderdeel verplicht het advies van de basisschool op te volgen. Het kind is veelal ook al jaren bij ons op school zodat we een goed beeld van de leerling hebben.
• De ondersteuningsbehoeften van het kind. Daarbij wordt gekeken of het kind i.p.v. naar een reguliere school beter naar een school met specifieke ondersteuningsmogelijkheden kan uitstromen, het VSO (Voortgezet Speciaal Onderwijs.) Er zijn verschillende gespecialiseerde VSO-scholen. De reguliere VO-scholen bepalen zelf of ze de passende ondersteuning binnen hun school kunnen bieden. De basisschool heeft hierin een adviserende rol.
Bij de toelating tot een VSO-school of het Praktijkonderwijs dient een TLV (Toelaatbaarheidsverklaring) aangevraagd te worden. Dit proces verzorgt de betreffende school zelf. Bovenstaande wordt allemaal uitgebreid besproken en toegelicht op de informatieavond in oktober.
Naast de informatieavond in september organiseert het samenwerkingsverband ook informatieavonden voor de hele regio in samenwerking met het voortgezet onderwijs. De school informeert u daar tijdig over.
Zitten de oud-leerlingen van deze school in het voortgezet onderwijs boven, op of onder hun schooladvies?
In groep 8 krijgt elke leerling van de basisschool een advies voor het voortgezet onderwijs dat past bij het niveau van deze leerling. De leerling stroomt vervolgens door naar het voortgezet onderwijs. In het derde jaar wordt gekeken welk niveau de leerling werkelijk heeft vergeleken met het niveau van het schooladvies. Dit wordt vertaald naar drie categorieën: boven, op en onder advies. Bijvoorbeeld: een leerling met schooladvies vmbo-b die in het derde jaar op het vmbo-k zit, zit boven advies. En een leerling met schooladvies havo/vwo die in het derde jaar op het havo zit, zit op advies. Wanneer deze leerling in het derde schooljaar op het vwo zit, zit hij/zij boven advies.
Sociale ontwikkeling
Hoe denkt deze school over sociale ontwikkeling?
Aandacht voor de sociaal-emotionele ontwikkeling heeft te maken met de pedagogische waarden en normen. We hebben gekozen voor een viertal gezamenlijke waarden. Het is belangrijk dat we allemaal dezelfde, heldere gedragsverwachtingen hebben naar de kinderen toe. Op de locaties worden de gedragsverwachtingen zichtbaar gemaakt door gedragskaarten. Naast de positieve benadering is het bij SWPBS ook van belang om duidelijkheid te scheppen in de consequenties als het niet lukt om je aan de afspraken rondom gedrag te houden. In de komende vier jaar zal het protocol aangepast worden tot één hanteerbaar protocol. Er wordt gebruik gemaakt van een menu van passende consequenties. Er is in de school altijd een achterwacht (telefoon) aanwezig om te assisteren bij problemen rond gedrag. Minimaal 80% van de school gedijt goed bij de basisaanpak van PBS. Voor de overige 20% zijn kleine of grote gedragsinterventies nodig. Deze staan beschreven in het Handboek PBS.
Preventie: we vinden het heel belangrijk dat de kinderen op de hoogte zijn van de gedragsverwachtingen, afspraken en eventuele consequenties. Er worden in alle groepen gedragslessen gegeven om deze gedragsverwachtingen aan te leren.
Positieve benadering: het is belangrijk dat we de kinderen op een positieve manier benaderen. Bekrachtigen van positief gedrag en het zo veel mogelijk negeren van (klein) ongewenst gedrag. We hebben dit schooljaar aan een schoolbreed beloningssysteem.
Kernwaarden uit de visie op sociale ontwikkeling
Wat zegt de inspectie over de school?
De Inspectie van het Onderwijs onderzoekt minimaal één keer in de vier jaar het bestuur van een school. De inspectie kijkt dan of de kwaliteitszorg, de onderwijskwaliteit en de financiële zaken bij het schoolbestuur op orde zijn. Daarnaast bezoekt de inspectie een aantal scholen die bij het schoolbestuur horen en onderzoekt deze scholen nader. De gegevens van het laatste onderzoek van de inspectie zijn beschikbaar op de website van de onderwijsinspectie.