CBS De Driesprong

Kwaliteitszorg en schoolplan

• Welke doelen staan in het schoolplan?

  Welke doelen staan in het schoolplan?

  Op verschillende manieren werken we aan verdere kwaliteitsverbetering van het onderwijs op de Driesprong: werken met goede methoden, bekwaam personeel, goede bij- en nascholing,het goed volgen van de resultaten van de kinderen.

  In onze school geven wij les met behulp van moderne leermethoden die voldoen aan de door het ministerie gestelde kerndoelen. Bij het kiezen van lesboeken en ander materiaal letten wij op inhoud, kwaliteit en het uiterlijk. Kunnen kinderen goed leren met behulp van onze materialen en ziet het ervoor de kinderen aantrekkelijk d.w.z. uitdagend uit?

  Er zijn kinderen die extra werk aankunnen. Er zijn ook kinderen die extra oefenstof nodig hebben. We letten er bij de aanschaf van de methoden of andere materiaal (bijvoorbeeld ontwikkelingsmateriaal voor kleuters) op of er voor beide groepen kinderen voldoende in zit. Ook dit is een manier om kwaliteit na te streven.

  Nog belangrijker dan het materiaal dat een school gebruikt, zijn de mensen die er mee werken. Aan hen heeft u uw kinderen toevertrouwd. Zij zorgen ervoor dat de materialen en de lesboeken zinvol gebruikt worden. Teamleden werken natuurlijk niet op eigen houtje. Om de doorgaande lijn van groep 1 t/m groep 8 zo goed mogelijk te realiseren, besteden we veel tijd aan samenwerking en overleg.

  De leerlingenzorg neemt op onze school een belangrijke plaats in. Er is veel deskundigheid vereist bij de leerkrachten om begeleiding van de ontwikkeling van ieder kind op de basisschool zo goed mogelijk te verzorgen. Binnen de school hebben we twee IB-ers die de nodige deskundigheid hebben om de zorg optimaal te laten verlopen. Indien nodig kan er bij zorgkinderen snel en gepast onderzoek worden verricht. Eventuele handelingsplannen worden opgesteld. Hierbij maken we gebruik van de op school aanwezige verzameling van hulpmiddelen, kopieerbladen, leergangen,digitale programma’s, achtergrondinformatie en oefenstof. De hulpverlening gebeurt in eerste instantie in de groep.

  Wanneer kinderen opvallen door hoge prestaties worden ook daar passende maatregelen voor getroffen. Zie hiervoor het "Protocol voor signalering en diagnosticering van (hoog)begaafde kinderen".De aangepaste leerstof zal hen dagelijks prikkelen en uitdagen. Vanaf groep 5 kunnen deze leerlingen opgegeven worden voor de bovenschoolse plusgroep: de zogenaamde "Kangoeroegroep".

  Bij problemen zullen we altijd contact opnemen met de ouders. Samen proberen we dan te komen tot een gerichte aanpak, waarbij het kind en de groep baat zullen hebben. Uitgangspunt van onze leerlingenzorg is de “zorglijn” die is afgesproken binnen ons samenwerkingsverband. Hoe de zorgspecifiek op onze school geregeld is staat beschreven in ons “Schoolondersteuningsprofiel”.Alle scholen in onze gemeente hebben een samenwerkingsverband. Wettelijk moet iedere basisschool in Nederland bij een samenwerkingsverband aangesloten zijn. Dit samenwerkingsverband ondersteunt het zorgteam bij de begeleiding van zorgkinderen. Door de geregelde contacten met zorgteams van andere scholen vindt er regelmatig overleg plaats, waardoor de kwaliteit van de zorg verbetert. Binnen het samenwerkingsverband komen de leraren zorg regelmatig bij elkaar in de zogenaamde netwerkbijeenkomsten. Van elk onderzoek dat bij uw kind wordt gedaan, brengen wij u op de hoogte. Voor specialistische onderzoeken moet u mondeling of schriftelijk toestemming verlenen. Het beleid van de Driesprong is erop gericht om zo weinig mogelijk kinderen te verwijzen naar het speciaal onderwijs. Teamleden worden steeds meer geschoold. Het B6-4all-project, handelingsgericht werken en de 1-zorgroute zijn daar voorbeelden van. De kinderen die extra zorg nodig hebben moeten goed worden opgevangen. Naar onze mening moet dit wel een verantwoorde opvang zijn. Voor sommige leerlingen is plaatsing in het speciaal onderwijs toch de beste oplossing.

  De Zorgverbreding

  Onze school beschikt over een netwerk van gespecialiseerde hulpverleners, die op afroep beschikbaar zijn.

  Deze specialisten zijn:

  • een jeugdverpleegkundige die de leerkrachten adviseert, zodat in het onderwijs met eventuele lichamelijke en/of sociaal-emotionele problemen rekening wordt gehouden
  • een logopedist die alle kinderen bekijkt op de taalspraakontwikkeling en bij eventuele afwijkingen doorverwijst
  • de schoolbegeleidingsdienst die het schoolteam ondersteunt bij onderwijsvernieuwingen en bij psychologisch en didactisch onderzoek bij kinderen
  • het samenwerkingsverband “Twente Noord”, waarbij alle scholen van Verion zijn aangesloten. Dit samenwerkingsverband van scholen voor regulier en speciaal onderwijs ondersteunt het zorgteam bij de begeleiding van. Vanuit dit samenwerkingsverband wordt een Schoolondersteuningsteam (SOT) samengesteld met specialisten, die de leerkrachten en leraren zorg extra ondersteuning en tips kunnen geven bij het begeleiden van leerlingen met zorgbehoefte.

  We willen Passend Onderwijs bieden. Met hulp van netwerken van teams vindt er regelmatig overlegplaats, waardoor de kwaliteit van de zorg op de school steeds verbeterd wordt. Van elke stap die het ondersteuningsteam in het belang van uw kind onderneemt, zult u op de hoogte worden gesteld. Voor specialistische onderzoeken, zoals hierboven omschreven, moet u zelfs mondeling of schriftelijk toestemming verlenen.

  Niet alle resultaten in het onderwijs zijn meetbaar of kunnen in cijfers of anderszins aangeduid of omschreven worden. Aantallen van leerlingen kunnen eenvoudig worden vermeld, maar zijn niet altijd relevant. De resultaten van extra zorg zijn niet altijd direct zichtbaar of meetbaar. Toetsgegevens zeggen niet alles over de ontwikkeling van een kind. Ook observatiegegevens en de ervaringen van de leerkrachten en de zorgcoördinatoren bepalen welke vorm van onderwijs het beste op het kind kan worden afgestemd. Verder is de goede relatie tussen de leerkracht en de leerling en de leerlingen onderling van groot belang voor de kwaliteit van het onderwijs. Daarom besteden wij vanzelfsprekend aandacht aan de sociaal emotionele ontwikkeling van uw kind. Een goed klassenmanagement moet ervoor zorgen dat kinderen zich bekwaam voelen. Door het onderwijs op ieder kind af te stemmen vergroten we de gevoelens van autonomie (erkend worden als zelfstandig mens).Vanaf groep 1 krijgen de leerlingen twee keer per cursusjaar een rapport mee naar huis. 

  Doubleren

  Zolang we een schoolsysteem hebben, waarbij er elk jaar sprake is van overgang of zittenblijven is het goed om de procedure omtrent overgaan en zittenblijven voor leerkrachten, ouders en anderen goed te beschrijven. De wet op het Primair onderwijs (WPO) schrijft voor dat iedere leerling in beginsel binnen een tijdvak van 8 aaneensluitende schooljaren de school doorloopt (WPO art. 8, lid 7). Daarnaast geeft de WPO aan dat de verantwoordelijkheid voor de schoolorganisatie berust bij de directie van de school (WPO art. 29 lid 1). De directie heeft dan ook, afgeleid, het laatste woord over het overgaan dan wel doubleren van een leerling. In het algemeen gaan leerlingen na de zomervakantie naar de volgende groep, met uitzondering van leerlingen in groep 1 die minder dan 6 maanden onderwijs hebben gevolgd. Kleuters, geboren in de maanden oktober/november/december vormen namelijk een bijzondere groep. De 1 oktober regeling, waarbij de geboortedatum de beslissing gaf over wel of niet doorstromen naar de volgende groep, is niet meer van toepassing. In principe kunnen leerlingen, die jarig zijn vóór 1 januari, doorstromen naar de volgende groep. Het is echter niet de datum van 1 januari die bepalend is, maar de persoonlijke ontwikkeling van de kleuter. Kleuterverlenging heeft namelijk niet altijd het beoogde effect. Een belangrijk aantal leerlingen met kleuterverlenging blijkt het vervolgens op het einde van groep 3 opnieuw moeilijk te hebben. Zeker wanneer de leerlingen niet gericht gestimuleerd worden op de gebieden waarop de ontwikkeling eerder onvoldoende tot stand is gekomen. Toch komt het door de hele school (in meerdere leerjaren) voor dat vanuit de ontwikkeling van een leerling duidelijk wordt, dat het meer tijd nodig heeft om zich op sociaal-emotioneel en/of cognitief gebied goed te ontwikkelen. Voor een aantal van deze leerlingen kom je dan voor de vraag te staan, of het al dan niet verstandig is de leerling naar een volgende groep te laten gaan. Doubleren is voor leerlingen in onze visie pas zinvol als we de verwachting hebben dat de doublure zal resulteren in een betere voortzetting van de ontwikkeling van een leerling. Vaak is dat het geval als er sprake is van een vertraagde ontwikkeling op bepaalde punten. In het geval dat er sprake is van een leerprobleem/stoornis ligt het vaak veel lastiger. In deze gevallen wordt het probleem niet opgelost met doubleren en zal er leerproces op een adaptieve manier bekeken moet worden en gevolgd(ontwikkelingsperspectief). De doorgaande ontwikkelingslijn moet goed gewaarborgd blijven. Het kan niet zo zijn dat een leerling weer van voren af aan in een groep begint. Een gedegen schriftelijke en warme overdracht tussen leerkrachten is dan ook een voorwaarde. Schooladvies in verband met doubleren en/of overgang is bindend.

  Sluiten

• Hoe bereikt de school de doelen?

  Hoe bereikt de school de doelen?

  In ons schoolplan staan onze strategieën (6.4) en de meetpunten per jaar (6.5)

  Sluiten