Bron: <b>DUO</b><br />Vergelijkbare instellingen: <b>alle instellingen in het basisonderwijs met een vergelijkbare schoolweging en leerlingenaantal</b><br /> <a href="https://encyclopedie.vensters.nl/indicator_po/3418f8d2-188d-490e-88d6-436f8aba8b8a" class="button button-link" target="_blank"><i class="fas fa-external-link-square-alt"></i> Achtergrondinformatie</a>">Bron
Passend onderwijs
Het bestuur van de school waar uw kind is ingeschreven of wordt aangemeld is verantwoordelijk voor een goed onderwijsaanbod ook wanneer uw kind is aangewezen op speciaal onderwijs. Voor bijna alle leerlingen lukt het de basisschool goed om rekening te houden met de wijze waarop kinderen leren. Soms echter vraagt een leerling om zich goed te kunnen ontwikkelen zo’n gespecialiseerde ondersteuning en begeleiding dat deze in de basisschool niet meer geboden kan worden. In die gevallen is dat voor de ouders en leerkrachten meestal ook in een vroeg stadium duidelijk en kan in onderling overleg besloten worden dat de school onvoldoende in huis heeft om een voldoende afstemming te bieden. Voor een onderwijsvorm waarin beter rekening gehouden kan worden met wat deze leerling nodig heeft kan dan verwezen worden naar bijvoorbeeld een “speciale school voor basisonderwijs” of een school voor “speciaal onderwijs”. Om in die gevallen te voorkomen dat de ouders en de school bij het zoeken naar een school die goed “past” bij deze leerling van het kastje naar de muur verwezen worden, heeft de minister het onderwijs (de scholen voor gewoon onderwijs en de scholen voor speciaal onderwijs) de opdracht gegeven om hierover sluitende afspraken te maken. Het bestuur van het regulier onderwijs (Wet op Passend Onderwijs 2014) is verplicht om voor iedere leerling die bij één van haar scholen (voor regulier onderwijs) staat ingeschreven of wordt aangemeld “passend onderwijs” te bieden. Wanneer dat niet lukt in de betreffende school, dan moet het bestuur een alternatief kunnen bieden waarin wel op een goede wijze maatwerk geleverd kan worden.
In onze regio (Coevorden-Hardenberg, Mariënberg, Ommen en Slagharen) is deze wet voorbereid door de gezamenlijke besturen van basis - en voortgezet onderwijs en de besturen van scholen die speciaal onderwijs in en buiten de regio aanbieden. We willen het passend onderwijs zo “thuis-nabij” mogelijk te realiseren, zodat leerlingen - waar het maar even kan - ook voor het speciaal onderwijs in de regio terecht moeten kunnen.
Ons bestuur valt onder het samenwerkingsverband “Veld, Vaart en Vecht”, waarin de besturen van onze regio samenwerken. De gezamenlijke besturen beschrijven in het Ondersteuningsplan hoe zij vorm en inhoud zullen geven aan passend onderwijs. In het Ondersteuningsplan wordt voor twee jaar beschreven welke afspraken over passend onderwijs gemaakt zijn, hoe voorkomen kan worden dat de ouders bij het zoeken naar een goede school van de ene naar de andere commissie verwezen worden, hoe het speciaal onderwijs zoveel mogelijk thuis nabij georganiseerd kan worden en hoe de ouders en leraren bij deze plannen betrokken worden. Ouders van leerlingen die zijn aangewezen op speciale onderwijsvoorzieningen staan op basis van dit plan niet alleen in het zoeken naar een goede onderwijsvoorziening voor hun kind. Het bestuur van de school blijft - ook wanneer de school zelf het gewenste niet kan leveren - verantwoordelijk voor een goed passend alternatief.
In het Afdelingsplan van onze “Afdeling Coevorden-Hardenberg” wordt de wijze waarop de ouders, de school en de afdeling daarbij als partners samenwerken nader geconcretiseerd. Zowel het Ondersteuningsplan van het SWV Veld, Vaart & Vecht als het Afdelingsplan van de afdeling Coevorden-Hardenberg staat op de website van het SWV Veld, Vaart & Vecht, http://www.veldvaartenvecht.nl.
Commissie voor Arrangeren en Toewijzen (CAT)
Toewijzen
De CAT van de “Afdeling Coevorden-Hardenberg” is onder meer verantwoordelijk voor een goede toewijzing van voorzieningen voor leerlingen die zijn aangewezen op speciale onderwijsvoorzieningen. Behalve de school voor speciaal basisonderwijs van de afdeling (SBO De Oase) kan dat ook een school voor speciaal onderwijs. zijn. De ouders zijn in alle gevallen waarbij een andere school in aanmerking komt als “partner” betrokken bij een eventuele verwijzing. Vertegenwoordigers van de scholen voor s(b)o (expertise) maken deel uit van de CAT. Wanneer een beschikking van de CAT anders uitpakt dan de ouders goed lijkt, dan kunnen zij binnen een termijn van zes weken bezwaar aantekenen tegen een door de CAT genomen beslissing.
Adviseren
Vragen van school en ouders waarbij een gezamenlijke inzet van onderwijsondersteuning en jeugdzorg van belang is, kunnen ook aan de CAT voorgelegd worden. In het ouderformulier kunnen de ouders aangeven of zij bij deze CAT-bespreking aanwezig willen zijn. De bespreking in de CAT sluit aan op de ondersteuningsteams op schoolniveau zoals deze in alle scholen van onze afdeling functioneren.
Arrangeren
Wanneer voor een goede afstemming op de specifieke onderwijsbehoeften van een leerling een bijzondere inspanning van de school wordt gevraagd (d.w.z. dat de basis-ondersteuning zoals deze beschreven is in het “Schoolondersteuningsprofiel” daarin niet of onvoldoende voorziet) dan kan de school via de eigen orthopedagoog extra-ondersteuning inzetten. Wat er nodig is voor het kind, de leerkracht en de ouders wordt beschreven in het ontwikkelingsperspectief (OPP). De schoolbesturen hebben hiervoor van het SWV een budget gekregen en kunnen dit naar eigen inzicht inzetten voor kinderen, die extra ondersteuning nodig hebben. Dit noemen we een arrangement, dit kan zijn op bijvoorbeeld het gebied van expertise, die de school niet heeft, en/of extra handen en/of specifieke materialen. Er wordt ook altijd gekeken of er thuis ook ondersteuning nodig is en dit kan dan gerealiseerd worden via de Samen Doen teams. De school kan ambulante begeleiding inzetten vanuit de SBO De Oase te Hardenberg of vanuit de SO scholen (Kentalis (landelijk), cluster 3, bijvoorbeeld Boslust te Ommen of Twijn te Zwolle of van Ambulant begeleiders met cluster 4 ervaring (gedragsproblematiek) Er is binnen de besturen een interne ondersteuningsstructuur beschreven, waarin de richtlijnen hiervoor staan.
De tijd voor spelen en werken is tijd die op allerlei manier en kan worden ingevuld en die zeker ook zorgt voor een aanbod op alle vakgebieden.
Alle vakken die gericht zijn op de Nederlandse taal hebben wij geclusterd genoemd in dit overzicht. Lezen is een heel belangrijk onderwerp op school. Lezen heeft veel belangrijke functies op het gebied van kennisontwikkeling, persoonsvorming, redzaamheid en hangt samen met alles wat we doen. Het lees- en taal onderwijs koppelen we zoveel mogelijk aan de thema's binnen de school en aan het leesonderwijs is het taalonderwijs middels spreken, luisteren en teksten schrijven verbonden.
Het is mogelijk om vakken lineair of vanuit een thema aan te bieden. Hierin maken wij bewuste keuzes.
Een belangrijk uitgangspunt is het thematisch werken. Wij kiezen ervoor om vanuit een thema het onderwijs op het gebied van lezen, taal (teksten schrijven, woordenschat, spreken en luisteren) en wereldoriëntatie thematisch aan te bieden. Waar mogelijk wordt dit ook gekoppeld aan de creatieve vakken. Als een vak wordt beschreven is het niet altijd direct te onderscheiden in exacte uren omdat het aanbod in elkaar verweven is. De vakken rekenen, spelling en een aantal taalonderdelen bieden wij lineair aan. Hierbij wordt ook gebruik gemaakt van methodes.
Alle scholen in ons samenwerkingsverband Veld, Vaart en Vecht beschrijven in een School Ondersteunings Profiel (SOP) de basiszorg die de school biedt. Ook wordt de zorg die daarnaast geboden kan worden beschreven. Deze extra zorg hangt onder andere af van professionalisering en ervaring van de teamleden en van de mogelijkheden van het gebouw. De extra zorg verschilt dus per school. Op deze wijze willen we een breed aanbod neerleggen, zodat we veel verschillende kinderen kunnen bedienen door aan hun onderwijsbehoeften tegemoet te komen.
Het SOP bestaat uit een typering van de school, kengetallen, een zelfevaluatie, het inspectieoordeel, de expertise op gebied van extra ondersteuningsbehoeften, structurele voorzieningen, stimulerende- en belemmerende factoren van de school, conclusies en ambities. Het School Ondersteunings Profiel is ook op te vragen bij de directie.
Als een kind aangemeld wordt bij een school, heeft de school zorgplicht. Dat betekent dat als de school niet voldoende tegemoet kan komen aan de behoeften van een kind, de school samen met de ouders zoekt naar een passende plek. Dat kan het speciale (basis) onderwijs (SBO of SO) zijn, maar dat kan ook een andere basisschool zijn, die wel de expertise en mogelijkheden in huis heeft die nodig zijn. De school meldt het kind in samenspraak met de ouders bij de Commissie voor Advisering en Toewijzing (CAT) aan en brengt de onderwijsbehoeften in beeld. De CAT bekijkt welke plek het beste past. De CAT maakt gebruik van het SOP van alle scholen uit het samenwerkingsverband en weet dus op welke onderwijsvoorziening het kind op zijn of haar plek zal zijn.
Een samenvatting van het SOP van CBS de Marsweijde
Op onze school zijn kinderen met extra onderwijsbehoeften welkom. We streven ernaar om samen met ouders en eventuele externe deskundigen een passend aanbod te bieden. De intern begeleider ondersteunt de leerkracht bij het vormgeven van dit onderwijs. Ook kan de orthopedagoge, de GGD, Samen Doen of een andere partij die bij het kind betrokken is uitgenodigd worden bij het gesprek met ouders en school.
Sommige kinderen hebben meer ondersteuning nodig dan dat we kunnen bieden op onze school. In dit geval zoeken we samen met ouders naar een passender plek. De basisondersteuning beschrijven we in onze weekplanning. We differentiëren in instructie, aanbod, verwerking en leertijd.
Kinderen met kenmerken van dyslexie worden begeleid vanuit de basiszorg. Tevens is er een rekenspecialist vanuit de basiszorg om in te zetten op ondersteuning bij het rekenen. Een sterk punt van onze school is dat we kinderen en ouders laten meedenken over de vraag wat een kind nodig heeft middels gesprekken tussen het kind, de ouders en de leerkracht. Onderwijsbehoeften worden genoteerd in een digitaal groeidocument die ouders (thuis) in kunnen kijken. Extra ondersteuning kunnen we soms bieden middels een arrangement. Dit arrangement bestaat uit hulp aan het kind door een onderwijsassistent, begeleiding voor het kind of de leerkracht door een gedragsspecialist of coaching van leerkrachten door gespecialiseerde ambulant begeleiders. Arrangementen moeten met behulp van een orthopedagoog bij het samenwerkingsverband worden aangevraagd. Dit gebeurt altijd in samenspraak met ouders en waar mogelijk het kind.
Op onze school is er meer dan een gemiddelde expertise beschikbaar aan kinderen met extra onderwijsbehoeften op gebied van lichamelijke beperkingen en er is ruime ervaring met (zeer) moeilijk lerende kinderen en kinderen met een visuele beperking.
Toekomstig aanbod aan extra ondersteuning
In de toekomst willen we de specialisten uitbreiden zodat er meerdere specialisten aanwezig zijn. Dit gaat met name om de onderwerpen rekenen en taal. We onderzoeken ook de mogelijkheid om te komen tot een medewerker die meer weet over NT2 en gedrag.
Bij onze opvang en peuterspeelzaal 'De Beestenboel' wordt er gewerkt met een rijk aanbod vanuit Uk en Puk. Het reguliere aanbod wordt aangeboden in 2 ochtenden peuterspeelzaal. Er zijn kinderen die een steuntje in de rug nodig hebben om een voldoende (taal-)niveau te bereiken om in groep 1 volop mee te kunnen doen. Voor deze kinderen bieden we het VVE traject. Het VVE traject houdt in dat peuters niet 2, maar 4 ochtenden in de week naar de peuterspeelzaal komen. Zo wordt er extra aanbod gegeven om de gebieden die meer aanbod nodig hebben te stimuleren. Als dit kind naar groep 1 gaat, is er een warme overdracht tussen de leidster van de peuterspeelzaal en de IB er van de kleuterbouw. Onderwijsbehoeften worden in kaart gebracht, het groeidocument wordt geschreven. De leerkracht van groep 1 en 2 zal in samenspraak met ouders en leidster de ondersteuning die nodig in voortzetten op een wijze die werkbaar is in de kleutergroep. Als het nodig is, wordt deze extra hulp ook in hogere groepen doorgezet om de doorgaande lijn te waarborgen