IKC Quintusschool
Nieuwe Schoolweg 6 9756 BB Glimmen
- Basisonderwijs
- Openbaar
- 131 leerlingen
Resultaten eindtoets
Toelichting van de school
Alle leerlingen van groep 8 maken in februari een doorstroomtoets. Wij gebruiken de doorstroomtoets van CITO. Met de toets wordt gekeken hoeveel kennis de leerlingen hebben van taal en rekenen. De toets geeft een extra uitslag naast het schooladvies dat een leerling krijgt. Hoe ons schooladvies precies vorm krijgt staat hieronder omschreven.
Onze school wordt 'gewogen' aan de hand van een vijftal criteria vanuit het Centraal Bureau van de Statistiek (CBS). Op deze manier wordt de schoolzwaarte van elke basisschool in Nederland bepaald.
De schoolweging voor onze school is: 22,38. Dat ligt in het segment 22-23 (op een schaal van 20-40). Hiermee hebben we een leerlingenpopulatie die als minder complex wordt beschouwd en waarmee er hogere opbrengsten t.a.v. de referentieniveaus 1S en 2F worden verwacht. Dit sluit aan bij onze eigen bevindingen en ervaringen.
Welk percentage leerlingen behaalt het fundamentele niveau en welk percentage het streefniveau?
Let op: In schooljaar 2023-2024 is de eindtoets vervangen door de doorstroomtoets. Op dit moment zie je nog de resultaten van de eindtoets van 2023.
De resultaten van de doorstroomtoets van 2024 zijn na de zomer voor het eerst zichtbaar. Dit is in lijn met de beoordeling van de Inspectie van het Onderwijs. Kijk voor meer informatie op de website van de inspectie.
Let op: Voor de beoordelingen in het schooljaar 2023-2024 hanteert de inspectie naast de ongewijzigde signaleringswaarden zogenaamde correctiewaarden bij de beoordeling van de leerresultaten. Meer informatie is te vinden op de website van de inspectie.
Fundamenteel niveau
Het fundamenteel niveau is het niveau voor taal en rekenen dat zoveel mogelijk leerlingen aan het einde van de basisschool zou moeten beheersen. Dit wordt gemeten in groep acht met de eindtoets. De inspectie stelt dat minimaal 85% van alle leerlingen het basisniveau moet behalen. Deze 85% is de signaleringswaarde voor het fundamenteel niveau en dit is voor alle basisscholen in Nederland gelijk.
Streefniveau
Het streefniveau is een hoger niveau dan het fundamenteel niveau. Het doel is dat zoveel mogelijk leerlingen eind groep acht het streefniveau bereiken. Op basis van de leerlingpopulatie op school wordt door de inspectie voor elke basisschool in Nederland apart bepaald hoeveel procent van de leerlingen het streefniveau moet halen. Dat percentage is de signaleringswaarde voor het streefniveau van de school.
Hoe gebruikt deze school tussentijdse toetsen?
Toelichting van de school
Wij zien de resultaten van de leerling als feedback voor ons onderwijs. We kijken samen aan de hand van de resultaten wat goed werkt en wat we moeten verbeteren. Ons onderwijs is hierdoor altijd in ontwikkeling.
Wij volgen de ontwikkeling van onze leerlingen middels het dagelijkse werk, observaties en methode- en citotoetsen. Bij het analyseren van de methode- en citotoetsen zijn we alert op leerlingen die opvallen. Dit kan zijn omdat een leerling een opvallend hoge óf lage ontwikkelingsgroei laat zien.
Vanaf groep 3 maken we gebruik van methodetoetsen om te controleren of de leerlingen de stof beheersen. Dit zijn toetsen die horen bij de methodes die we gebruiken op school voor taal, lezen, spelling en rekenen. Vanaf groep 5-6 worden ook toetsen voor de zaakvakken afgenomen.
Om de leerlingen goed te monitoren gebruiken we ook de methode onafhankelijke toetsen vanuit het CITO-leerlingvolgsysteem. Deze toetsen worden twee keer per schooljaar afgenomen en geven een beeld of leerlingen de stof van hun leerjaar beheersen. De kinderen van de groepen 8 nemen daarnaast deel aan de CITO doorstroomtoets.
In de onderbouw (groep 1 en 2) wordt de ontwikkeling van de kinderen vooral gevolgd door observaties van de groepsleerkracht. Hierbij wordt onder andere gekeken naar de ontwikkeling van de beginnende geletterdheid, de ruimtelijke oriëntatie, de motorische ontwikkeling en ook de muzikale ontwikkeling.
Twee keer per jaar vindt er een groepsbespreking plaats met de leerkracht en de Intern Begeleider. Hierbij wordt altijd gekeken naar de aandachtspunten voor de hele groep en het signaleren van kinderen die extra aandacht nodig hebben. Intern zijn meerdere mogelijkheden om leerlingen extra zorg te bieden. Tijdens de overdracht naar een volgende groep wordt deze informatie doorgegeven aan de nieuwe groepsleerkracht.
Zo nodig wordt besloten de zorg te intensiveren door externe hulp te vragen. Er wordt in een vroeg stadium gebruik gemaakt van consultatieve ondersteuning en onderzoek door de orthopedagoog van onze Stichting.
Welk schooladvies kregen de leerlingen van deze school?
Toelichting van de school
Schooladvies
In groep 8 krijgen al onze leerlingen een definitief advies voor het voortgezet onderwijs. Dit advies komt tot stand d.m.v. observaties van de leraren en de plaatsingswijzer. Op basis van de doorstroomtoets kan het advies eventueel opgehoogd worden.
Vanaf schooljaar 2023/2024 wordt de eindtoets in groep 8 een ‘doorstroomtoets’.
In tegenstelling tot voorgaande jaren is er één week waarin alle leerlingen zich aanmelden voor de middelbare school. Door de invoering van een centraal aanmeldmoment (tussen 25 maart en 31 maart) maken alle leerlingen evenveel kans op een plek op de school van hun voorkeur, passend bij het schooladvies.
Het tijdpad m.b.t. het schooladvies en de toets verandert. Doordat er één aanmeldweek komt, veranderen de stappen van het schooladvies en de toets:
- Eind groep 7 wordt er een voorlopig advies afgegeven door de leerkracht van groep 7 op basis van de Plaatsingswijzer met daarin de Cito-resultaten van de M6, E6, M7 en E7 toetsen (rekenen & wiskunde, begrijpend- en technisch lezen en spelling).
- Leerlingen ontvangen in elk geval vóór 31 januari hun voorlopig schooladvies op basis van de Plaatsingswijzer van de leerkracht van groep 8 met daarin de tot dusverre bekende Cito-resultaten, aangevuld met de Cito-resultaten van de B8-toetsen.
- Leerlingen maken de doorstroomtoets van CITO in de eerste of tweede volle week van februari.
- Uiterlijk 15 maart ontvangen we als school de uitslag van de doorstroomtoets.
- Leerlingen en ouders ontvangen uiterlijk 24 maart van hun school het definitieve schooladvies. Het toetsresultaat van de doorstroomtoets wordt vergeleken met het voorlopig advies. Op basis van de doorstroomtoets bestaat de mogelijkheid om het definitieve advies op te hogen. Ouders worden hierin gekend.
- Tussen 25 maart en 31 maart melden ouders hun kind, met hun definitieve advies, aan op de middelbare school van hun keuze.
Warme overdracht
Als een leerling overstapt naar een andere school, dan is onze school wettelijk verplicht om de nieuwe school gegevens over die leerling te verschaffen in een onderwijskundig rapport. Hierin staan alleen die gegevens die relevant zijn voor de nieuwe school om de leerling goed te kunnen begeleiden en te laten leren. De ouders hebben te allen tijde inzagerecht in het overstapdossier. Met behulp van een landelijke standaard, Overstapservice Onderwijs (OSO), kunnen scholen deze gegevens veilig, eenduidig en betrouwbaar digitaal uitwisselen.
Zitten de oud-leerlingen van deze school in het voortgezet onderwijs boven, op of onder hun schooladvies?
In groep 8 krijgt elke leerling van de basisschool een advies voor het voortgezet onderwijs dat past bij het niveau van deze leerling. De leerling stroomt vervolgens door naar het voortgezet onderwijs. In het derde jaar wordt gekeken welk niveau de leerling werkelijk heeft vergeleken met het niveau van het schooladvies. Dit wordt vertaald naar drie categorieën: boven, op en onder advies. Bijvoorbeeld: een leerling met schooladvies vmbo-b die in het derde jaar op het vmbo-k zit, zit boven advies. En een leerling met schooladvies havo/vwo die in het derde jaar op het havo zit, zit op advies. Wanneer deze leerling in het derde schooljaar op het vwo zit, zit hij/zij boven advies.
Sociale ontwikkeling
Hoe denkt deze school over sociale ontwikkeling?
Talentgedreven onderwijs is ontwikkeld vanuit de visie van de positieve psychologie. De positieve psychologie is de wetenschappelijke studie van optimaal menselijk functioneren, waarbij veerkracht en zelfvertrouwen centraal staan.
Bij Talentgedreven onderwijs gaan we er van uit dat iedereen talent heeft, en dat iedereen zijn/haar talenten wil inzetten om te groeien als mens. Wij nemen daarbij de concepten rond talent van Luk Dewulf als uitgangspunt.
“Mijn definitie van talent sluit aan bij de inclusieve visie. Voor mij gaat talent niet over het uitblinken in een bepaalde activiteit, maar over wat zo’n activiteit met jou doet. Mijn definitie van talent bestaat uit vier onderdelen.
Ten eerste: talent gaat over elke activiteit in jouw leven die voor jou compleet moeiteloos gaat. En die jou voldoening oplevert.
Ten tweede: talent gaat over activiteiten die maken dat de tijd vliegt.
Ten derde: talent gaat over activiteiten die je batterijen opladen
Ten vierde: talent gaat over activiteiten die maken dat je 100% authentiek jezelf kunt zijn.”
Als kinderen meer worden gezien in hun talent, groeien ze en ervaren ze meer positieve emoties. Uit onderzoek is gebleken dat mensen die meer positieve emoties ervaren veerkrachtiger zijn en een beter zelfbeeld hebben. Hun sociale en psychische welbevinden groeit en ze zijn beter bestand tegen tegenslagen (Fredrickson).
Talentgedreven onderwijs is een aanpak, waarbij attitudeontwikkeling van leerkrachten, directie, en ib’ers het uitgangspunt is. Bij de kinderen/jongeren zijn de talenten al aanwezig. Leerkrachten kunnen hen helpen die te herkennen en verder uit te bouwen. Wij noemen dit versterken van binnenuit. Om vanuit de talentenbril naar kinderen te kijken, is het noodzakelijk zicht te hebben op de eigen talenten. Op die manier dragen leerkrachten en begeleiders bij aan het ontwikkelen van veerkracht, zelfvertrouwen, welbevinden en talentontwikkeling van zichzelf en de kinderen.
Kernwaarden uit de visie op sociale ontwikkeling
Wat zegt de inspectie over de school?
De Inspectie van het Onderwijs onderzoekt minimaal één keer in de vier jaar het bestuur van een school. De inspectie kijkt dan of de kwaliteitszorg, de onderwijskwaliteit en de financiële zaken bij het schoolbestuur op orde zijn. Daarnaast bezoekt de inspectie een aantal scholen die bij het schoolbestuur horen en onderzoekt deze scholen nader. De gegevens van het laatste onderzoek van de inspectie zijn beschikbaar op de website van de onderwijsinspectie.