Bron: <b>DUO</b><br />Vergelijkbare instellingen: <b>alle instellingen in het basisonderwijs met een vergelijkbaar leerlingenaantal</b><br /> <a href="https://achtergrondinformatie.vensters.nl/p/VenstersPO/6192449487635168" class="button button-link" target="_blank"><i class="fas fa-external-link-square-alt"></i> Achtergrondinformatie</a>">Bron
Op Wij de Wereld hebben wij drie bouwen; de onder-, de midden- en de bovenbouw.
In de onderbouw zitten kinderen in de leeftijd van 4 tot 6 jaar (groep 1 en 2).
In de middenbouw zitten kinderen in de leeftijd van 6-9 jaar (groep 3, 4 en 5).
In de bovenbouw zitten kinderen in de leeftijd van 9-12 jaar (groep 6, 7 en 8).In iedere bouw is een kind een keer jongste, middelste en oudste. Als jongste kan het leren van wat de oudere kinderen doen en kan hen om hulp vragen. Oudsten kunnen het goede voorbeeld geven, omdat zij weten wat er van hen verwacht wordt. Jongsten nemen dit gedrag dan als vanzelf over. Doordat er in een groep zoveel leeftijdsverschil is leren kinderen op verschillende manieren samenwerken.
Het doel van het samenwerken kan verschillend zijn. Het kan liggen op het gebied van het ontwikkelingsniveau, van sociale vaardigheden en van belangstelling of talenten. De kinderen worden gestimuleerd deze vormen van samenwerken aan te gaan en te oefenenPer bouw zitten de kinderen in één grote ruimte. In deze ruimte werken meerdere basisgroepen door elkaar, onder begeleiding van meerdere leerkrachten. De kinderen kunnen hun eigen werkplek kiezen. Voor sommige kinderen is het (tijdelijk) nodig een vaste werkplek aan te wijzen. Dit wordt in overleg met het kind (en waar nodig ook ouders) beslist.
In de onderbouw zitten bij de start van het schooljaar ongeveer 25 kinderen, in één basisgroep. In de loop van het schooljaar komen daar nog kinderen bij. Als het aantal kinderen tussen de 30 en 35 komt, zullen we er weer twee basisgroepen van maken. Er zijn iedere dag twee leerkrachten die de kinderen begeleiden.
In de middenbouw zitten ongeveer 50 kinderen, verdeeld in twee basisgroepen, dagelijks begeleid door twee leerkrachten.
In de bovenbouw zitten ongeveer 50 kinderen, dagelijks begeleid door twee leerkrachten.
De omgeving van de kinderen is zo ingericht dat een zo breed mogelijke ontwikkeling door eigen activiteit mogelijk is. Kinderen hebben in principe de vrije keuze uit tal van ontwikkelingsmaterialen op het gebied van:
- zintuiglijk/motorische ontwikkeling (materiaal voor het waarnemen van verschillen, overeenkomsten en rangorde en voor het oefenen van de beweging)
- schrijven en lezen (letters, leesmaterialen)
- tellen en rekenen
- zorg voor de omgeving en voor jezelf
Naast de zelfwerkzaamheid met bovengenoemde ontwikkelingsmaterialen komen in een onderbouwgroep talrijke onderwerpen aan de orde via algemene (kring)lesjes, aandachtstafels rond een onderwerp, spellessen, bewegingsonderwijs en muziekonderwijs. Het samen spelen vindt niet alleen plaats in de huishoek, de bouwhoek en tijdens het buiten spelen en het spelen in de speelzaal, maar ook als het gaat om taal- reken- en kosmische werkjes.
Op het gebied van expressie (tekenen, schilderen, knutselen, bouwen, toneel en muziek) vindt het kind in de klas de benodigde materialen. Het al handelend ervaringen opdoen met materialen bevordert de natuurlijke en creatieve ontwikkeling van het kind.
Waar mogelijk wordt (een deel van) de middag buiten gewerkt. Er worden materialen meegenomen die de ontwikkeling van de kinderen op diverse vlakken versterken.
Een van de kenmerken van het montessorionderwijs is dat het niet gebonden is aan een vast lesrooster. Iedere dag is een groot deel van de dag beschikbaar als vrije werktijd. In die tijd kan een kind zelf kiezen waar hij of zij mee aan het werk gaat.
Naast het individuele werken kennen we ook algemene lessen en groepslessen.
- In algemene lessen wordt aan alle kinderen van de groep een onderwerp aangeboden, waardoor hun belangstelling voor een onderwerp wordt gewekt.
- In groepslessen wordt verdieping geboden.
Er zijn ook vaste tijden voor de spel- en gymnastieklessen, muziek, drama en yogalessen
Op onze school stemmen wij het leerstofaanbod af op de onderwijsbehoefte van ieder individueel kind. Wij spreken dan ook niet over zorgkinderen. Ieder kind heeft namelijk een eigen onderwijsbehoefte. Voor ieder kind is het nodig af te stemmen. De een heeft meer structuur nodig, de ander meer ruimte, het ene kind meer uitdaging, de ander meer herhaling, de één is sociaal wat minder vaardig en de ander heeft extra oefening met een bepaald vak nodig. Ieder kind heeft recht op het juiste aanbod en het is belangrijk dat ieder kind gezien wordt en zich ook gezien weet.
Soms maak je je over de ontwikkeling van het ene kind wel meer zorgen dan over het andere kind. Deze zorgen bespreken leerkrachten met de ouders en waar meedenken gewenst is ook met collega's of één van de coördinatoren ontwikkeling. Samen proberen zij te zoeken naar manieren waarop het kind zich weer positief verder kan ontwikkelen. In sommige gevallen zijn de aanpassingen in de klas onvoldoende om het kind echt te helpen. Het kan dan wenselijk zijn een trajectoverleg te plannen. In een trajectoverleg schuiven, naast ouders, leerkracht ende coördinator ontwikkeling en ook de trajectmedewerker van Sine Limite (ons samenwerkingsverband) aan. Zij kan meedenken om te bepalen wat helpend zou kunnen zijn.
Soms moeten wij samen met ouders constateren dat het onderwijs op onze school, in de betreffende groep, met de betreffende leerkracht, onvoldoende aansluit bij de ondersteuningsbehoefte van een kind op dat moment. Als een andere basisgroep binnen onze school geen optie is, gaan wij samen met ouders en indien nodig ons samenwerkingsverband op zoek naar een passende plek op een andere school.
In het schoolondersteuningsprofiel (SOP) van onze school staat beschreven welke ondersteuning de school kan bieden. We maken daarin onderscheid tussen basisondersteuning en extra ondersteuning.
Toekomstig aanbod aan extra ondersteuning
Het onderwijs op onze school is zoveel mogelijk op maat. Dat betekent dat wij zo goed mogelijk proberen aan te sluiten bij de ondersteuningsvraag van ieder kind. Daarbij vinden wij het belangrijk dat deze ondersteuning zoveel mogelijk in een gewone reguliere setting plaatsvindt.
Wij brengen de ondersteuningsbehoeften van de kinderen in beeld en proberen een passend aanbod te doen voor ieder kind.
Wij werken met een heel aantal partners samen, omdat wij het belangrijk vinden dat het kind zoveel mogelijk in een vaste vertrouwde omgeving kan groeien. De samenwerking met ouders is daar cruciaal in. Wij proberen steeds meer ieders expertise in te zetten, zodat de lijnen kort zijn, de leerkracht de spil blijft in het geheel en het kind dus echt centraal staat.
Partners waar wij mee samenwerken zijn:
Brick jeugdhulpverlening
Raster Kinderwerk
Team Toegang Jeugd
GGD jeugdverpleegkundige
Sportbedrijf Deventer
Kunstcircuit Deventer
Op Wij de Wereld werken wij samen met kinderopvang de Company. Wij bieden met hen peuterspelen, VSO en BSO. Het is ons streven dat wij steeds meer gaan werken vanuit één doorgaande lijn en visie. Daarbij zullen de kernwaarden leidend zijn en de visie van Maria Montessori op ontwikkeling bij kinderen. De komende jaren willen wij dat dit steeds meer zicht- en voelbaar wordt.