De aanpak van pesten is als volgt opgebouwd:
Niveau 0:
De samenleving in haar sociale, politieke en ecologische dimensie Pesten is een groot en hardnekkig probleem, zowel nationaal als internationaal gezien. Het besef dat pesten mensen schade kan berokkenen wordt steeds groter (Van der Ploeg, 2014). Mede hierdoor is er een wetsvoorstel om pesten tegen te gaan opgesteld (Onderwijsraad, 2014). De laatste jaren is er het fenomeen cyberpesten bijgekomen. Het pesten via onder andere sociale media.
Niveau 1:
Algemeen leefkwaliteit bevorderend klimaat Uitgangspunt is het tegemoet komen aan de basisbehoeften (voor welbevinden): competentie, autonomie en relatie (Stevens, 2002). In de schoolgids staat: “er moet ruimte zijn om jezelf te zijn: je mag zijn wie je bent; je bent OK. Alle betrokkenen moeten het gevoel hebben optimaal te kunnen functioneren.” Er worden op de school veel maatregelen toegepast die kunnen zorgen voor een fijn leefklimaat, zoals het inzetten van klas doorbroken activiteiten voor het saamhorigheidsgevoel en het “open-deur” beleid om de samenwerking met ouders te stimuleren.
Niveau 2: Algemene preventiemaatregelen
De algemene preventiemaatregelen worden hieronder omschreven:
Aan het begin van het schooljaar worden de op waarde gebaseerde gedragsverwachtingen en schoolregels met het team door gesproken en weer vastgesteld. Aan het begin van het schooljaar maakt de leerkracht met de klas algemene afspraken, regels en gedragsverwachtingen. Sociale media worden komen daarbij nadrukkelijk aan de orde. Er wordt altijd gezorgd voor toezicht op het schoolplein. Het is belangrijk dat de leerkracht inzicht krijgt in de belangrijke patronen in de klas; groepsdynamica. Er wordt gezorgd voor het vergroten van de mediawijsheid bij alle betrokkenen.Wanneer zich signalen voordoen van problemen m.b.t. sociale media dan springt de leerkracht daar direct op in en betrekt ouders bij de aanpak van de problematiek. Twee keer per jaar worden er groepsgesprekken gehouden over gedrag, met als leidraad de vragenlijsten van ZIEN! (Driestar Onderwijsadvies & ParnasSys, 2013).Er worden lessen sociale vaardigheden gegeven uit “Kinderen en hun sociale talenten”. Het team spreekt leerlingen aan op hun gedrag en verwoordt verwacht gedrag. Er wordt gezorgd voor een goede communicatie van de afspraken met de ouders.
Niveau 3:
Specifieke preventiemaatregelen
Er wordt gezorgd voor kennis en inzicht vergroting over het onderwerp pesten bij alle betrokkenen.
De leerkracht:
-vervult een voorbeeldfunctie bij het signaleren en tegengaan van pestgedrag.
-heeft kennis over de verschillende vormen van pesten; cyberpesten, indirect pesten, direct pesten, ...
-weet welke signalen op pesten kunnen duiden en kan signalen rond pesten herkennen.
niveau 4.
De leerkracht:
- moet de vermoedens van pesten serieus nemen. Het is aan de leerkracht om (met hulp van bijvoorbeeld de gedragsspecialist) te onderzoeken of deze vermoedens juist zijn.De leerling:kent het verschil tussen pesten en plagen.moet duidelijk gemaakt worden, dat zij signalen van pesten doorgeven aan de leerkracht en dat dit geen klikken is. Ook als het henzelf betreft.
- is op de hoogte van de mogelijkheid de interne contactpersoon in te schakelen.weet wat de gevolgen kunnen zijn van pesten voor alle betrokkenen.
De ouder:
-weet welke signalen op pesten kunnen duiden en kan signalen rond pesten herkennen.
-heeft kennis over de aanpak bij pesten op de school, niveau 4.neemt vermoedens van pesten serieus en meldt dit bij school.