OBS de Spelelier

Dr.de Brouwerlaan 74 5283 EE Boxtel

  • In de presentatie wordt de tekst versterkt door de creatie.
  • Bij het project "bijzondere bewoners" zijn verschillende plantjes en bladeren verkend onder de microscoop.
  • De moestuin wordt verzorgd door kinderen. Het onkruid moet weg en daarna kan er geoogst worden.
  • In het zandrestaurant wordt van alles gebakken. Kinderen werken samen aan het creëren van hun keuken.
  • Kinderen werken samen aan rekenopdrachten op onze natuurspeelplaats.

Het team

Toelichting van de school

Het team van De Spelelier werkt vanuit een groot hart voor kinderen, iedere dag met plezier samen aan ontwikkeling. Naast de formatie in de groepen, zetten teamleden expertise in ten behoeve van de ontwikkeling van de kinderen van onze school. 

Vakleerkrachten op deze school

Hoe wordt vervanging geregeld?

Iedereen kan ziek worden en zo ook een leerkracht. Als een leerkracht ziek is, meldt hij of zij dit zo snel mogelijk aan de directie. De directie gaat dan op zoek naar een vervanger. 

Bij ziekte of verlof/uitval van een leerkracht maken we gebruik van de vervangingspool van Stichting STROOMM. Wij doen ons uiterste best om vervanging te regelen. Op het moment dat hier geen invaller beschikbaar is, treedt het zogenaamde vervangersprotocol in werking. We proberen het dan intern op te lossen. We vragen bijvoorbeeld collega-leerkrachten om bij te springen of we bekijken mogelijke andere manieren. 

Wanneer dit alles niet kan, zal een groep opgedeeld worden of aan de ouders gevraagd worden om de kinderen elders op te vangen.

Er wordt altijd geprobeerd om dezelfde persoon meerdere dagen achter elkaar te laten invallen. Dit lukt echter niet altijd en de directie kan hier geen invloed op uitoefenen.

We kiezen er in eerste instantie niet voor om mensen met andere taken in de groep te zetten als vervanger. De kwaliteit van remedial teaching, zorg en aansturing van de school willen we blijven waarborgen.

Directie van de school

Medewerkers op deze school (instellingsniveau)

Hoe is de verdeling mannen en vrouwen?

Bron

Wat is de leeftijd van de teamleden?

Bron

Hoe zijn de teamleden verdeeld over de verschillende functiegroepen?

Bron

Hoe zijn de leerlingen gegroepeerd?

Toelichting van de school

Op de Spelelier hebben we homogene en heterogene groepen. In de groepen 1-2 en 4 t/m 7 werken we in heterogene groepen, de groepen 3 en 8 werken in homogene groepen.

Dat komt omdat groep 3 en groep 8 hele specifieke leerjaren zijn. Met het leren lezen in groep 3 en de afsluiting van de basisschoolperiode in groep 8, zijn dit twee jaren waar de groepspopulatie iets anders nodig heeft dan de combinatiegroepen die we nu hanteren.

Na vele gesprekken hebben we, in overleg met de MR, het besluit genomen in het nieuwe schooljaar met een aparte groep 3 en groep 8 te gaan werken. Alle groepen blijven elkaar zien bij vieringen, sport en spel en de groepen 3 en 4 zullen regelmatig momenten zoeken om samen bijvoorbeeld te werken aan de creatieve vakken. De inrichting van de aparte groepen richt zich met name in groep 3 op het lees- en rekenproces en bij groep 8 op de focus naar het Voortgezet Onderwijs (VO).
We zullen de aparte groepen tussentijds evalueren in de MR en aan het einde van schooljaar 2023-2024 wordt bekeken wat wenselijk is, continueren of terug naar de combinatiegroepen. Het komende jaar maken we de groepen: groep 1-2, groep 3, groep 4-5, groep 6-7, groep 8. De lessen worden in het algemeen in de groep aangeboden aan de leerlingen.
Bij Rekenen wordt het klassenverband doorbroken. Kinderen kunnen dan elders op eigen niveau rekenen.

Klasindeling

  • Leerstofjaarklassen
  • Combinatiegroepen

Hoe wordt de tijd op school besteed?

Leerjaar 1 en 2

Toelichting van de school

Vanuit de overheid is het volgende aangegeven:

Leerlingen moeten in de acht schooljaren van het basisonderwijs ten minste 7.520 uren onderwijs krijgen. Verder moeten leerlingen in de eerste vier schooljaren (onderbouw) ten minste 3.520 uur onderwijs krijgen. In de laatste vier schooljaren (bovenbouw) is dit 3.760 uur. Scholen mogen naar eigen inzicht 240 uur verdelen over de onder- en bovenbouw zodat het totaal uitkomt op 7.520 uur.

Op De Spelelier is er voor de kleuters een thematisch onderwijsaanbod van betekenisvolle, samenhangende activiteiten, op basis van vooraf vastgestelde leer- en ontwikkelingsdoelen. Dit aanbod sluit aan bij het ontwikkelingsniveau, de onderwijsbehoeften en de talenten van de kinderen. Het onderwijsaanbod is betekenisvol en zorgt voor grote betrokkenheid bij de kleuters. Het verloop van het thema is duidelijk zichtbaar en herkenbaar voor ouders en kleuters op de muren en in de vitrine van iedere klas. Er worden gemiddeld 5 thema’s per jaar aangeboden.

Op De Spelelier vinden we het van belang dat de leerkrachten en ouders goed zicht hebben op de ontwikkeling van hun kinderen ten aanzien van de gestelde doelen. Er wordt een expliciete koppeling gemaakt tussen het leerlingvolgsysteem en de themaplanning. Het onderwijsaanbod in het thema is ontworpen op basis van de leerdoelenlijnen die voor die periode zijn vastgesteld. Er is een themahoek of verteltafel ingericht waarin gelegenheid is voor vertelspel of rollenspel. De reken-, lees en schrijfhoeken staan in verbinding met het thema. Ieder thema duurt ongeveer 6 weken.

Door voorgaande observaties weet de leerkracht voorafgaand aan de start van het thema welke kleuters een basisaanbod nodig hebben, welke kleuters extra instructie nodig hebben en welke kleuters aan andere, hogere doelen gaan werken. In de verschillende hoeken kan de leerkracht daardoor de kleuters in hun spel gericht ondersteunen of juist uitdagen op het gebied van reken- en taalvaardigheden. Het aanbod vindt naar behoefte afwisselend individueel en/of in de grote of kleine kring plaats. De andere kleuters werken op dat moment zelfstandig.

Rol van de leerkracht

Op de Spelelier is het wenselijk de nieuwsgierigheid van kleuters te prikkelen waardoor zij gaan onderzoeken en de intrinsieke behoefte krijgen meer te willen weten en leren. De leerkracht stelt hierbij ontwikkelingsgerichte denkvragen in plaats van het geven van hapklare antwoorden. De leerkracht heeft een stimulerende en coachende rol. Met kleuters werken wij aan opvoeden naar zelfstandigheid. De kinderen leren bijvoorbeeld keuzes maken, taken kiezen, plannen van taken, samenwerken, omgaan met uitgestelde aandacht, toiletgebruik en hygiëne.

Leerjaar 3 t/m 8

Toelichting van de school

Vanuit de overheid is het volgende aangegeven:

Leerlingen moeten in de acht schooljaren van het basisonderwijs ten minste 7.520 uren onderwijs krijgen. Verder moeten leerlingen in de eerste vier schooljaren (onderbouw) ten minste 3.520 uur onderwijs krijgen. In de laatste vier schooljaren (bovenbouw) is dit 3.760 uur. Scholen mogen naar eigen inzicht 240 uur verdelen over de onder- en bovenbouw zodat het totaal uitkomt op 7.520 uur.

In de groepen 3 t/m 8 wordt aandacht gegeven aan alle vakgebieden behorend bij de kerndoelen. Om leerstof écht te laten beklijven, moeten kinderen de leerstof doorleven. Wanneer kinderen leerstof functioneel toepassen, blijft het geleerde niet beperkt tot oppervlakkige kennis. Naast het werken met methodes op structurele momenten, creëren we veelvuldig situaties waarin kinderen leerstof functioneel moeten toepassen. Dit zijn unieke leermomenten zijn. Er is structureel en doelgericht aandacht voor de basisvakken rekenen, taal, spelling, technisch- & begrijpend lezen. Middels EDI (Expliciete Directe Instructie) krijgen de kinderen nieuwe leerstof aangeboden. Het uitgangspunt bij directe instructie is dat je tijdens instructie de kinderen zo betrokken mogelijk, op niveau lesgeeft waardoor effectieve leertijd niet verloren gaat. Het doel van de les staat hierbij centraal.

Vanuit de kerndoelen primair onderwijs bieden wij onze kinderen de basis aan. Denk aan leren lezen, schrijven, rekenen maar ook kennis over de wereld. Kennis moet eigen gemaakt worden en niet alleen worden overgedragen, want kennis leidt tot ontwikkeling wanneer kennis verankerd is in het brein van de kinderen. Dit is de reden waarom wij leerdoelen, daar waar mogelijk, plaatsen in een betekenisvolle context. Vanuit een betekenisvolle context ontdekken, ervaren en automatiseren kinderen de leerdoelen: kennis wordt verankerd. Het verankeren van kennis gaat het gemakkelijkst wanneer kinderen kunnen leren in verschillende contexten. Daarom zet de Spelelier in op een brede ontwikkeling waarin er ruimte is om te leren in samenhang vanuit verschillende perspectieven. Denk hierbij onder andere aan:

  • Het leren van, door en in de natuur (schooltuin, koken uit eigen tuin),
  • Een gedegen kunstzinnige ontwikkeling waarbij creativiteit serieus genomen wordt (maken van decor bij de musical),
  • Het voorbereiden op de wereld waarin kinderen (en straks als volwassenen) leven. Kinderen werken met nieuwe media, leren programmeren en maken films met greenscreen of stopmotion techniek. Ze leren om zelf onderzoek te doen, samen te werken en eindproducten te maken die ze aan elkaar presenteren.

We bieden de kinderen een duidelijke structuur. In de ochtend wordt de tijd vooral besteed aan de basisvakken en in de middag aan wereldoriëntatie en expressieactiviteiten. De kinderen hebben twee keer per week gymles. 

Extra mogelijkheden op deze school

Extra ondersteuning van de leerlingen

Toelichting van de school

In het schoolondersteuningsprofiel (SOP) en het zorgplan beschrijven wij hoe het onderwijs didactisch en pedagogisch op de Spelelier is geregeld en waar wij naar streven in de toekomst. De uitgangspunten van een goede zorgstructuur worden omschreven. De Spelelier heeft in de organisatie en uitvoering van zorg te maken met de richtlijnen die het ministerie van Onderwijs heeft uitgegeven en deze worden gecoördineerd via STROOMM en samenwerkingsverband De Meijerij. De zorgstructuur omvat alle voorzieningen bij elkaar die eraan bijdragen dat de kinderen met een ondersteuningsbehoefte optimaal profiteren van het zorgaanbod binnen de school. Hier hoort ook de procedure bij om de kinderen met een ondersteuningsbehoefte te signaleren, te diagnosticeren en te behandelen.

De intern begeleider is verantwoordelijk voor het opzetten en het in stand houden van het begeleidingssysteem van de school. De intern begeleider monitort het overkoepelende zorgproces aan leerlingen. Zij legt hierover verantwoording af aan de directeur. De directeur is voor dit proces eindverantwoordelijk. De leerkracht is verantwoordelijk voor het onderwijs en de zorg die leerlingen nodig hebben binnen de eigen groep. Als aan de basisvoorwaarden is voldaan, geeft de route van ondersteuning aan welke stappen er gezet dienen te worden. Binnen de leerlingzorg worden de volgende zorgniveaus gehanteerd:

Zorgniveau 1: de leerling ontwikkelt zich optimaal binnen het onderwijs dat geboden wordt. Er is sprake van een juiste afstemming op het leerproces.    

Zorgniveau 2: de leerling ontwikkelt zich optimaal binnen het onderwijs dat geboden wordt met extra ondersteuning bij het leerproces. De ondersteuning wordt binnen de bouw geboden.

Zorgniveau 3: de leerling ontwikkelt zich optimaal binnen het onderwijs dat geboden wordt, maar heeft extra ondersteuning nodig bij het leerproces. De ondersteuning wordt binnen de school geboden of, voor een korte periode van specifieke begeleiding, door experts buiten de school.

Zorgniveau 4: de leerling ontwikkelt zich optimaal binnen het onderwijs dat geboden wordt, maar heeft extra ondersteuning nodig bij het leerproces. De ondersteuning wordt zowel binnen als buiten de school geboden.

Zorgniveau 5: de leerling ontwikkelt zich optimaal binnen aangepast onderwijs dat geboden wordt. De leerling heeft extra ondersteuning nodig bij het leerproces dat zowel binnen als buiten de school geboden wordt

Toekomstig aanbod aan extra ondersteuning

Om onze uitgangspunten waar te maken gaan we uit van het concept ‘breinvriendelijk onderwijs’. Dat betekent dat wij kinderen een betekenisvolle context aanbieden met uitdagende activiteiten. Daarin kunnen ze samen met andere kinderen de wereld verkennen, nieuwe kennis en vaardigheden op doen, sterker worden om dingen zelf te durven, leren problemen op te lossen, etc. Hierdoor kunnen de kinderen met een ondersteuningsbehoefte op hun eigen niveau aansluiten. Er is veel neuro-wetenschappelijk onderzoek verricht naar de werking van de hersenen. De uitkomsten van deze onderzoeken zijn vertaald naar de praktijk en hebben de afgelopen jaren hun resultaten bewezen. De wijze waarop docenten lesgeven en hun houding in het omgaan met de leerlingen en de manier waarop zij leerlingen stimuleren in het leren, zijn belangrijke factoren bij het leerproces van de leerlingen en dus bij de veranderprocessen in de hersenen. Onderzoek naar de werking van de hersenen heeft uitgewezen dat zes principes grote invloed hebben op het leren van mensen. Dit zijn de zogenaamde breinprincipes. Hoe beter docenten deze principes toepassen in hun lessen, hoe makkelijker leerlingen leren en hoe dichter ieder kind kan komen bij zijn/haar onderwijsbehoeften.

Onze leerkrachten weten de zes principes van het breinleren in te zetten in de lessen.

DE ZES BREINPRINCIPES:

Emotie: Informatie die gekoppeld is aan een emotie beklijft beter omdat er in de hersenen meer verbindingen worden gelegd. Bij leren uit een boek is emotie niet zo snel aan de orde, maar wel als je bijvoorbeeld een filmpje ziet. Of er een wedstrijdelement in het leren zit.

Herhaal: Herhalen is één van de belangrijkste manieren om te leren en kennis en ervaring op te slaan. Herhalen is niet alleen het “stampen” van feiten om iets te onthouden, maar het is ook een onderwerp gedurende langere tijd onder de aandacht brengen. Door een thema veel te herhalen op diverse manieren, ontstaat er duurzame kennis.

Zintuiglijk rijk: Ervaringen die zintuiglijk rijk zijn of waar meer zintuigen bij betrokken zijn, zijn intenser en worden daardoor beter onthouden. Door auditieve informatie (horen), visuele informatie (zien) en kinetische informatie (voelen) samen aan te bieden, wordt het leren gemakkelijker.

Creatie: Creatie houdt in dat de leerling zelf betekenis en waarde creëert in plaats van wijsheden van de docent te krijgen en als waarheid aan te nemen. De leerling ontdekt zelf verbanden en puzzelt informatie bij elkaar. Hierdoor geeft de leerling zelf betekenis aan dat wat hij aan het leren is en combineert hij zelf de theorie met de praktijk.

Focus: Alles wat aandacht krijgt, groeit. Iets wat meer aandacht krijgt, wordt makkelijker onthouden. Als ergens geen aandacht voor is, dan herinner je je het later ook niet meer. Aandacht kan passief zijn; we zijn ons niet bewust dat we ergens aandacht aan geven maar reageren wel automatisch op (onverwachte) signalen uit de omgeving. Aandacht kan ook actief zijn; we sturen onze aandacht gericht en zijn alert, goed geconcentreerd en geïnteresseerd. Als docent moet je ervoor zorgen dat je de actieve aandacht van de leerlingen hebt of dat zij hun aandacht onbewust richten op de stof die jij hen aanbiedt.

Voortbouwen: Als we nieuwe zaken leren, is dit het meest effectief wanneer die aansluiten bij zaken die we al weten en kunnen.

Naast deze breinprincipes werken we ook met 'samenwerkend leren': Leren samen met anderen is effectiever. Steeds meer wordt duidelijk dat ons brein vanuit de evolutie vele sterke functies heeft meegekregen die de sociale interactie tussen mensen bevorderen en vergemakkelijken. We zijn als het ware uitgerust met een sociaal interactiesysteem. Positieve interactie tussen mensen zorgt voor een constante stroom van neurotransmitters die het leren bevorderen.

Verder geldt letterlijk: twee weten meer dan één. Door vanuit verschillende perspectieven (hersenpatronen) met een vraagstuk bezig te zijn, wordt het aangaan van nieuwe patronen aangewakkerd. Mensen blijken leerstof beter te doorgronden en te beheersen, als ze die met anderen uitwisselen tijdens het proces van verwerven en verwerken. Het programma richt zich op het stimuleren van de brede ontwikkeling, waarbij het leren van specifieke kennis en vaardigheden noodzakelijk is. Het doel is de leerling als totale persoon te begeleiden in zijn of haar ontwikkeling en te kijken naar zowel de ontwikkeling op leergebied als ook de ontwikkeling op sociaal- en emotioneel gebied. We willen de leerstof afstemmen op de mogelijkheden van het individuele kind en de zelfstandigheid vergroten. Binnen de groepen 3 t/m 8 wordt gewerkt met een instructietafel voor gerichte instructie aan de jaargroep of een andere instructiegroep. Het klassenmanagement is gericht op zelfstandig werken en leren, en samenwerken. In de groepen 1-2 wordt op een speelse, voorbereidende manier vormgegeven aan deze manier van werken.

De inrichting van de lokalen is zoveel als mogelijk afgestemd op het breinvriendelijk leren en de werkvormen zijn flexibel en gevarieerd. De Wereld Oriëntatie thema’s (o.a. aardrijkskunde, geschiedenis en natuur en techniek) worden breed opgezet en uitgevoerd. In alle 4 t/m 8 groepen is aandacht voor onderzoeksactiviteiten en zelf ondernemen. De verbinding met onder andere de beeldende vakken is daarbij belangrijk.
Op een aantal vaste momenten per week leren en werken de kinderen middels projectmatig onderwijs. In groep 4 t/m 8 werken leerlingen drie middagen per week aan project. In de groepen 3 worden thema’s van de leesmethode ‘Lijn 3’ gekoppeld aan Wereld Oriëntatie. Ook hier staan leervragen van de kinderen centraal. Bij ons project onderwijs wordt vakoverstijgend gewerkt. Wereldoriëntatie wordt aan de beeldende vakken gekoppeld. Waar mogelijk proberen we deze koppeling nog breder te trekken en het thema ook terug te laten komen bij bijvoorbeeld taal, rekenen of muziek. De onderwerpen voor projecten zijn geschiedkundig of aardrijkskundig van aard of gerelateerd aan natuur en techniek. De kinderen werken in groepjes aan een eindproduct en presenteren dit eindproduct aan elkaar.

De Spelelier vindt samenwerken en project matig werken erg belangrijk.

Welke specialisten bieden extra ondersteuning op deze school?

Kwaliteitszorg en schoolplan

Download het schoolplan

Aanbod voor het jonge kind

Het is mogelijk dat de school extra aanbod organiseert voor het jonge kind. Die extra aandacht is bijvoorbeeld beschikbaar in samenwerking met de peuterspeelzaal, het kinderdagverblijf of in de groepen 1 en 2 van de basisschool. Het doel is om te zorgen voor een goede start op de basisschool.

Terug naar boven