Franciscusschool

Bergmolen 3 5531 EH Bladel

Schoolfoto van Franciscusschool

Resultaten eindtoets

Alle leerlingen maken in groep 8 van de basisschool een eindtoets. De school kiest per schooljaar welke toets wordt gebruikt. Er zijn verschillende goedgekeurde eindtoetsen om uit te kiezen. Met de toets wordt gekeken hoeveel kennis de leerlingen hebben van taal en rekenen. De toets geeft een extra uitslag naast het schooladvies dat een leerling krijgt van de leerkracht.

Welk percentage leerlingen behaalt het fundamentele niveau en welk percentage het streefniveau?

Let op: In schooljaar 2023-2024 is de eindtoets vervangen door de doorstroomtoets. Op dit moment zie je nog de resultaten van de eindtoets van 2023.
De resultaten van de doorstroomtoets van 2024 zijn na de zomer voor het eerst zichtbaar. Dit is in lijn met de beoordeling van de Inspectie van het Onderwijs. Kijk voor meer informatie op de website van de inspectie.

Let op: Voor de beoordelingen in het schooljaar 2023-2024 hanteert de inspectie naast de ongewijzigde signaleringswaarden zogenaamde correctiewaarden bij de beoordeling van de leerresultaten. Meer informatie is te vinden op de website van de inspectie.

Fundamenteel niveau

Het fundamenteel niveau is het niveau voor taal en rekenen dat zoveel mogelijk leerlingen aan het einde van de basisschool zou moeten beheersen. Dit wordt gemeten in groep acht met de eindtoets. De inspectie stelt dat minimaal 85% van alle leerlingen het basisniveau moet behalen. Deze 85% is de signaleringswaarde voor het fundamenteel niveau en dit is voor alle basisscholen in Nederland gelijk.

Bron

Streefniveau

Het streefniveau is een hoger niveau dan het fundamenteel niveau. Het doel is dat zoveel mogelijk leerlingen eind groep acht het streefniveau bereiken. Op basis van de leerlingpopulatie op school wordt door de inspectie voor elke basisschool in Nederland apart bepaald hoeveel procent van de leerlingen het streefniveau moet halen. Dat percentage is de signaleringswaarde voor het streefniveau van de school.

Bron

Hoe gebruikt deze school tussentijdse toetsen?

Toelichting van de school

Om de ontwikkeling van leerlingen goed te kunnen volgen nemen we op de volgende manier toetsen af:

  • Methodegebonden toetsen (middenbouw en bovenbouw) die bij de leerstof horen. Na een aantal weken is voor bijna elk vakgebied een toets in de methode opgenomen. Daarbij wordt gekeken of de leerlingen de behandelde stof beheersen. De resultaten gebruiken de leerkrachten om te kijken of er meer verrijking, verdieping of herhaling aangeboden moet worden. Ook worden de resultaten gebruikt als waardering voor het leerlingverslag.
  • Niet methodegebonden toetsen volgens de toetskalender. Voor alle leerjaren zijn er toetsen vastgelegd in de toetskalender. Op vaste momenten in het jaar worden toetsen vanuit Cito afgenomen als signalering. De resultaten van deze meetmomenten gebruiken de leerkrachten om het juiste niveau helder te krijgen en het handelen daar op aan te passen.
  • In groep 8 maken de leerlingen de doorstroomtoets.
  • Alle gegevens van de leerlingen leggen we vast in een leerlingvolgsysteem. We maken gebruik van Parnassys. In dit systeem kunnen we alle gegevens van de leerlingen verwerken. Door middel van deze toetsen proberen we de leerlingen zo goed mogelijk te volgen en ons onderwijs zo goed mogelijk aan te laten sluiten bij het niveau van de leerlingen. De resultaten en de acties die daaruit voortvloeien, zullen we tijdig en zorgvuldig met de ouders bespreken.

Tijdens de leerjaarbesprekingen en groepsbesprekingen bespreken de leerkrachten de resultaten met de intern begeleider. Op basis van de resultaten van de groep en de leerlingen worden acties en interventies uitgezet. De leerjaarbesprekingen en groepsbesprekingen worden in ieder geval twee keer per jaar gevoerd, maar waar nodig kan dit uitgroeien tot 4 keer per jaar.

Alle resultaten van de leerlingen worden gecommuniceerd met ouders, twee keer per jaar krijgen de leerlingen een rapport mee naar huis.

Tijdens de oudergesprekken hebben ouders en leerlingen de mogelijkheid om de resultaten te bespreken met de leerkrachten. Deze oudergesprekken vinden 3x per jaar plaats. 2x voor iedereen en 1x facultatief.

Welk schooladvies kregen de leerlingen van deze school?

Toelichting van de school

Leerlingen en ouders worden betrokken bij het toekomstperspectief, zodat er een duidelijk beeld ontstaat over hoe de leerling ervoor staat en wat hij of zij kan ontwikkelen. In leerjaar 6 worden leerlingen en ouders meegenomen richting een breed advies, dit noemen we bandbreedte. Dit betekent dat we minimaal 3 richtingen benoemen waarnaar de leerling uit kan stromen. We bespreken de wens van leerlingen richting het voortgezet onderwijs. In leerjaar 7 wordt tijdens het tweede oudergesprek het pré-advies met ouders en leerlingen besproken. In leerjaar 8 volgt een uitgebreid programma richting het voortgezet onderwijs. Dit wordt toegelicht tijdens de informatieavond. Leerlingen en ouders ontvangen tijdens het tweede oudergesprek het definitieve advies. 

Tijdens de voorlopige adviesgesprek in groep 8 (oktober) wordt dit met ouders besproken. In maart volgen de definitieve adviesgesprekken waar in overleg met ouders de juiste vervolgstap voor het VO wordt gekozen.

In maart worden de leerlingen aangemeld op het Voortgezet Onderwijs. De basisschool zorgt voor het invullen van een onderwijskundig rapport waar alle gegevens van de leerlingen in komen staan. Dit rapport vormt samen met een overdrachtsgesprek voor een ‘warme overdracht’. In februari doen de leerlingen mee aan de doorstroomtoets. Deze maken we op papier. De uitslag van deze toets geeft een indicatie voor het niveau van de leerling. Als uit de resultaten van de doorstroomtoets een hogere verwachting voor VO komt dan het advies van de basisschool, heroverwegen wij in overleg met ouders en leerling ons eerder gegeven advies.

Weergave Schooladvies

Bron

Zitten de oud-leerlingen van deze school in het voortgezet onderwijs boven, op of onder hun schooladvies?

In groep 8 krijgt elke leerling van de basisschool een advies voor het voortgezet onderwijs dat past bij het niveau van deze leerling. De leerling stroomt vervolgens door naar het voortgezet onderwijs. In het derde jaar wordt gekeken welk niveau de leerling werkelijk heeft vergeleken met het niveau van het schooladvies. Dit wordt vertaald naar drie categorieën: boven, op en onder advies. Bijvoorbeeld: een leerling met schooladvies vmbo-b die in het derde jaar op het vmbo-k zit, zit boven advies. En een leerling met schooladvies havo/vwo die in het derde jaar op het havo zit, zit op advies. Wanneer deze leerling in het derde schooljaar op het vwo zit, zit hij/zij boven advies.
In het derde jaar

Bron

Sociale ontwikkeling

Hoe denkt deze school over sociale ontwikkeling?

Wij hechten als school heel erg veel waarde aan de sfeer op school. We volgen de kinderen niet alleen in hun cognitieve ontwikkeling, maar daarnaast ook op sociaal-emotioneel gebied. Het welbevinden van de leerling is voor ons de basis om ontwikkeling op gang te brengen. Daarnaast volgen we de betrokkenheid van de leerlingen.

Op dit moment zijn de uitslagen van ons volgsysteem (Zien) erg positief. We scoren de kinderen op onderstaande vaardigheden. Deze vaardigheden hebben kinderen nodig om op een adequate manier de sociaal-emotionele ontwikkeltaken te volbrengen: 

  • Sociaal initiatief
  • Sociale flexibiliteit
  • Sociale autonomie
  • Impulsbeheersing
  • Inlevingsvermogen

De categorieën helpen de leerkracht om inzicht te krijgen in mogelijke oorzaken van een lagere betrokkenheid en/of welbevinden. Ze geven zicht op de sociaal-emotionele ontwikkelbehoeften van een kind of groep. Dit stelt leerkrachten beter in staat om leerlingen adequaat te kunnen ondersteunen. Een belangrijk kenmerk van de vijf vaardigheidscategorieën is dat het hier gaat om direct te beïnvloeden leerlingkenmerken. De vijf vaardigheden categorieën zijn onder te verdelen in ruimte nemende vaardigheden en ruimte gevende vaardigheden. Een leerling moet in sociale situaties zowel ruimte in kunnen nemen voor zichzelf (Sociaal initiatief en Sociale autonomie) als ruimte geven aan de ander (Sociale flexibiliteit, Impulsbeheersing en Inlevingsvermogen).

Kernwaarden uit de visie op sociale ontwikkeling

  • Een fijne sfeer
  • Van en met elkaar leren
  • Eigenaarschap bij leerlingen

Wat zegt de inspectie over de school?

De Inspectie van het Onderwijs onderzoekt minimaal één keer in de vier jaar het bestuur van een school. De inspectie kijkt dan of de kwaliteitszorg, de onderwijskwaliteit en de financiële zaken bij het schoolbestuur op orde zijn. Daarnaast bezoekt de inspectie een aantal scholen die bij het schoolbestuur horen en onderzoekt deze scholen nader. De gegevens van het laatste onderzoek van de inspectie zijn beschikbaar op de website van de onderwijsinspectie.

Terug naar boven