Oosterschool voor Openbaar Basisonderwijs

Hoofdweg 233 9695 AH Bellingwolde

  • De kleuters krijgen een verkeersles
  • Henk Vos leest voor in groep 5 en 6
  • Verkeersles voor groep 3 en 4

Het team

Alle personeelsleden van de school vormen samen het team. Zowel de leerkrachten voor de klas, als het niet onderwijzend personeel. Vaak zijn er op een school specialisten aanwezig die extra ondersteuning bieden aan leerlingen die dit nodig hebben. Elke school kent daarin een eigen aanpak. Hoe het team is samengesteld en hoe de school bijvoorbeeld vervanging regelt? Dat kan alleen de school je vertellen.

Vakleerkrachten op deze school

Hoe wordt vervanging geregeld?

Op onze scholen hebben we de mogelijkheid om gebruik te maken van een pluspooler. Dit zijn leerkrachten binnen onze stichting, die beschikbaar zijn om in te vallen.

Mochten deze leerkrachten al ingezet zijn, dan hebben we nog de mogelijkheid om een invaller in te zetten.

Directie van de school

Medewerkers op deze school (instellingsniveau)

Hoe is de verdeling mannen en vrouwen?

Bron

Wat is de leeftijd van de teamleden?

Bron

Hoe zijn de teamleden verdeeld over de verschillende functiegroepen?

Bron

Hoe zijn de leerlingen gegroepeerd?

Toelichting van de school

Op de Oosterschool zijn de kinderen ingedeeld in combinatiegroepen. We hebben de volgende groepssamenstellingen;

groep 1 en 2; juf Manon en juf Ilona

groep 3 en 4; juf Nienke en juf Roos

groep 5 en 6; juf Annemiek 

groep 7 en 8; juf Jessica en meester Geert Jan

Daarnaast is op maandag, dinsdag en donderdag juf Lianne onze onderwijsassistent.

Op maandag, dinsdag en woensdag is juf Linda vrijgeroosterd van lesgevende taken en voert zij de IB-werkzaamheden uit. Dit zijn taken die te maken hebben met de zorg en begeleiding van onze leerlingen.  

Klasindeling

  • Combinatiegroepen

Hoe wordt de tijd op school besteed?

Leerjaar 1 en 2

Toelichting van de school

De eerste jaren op de basisschool zijn erg belangrijk. Een kind is in deze fase van z'n leven bezig de wereld om zich heen te ontdekken en te structureren. In dit proces heeft de leerkracht een stimulerende en sturende taak om er voor te zorgen dat het jonge kind zich op zijn eigen niveau voldoende ontwikkelt. In een veilige en gestructureerde speel/leeromgeving zullen de volgende ontwikkelingsgebieden aangeboden worden:

  • Taal/leesontwikkeling: o.a. woordenschat, zinsbouw, auditieve taaloefeningen, beginnende geletterdheid
  • Rekenontwikkeling: o.a. tellen, getalbegrip, meten, wegen, vormen, kleuren, rekenbegrippen, beginnende gecijferdheid
  • Muzikale ontwikkeling: o.a. zingen, experimenteren met instrumenten en geluiden
  • Beeldende vaardigheden: o.a. knutselen, tekenen, verven, kleien, bouwen
  • Sociaal-emotionele ontwikkeling: o.a. samenspelen, gevoelens uiten, inlevingsvermogen   
  • Motorische ontwikkeling: o.a. knippen, plakken, vouwen, voorbereidend schrijven, grove  motoriek 

In groep 1 en 2 wordt thematisch gewerkt. Het onderwijsaanbod wordt in 2- of 3 wekelijkse thema’s gepland en uitgewerkt, zodat alle ontwikkelingsgebieden voldoende aan bod komen. De leeromgeving is voor jonge kinderen uitnodigend en uitdagend. Naast het leerstofaanbod tijdens kringactiviteiten, zijn er werk-/speelhoeken in het lokaal gerealiseerd, die aansluiten bij de kern- en tussendoelen van de ontwikkelingsgebieden. Voor groep 1 en 2 zijn speciale taal- en rekenmethoden en speel/leermaterialen aangeschaft om verantwoord onderwijs te geven, dat aansluit bij de vastgestelde ontwikkelingsdoelen. Ook wordt op deze manier een doorgaande lijn gehanteerd tussen groep 2 en 3. De ontwikkeling van iedere leerling in groep 1 of 2 wordt nauwlettend door de leerkracht in de gaten gehouden door tussentijds observaties uit te voeren. De ontwikkeling van de leerling wordt 3 keer per jaar met de ouders/verzorgers besproken.

Leerjaar 3 t/m 8

Toelichting van de school

De hoofdvakken zijn hierboven weer gegeven, daarnaast is er nog aandacht voor bijvoorbeeld zelfstandig werken. De oriëntatie op jezelf en de wereld is opgenomen in Wereldoriëntatie.

Vormingsonderwijs: Onze school is een openbare school. In de wet staat dat op onze school lessen vormingsonderwijs kunnen worden gegeven als ouders daarom vragen. Het godsdienstonderwijs en levensbeschouwelijk vormingsonderwijs worden gegeven binnen de schooltijden, maar valt niet onder de verantwoordelijkheid van onze school. Deze lessen zijn aanvullend op de aandacht die wij als school besteden aan geestelijke stromingen en burgerschapsvorming. De wekelijkse lessen vormingsonderwijs van drie kwartier worden verzorgd door een bevoegde vakdocent van een bepaalde levensbeschouwelijke richting. U kunt kiezen voor boeddhistisch, hindoeïstisch, humanistisch, islamitisch, katholiek of protestants-christelijk vormingsonderwijs. Als ouders van zeven of meer leerlingen interesse hebben in vormingsonderwijs, kunnen wij deze lessen aanvragen bij de organisatie die het vormingsonderwijs op de openbare basisscholen verzorgt. Er zijn voor u of onze school geen kosten aan verbonden. Meer informatie is te vinden op de website www.vormingsonderwijs.nl.

Bron

Extra mogelijkheden op deze school

Extra ondersteuning van de leerlingen

Toelichting van de school

De Oosterschool wil, binnen de grenzen van onze mogelijkheden, passend onderwijs bieden aan alle kinderen. Daarbij willen we uitgaan van de kracht en de talenten van kinderen. Onze school is de plek voor kinderen om zich in een veilige sfeer breed te ontwikkelen. We willen kinderen uitdagen om zelf te leren leren. Dit doen wij o.a. door het aanbieden van een rijke en uitdagende leeromgeving. Daarnaast willen wij voor iedere leerling hoge en positieve verwachtingen uitstralen, hoge resultaten nastreven en kinderen succeservaringen bieden. Wij zien het als één van onze opdrachten het onderwijs aan de kinderen van de Oosterschool zodanig vorm te geven dat ze, na het verlaten van de school, als zelfstandige, zelfverantwoordelijke, coöperatieve, respectvolle, vaardige, creatieve, maar vooral gelukkige leerlingen verder kunnen in het vervolgonderwijs dat bij ieder afzonderlijk past.

Kort samengevat staan wij voor: Samen leren op weg naar zelfstandigheid.

In het schoolondersteuningsprofiel omschrijft de school hoe leerlingen met een extra ondersteuningsvraag begeleid worden. En welke middelen de school hiervoor ter beschikking heeft. Ook het contact met de ouders hierover komt aan bod. Leerlingen met een extra ondersteuningsvraag hebben die ondersteuning nodig vanwege bijvoorbeeld een lichamelijke- of verstandelijke beperking, een chronische ziekte, een gedragsprobleem of een leerstoornis.

Ons schoolondersteuningsprofiel wordt jaarlijks geactualiseerd. Wij vinden het belangrijk dat de leerlingen hun talenten ontplooien. Ze gaan met plezier naar school, zodat ze zoveel mogelijk leren. Iedere leerling heeft zijn eigen aanleg, interesse en tempo. Wij houden rekening met de onderwijsbehoeften van elke leerling. Soms heeft een kind extra ondersteuning nodig. Door goed te observeren kunnen wij in een vroeg stadium acties ondernemen.

In principe ziet ons ondersteuningsaanbod er als volgt uit: In de organisatie van de ondersteuningsstructuur gaan we uit van de twee niveaus: Basisondersteuning en Extra ondersteuning  

niveau 1 de basisondersteuning

De basisondersteuning is het aanbod van onderwijs en ondersteuning die de school zelf in de groepen aan alle leerlingen binnen de eigen schoolorganisatie kan bieden. De kern van de basisondersteuning wordt uitgevoerd in de groep. Onze basisondersteuning heeft een permanent karakter en is toegankelijk voor alle leerlingen Basisondersteuning omvat de ondersteuning die de school zelf binnen de eigen organisatie aan alle leerlingen biedt. Uitgangspunt is dat het kind zoveel mogelijk wordt opgevangen in de eigen groep door de eigen leraar. Onder de basisondersteuning vallen ook de maatregelen die open staan voor alle leerlingen, zoals het werken in differentiatie-groepen, remediërende hulp, meer handen in de klas in de vorm van onderwijsassistenten, de begeleiding en coaching door de intern begeleider en/of andere deskundigen binnen of soms ook buiten de school.

Alle basisscholen van SOOOG moeten kinderen met de volgende typering kunnen bedienen.

  • met een IQ rondom het gemiddelde: ergens tussen 80 à 85 enerzijds en 115 à 120 anderzijds
  • met een min of meer probleemloze ontwikkeling
  • met (beperkte) leerproblemen
  • een vertraagde lees- taalontwikkeling, mogelijk als gevolg van dyslexie of dysorthografie
  • een vertraagde rekenontwikkeling, mogelijk als gevolg van dyscalculie
  • met (beperkte) problemen in hun sociaal-emotioneel functioneren
  • faalangst
  • zwak ontwikkelde sociale vaardigheden

Wanneer kinderen kampen met ernstige leerproblemen: een achterstand van ruim 1 jaar op één of meerdere vakgebieden of als er problemen zijn op sociaal/emotioneel gebied, kan:

  • het programma aangepast worden (hoeveelheid en aanbod van het werk, het werktempo, of het niveau);
  • gekozen worden voor het werken in een andere methode, met ander materiaal. In beide gevallen doen de leerlingen zoveel mogelijk met de groep mee. Geprobeerd wordt de kerndoelen te bereiken. De leerbaarheid van het kind is zodanig, dat het ons reguliere leerstofaanbod helemaal of grotendeels kan verwerken, in elk geval een minimaal gemiddelde beheersing van de leerstof tot eind groep 6, opdat de leerling kan deelnemen aan het voortgezet onderwijs;
  • tegemoet worden gekomen door te differentiëren in de instructie. Binnen elke groep is de instructie per ontwikkelingsgebied beperkt tot maximaal drie niveaus;
  • gekozen worden voor een langer verblijf in een bepaalde groep;

Steeds moet in de gaten gehouden worden dat:

  • het kind zich prettig voelt op school;
  • het kind in de groep past; het gedrag niet storend is voor de groep;
  • de veiligheid van het kind zelf, de medeleerlingen en de leerkracht gewaarborgd is;
  • het kind redelijk zelfstandig kan werken;
  • het kind voldoende vorderingen maakt.

niveau 2 extra ondersteuning:

Dit is het aanbod aan onderwijsondersteuning in de vorm van arrangementen die in onze eigen school of in gespecialiseerde voorzieningen in de regio aanwezig zijn (bijv.: speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs). Bij een verwijzing naar speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs draagt de school de verantwoordelijkheid voor de leerling over aan deze voorziening.

Het beleid ten aanzien van de opvang van meer- en hoogbegaafde leerlingen

Afgesproken is dat in de basisondersteuning alle scholen van SOOOG leerlingen tot een IQ van 115-120 kunnen bedienen. De Oosterschool acht zich ook in staat om de meer- en hoogbegaafde leerlingen op te vangen. De aanpak van o.b.s. Oosterschool van meer- en hoogbegaafde leerlingen:

  • Binnen het reguliere leerstofaanbod beschikt de school over voldoende materiaal om ook de begaafde leerlingen veel uitdaging te bieden. De school maakt gebruik van de diverse ‘plus’ materialen die bij de methodes aangeleverd worden. Bijv. de zonaanpak bij de leesmethode ‘Veilig leren lezen’, het plusschrift bij de rekenmethode ‘De Wereld in Getallen’ en de verrijkingsstof bij de taalmethode ‘Taal op Maat’.
  • Als er bij een leerling psychologisch onderzoek heeft plaatsgevonden en er sprake is van hoogbegaafdheid, gaat school met ouders en medewerker expertisecentrum SOOOG in gesprek. Er vindt een zorgvuldige afweging plaats.

De volgende opties worden besproken:

  1. de leerling blijft in de eigen groep, krijgt verrijkingsmateriaal en gaat versneld, binnen de eigen groep de leerstof doorlopen.
  2. de leerling blijft in de eigen groep, maar volgt instructie van één of meerdere vakken in een andere (hogere) groep. Daarna kan de verwerking plaatsvinden binnen de eigen groep.
  3. de leerling gaat versnellen en wordt geplaatst in een hogere groep.
  4. de leerling krijgt aangepast materiaal en instructie binnen de eigen groep.  

Het beleid ten aanzien van de opvang van minder begaafde/verstandelijk beperkte leerlingen.

Afgesproken is dat in de basisondersteuning alle scholen van SOOOG leerlingen met een IQ vanaf 80-85 kunnen bedienen. De Oosterschool acht zich ook in staat om minder begaafde leerlingen op te vangen.

Wanneer er leerlingen zijn met ernstige leerproblemen/achterstanden bijv. een achterstand van ruim een jaar op één of meerdere vakgebieden gaan we als volgt te werk:

  • het programma wordt aangepast m.b.t.: - hoeveelheid en aanbod, - werktempo, - niveau van het werk.
  • we kiezen voor het (gedeeltelijk) werken met andere materialen ( bijv. hulpprogramma’s computer/ aanschouwelijke rekenmaterialen). De leerling doet zoveel mogelijk met de groep mee. De leerling kan het reguliere leerstofaanbod helemaal of grotendeels verwerken.
  • differentiatie in de instructie binnen de groep. Onze school hanteert het ‘Directe Instructie Model’. Binnen dit model is er ruimte voor herhaalde instructie, individuele begeleiding en begeleide inoefening.
  • voor de leerling wordt een OPP opgesteld en/of eigen leerlijn.
  • kiezen voor een langer verblijf in een groep (doubleren). Het is mogelijk dat het een leerling niet meer lukt aan te sluiten bij het regulier onderwijsaanbod. Voor de leerling wordt dan een individuele leerlijn en vanaf groep 6 een OPP opgesteld.   

Toekomstig aanbod aan extra ondersteuning

We hebben per vakgebied inzichtelijk gemaakt wat we gaan aanbieden als er een extra ondersteuningsbehoefte is van de kinderen. 

Welke specialisten bieden extra ondersteuning op deze school?

Kwaliteitszorg en schoolplan

Download het schoolplan

Aanbod voor het jonge kind

Toelichting van de school

Op de Oosterschool onderhouden we goede contacten met de peuteropvang. Door overleg met de peuteropvang voordat het kind op school komt, kunnen we goed aansluiten bij de beginsituatie van de leerling. Dit zorgt voor een goede start voor alle kinderen.

Voor- en vroegschoolse educatie (VVE) VVE houdt in dat kinderen op jonge leeftijd al meedoen aan allerlei educatieve programma’s bij de kinderopvang of bij de peuteropvang. Op een speelse manier worden alle ontwikkelingsgebieden extra gestimuleerd. VVE-programma’s richten zich niet alleen op het stimuleren van de taalontwikkeling, maar ook de sociaal-emotionele, de cognitieve en motorische ontwikkeling, rekenvaardigheid, ruimtelijk inzicht enzovoort, worden hierin betrokken. Deze programma’s beginnen bij de peutersopvang of de kinderopvang (voorschoolse periode) en lopen door tot in de eerste twee groepen van de basisschool (vroegschoolse periode). Op deze manier wordt de doorgaande ontwikkelingslijn gewaarborgd. Kinderen met een risico op achterstanden, de zogenaamde “doelgroep leerlingen”, krijgen via speciale programma’s extra aandacht voor hun ontwikkeling. Zo kunnen ze goed van start op onze basisschool, om zo in een ononderbroken ontwikkelingslijn de onderwijsloopbaan te vervolgen. Er zijn geregeld overlegmomenten tussen de leerkrachten en de opvangmedewerksters over het educatieve aanbod, de werkwijze en de kinderen. Daarbij is er een doorgaande lijn wat betreft de zorg voor kinderen en vindt er een overdracht plaats voordat de peuter vier jaar wordt en start in de kleutergroep. Schoolbesturen en aanbieders van kinderopvang en peuteropvang werken binnen VVE samen met het gemeentebestuur. De samenwerkende partners hebben een convenant afgesloten en met de gemeente resultaatsafspraken gemaakt. De behaalde resultaten worden gemonitord door de gemeente zodat de gemeente zich richting de rijksoverheid kan verantwoorden over de inzet van de beschikbare VVE-middelen. Bij zowel voor- als vroegschoolse educatie is het betrekken van ouders zeer belangrijk. Samen met de ouders verantwoordelijkheid nemen en ouders proberen als educatief partner te zien is hierbij belangrijk. In samenspraak met de Voorschool gebruiken we de volgende programma’s op onze school:   Kleuterplein

Terug naar boven