Oosterschool voor Openbaar Basisonderwijs

Hoofdweg 233 9695 AH Bellingwolde

  • De kleuters krijgen een verkeersles
  • Henk Vos leest voor in groep 5 en 6
  • Verkeersles voor groep 3 en 4

Resultaten eindtoets

Toelichting van de school

Voor wat betreft de eindtoets   

De resultaten van de eindtoets lagen de afgelopen jaren boven de ondergrens van de inspectie. In het schooljaar 2020-2021, in het schooljaar 2021-2022 en in het schooljaar 2022-2023 scoren we boven de signaleringswaarde van de referentieniveaus.

De resultaten liggen daarmee tenminste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht.

Aan het einde van de basisschool heeft uw kind veel geleerd. Er is veel praktische kennis verworven op diverse gebieden, zoals rekenen, lezen, spelling, aardrijkskunde,  enzovoort. Maar ook het zelfstandig kunnen uitvoeren van een taak, het kunnen omgaan met medeleerlingen, samenwerken, enzovoorts zijn zeer belangrijke resultaten van ons onderwijs. En het zijn juist deze laatste aspecten van het onderwijs die erg moeilijk meetbaar zijn!

De referentieniveaus

Voor het hele onderwijs (van de basisschool tot en met het hoger onderwijs) is in de Wet Referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen (2010) vastgelegd wat leerlingen moeten kennen en kunnen als het gaat om Nederlandse taal en rekenen/wiskunde. Het gaat om basiskennis en - vaardigheden die voor alle leerlingen van belang zijn. Het aanleren van de basisvaardigheden is een kerntaak van het onderwijs. Voor taal zijn per niveau de volgende domeinen beschreven: mondelinge taalvaardigheid, lezen, schrijven, taalverzorging. Voor rekenen gaat het om de volgende domeinen: getallen, verhoudingen, meten en meetkunde. De basiskennis en - vaardigheden kun je op verschillende niveaus beheersen. Voor taal zijn er in totaal vier niveaus beschreven en voor rekenen/wiskunde drie. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen een fundamenteel niveau (F) en een streefniveau (S). Uitgangspunt is, dat je het niveau 2F nodig hebt om maatschappelijk mee te kunnen doen. Er zijn leerlingen die minder snel of sneller dan gemiddeld de leerstof beheersen. Al deze leerlingen moeten uitgedaagd worden. De ene groep door wat meer dan voorheen van ze te vragen om zo veel mogelijk een fundamenteel niveau te behalen. De andere groep door ze wat extra’s te bieden: een streefniveau. Bij taal betekent dit dat je deze leerlingen de stof van een direct volgend fundamenteel niveau aanbiedt. Bij rekenen/wiskunde gaat het om een apart beschreven, abstracter, niveau.

De afgelopen drie schooljaren ligt ons gemiddelde op 1F boven de signaleringswaarde en het landelijk gemiddelde. Ons gemiddelde op 1S ligt ver boven de signaleringswaarde van 37,5. 

Welk percentage leerlingen behaalt het fundamentele niveau en welk percentage het streefniveau?

Let op: In schooljaar 2023-2024 is de eindtoets vervangen door de doorstroomtoets. Op dit moment zie je nog de resultaten van de eindtoets van 2023.
De resultaten van de doorstroomtoets van 2024 zijn na de zomer voor het eerst zichtbaar. Dit is in lijn met de beoordeling van de Inspectie van het Onderwijs. Kijk voor meer informatie op de website van de inspectie.

Let op: Voor de beoordelingen in het schooljaar 2023-2024 hanteert de inspectie naast de ongewijzigde signaleringswaarden zogenaamde correctiewaarden bij de beoordeling van de leerresultaten. Meer informatie is te vinden op de website van de inspectie.

Fundamenteel niveau

Het fundamenteel niveau is het niveau voor taal en rekenen dat zoveel mogelijk leerlingen aan het einde van de basisschool zou moeten beheersen. Dit wordt gemeten in groep acht met de eindtoets. De inspectie stelt dat minimaal 85% van alle leerlingen het basisniveau moet behalen. Deze 85% is de signaleringswaarde voor het fundamenteel niveau en dit is voor alle basisscholen in Nederland gelijk.

Bron

Streefniveau

Het streefniveau is een hoger niveau dan het fundamenteel niveau. Het doel is dat zoveel mogelijk leerlingen eind groep acht het streefniveau bereiken. Op basis van de leerlingpopulatie op school wordt door de inspectie voor elke basisschool in Nederland apart bepaald hoeveel procent van de leerlingen het streefniveau moet halen. Dat percentage is de signaleringswaarde voor het streefniveau van de school.

Bron

Hoe gebruikt deze school tussentijdse toetsen?

Toelichting van de school

Om na te gaan welke ontwikkelingen de leerlingen doormaken, neemt de school regelmatig tussentijdse toetsen af. Naast de methodegebonden toetsen zijn er ook toetsen die onafhankelijk de kennis en vaardigheid van leerlingen in een betreffend vak in kaart brengen.

De tussenresultaten worden middels het maken van trendanalyses geanalyseerd met het team op leerlingniveau, groepsniveau en schoolniveau.

We kijken naar wat een kind nodig heeft om van het onderwijs te profiteren en niet naar wat een kind niet kan. We gaan uit van de mogelijkheden van ieder kind en houden rekening met eventuele beperkingen. Onze leraren beschikken over de deskundigheid om hun leerlingen te helpen. Elk kind leert op zijn eigen manier. Ieder kind heeft zijn eigen talenten. Binnen de school houden we hier rekening mee. Kinderen, die problemen hebben met het begrijpen van de leerstof, krijgen extra aandacht van de leerkracht, onderwijsassistent of RT-er. 

Op de Oosterschool hanteren we convergente differentiatie. Binnen de convergente differentiatie hanteren we drie niveaus: basis, risico - en plusgroep. We stellen doelen op school, groep -en leerlingniveau. We brengen de onderwijsbehoeften van de leerlingen in kaart en het handelen van de leerkracht wordt afgestemd op de onderwijsbehoeften van de leerlingen en/of de groep teneinde de gestelde doelen te behalen. De ontwikkeling van de leerlingen wordt nauwkeurig gevolgd met behulp van het LVS Parnassys (cognitieve ontwikkeling) en het LVS Kindbegrip (sociale ontwikkeling). We evalueren systematisch de behaalde resultaten en daar waar nodig wordt het leerkrachthandelen aangepast. 

Leerkrachten maken een groepsplan voor de basisvaardigheden. Twee plannen per jaar, met twee keer een tussenevaluatie voor de risicogroep. Soms een plan van aanpak voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. In het logboek ( onderdeel van de dagplanning) is de zorg en het resultaat van de zorg concreet aangegeven. Analyseren leerling- en groepsresultaten. De leerkrachten analyseren de methodetoetsen en maken een foutenanalyse. De leerkracht verwerkt de uitkomsten van deze analyse in de begeleiding in de volgende  les(sen). Twee keer per jaar evalueren en analyseren we de resultaten op de Citotoetsen. We volgen de ontwikkeling van leerlingen voortdurend (leraar), maar formeel gebeurt dit bij de groepsbesprekingen (2x per jaar, na de midden- en eindtoetsen). Tijdens de groepsbesprekingen komen aan de orde: de ontwikkeling van de groep als geheel (en het leraargedrag), de ontwikkeling van de subgroepjes (basis-plus-risico) en de ontwikkeling van individuele leerlingen. De afspraken naar aanleiding van het overleg worden vastgelegd en gemonitord.

Indien nodig wordt er bij het expertpertisecentrum van Sooog een observatie of een onderzoek aangevraagd. 

Welk schooladvies kregen de leerlingen van deze school?

Toelichting van de school

Aan het einde van de basisschool heeft uw kind veel geleerd. Er is veel praktische kennis verworven op diverse gebieden, zoals rekenen, lezen, spelling, aardrijkskunde,  enzovoort. Maar ook het zelfstandig kunnen uitvoeren van een taak, het kunnen omgaan met medeleerlingen, samenwerken, zijn zeer belangrijke resultaten van ons onderwijs. En het zijn juist deze laatste aspecten van het onderwijs die erg moeilijk meetbaar zijn!

Wij hanteren de Plaatsingswijzer. In de Plaatsingswijzer voeren wij de toetsgegevens in vanaf groep 6 en dan zal er een advies tot stand komen. De doorstroomtoets wordt in februari afgenomen en voor eind maart moeten de leerlingen zijn aangemeld op het voortgezet onderwijs.  

  1. De eindtoets gaat doorstroomtoets heten. Hierdoor wordt beter duidelijk dat de leerling zich blijft ontwikkelen. Ook na het afnemen van de toets in groep 8. 
  2. Er komt 1 week waarin leerlingen zich aanmelden voor de middelbare school. Alle leerlingen maken dan evenveel kans op een plek op de school van hun voorkeur die ook past bij het schooladvies.
  3. Doordat er 1 aanmeldweek komt, veranderen de stappen van het schooladvies en de toets: 
  • Scholen melden zich tussen 1 oktober en 15 november aan voor een doorstroomtoets. 
  • Leerlingen ontvangen tussen 10 en 31 januari hun voorlopig schooladvies. 
  • Leerlingen maken in de eerste 2 weken van februari de doorstroomtoets. 
  • Uiterlijk 15 maart ontvangen de scholen de uitslag van de doorstroomtoets. 
  • Leerlingen en ouders ontvangen uiterlijk 24 maart van hun school het definitieve schooladvies. 
  • Tussen 25 maart en 31 maart melden alle leerlingen zich tegelijk, met hun definitieve advies, aan op de middelbare school. 

Doorstroming naar het vervolgonderwijs is echter slechts gedeeltelijk te beschouwen als het resultaat van ons onderwijs. Dat deze resultaten onderling in het geheel niet vergelijkbaar zijn en op zichzelf niets zeggen over de behaalde resultaten tussen begin- en eindsituatie lijkt ons zeer logisch. Immers, het gemiddeld schoolresultaat dat een school kan behalen hangt in sterke mate af van o.a. de schoolpopulatie, terwijl de door de school geleverde inzet veel hoger kan liggen dan die van een school, waarvan de leerlingen veel betere resultaten behalen. Een vergelijking van scholen, enkel en alleen op basis van deze gegevens lijkt ons daarom beslist niet representatief. 

Weergave Schooladvies

Bron

Zitten de oud-leerlingen van deze school in het voortgezet onderwijs boven, op of onder hun schooladvies?

In groep 8 krijgt elke leerling van de basisschool een advies voor het voortgezet onderwijs dat past bij het niveau van deze leerling. De leerling stroomt vervolgens door naar het voortgezet onderwijs. In het derde jaar wordt gekeken welk niveau de leerling werkelijk heeft vergeleken met het niveau van het schooladvies. Dit wordt vertaald naar drie categorieën: boven, op en onder advies. Bijvoorbeeld: een leerling met schooladvies vmbo-b die in het derde jaar op het vmbo-k zit, zit boven advies. En een leerling met schooladvies havo/vwo die in het derde jaar op het havo zit, zit op advies. Wanneer deze leerling in het derde schooljaar op het vwo zit, zit hij/zij boven advies.
In het derde jaar

Bron

Sociale ontwikkeling

Hoe denkt deze school over sociale ontwikkeling?

De aandacht voor een veilige en ook pestvrije schoolomgeving is de laatste jaren enorm toegenomen. Wij vinden dit terecht. Kinderen maar ook volwassenen moeten veiligheid ervaren en beleven om zich zo goed mogelijk te kunnen ontwikkelen en ontplooien. Samen willen wij zorgen voor een goede sfeer en een gevoel van veiligheid waarbij het gaat om de persoonlijke groei. Samen willen wij blijven werken aan de veilige school waar kinderen, ouders en medewerkers recht op hebben. Onze school heeft veiligheidsbeleid beschreven en vastgesteld conform de aangescherpte wet- en regelgeving. De ouders zullen hier geregeld van op de hoogte worden gehouden. Daarnaast heeft iedere SOOOG school een “veiligheidscoördinator” aangewezen. Deze veiligheidscoördinator fungeert o.a. als eerste aanspreekpunt op het gebied van pesten. Naast het zijn van aanspreekpunt voor leerlingen en ouders coördineert, deze aan de school verbonden persoon, ook het anti-pestbeleid van de school. Voor vragen over veiligheid of opmerkingen en aanvullingen kunt u bij deze collega terecht. Op onze school is Linda Pals de veiligheidscoördinator. De school monitort jaarlijks de veiligheid van leerlingen met een instrument dat een representatief en actueel beeld geeft. Onder veiligheid wordt verstaan de sociale, psychische en fysieke veiligheid van leerlingen.  

Kernwaarden uit de visie op sociale ontwikkeling

  • veiligheid
  • goede sfeer
  • persoonlijke groei

Wat zegt de inspectie over de school?

Toelichting van de school

Onze school heeft het vertrouwen van de onderwijsinspectie. Het inspectierapport kunt u hier lezen.

Terug naar boven