Bron: <b>DUO</b><br />Vergelijkbare scholen: <b>basisscholen met een vergelijkbare schoolweging.</b><br /> <a href="https://achtergrondinformatie.vensters.nl/p/VenstersPO/6192449487635142" class="button button-link" target="_blank"><i class="fas fa-external-link-square-alt"></i> Achtergrondinformatie</a>">Bron
Het streefniveau is een hoger niveau dan het fundamenteel niveau. Het doel is dat zoveel mogelijk leerlingen eind groep acht het streefniveau bereiken. Op basis van de leerlingpopulatie op school wordt door de inspectie voor elke basisschool in Nederland apart bepaald hoeveel procent van de leerlingen het streefniveau moet halen. Dat percentage is de signaleringswaarde voor het streefniveau van de school.
Wij werken volgens de richtlijnen vanuit het SLO aan de kerndoelen. Om de kerndoelen te behalen zetten wij methodes, ondersteund door ict, in om aan onze doelen te werken. Wij maken daarin afgewogen keuzes, die ons beredeneerd aanbod vormen.
Aan de hand van toetsen analyseren wij de opbrengsten van de toetsen en maken we vervolgens een plan voor 6 weken. Na die periode zijn er groepsbesprekingen, waarin we de doelen en factoren bespreken.
Ons leerlingvolgsysteem en toetsen zijn van IEP-toetsen.
Aan het einde van groep 7 krijgen onze leerlingen een voorlopig schooladvies. Dit voorlopig advies is gebaseerd op wat we tot dan toe hebben gezien, getoetst en gewogen. Dit advies komt tot stand in samenwerking met de intern begeleider en de inhoud wordt natuurlijk gevuld door gesprekken en resultaten uit voorgaande jaren. Wij baseren onze adviezen op de leerlijnen (1F dan wel/niet behaald of al op weg naar 2F).
In groep 8 wordt de doorstroom-toets gemaakt. Deze toets is voor de school een check om te kijken of wij goed gezien hebben wat de potentie is van onze leerling en voor de leerling is het (hopelijk) een bevestiging van de al eerder besproken constateringen. Als het goed is, is het voor de kinderen nooit een verrassing van wat een mogelijke uitkomst zou kunnen zijn. Je doet je best en meer kun je niet doen.
Het definitieve schooladvies komt tot stand door bovenstaande te combineren met de context waarin onze leerling opgroeit. We adviseren kansrijk en nemen daarin het welbevinden van onze leerling mee.
In groep 8 krijgt elke leerling van de basisschool een advies voor het voortgezet onderwijs dat past bij het niveau van deze leerling. De leerling stroomt vervolgens door naar het voortgezet onderwijs. In het derde jaar wordt gekeken welk niveau de leerling werkelijk heeft vergeleken met het niveau van het schooladvies. Dit wordt vertaald naar drie categorieën: boven, op en onder advies. Bijvoorbeeld: een leerling met schooladvies vmbo-b die in het derde jaar op het vmbo-k zit, zit boven advies. En een leerling met schooladvies havo/vwo die in het derde jaar op het havo zit, zit op advies. Wanneer deze leerling in het derde schooljaar op het vwo zit, zit hij/zij boven advies.
Naast het vergaren van kennis vinden wij het enorm belangrijk dat onze leerlingen zich ook ontwikkelen als een zelfstandig, gelukkig mens. Wij hebben daar ons motto "Met plezier samen leren" op gebaseerd.
Op ons leerplein beginnen we al heel vroeg met het zelf keuzes maken. Wat wil ik leren? Met wie ga ik samen werken? Wat vind ik leuk? Wat gaat vanzelf en waar moet ik moeite voor doen? Wie zijn mijn vriendjes? Met wie kan ik goed samenwerken? Enz.
Ons uiteindelijke doel is ervoor te zorgen dat de leerlingen die onze school aan het einde van groep 8 verlaten in staat zijn om keuzes te maken, vriendschappen te sluiten en te onderhouden en kunnen benoemen waar hij/zij goed in is.
De Inspectie van het Onderwijs onderzoekt minimaal één keer in de vier jaar het bestuur van een school. De inspectie kijkt dan of de kwaliteitszorg, de onderwijskwaliteit en de financiële zaken bij het schoolbestuur op orde zijn. Daarnaast bezoekt de inspectie een aantal scholen die bij het schoolbestuur horen en onderzoekt deze scholen nader. De gegevens van het laatste onderzoek van de inspectie zijn beschikbaar op de website van de onderwijsinspectie.