Bron: <b>DUO</b><br />Vergelijkbare instellingen: <b>alle instellingen in het basisonderwijs met een vergelijkbaar leerlingenaantal</b><br /> <a href="https://achtergrondinformatie.vensters.nl/p/VenstersPO/6192449487635168" class="button button-link" target="_blank"><i class="fas fa-external-link-square-alt"></i> Achtergrondinformatie</a>">Bron
Op onze school werken wij met een leerstofjaarklassensysteem. Wij hebben met name homogene groepen. De groepen 1-2 zijn heterogeen. Wij hebben als doel de kinderen qua groep zo lang mogelijk bij elkaar te houden binnen een klas. Wij willen de kinderen een zo breed mogelijk aanbod bieden in een fijne en uitdagende omgeving. Wij geven vorm aan dit brede aanbod door te werken volgens het IGDI-model. Kinderen krijgen de instructie die ze nodig hebben. In de groepen 1-2 geven wij het IGDI-model vorm door te werken met de 'kleine kring'.
Kinderen worden gestimuleerd om zelfstandig te werken. Hierdoor creëert de leerkracht tijd om aan de instructietafel een klein groepje kinderen verlengde instructie te geven. De leerkracht begeleidt de kinderen door een route te lopen in de klas. Kinderen leren op deze manier omgaan met uitgestelde aandacht en worden gestimuleerd een vraag samen op te lossen. We leren kinderen kritisch te kijken naar hun eigen werk.
De leerkrachten zijn de uitvoerders van datgene wat op beleidsniveau is vastgesteld. Het is belangrijk dat zij alle ins en outs kennen (deskundigheid), deze onderschrijven (betrokkenheid), ermee willen werken (enthousiasme) en erin willen groeien (deskundigheidsbevordering). Binnen onze situatie is het belangrijk dat leerkrachten zich kunnen inleven in hetgeen de kinderen bezig houdt (empathisch vermogen) en zijn/haar onderwijsorganisatie/-inrichting daaraan aanpast (flexibiliteit). We vormen één team, hetgeen inhoudt dat er goed gecommuniceerd en samengewerkt moet worden en dat afspraken duidelijk zijn en vast liggen. Daarbij wordt een kritische instelling, gericht op verbetering en verfijning verwacht. Ouders zijn onmisbaar voor de school. Ze zijn een belangrijke informatiebron en zijn de eindverantwoordelijke in de ontwikkeling en opvoeding van hun kind. Zij kunnen het beste signalen opvangen. Openheid tussen ouders en school is erg belangrijk, het zijn actieve partners; de basis is wederzijds respect, afhankelijkheid en vertrouwen. Daarnaast ondersteunen ouders bij de uitvoering van activiteiten en zijn het gesprekspartners binnen de school (MR, oudervereniging, enz.).
Visie jonge kind Jonge kinderen zijn van nature nieuwsgierig en leergierig. Wij zijn ervan overtuigd, dat zij vooral leren door middel van spel. Hierin leren jonge kinderen veel van en met elkaar en staat plezier maken voorop. We ervaren, dat de betrokkenheid en motivatie van jonge kinderen groot is wanneer zij kunnen werken met concreet materiaal; leren door te doen! We geven vorm aan deze overtuiging door middel van het uitspelen van concrete en betekenisvolle situaties. Om dit te bereiken richten we een betekenisvolle leeromgeving in waarin we creativiteit en fantasie stimuleren. Ons aanbod is doelgericht met ruimte voor het leren maken van keuzes. We streven hierbij naar een goede balans tussen het sturen van de leerkracht en de autonomie van het kind. In samenwerking met kinderopvang Norlandia streven we naar onderwijssituaties waarin de overgang in ontwikkeling van peuter naar kleuter naar basisschoolkind zo soepel mogelijk verloopt. Daarom organiseren we, binnen de mogelijkheden van de groepen, gezamenlijke activiteiten onder verantwoordelijkheid van de betreffende leidsters/leerkrachten.
De leerkracht houdt vooral rekening met de ontwikkelingsfase waarin het kind verkeert. Het observeren van de kinderen is erg belangrijk. Vanuit de observatie kan de leerkracht voorwaarden scheppen, ruimte en hulp bieden voor een optimale ontwikkeling.
De zogenaamde ‘herfstleerlingen’, de kinderen die tussen 1 oktober en 1 januari zijn geboren, hebben ofwel een relatief lange (acht en driekwart jaar) ofwel een relatief korte (zeven en driekwart jaar) basisschoolloopbaan, als ze verder ononderbroken de groepen doorlopen. Voor de doorstroom naar groep 2 of 3 wordt de totale ontwikkeling van het kind als uitgangspunt gehanteerd. Naast de ontwikkeling beginnende geletterdheid en beginnende gecijferdheid als beoordelingscriteria, gaat het ook om taakgerichtheid en zelfstandigheid, sociaal- emotionele ontwikkeling, spelontwikkeling, taalontwikkeling en de motorische ontwikkeling. Het totaalbeeld van het kind is doorslaggevend. Alle ontwikkelingsgebieden worden in beeld gebracht door middel van een observatie- registratiesysteem. De leerkracht bespreekt samen met ouders de doorstroom of verlenging van de kleuterperiode.
Dit betekent dat alle kinderen die schooljaar ingestroomd zijn na 1 oktober automatisch het volgende schooljaar starten in groep 1. We vinden het belangrijk vinden dat de kinderen een goede basis hebben om een succesvolle start te maken in groep 3. Die goede basis betekent niet alleen dat de cognitieve vaardigheden voldoende beheersd worden, maar vooral ook dat de sociaal-emotionele en/of motorische ontwikkeling en de werkhouding/leerhouding goed ontwikkeld zijn.We vinden het belangrijk dat het kind het aanbod krijgt wat bij zijn/haar ontwikkeling past. We hebben in de kleutergroep voldoende mogelijkheden om te differentiëren zodat we hieraan tegemoet kunnen komen.
Onder wereld oriëntatie verstaan wij:
aardrijkskunde, geschiedenis, natuur/biologie, techniek en verkeer.
Onder kunstzinnige en creatieve vorming verstaan wij:
tekenen, handvaardigheid, muziek, dans, drama e.d.
Binnen Prodas is een minimum niveau van zorg vastgesteld. Daarin wordt aangegeven wanneer de school de afweging maakt of men op de school zelf nog verder tegemoet kan komen aan de ondersteuningsbehoefte van de betreffende leerling of dat een verwijzing naar een van de genoemde schooltypen een betere optie is. Het minimum niveau van zorg is geen scherpe grens. Wel geeft het de school de mogelijkheid om te bepalen of het realiseren van een ondersteuningsaanbod op de eigen school nog zinvol en verantwoord is. Het minimum niveau van zorg is gebaseerd op leerlingkenmerken:
- Leerlingen met een manifeste leerstoornis, met name leerlingen met dyslexie, met ernstige taal- en leesproblemen en met dyscalculie. Ze hebben aangepaste begeleiding en leerstof nodig en leerlingen, leerkrachten en ouders moeten leren omgaan met hun handicap.
- Leerlingen met een geringe begaafdheid, die zich in een eigen tempo (een deel van) de leerstof van de basisschool eigen maken. Ze hebben grote moeite met abstracte begrippen en behoeven wereldoriënterend onderwijs dat praktisch en toegespitst op hun leefwereld aangeboden wordt.
- Jonge leerlingen (4-7 jarigen) met een ontwikkelingsachterstand. Zij ontwikkelen zichzelf onvoldoende aan het reguliere onderwijsaanbod van de basisschool.
- Faalangstige leerlingen, leerlingen die de moed verloren hebben en leerlingen met motivatieproblemen. Zij moeten met behulp van een zeer goed afgewogen leerstofaanbod succeservaringen opdoen in een pedagogisch stimulerende omgeving.
- Leerlingen die heel prikkelgevoelig zijn. Zij kunnen alleen een goede werkhouding ontwikkelen in een duidelijk gestructureerde en rustige omgeving.
- Leerlingen in een sociaal isolement, die moeten leren hoe zij relaties opbouwen. (oppositioneel gedrag, sociaal angstig, depressief, zondebokpositie).
- Leerlingen met een pedagogisch labiele of incompetente thuissituatie, in combinatie met één of meer van bovenstaande vraagstellingstypen
- De hoogbegaafde leerling is een leerling met een begaafdheid ver boven het gemiddelde. Met een IQ van 130 of hoger (indien IQ is gemeten) . Deze leerling heeft veel uitdaging nodig. Heeft behoefte aan autonomie > verlangen naar zelfstandigheid. Heeft specifieke leer- en persoonlijkheidseigenschappen die vaak lastig te herkennen. Kan onderpresteerder zijn. Kan de aansluiting missen. Kan gedragsproblemen vertonen.
In het ondersteuningsprofiel staan deze leerlingkenmerken beschreven met de zorggrens. Het schoolondersteuningsprofiel is te vinden op onze site.
Een aantal leerkrachten heeft expertise op een vakgebied opgebouwd d.m.v. scholing. Op basis van behoefte en ondersteuningsvragen wordt deze kennis en kunde ingezet in de schoolorganisatie.
Hieronder ziet u een overzicht van deskundigheid binnen ons team.
Toekomstig aanbod aan extra ondersteuning
Op gebied van meer-hoogbegaafdheid zetten de specialisten binnen Cluster Asten zich samen in voor een passend aanbod. Dit willen we vertalen naar het handelen van de leerkracht en het aanbod in de klas om deze leerlingen van een structureel aanbod beter te voorzien. Als team ontwikkelen we ons op gebied van executieve vaardigheden. Dit betekent meer eigen expertise en vertalen aan aanbod in de klas.
De samenwerking met de kinderopvangorganisatie naast onze school heeft onze absolute aandacht. Binnen nu en een aantal jaren zal ons schoolgebouw grondig worden verbouwd en zal de kinderopvangorganisatie zich in onze school huisvesten.
Kindcentrum Voordeldonk
In Kindcentrum Voordeldonk kunnen ouders en kinderen terecht voor:?dagopvang, peuterarrangementen, primair onderwijs, voorschoolse opvang en buitenschoolse opvang. Binnen kindcentrum Voordeldonk werken pedagogisch medewerkers, leerkrachten, intern begeleiders, zorgcoördinatoren en managers samen. We werken samen om een hedendaags, sluitend aanbod te verzorgen op het gebied van onderwijs, ontwikkeling en ontspanning. In samenwerking streven we naar onderwijssituaties waarin de overgang in ontwikkeling van peuter naar kleuter naar basisschoolkind zo soepel mogelijk verloopt.Kindcentrum Voordeldonk is voor kinderen van tenminste 0-12 jaar, waar zij gedurende de dag komen om te leren, spelen, ontwikkelen en ontmoeten.