Bron: <b>DUO</b><br />Vergelijkbare scholen: <b>basisscholen met een vergelijkbare schoolweging.</b><br /> <a href="https://achtergrondinformatie.vensters.nl/p/VenstersPO/6192449487635142" class="button button-link" target="_blank"><i class="fas fa-external-link-square-alt"></i> Achtergrondinformatie</a>">Bron
Het streefniveau is een hoger niveau dan het fundamenteel niveau. Het doel is dat zoveel mogelijk leerlingen eind groep acht het streefniveau bereiken. Op basis van de leerlingpopulatie op school wordt door de inspectie voor elke basisschool in Nederland apart bepaald hoeveel procent van de leerlingen het streefniveau moet halen. Dat percentage is de signaleringswaarde voor het streefniveau van de school.
Leerkrachten voeren gesprekken met uw kind en observeren door de dag heen hoe uw kind werkt en speelt. Daarnaast worden er methodetoetsen afgenomen om te zien of de lesstof die aan bod is geweest, beklijft is.
Twee keer per jaar worden niet-methodetoetsen afgenomen. Het gaat hierbij om het leerlingvolgsysteem CITO Leerling in Beeld.
In groep 8 wordt dit in oktober/november afgenomen en in februari volgt de doorstroomtoets voor het VO.Bovengenoemde observaties, gesprekken en toetsen worden op groeps-, parallel- en schoolniveau gemonitord d.m.v. analyses.
Vanuit deze analyses worden nieuwe doelen gesteld en het onderwijs wordt daar op afgestemd. Dit wordt beschreven in een onderwijsplan.Aan de hand van een kwaliteitsinstrument van de AccentScholengroep worden jaarlijks in februari de tussenresultaten van ons onderwijs gemeten. Het instrument stelt eigen doelen en relateert daarnaast de resultaten aan de vereisten van de onderwijsinspectie.
In groep 7, na de middentoetsen in februari, krijgt uw kind een voorlopig advies over het uitstroomniveau naar het Voortgezet Onderwijs. Dit is op basis van de toetsen van CITO Leerling in Beeld en de inzichten en observaties van de leerkracht. Bij de adviesgesprekken worden niet alleen de toetsscores meegenomen, maar ook aanleg, leer- en werkhouding, sociaal-emotionele ontwikkeling enz. We hebben uw kind dan bijna 8 jaar begeleid en gevolgd en kunnen op basis daarvan een goed en weloverwogen advies uitbrengen. Bij alle gesprekken zijn u en uw kind aanwezig.
In februari (groep 8) wordt de IEP-toets afgenomen, de zogenaamde doorstroomtoets. De IEP doorstroomtoets speelt geen beslissende rol bij de schoolkeuze. Krijgt de leerling een hoger toetsadvies dan het voorlopig schooladvies? Dan geeft de school een hoger definitief schooladvies. Alleen als het in het belang van de leerling is, kan de school besluiten het advies niet te verhogen. De school moet dit dan motiveren en bespreken met ouders.
In groep 8 krijgt elke leerling van de basisschool een advies voor het voortgezet onderwijs dat past bij het niveau van deze leerling. De leerling stroomt vervolgens door naar het voortgezet onderwijs. In het derde jaar wordt gekeken welk niveau de leerling werkelijk heeft vergeleken met het niveau van het schooladvies. Dit wordt vertaald naar drie categorieën: boven, op en onder advies. Bijvoorbeeld: een leerling met schooladvies vmbo-b die in het derde jaar op het vmbo-k zit, zit boven advies. En een leerling met schooladvies havo/vwo die in het derde jaar op het havo zit, zit op advies. Wanneer deze leerling in het derde schooljaar op het vwo zit, zit hij/zij boven advies.
IKC De Triangel wil niet alleen maar kennis overdragen, maar ook hoe je je beweegt in de maatschappij. Wij vinden dat het hoort bij de identiteit en visie van onze school. We vinden het belangrijk dat we een bijdrage leveren aan een maatschappij, waarin we samen met elkaar leven.
De school is een maatschappij in het klein. In de klas en op het schoolplein gebeuren dingen, die ook voorkomen in de 'echte' samenleving. Hierdoor leren kinderen verantwoordelijk te zijn voor eigen doen en laten.
Bij de BLINK lessen van de zaakvakken, 'Trefwoord' (godsdienstonderwijs) en Kanjertraining (sociaal-emotionele ontwikkeling) komt dit aan bod.Burgerschap:
Visie op burgerschap: Burgerschap kent veel verbindingen en overlap met de andere leergebieden. Het doel is leerlingen voor te bereiden op hun toekomst in de maatschappij als democratisch burger. Dit betekent het ontwikkelen van eigen opvattingen en een democratische houding waarbij vrijheid, gelijkheid en solidariteit centraal staan. De leerlingen leren verbanden te leggen tussen hun eigen leefwereld en de maatschappelijke vraagstukken.Allereerst de opmerking dat onderwijs als geheel al burgerschapsvormend is. Het is dus niet een kwestie van een project, thema of leerlijn met lesjes uit een methode erbij, waar het om gaat. Desalniettemin besteden we impliciet op onze school aandacht aan de volgende pijlers van burgerschap: solidariteit, diversiteit, democratische cultuur, vrijheid en gelijkheid, identiteit, macht en inspraak en digitale samenleven.
IKC De Triangel heeft het thema 'diversiteit' als specifiek aandachtspunt/leerdoel op het gebied van Burgerschap gesteld voor de komende periode. Dit is verder uitgewerkt in een kennisdoel, vaardigheidsdoel en doel t.a.v. persoonsvorming.
De Inspectie van het Onderwijs onderzoekt minimaal één keer in de vier jaar het bestuur van een school. De inspectie kijkt dan of de kwaliteitszorg, de onderwijskwaliteit en de financiële zaken bij het schoolbestuur op orde zijn. Daarnaast bezoekt de inspectie een aantal scholen die bij het schoolbestuur horen en onderzoekt deze scholen nader. De gegevens van het laatste onderzoek van de inspectie zijn beschikbaar op de website van de onderwijsinspectie.