Bron: <b>DUO</b><br />Vergelijkbare instellingen: <b>alle instellingen in het basisonderwijs met een vergelijkbaar leerlingenaantal</b><br /> <a href="https://achtergrondinformatie.vensters.nl/p/VenstersPO/6192449487635168" class="button button-link" target="_blank"><i class="fas fa-external-link-square-alt"></i> Achtergrondinformatie</a>">Bron
Het onderwijs kan op verschillende manieren georganiseerd worden. De school kiest zelf hoe leerlingen worden gegroepeerd en wat de invulling is van de beschikbare onderwijstijd. Soms zijn er op de school extra middelen die helpen bij het organiseren van het onderwijs.
De onderwijstijd wordt in groep 1-2 effectief ingezet. Wij volgen daarbij de leerlijnen van het Digikeuzebord. Deze leerlijnen bieden ons houvast om de ontwikkeling van de kinderen te volgen. Is er sprake van een ontwikkelingsvoorsprong of achterstand? Na observaties kunnen wij de kinderen die instructie geven die op dat moment nodig is. Groep 1-2 neemt op eigen niveau deel aan de thema's die schoolbreed worden aangeboden. De focus in groep 1-2 ligt op ontwikkeling vanuit spel.
De onderwijstijd op De Kleine Wereld wordt zo effectief mogelijk benut. Het ochtendprogramma staat in het teken van rekenen, taal en lezen. De leerkracht plant tussen 08:30 en 12:00 allerlei instructies rondom deze vakken. Op het moment dat de leerling niet deelneemt aan een instructie kan het werken aan de weektaak of periodetaak.De middagen staan in het teken van projectmatig onderwijs. BlinkWereld is daarbij het uitgangspunt. Tijdens het projectmatig onderwijs staan de vakken aardrijkskunde, geschiedenis, natuur, techniek en culturele vorming centraal. Daar waar mogelijk leggen we ook de verbinding met het reken-, taal- en leesonderwijs. Leren vanuit een overkoepeld thema maakt dat de leerlingen begrijpen waarom ze dingen leren en wordt de betrokkenheid en taakgericht vergroot. Twee keer per week hebben de leerlingen van groep 1 t/m 8 45 minuten bewegingsonderwijs van onze vakdocent gym.
Lezen
groep 3: Veilig Leren Lezen
groep 4 t/m 8: zowel technisch lezen als lezen met begrip: Blink LezenRekenen
Groep 1-2: Met sprongen vooruit
Groep 3-8: Getal en Ruimte JuniorTaal
Groep 4-8: Nieuw Nederlands JuniorWereldoriëntatie
Groep 3-8: Blink Wereld geïntegreerdLevensbeschouwelijke burgerschapsvorming
Groep 1-8: Trefwoord, Klasse(n)kracht met Klasse(n)pad, BlinkWereld en de wijze waarop wij handelen in de dagelijkse praktijk met onze Daltonkernwaarden als uitgangspunt.Engels
groep 5-8: TweensSchrijven
groep 3-5: PennenstrekenExecutieve vaardigheden
groep 1-3: Breinhelden (dit programma wordt gefaseerd ingevoerd van groep 1 t/m 8)
Volgen van de ontwikkeling
Onze leerkrachten observeren de kinderen in hun groep tijdens instructie, als ze aan het werk zijn en tijdens spel. Zij stellen zich vragen als; “is het kind gelukkig in deze groep en op deze school”, “op welke wijze kan ik het kind het best benaderen”, “wat zijn de talenten van dit kind” en “ontwikkelt dit kind zich optimaal”. Aan de betrokkenheid van de leerling tijdens de lessen kan de leerkracht veel afleiden. Een hoge mate van betrokkenheid geeft aan dat de les op het juiste niveau wordt aangeboden. Bijhouden van ontwikkeling en groei De ontwikkeling van kinderen verloopt bij iedereen verschillend. Het komt dus voor dat kinderen aan verschillende doelen werken. De Kleine Wereld heeft onderwijsplannen opgesteld voor rekenen, spelling, begrijpend lezen en sociaal leren. Hierin staat op schoolniveau beschreven welke doelen wij nastreven en hoe wij deze denken te behalen. We streven ernaar methodegebonden toetsen formatief in te zetten. Dit houdt in dat we met een dergelijke toets te weten komen welke doelen een kind al beheerst. Het volgen van instructie is dan niet meer nodig en het kind kan aan andere doelen werken die het nog niet beheerst. Deze manier van werken wordt in 2024-2025 verder vorm gegeven. Wanneer uw kind zich, ondanks alle inspanning niet, of niet voldoende ontwikkelt, wordt nader onderzocht en geanalyseerd wat hiervan de oorzaken zijn. De leerkracht beslist in overleg met de IB‘er of het nodig is om extra hulp te bieden. Is dat het geval, dan wordt er een kortdurend ondersteuningsplan opgesteld. Een plan waarin duidelijk aangegeven staat wat de doelstelling is, welke activiteiten gekozen worden en wanneer en hoe de evaluatie plaatsvindt. Na ongeveer zes weken wordt een kortdurend ondersteuningsplan geëvalueerd. Ouders worden altijd geïnformeerd als er voor hun kind een ondersteuningsplan is gemaakt en na afloop worden ze ingelicht over de evaluatie. Als de resultaten onvoldoende blijven of als er te veel vragen over de ontwikkeling van een kind zijn, wordt contact opgenomen met een orthopedagoog van het samenwerkingsverband IJssel Berkel. Een HGPD-traject wordt vervolgens in gang gezet. In een gesprek met de groepsleerkracht, de ouders en de orthopedagoog wordt een zo duidelijk mogelijk beeld geschetst van het kind, zijn leef- en leeromgeving en zijn ontwikkeling. In overleg worden vervolgstappen uitgezet. Dit kunnen activiteiten voor thuis of op school zijn, maar dit kan ook het in gang zetten van specialistisch onderzoek of begeleiding zijn.Indien de extra ondersteuning niet het gewenste resultaat geeft, zijn er een aantal opties:
· Het kind krijgt een extra jaar de tijd om zich de benodigde vaardigheden eigen te maken (in overleg met de ouders);
· Het kind doorloopt met een aangepast programma (lager of hoger niveau) de basisschool;
· Indien blijkt dat alle vormen van hulp niet het gewenste resultaat hebben, wordt een kind door de school in overleg met de
ouders aangemeld bij het ondersteuningsteam van Samenwerkingsverband IJssel Berkel.Leerlingondersteuning in de klas
Bij onze ondersteuning voor de leerlingen staat voorop dat iedere leerling uitgedaagd wordt op zijn of haar eigen niveau. Ieder kind is uniek en we gaan uit van de specifieke mogelijkheden van het kind. In de praktijk betekent dit dat we vooral veel willen en niet snel zullen denken dat iets niet kan. We willen kinderen datgene aanbieden, wat ze nodig hebben om verder te komen in hun ontwikkeling. Uitgaande van de verschillen tussen kinderen, hebben de leerkrachten de opdracht te differentiëren binnen de mogelijkheden en de grenzen van de groep.Passend onderwijs voor iedereen
In het kader van passend onderwijs dienen alle basisscholen een schoolondersteuningsprofiel op te stellen. In het profiel wordt een beeld gegeven van de mogelijkheden en ambities, die de school heeft als het gaat om het bieden van onderwijsondersteuning aan leerlingen. De medezeggenschapsraad heeft instemmingsrecht op het schoolondersteuningsprofiel. De profielen van alle scholen samen geven een beeld van het aanbod van onderwijsondersteuning in de regio. De profielen maken deel uit van het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband IJssel ¦ Berkel. Het schoolondersteuningsprofiel ondersteunt in de eerste plaats het antwoord op de vraag of een school kan voldoen aan de onderwijsbehoefte van een leerling. Op basis van het profiel wordt in algemeenheid duidelijk wat de school wel of niet voor een kind kan betekenen. Het profiel is daarmee een middel in de communicatie met ouders. Ten tweede ondersteunt het profiel het professionaliseringsbeleid van scholen. In dit document staat namelijk beschreven waar de school staat en wat de ontwikkelpunten zijn. Bovendien geeft het ook de ambities van de school weer als het gaat om extra ondersteuningsmogelijkheden. Tot slot is het voor het samenwerkingsverband relevant om te weten in hoeverre scholen voldoen aan het afgesproken niveau van basisondersteuning. Dit document is daarmee ook een belangrijk instrument voor monitoring. U vindt ons schoolondersteuningsprofiel op onze website. www.bsdekleinewereld.nl/ouders/documentatieLeerlingen met extra ondersteuning
In principe kunnen ouders hun kinderen, ongeacht de eventuele ondersteuningsbehoefte van hun kind, aanmelden op een school voor basisonderwijs. Iedere basisschool heeft als taak en opdracht haar onderwijs dusdanig in te richten dat ook kinderen met een beperking de basisschool kunnen doorlopen. De aard en zwaarte van de beperking van het kind kunnen het voor de school onmogelijk maken het kind op een verantwoorde wijze op te nemen en te begeleiden. Daarom wordt bij de aanmelding van een leerling met specifieke onderwijsbehoeftes uitvoerig overleg gevoerd met de ouders en eventuele externe instanties over de mogelijkheden die aanwezig zijn en of dit voldoende is voor de leerling. In het belang van de ontwikkeling van het kind zelf, maar ook van alle andere kinderen op onze school, is een gefundeerd besluit tot keuze voor of tegen een besluit rond plaatsing zeer wenselijk.
Het te doorlopen traject is als volgt:
· oriënterend gesprek met directie en interne begeleider;
· formuleren van een voorstel;
· horen van het onderwijskundige team;
· nemen van een besluit door de directie;
· formeel schriftelijk melden van het besluit aan de ouders/verzorgers.Toekomstig aanbod aan extra ondersteuning
Wij willen ons nog meer bekwamen in het ondersteunen van onze dyslexieleerlingen. Naast de begeleiding die zij van externe partners ontvangen, streven wij ernaar ook zelf nog effectiever te kunnen omgaan met deze ondersteuningsbehoefte.
Wij zijn vanuit visie gestart met de methode BlinkLezen. Ook omdat er ruim aandacht is voor effectieve ondersteuning. Wij streven ernaar dat onze teamleden in groep 4 t/m 8 het drielagenmodel effectief inzetten (schooljaar 2024-2025).
Het drielagenmodel van Blink Lezen biedt ons effectieve ondersteuning voor zwakkere lezers, sterke lezers en kinderen met dyslexie.Laag 1: rijk en motiverend leesonderwijs voor alle kinderen.
Laag 2 (extra): preteaching en leesondersteuning voor kinderen die dit willen, of nodig hebben.
Laag 3 (extra): specialistische ondersteuning voor kinderen die dit nodig hebben.
Visie op onderwijs aan het jonge kind
Op welke manier geven wij jonge kinderen op De Kleine Wereld de best mogelijke start? Als je in de basis – bij het jonge kind – goed begint, optimaliseer je hun kansen. De hersenontwikkeling van kinderen is het grootst tot het zevende jaar: ze leren razendsnel en voortdurend nieuwe dingen. Dat doen ze vooral door te ontdekken en spelen. Het is daarom heel belangrijk dat wij juist dat stimuleren en begeleiden. Zo leggen we een stevige basis voor de rest van de basisschooltijd.Speel -leer & groeiWij zien dat je de kinderen met een goede begeleiding van het spel enorm veel kunt leren. Onder meer op het gebied van taal en communiceren met anderen, doordenken, samen spelen, emoties herkennen en reguleren. Hoe? We sluiten goed aan bij de belevingswereld van de kinderen en de actualiteit van de dag. We betrekken de kinderen bij alles wat we doen en maken hen ook verantwoordelijk om samen onze speelruimte betekenisvol in te richten. Leerkrachten observeren goed en ondersteunen de kinderen actief bij hun spel. Wij werken met de doelen van het Digikeuzebord, een leerlingvolgsysteem voor het jonge kind waarbij we toewerken naar een soepele overgang naar groep 3.
Op De Kleine Wereld werken wij met thema´s. Alle kringactiviteiten en opdrachten passen bij het thema. Hierin is veel ruimte voor spel en beweging. Op deze manier verkennen de kinderen op ongedwongen wijze hun wereld. Binnen deze thema´s krijgen de kinderen alle gelegenheid om zich te ontwikkelen op het gebied van:
- Zintuigen (zien, horen, voelen, ruiken, proeven).
- Motoriek (tekenen, schrijven, spelen met zand en klei, puzzelen, knippen, verven etc. lekker bewegen met jouw lijf en gymmen in de sporthal en speelzaal).
- Taal (praten, luisteren, toneelspelen, liedjes, versjes en rijmpjes, voorbereidende letterkennis).
- Rekenen (rekenbegrippen, tellen, sorteren, ruimtelijk inzicht, cijfersymbolen en eerlijk verdelen)
Elk dagdeel hebben wij een speel-werkmoment . Dan plannen de kinderen zelf op het keuzebord waarmee zij gaan spelen. De kinderen kunnen op hun eigen niveau aan de slag. Denk hierbij aan knutselen, tekenen, verven, bouwen, spelen in de huishoek, de themahoek en werken met ontwikkelingsmateriaal. De kinderen leren hun opdrachtjes te plannen en dragen hier verantwoordelijkheid voor. Wij vinden zelfstandigheid erg belangrijk. De klassen zijn zo ingericht dat de kinderen alle materialen zelf kunnen pakken en opruimen. Ook kinderen van groep 1-2 zijn goed in staat om achteraf te reflecteren op dat wat zij hebben gedaan. Leerkrachten geven instructielessen aan kleine groepjes kinderen. Zo is de effectiviteit van de les en de betrokkenheid van de kinderen het grootst.
Overstap van kinderopvang/peuterspeelzaal naar basisschool
Wij werken nauw samen met kinderopvangorganisaties en peuterspeelzalen in Twello. Bij de overstap naar de basisschool ontvangen wij een overdracht vanuit de kinderopvang of peuterspeelzaal. Onze onderbouwleerkrachten zijn leerkrachten met passie voor het jonge kind en hebben elke dag plezier in het werken met deze ontwapenende, oh zo eerlijke doelgroep.