Bron: <b>DUO</b><br />Vergelijkbare instellingen: <b>alle instellingen in het basisonderwijs met een vergelijkbare schoolweging en leerlingenaantal</b><br /> <a href="https://encyclopedie.vensters.nl/indicator_po/3418f8d2-188d-490e-88d6-436f8aba8b8a" class="button button-link" target="_blank"><i class="fas fa-external-link-square-alt"></i> Achtergrondinformatie</a>">Bron
Het onderwijs kan op verschillende manieren georganiseerd worden. De school kiest zelf hoe leerlingen worden gegroepeerd en wat de invulling is van de beschikbare onderwijstijd. Soms zijn er op de school extra middelen die helpen bij het organiseren van het onderwijs.
In arragementtijd werkt de leerling aan zijn/haar eigen (persoonlijke leerdoelen). Dit kunnen doelen zijn die nog niet beheerst worden of doelen die de leerling zelf heeft gesteld. Deze doelen worden gesteld tijdens de kindgesprekken met de leerling en de groepsleerkracht.
Iedere school is wettelijk verplicht om een schoolondersteuningsprofiel te maken. Dit profiel beschrijft welke onderwijsondersteuning de school wel en niet kan bieden. Als ouder(s)/verzorger(s) vermoeden dat hun kind extra ondersteuning nodig heeft, kunnen ze via het ondersteuningsprofiel alvast een beeld krijgen van wat een school kan bieden. Het uitgebreide schoolondersteuningsprofiel is in te zien op de website van de school en ligt ter inzage bij de directie van de school.Toekomstig aanbod aan extra ondersteuning
De extra ondersteuning wordt geboden door verschillende specialisten intern en extern.
Om goed in te kunnen spelen op de verschillende onderwijsbehoeften binnen elke leeftijdsgroep en aan te kunnen sluiten bij de individuele niveaus van de leerlingen werken wij bij de groepen 1 en 2 in homogene groepen. In de kleutergroepen wordt gewerkt met ‘Sil op school’. ‘Sil op school’ is ontwikkeld voor de groepen 1 en 2 van het basisonderwijs en is een volwaardig VVE-programma waar binnen doormiddel van actuele thema’s gewerkt wordt aan alle SLO-doelen. Er worden per schooljaar acht thema’s aangeboden. Ieder nieuw thema wordt gestart met een thema-opening in de klas waar u als ouder bij aanwezig kunt zijn.
Er is één basisarrangement dat de meeste kinderen goed bedient. Voor de kinderen die hier niet voldoende aan hebben, omdat zij nog niet op het niveau van het basisarrangement zitten of juist een voorsprong hebben op de rest van de groep, zijn er suggesties voor een intensief of een verdiept arrangement. In ‘Sil op school’ staan taalstimulering en woordenschatontwikkeling vanzelfsprekend voorop, maar er wordt ook veel aandacht gegeven aan rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. Deze ontwikkelingsgebieden komen steeds geïntegreerd en evenwichtig aan de orde in de activiteiten In de kleutergroepen wordt zoveel mogelijk volgens een vast ritme gewerkt. Dit houdt in dat de dagen opgebouwd zijn volgens een vast patroon dat duidelijk wordt gemaakt aan de kinderen met dagritmekaarten. Deze manier van werken geeft het jonge kind structuur, veiligheid en zekerheid. De dagen beginnen meestal in de kring. In de ochtendkring worden er liedjes gezongen, een verhaal verteld uit de levenbeschouwelijke methode ‘Trefwoord’ en wordt de dag en het dagritme met de kinderen besproken. Daarnaast is er ruimte voor de kinderen om hun eigen belevenissen, ideeën en gedachten vertellen. Deze gesprekjes kunnen over een bepaald thema gaan, maar ook over onderwerpen die de kleuters op dat moment bezighouden. Tweemaal in de week starten de kinderen met spelen en/of werken aan een tafel of in een hoek. Tijdens de werkles zijn de kinderen met diverse themagerichte activiteiten bezig. Middels het planbord kiezen de leerlingen een activiteit: werken aan tafel met ontwikkelingsmateriaal (bv. spelletjes uit de kast) of spelen in de hoeken (bv. de themahoek, poppenhoek, bouwhoek, zandtafel, verfbord). Op deze manier is elk kind op zijn eigen niveau aan het werk en wordt het spelenderwijs uitgedaagd iets nieuws te ontdekken. Daarnaast maken de kinderen één (in de groepen 1) of drie (in de groepen 2) verplichte werkjes per week, waarbij minimaal één werkje een knutselopdracht is. Op deze manier werken kinderen spelenderwijs aan een actieve werkhouding. Tijdens een deel van de werklessen wordt aandacht besteed aan het zelfstandig werken. De leerlingen moeten dan zonder hulp van de leerkracht met hun werk bezig zijn. Dit noemen wij uitgestelde aandacht. Hulpmiddelen daarvoor zijn: het stoplicht, de kleurenklok en de ‘vaste route’. Voor de leerkracht is dit een moment waarop leerlingen geobserveerd kunnen worden tijdens hun spel. Tijdens het zelfstandig werken heeft de leerkracht ook de mogelijkheid om activiteiten vanuit ‘Sil op school’ in een kleine kring uit te voeren. De kleine kring bestaat uit een groepje van 4-6 leerlingen. Tijdens de kleine kring is er ruimte voor de leerkracht om kinderen extra instructie of extra verdieping aan te bieden.