ATO-kindcentrum De Hoven

Allegroweg 2 5245 AH Rosmalen

  • Schoolfoto van ATO-kindcentrum De Hoven
  • Schoolfoto van ATO-kindcentrum De Hoven
  • Schoolfoto van ATO-kindcentrum De Hoven
  • Schoolfoto van ATO-kindcentrum De Hoven
  • Schoolfoto van ATO-kindcentrum De Hoven

Het team

Toelichting van de school

n.v.t.

Vakleerkrachten op deze school

Hoe wordt vervanging geregeld?

Vervanging door bevoegde leerkracht.

Directie van de school

Medewerkers op deze school (instellingsniveau)

Hoe is de verdeling mannen en vrouwen?

Bron

Wat is de leeftijd van de teamleden?

Bron

Hoe zijn de teamleden verdeeld over de verschillende functiegroepen?

Bron

Hoe zijn de leerlingen gegroepeerd?

Toelichting van de school

1 Onze uitgangspunten

1.1 Wat is onze missie? Ontwikkel jezelf en groei samen Drie waarden spelen in dezemissie een belangrijke rol: vertrouwen, veiligheid en verantwoordelijkheid. Wehebben veel vertrouwen in kinderen,we bieden hen een veilige omgeving enzijn ons bewust van de verantwoordelijkheid die wij hebben voor de kinderen en hun ouders. Veiligheid, vertrouwen, verantwoordelijkheid. Deze waarden zijn richtinggevend voor de manier waarop wij binnen ons kindcentrum met elkaar omgaan:     

·          Ik ken mijn grens en houd rekening met de  grens van de ander. 

·          Ik ben aanspreekbaar op mijn gedrag. 

·          Ik ga netjes om met mijn omgeving en met de  materialen. 

·          Ik waardeer en respecteer de inbreng van  anderen.      

Vanuit deze waarden creëren wesamen met kinderen en ouders een leergemeenschap waarin welbevinden,betrokkenheid en competentie kernbegrippen zijn.Kinderen die zich prettig voelen, durven bekende paden te verlaten en zich opente stellen voor wat er op hen afkomt. Als zij (ook) betrokken zijn, werken zeintensief en geconcentreerd aan activiteiten en opdrachten. Welbevinden enbetrokkenheid zijn dan ook belangrijke voorwaarden voor ontwikkeling; zebevorderen de competentie, bekwaamheid van kinderen. Door het welbevinden en debetrokkenheid van kinderen te bevorderen, krijgt ieder kind optimale kansen omzichzelf te ontwikkelen en samen met anderen te groeien.     

Welbevinden: Het kind voelt zich veilig en prettig, zit goed in z’n vel. Hij heeft  zelfvertrouwen, weet wat hij wil, wat hij kan en wat hij wil leren. Hij heeft voeling met zichzelf en durft aan anderen te laten zien wie hij is. Die kwetsbaarheid gaat samen met weerbaarheid, want het kind zorgt goed voor  zichzelf. Hij voelt zich verbonden met de ander, beleeft plezier aan anderen  en aan wat er in zijn omgeving gebeurt. Hij geniet daarvan, regeert daarop  spontaan en staat open voor wat er op hem afkomt. Het kind straalt vitaliteit  uit en tegelijkertijd ontspanning en innerlijke rust. Wij bevorderen het gevoel van welbevinden van kinderen door ieder kind te erkennen en te waarderen zoals het is en het daarin te bevestigen. We gaan op zoek naar zijn talenten en geven hemgelegenheid deze te ontplooien en te delen met anderen. Dat doen de kinderen ineen veilige omgeving, waarin sprake is van orde, duidelijkheid, structuur encontinuïteit. Zo weten de kinderen waar ze aan toe zijn. Tegelijkertijd dagenwe hen uit om, vaak samen met anderen, op onderzoek uit te gaan, te ontdekkenen nieuwe inzichten op te doen. We geven kinderen veel ruimte om met elkaar tecommuniceren en samen te werken. Zo groeit de verbondenheid tussen kinderen enook dat bevordert hun gevoel van welbevinden.    

Betrokkenheid: Het kind is vol overgave, geconcentreerd en  intens bezig met een taak. Hij spant zich optimaal in, bijt op het puntje van  zijn tong en vergeet de tijd. Dat wil niet zeggen dat hij zich afsluit van  zijn omgeving. Integendeel, als die hem verder kan helpen bij zijn taak,  staat hij daar helemaal voor open. Het kind is van binnenuit gemotiveerd om  de taak tot een goed einde te brengen. Hij wil er greep op krijgen, omdat hij  weet dat hij ervan leert en dat dat hem veel voldoening zal geven. Hij wil de  taak volbrengen. Maar ook de weg daar naartoe, het werken aan de taak, geeft  hem plezier en voldoening. Wij bevorderen de betrokkenheidvan kinderen door een positief en uitnodigend werkklimaat te creëren, waarinkinderen zich veilig en geaccepteerd voelen. Het kind werkt op zijn niveau,maar wordt uitgedaagd om daar nét iets bovenuit te stijgen. We geven het kindbetekenisvolle opdrachten, die aansluiten bij zijn belevingswereld, maar dieook raken aan de ‘echte wereld’. Ook bevorderen we de betrokkenheid vankinderen door hen keuzemogelijkheden te geven en veel ruimte voor eigeninitiatieven.  

1.2 Vanuit welke visie werken wij? 

Ieder kind is uniek! Kinderen hebben verschillende karakters, talenten, behoeften en leervragen. Wij hebben oog voor die verschillen tussen kinderen: wat wil en wat kan dit kind? En wat heeft dit kind nodig?

Het onderwijs en de begeleiding sluiten aan bij het individuele kind. Kinderen leren van elkaar. Aansluiten bij het individuele kind betekent niet dat wij kiezen voor individueel onderwijs. Kinderen leren immers in interactie met elkaar. Door met elkaar te communiceren, te spelen en samen te werken, leren kinderen veel van elkaar. Ze leren omgaan metverschillen, rekening houden met anderen, ze leren elkaar te helpen, te begrijpen en leren initiatieven te nemen en samen problemen op te lossen.

Samenwerken en samen spelen bevorderen ook de dialoog, de verbondenheid en de ontmoeting tussen kinderen. 

Het kind is eigenaar van zijn eigen leren. Wij beschouwen het kind als eigenaar van zijn eigen leerproces. Daarom geven kinderen in ons kindcentrumzelf sturing aan hun ontwikkeling. De rol van onze medewerkers is hierbij essentieel, zij zijn mee-verantwoordelijk voor het leren van de kinderen. Zij kijken en luisteren goed naar kinderen, helpen hen om hun eigen leervragen te formuleren en ondersteunen ieder kind bij zijn persoonlijke leer- en ontwikkelingsproces. Kinderen zijn nieuwsgierig. Kinderen zijn gedreven om ontdekkingen te doen. Van binnenuit willen zij lerenen zich verder ontwikkelen. Ze zijn nieuwsgierig en leergierig. Als jonge onderzoekers verkennen ze de hen omringende wereld en stellen ze vragen waarop ze graag zelf een antwoord willen zoeken. Ze zijn nieuwsgierig naar het wat, naar het hoe en naar het waarom. Wij bieden onze kinderen daarom een rijke, uitdagende en betekenisvolle leeromgeving, die hen gelegenheid geeft én uitdaagt om nieuwe ontdekkingen te doen, om volop te leren en zich verder te ontwikkelen.  

Kinderen ontwikkelen zich in een doorgaandelijn. Wij vinden het belangrijk dat ieder kind een doorgaande ontwikkeling kan doorlopen. Daarom zijn opvang en onderwijs ondergebracht onder één dak, werken de medewerkers van opvang en onderwijs nauw met elkaar samen en is er binnen het kindcentrum sprake van één pedagogisch klimaat. Hierdoor verloopt voor ieder kind de overgang van opvang naar onderwijs vloeiend. Ook de manier waarop wij ons onderwijs inrichten, bevordert een doorgaande ontwikkelingslijn: wij werken met speel- en leerpleinen, basisgroepen, met contracten en projecten. 

Kinderen ontwikkelen zich in brede zin. Wij bieden kinderen mogelijkheden om zich breed te ontwikkelen. Zij verwerven kennis en basisvaardigheden, maar ontwikkelen ook allerlei andere competenties en vaardigheden, zoals sociale, morele, emotionele, motorische, communicatieve en creatieve competenties. Omdat we kinderen willen opleiden tot actieve burgers, besteden we expliciet aandacht aan (wereld)burgerschapscompetenties.

Kinderen mogen fouten maken. Wij laten het kind ervaren dat fouten maken leerzaam is. Door fouten te maken leren kinderen wat zij anders moeten of kunnen doen. Fouten helpen het kind verder in zijn ontwikkeling. Het is daarbij essentieel dat de medewerker samen met het kind op de fouten reflecteert: wat kun je de volgende keer beter of anders doen? Omdat De Hoven een lerende organisatie is, geldt dit ook voor onze medewerkers. Ook zij mogen fouten maken omdat ze daarvan leren.      

2 Ons onderwijsconcept

Wij hebben onze uitgangspuntenvertaald in een onderwijsconcept, dat onder meer is gestoeld op het gedachtegoed van ‘ervaringsgericht onderwijs’. In ervaringsgericht onderwijs staan het welbevinden en de betrokkenheid van kinderen centraal. Relatie en sfeer, het vrije initiatief van het kind en een interessante, uitdagende leeromgeving zijn belangrijke pijlers van ervaringsgerichtonderwijs. U ziet dit terug in de belangrijkste aspecten van ons onderwijsconcept.

Basisgroepen: Ieder kind zit in een basisgroep die wordt begeleid door een vaste medewerker. Omdat kinderen zich qua ontwikkeling niet laten ‘vangen’ in één jaargroep, bestaat een basisgroep uit twee jaargroepen: groep 1 en 2, groep 3 en 4, groep 5 en 6 en groep 7 en 8. Door in basisgroepen te werken, kunnen kinderen zich in hun eigen tempo ontwikkelen en kan de leerkracht beter aansluiten bij de verschillen tussen kinderen. De basisgroep is de thuisbasis van het kind. De kinderen starten de dag in hun basisgroep en hier sluiten zij de dag ook samen weer af. 

Speel- en leerpleinen: Twee of drie basisgroepen ‘bewonen’ samen een speel- of leerplein. In de opvang spreken we van een speelplein, in het onderwijs van een leerplein. Dit is een (speel)leeromgeving, die kinderen uitnodigt en uitdaagt om te ontdekken, te spelen en te leren. Op elk plein zijn er verschillende ateliers en hoeken waar kinderen uitdagende materialen vinden en waar zij specifieke activiteiten doen. Kinderen en medewerkers van verschillende basisgroepen werken intensief met elkaar samen. Dat er meerdere medewerkers op het plein aanwezig zijn, heeft grote voordelen: zij nemen samen meer waar dan alleen, vullen elkaar aan, lerenvan elkaar en maken gebruik van elkaars kwaliteiten. Dat komt de kwaliteit vande opvang en van het onderwijs ten goede. 

Projectmatig werken: In het hele kindcentrum – opvang en onderwijs – staat altijd (gedurende ongeveer acht weken) een bepaald thema centraal. Dat is zichtbaar op de speel- en leerpleinen, want de leeromgeving isingericht in het kader van het project. We kiezen voor thema’s, die aansluitenbij de leefwereld van kinderen, maar die ook raken aan de ‘echte’ wereld; ze hebben bijvoorbeeld betrekking op de natuur, op wereldoriëntatie of burgerschap. Zo doen de kinderen allerlei activiteiten en projecten die betekenisvol voor hen zijn. Dat bevordert hun betrokkenheid en dus het leren.

Handelingsgericht werken: In het onderwijs werken wij handelingsgericht. Dit is een doelgerichte en kindgerichte aanpak, een systematische manier van werken waarmee leerkrachten hun aanbod afstemmen op de basisbehoeften en onderwijsbehoeften van ieder kind. Centrale vraag is steeds: wat heeft dit kind nodig om dit doel te behalen? Welke instructie, aanpak en ondersteuning heeft het kind daarvoor nodig? De leerkrachten maken groepsoverzichtenen groepsplannen, waarin ze de behoeften en het aanbod van ieder kind in kaart brengen.

Specifieke werkvormen: Zowel in de opvang als in het onderwijs maken wij gebruik van de volgende werkvormen: 

·        De kring en vieringen: In de kring wisselen kinderen ervaringen uit en tijdens vieringen doen zij gedeelde ervaringen op in een veilige sfeer. De kernbegrippen welbevinden, betrokkenheid en competentie staan hier centraal: in de kring en tijdens devieringen worden het welbevinden en de betrokkenheid van de kinderen bevorderd, waardoor zij veel van elkaar leren (competentie).

·        Projectwerk: Kinderen doen op een aantal vaste momenten in de week allerlei activiteiten in het kader van het thema dat centraal staat. Ze voeren onderzoeken en projecten uitover onderwerpen en vragen die hen aanspreken. De kinderen kiezen zelf met welke (onderzoeks)vragen zij aan de slag gaan en op welke manier ze de antwoorden op hun vragen verwerken.

·        Werken in ateliers en hoeken: In de ateliers en hoeken kunnen kinderen kiezen uit een aanbod van activiteiten en uitdagende materialen. Het gaat bij deze activiteiten vooral om het handelen, het actief bezig zijn. Vaak krijgen de kinderen eerst instructie vande leerkracht.

·        Keuzeactiviteiten: Om tegemoet te komen aan de specifieke talenten en interesses van kinderen, is er op het rooster tijd ingepland voor vrije activiteiten. Kinderen kunnen kiezen uit een breed aanbod, waarbij zo weinig mogelijk beperkingen gelden. Zo leren de kinderen zelf keuzes te maken en initiatieven te nemen.  In het onderwijs maken we gebruik van het planbord en van contractwerk. 

·        Planbord encontractwerk: Omdat we ervan uitgaan dat kinderen eigenaar zijn van hun eigen leerproces, leren zij al vroeg zelf hun activiteiten te kiezen en te plannen. De basisgroepen 1-2 werken met een planbord, waarop de kinderen elke ochtend aangeven welke activiteiten zij deze dag gaan doen en in welk atelier ze gaan werken. Naast vrije activiteiten, plannen zij ook de verplichte opdrachten in. Zo worden zij voorbereid op het contractwerk in de middenbouw. Vanaf de middenbouw werken we met ‘contracten’. In een contract leggen de kinderen, in overleg met de leerkracht, vast aan welke opdrachten zij gedurende een bepaalde periode gaan werken. Zo sturen en plannen de kinderen hun leren in sterke mate zelf. Omdat dit vaardigheden zijn die kinderen moeten leren, bouwen we het contractwerk langzaam op. Het contract bevat eerst opdrachten voor één dag; gaandeweg wordt de omvang (dus ook de duur) van het contract uitgebreid. In het contract staan opdrachten op het gebied van lezen, schrijven, taal, rekenen, de cognitieve ontwikkeling, de creatieve ontwikkeling en de motorischeontwikkeling. Het kind bepaalt, in overleg met de leerkracht, zelf in welke volgorde hij de opdrachten uitvoert. Voordat het kind met een opdracht begint, krijgt hij instructie van de leerkracht. Als een opdracht klaar is, tekent het kind dat af in zijn contract. Zo zien kinderen wat ze nog moeten doen en lerenze hun werk steeds beter zelf te plannen.

Portfolio en avonturenboek: Het portfolio geeft kinderen, leerkrachten en ouders inzicht in de ontwikkeling die het kind doormaakt. Het is bovendien een mooi instrument om kinderen te laten reflecteren op hun eigen ontwikkeling. Wat heb ik geleerd? Wat wil ik nu gaan leren? Wat kan ik voortaan anders of beter doen? De kinderen hebben een ‘verzamelportfolio’ en een ‘presentatieportfolio’. In het verzamelportfolio bewaren zij werkstukken waar ze trots op zijn. Een selectie daarvan komt terecht in het presentatieportfolio, dat het kind samen met de leerkracht samenstelt. Het kind is eigenaar van zijn portfolio. Dat wil zeggen dat het kind zelf – in overleg met de leerkracht –beslist wat hij in zijn portfolio opneemt en dat hij zelf bepaalt aan wie hij zijn portfolio laat zien. Ouders mogen het portfolio van hun kind altijd inzien. De portfolio’s  staan in de portfoliokast op het leerplein. In februari en juni nemen de kinderen hun portfolio mee naar huis. Het portfolio laat zien wat kinderen hebben geleerd. Daarnaast observeren wij de kinderen en maken wijgebruik van toetsen om de ontwikkeling van de kinderen te volgen. Wij nemen methodegebondentoetsen en landelijke Cito-toetsen af. Het portfolio in de opvang noemenwe het ‘avonturenboek’. Deze map bevat beschrijvingen van de groepsleiding, werkstukken van het kind, fotomateriaal et cetera.

Klasindeling

  • Combinatiegroepen

Hoe wordt de tijd op school besteed?

Leerjaar 1 en 2

Bron

Leerjaar 3 t/m 8

Bron

Extra mogelijkheden op deze school

Extra ondersteuning van de leerlingen

Toelichting van de school

Onze school/ het kindcentrum maakt deel uit van een regionaal samenwerkingsverband (De Meijereij), waarin scholen samenwerken om ervoor te zorgen dat ieder zorgkind de beste plek krijgt. De extra zorg die de leerling nodig heeft, wordt door dit samenwerkingsverband bekostigd. Het streven is dat ieder kind zo dicht mogelijk bij huis passend onderwijs en passende begeleiding krijgt. In ons schoolondersteuningsprofiel (SOP) beschrijven we de mogelijkheden om leerlingen met extra onderwijsbehoeften te ondersteunen. Er is geregeld overleg met het samenwerkingsverband en de school.

Op de Hoven gaan we uit van Handelingsgericht werken. Dat betekent dat wij de onderwijsbehoeften van de leerlingen centraal stellen. Centrale vraag is steeds: wat heeft dit kind nodig om dit doel te behalen? Hierbij letten wij op het aanbod volgens het Expliciete Directe Instructiemodel. Wij letten op afstemming en wisselwerking tussen kind en zijn omgeving. Onze krachtige leeromgeving is afgestemd op wat de leerling nodig heeft. Onze leerkrachten stemmen met elkaar af wat de verschillende tussen leerlingen zijn en bieden passend onderwijs aan.  

Welke specialisten ondersteunen op deze school?

Terug naar boven