Bron: <b>DUO</b><br />Vergelijkbare instellingen: <b>alle instellingen in het speciaal onderwijs met een vergelijkbaar leerlingenaantal</b><br /> <a href="https://encyclopedie.vensters.nl/indicator_po/3418f8d2-188d-490e-88d6-436f8aba8b8a" class="button button-link" target="_blank"><i class="fas fa-external-link-square-alt"></i> Achtergrondinformatie</a>">Bron
We streven er op SO4 De Windroos naar dat leerlingen elke dag naar school komen om te leren. Een school hoort een positieve uitdaging te zijn, waar elk kind nieuwe kennis en vaardigheden kan opdoen. Wij zijn van mening dat het onderwijs aan onze leerlingen enerzijds individueel gericht dient te zijn vanwege de uiteenlopende problematiek en daarmee gepaard gaande mogelijkheden. Anderzijds kan elk kind op SO4 De Windroos zich binnen de groepslessen ontwikkelen op het eigen niveau, waardoor elke leerlingen bij en in de groep blijft.
T/m groep 5 convergente differentiatie, daarna meer divergent. Bij convergente differentiatie wordt er een minimumdoel voor de groep als geheel gesteld. Alle kinderen doen mee aan de groepsinstructie en profiteren zodoende van de uitleg van de leerkracht en van elkaar. Na de groepsinstructie gaat de groep de leerstof zelfstandig verwerken, waardoor de leerkracht tijd heeft om waar nodig leerlingen extra instructie te geven. Kinderen die dit nodig hebben krijgen dus groepsinstructie én verlengde instructie. De instructietijd wordt zodoende vergroot voor onze leerlingen. Voor de kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong is er verdiepingsstof die aansluit op het leerdoel van de les. Deze vorm van differentiatie stelt hoge verwachtingen aan de zogenaamde risicoleerlingen, waardoor deze niet bij voorbaat worden opgegeven of een eigen leerlijn moeten gaan volgen. Het doel is kinderen zo lang mogelijk mee te laten doen met de groep om hen te laten profiteren van de instructie en interactie in de groep. De groep blijft bij elkaar. Vanaf groep 6 proberen we steeds meer divergent te werken, waarbij we kinderen begeleiden naar hun uitstroomniveau en hier de leerdoelen op afstemmen. We delen leerlingen in op leerroute. De vorderingen van elke leerling worden regelmatig getoetst (d.m.v.CITO-toetsen en methodegebonden toetsen). Deze gegevens worden verwerkt in het OPPen het groepsoverzichtsplan. Indien nodig wordt extra ondersteuning geboden. Het ontwikkelingsperspectief. Het ontwikkelingsperspectief (OPP) van uw kind doet een voorspellingover het niveau waarop we verwachten dat uw kind de komende jaren zal gaan presteren voor de vakken Begrijpend Lezen, Rekenen/Wiskunde, Spelling enTechnisch lezen. Tevens wordt een uitspraak gedaan over het verwachte schooladvies in groep 8, het verwachte uitstroomniveau. Bij het opstellen van het OPP is rekening gehouden met het IQ van het kind, met de beschikbare toetsgegevens tot nu toe, met leerlingkenmerken en met de leefomgeving van de leerling. Twee keer per jaar (bij de leerlingbespreking) kijkt een multidisciplinair team samen met de leerkracht of de uitgestippelde leerroute nog altijd goed aansluit bij de mogelijkheden en onderwijsbehoeften van uw kinderen of de juiste middelen worden ingezet om tegenwerkende factoren positief om te buigen en beschermende factoren maximaal te benutten. Het OPP krijgen ouders elk jaar te zien ter ondertekening en het wordt op vaste momenten besproken(bij start van de leerling na 6 weken, bij DL = 15, 35 en 45).
De problematiek van de leerlingen op SO4 De Windroos is zeer gevarieerd. Alle leerlingen hebben problemen op sociaal-emotioneel gebied. Vaak is er sprake van psychiatrische problematiek zoals ADHD, autisme spectrumstoornis (PDD-NOS, Asperger), oppositioneel-opstandige gedragsstoornis (ODD),gedragsstoornis (CD), het syndroom van Gilles de la Tourette, separatieangststoornis, reactieve hechtingsstoornis of een stemmingsstoornis. Wat al onze leerlingen gemeen hebben, is dat ze moeilijk kunnen voldoen aan de eisen die op de basisschool aan hen worden gesteld en dat ze reageren met “niet wenselijk” gedrag. Ze ondervinden allemaal problemen in het contact met leeftijdsgenoten en/of volwassenen. De school ontvangt zowel leerlingen met naar 'binnen'- als wel naar 'buiten' kerend gedrag.
De intelligentie van leerlingen op SO4 De Windroos varieert van laaggemiddeld tot hoogbegaafd. Als gevolg van gedragsproblemen,werkhoudingproblemen of door een specifieke leerstoornis is er evenwel regelmatig sprake van leerachterstanden. Leerlingen die functioneren op moeilijk lerend niveau of lager worden doorverwezen naar een cluster 4 school in Nijmegen die het aanbod heeft voor leerlingen met een lagere intelligentie.
Het samenwerkingsverband Stromenland heeft het minimale niveau van de basisondersteuning vastgesteld in het ondersteuningsplan. De basisondersteuning zoals omschreven door Stromenland is de ondersteuning die elke school binnen het samenwerkingsverband moet kunnen bieden. De extra ondersteuning is alle ondersteuning die gegeven wordt, maar niet binnen de basisondersteuning valt. Het samenwerkingsverband zorgt voor een dekkend aanbod binnen de regio. Om de ondersteuningsmogelijkheden van de school in kaart te brengen, is iedere school wettelijk verplicht om een schoolondersteuningsprofiel (SOP) op te stellen. In het SOP staat beschreven welke mogelijkheden de school kan bieden met haar eigen middelen. Veranderingen binnen het team of in het budget kunnen van invloed zijn op de ondersteuningsmogelijkheden van de school. Het SOP wordt tweejaarlijks geactualiseerd. De Medezeggenschapsraad (MR) heeft adviesrecht op het SOP. Na instemming van de MR is het document definitief.