Bron: <b>DUO</b><br />Vergelijkbare instellingen: <b>alle instellingen in het basisonderwijs met een vergelijkbare schoolweging en leerlingenaantal</b><br /> <a href="https://encyclopedie.vensters.nl/indicator_po/3418f8d2-188d-490e-88d6-436f8aba8b8a" class="button button-link" target="_blank"><i class="fas fa-external-link-square-alt"></i> Achtergrondinformatie</a>">Bron
In de onderbouw werken wij met twee kleine groepen 1 en een groep 2. Wij hebben bewust gekozen voor homogene groepen in de eerste twee leerjaren, omdat wij op deze manier beter kunnen voldoen aan de (onderwijs)behoeften van de leerlingen.
Met het ontwikkelen van een visie voor ons IKEC (kindcentrum) komt duidelijk naar voren dat we de traditionele verdeling van onderbouw (gr 1-4) en bovenbouw (gr 5-8) willen aanpassen naar jonge kind (0/ 2,5-7 jr) en oudere kind (8-12/13 jr). Reden daarvoor is dat gebleken is dat kinderen tot 7 jaar op een wezenlijk andere manier leren dan het oudere “schoolkind”. Zowel instructie van nieuwe leerstof in kleine groepjes als spelend leren heeft een belangrijke plek in het onderwijs in groep 1 en groep 2. Leerkrachten hebben door de focus op het jonge kind meer mogelijkheden onderwijs op maat te bieden, een ononderbroken ontwikkeling te creëren.
De kinderen in de groepen 3, 4 en 5 zijn ingedeeld naar leeftijd en de kinderen in groepen 6, 7 en 8 zijn dit schooljaar verdeeld over twee combinatiegroepen 6/7 en 7/8. Waar nodig krijgen de kinderen extra hulp of uitdaging op allerlei vakkengebieden. Leerlingen die uit het buitenland komen en toe zijn aan lezen en schrijven of dit kan kunnen en 6 jaar of ouder zijn, worden in de instroomklas ‘nieuwkomers’ geplaatst, waarbij zij gedurende een periode (meestal 1 jaar) extra ondersteuning krijgen om zich het Nederlands in mondeling en schriftelijk taalgebruik eigen te maken. Kleuters (tot 6 jaar) uit het buitenland plaatsen wij in een groep 1 of groep 2. Daar krijgen de leerlingen extra NT2-begeleiding in de groep, gericht op het mondeling taalgebruik.
Ons onderwijs heeft als uitgangspunt het traditionele, klassikale systeem. We gebruiken daarbij het effectieve directe instructiemodel. De les start leerkracht gestuurd en wordt gevolgd door een fase van zelfstandig werken door de leerlingen. Tijdens de les is er wel veel interactie tussen de leerkracht en de groep. Leerlingen worden dus actief betrokken.
De verschillende lesmethoden zijn het uitgangspunt tijdens de lessen, maar we passen de lessen aan als dit nodig is voor de leerlingen in de groep om met alle leerlingen de doelen te behalen. Educatieve software is daarbij een hulpmiddel.
Om te kunnen leren is een veilig klimaat nodig. Orde en rust zijn daarom belangrijke waarden bij ons op school. Daarvoor hanteren we een duidelijk beleid, ons "time-out"-protocol, waarbij onacceptabel gedrag direct consequenties heeft. Daarnaast werken we met onze "Orka-training" met alle leerlingen aan de sociale vaardigheden, zodat de sociale veiligheid bevorderd wordt.
Het schoolteam beschikt over verschillende teamleden met verschillende functies. Het management bestaat uit een directeur onderwijs, manager opvang en wordt ondersteund door een management team waarin de kwaliteitscoördinatoren en de bouwcoördinatoren zitting nemen. Verder hebben wij expert leraren op het gebied van rekenen, taal, gedrag, jonge kind. Daarnaast heeft de Waterlelie een brugfunctionaris, administratief medewerker en zijn er leraarondersteuners en onderwijsassistenten, zijn er vakleerkrachten voor bewegingsonderwijs. drama, handvaardigheid, activiteiten coördinatoren en een specialist voor meer- en hoogbegaafde kinderen die de Prismaklas begeleidt en natuurlijk de groepsleerkrachten.
Met elkaar geven we vorm aan het onderwijs, ieder vanuit zijn eigen expertise en verantwoordelijkheid.
Deze ontwikkelingsgebieden worden via spelend leren aangeboden in kringactiviteiten, instructiekringen, speel- werklessen, creatieve activiteiten en binnen- en buitenspel.
Onder levensbeschouwing valt ook burgerschap.
Bovenstaande tijden zijn een richtlijn. Groepen en daarmee ook de behoeften van een groep kunnen verschillen. Met elkaar bespreken wij wat een groep leerlingen nodig heeft om de doelen van dat schooljaar te kunnen behalen en gezamenlijk kunnen we op basis daarvan besluiten om van de richtlijnen af te wijken. Wettelijk zijn er geen regels die bepalen hoeveel tijd aan welk vak moet worden besteed.
In ons IKEC bieden we de leerlingen de ondersteuning die zij nodig hebben om de potentie die zij hebben waar te kunnen maken. De ondersteuning die we kunnen geven, staat beschreven in ons schoolondersteuningsprofiel. Hierin omschrijven wij hoe leerlingen met een extra ondersteuningsvraag begeleid worden, welke expertise in het IKEC aanwezig is en welke middelen het IKEC hiervoor ter beschikking heeft. Ook het contact met de ouders hierover komt aan bod.
Als een kind extra ondersteuning nodig heeft, kan dat vaak door de eigen leerkracht of met hulp van de specialisten en/ of intern begeleider binnen de school worden georganiseerd. Dat noemen we de basisondersteuning. Als er meer nodig is, kunnen we extra ondersteuning bieden. Er wordt dan met een externe deskundige overlegd en een plan opgesteld.
De extra ondersteuning kan nodig zijn, omdat een leerling moeite heeft met de leerstof, maar het kan ook zijn dat een leerling juist extra uitdaging nodig heeft. We overleggen dan met de specialist hoogbegaafdheid en dan kan een leerling aangepast werk krijgen of bijv. deelnemen aan de plusklas.
Graag verwijzen wij u voor ons schoolondersteuningsprofiel naar onze website. U vindt daar ook het privacyreglement van ons samenwerkingsverband. Met dit samenwerkingsverband geven wij vorm aan passend onderwijs.
Toekomstig aanbod aan extra ondersteuning
Wij zouden graag een logopedist aan ons team toevoegen om leerlingen met taal-spraakproblematiek de juiste ondersteuning te kunnen bieden.
Het onderwijs aan jonge kinderen is samen met de opvang in ontwikkeling om optimaal aan te sluiten bij de specifieke kenmerken van het jonge kind. Daarbij spelen de basiskenmerken nieuwsgierig zijn, emotioneel vrij zijn en zelfvertrouwen een belangrijke rol omdat dit voorwaarden zijn voor ontwikkeling en leren. De taak van de leerkracht of medewerker hierbij is om alles in het werk te stellen om oorzaken van belemmeringen op te sporen en weg te nemen, en deze voorwaarden verder te versterken.
Kinderen leren door spel, omdat zij steeds datgene selecteren waardoor ze verder willen komen en nieuwe ontwikkelingsstappen kunnen zetten. Het accent binnen ons onderwijs aan het jonge kind ligt daarom, naast gerichte instructie in kleine groepen, op spel en informeel leren in een rijke leeromgeving. De taak van de leerkracht is om dit spel te begeleiden in interactie met de kinderen, waarbij het initiatief van het kind een grote rol krijgt.
Samen met de kinderopvang en peuterspeelzaal werken wij vanuit onderstaande uitgangspunten aan de volgende ambitie:
- Ambitie is dat (bijna) alle kinderen alle voorwaarden en doelen beheersen, zodat zij goed kunnen starten aan het onderwijs in groep 3.
- De kinderen in ons kindcentrum maken daartoe een ononderbroken ontwikkeling door dankzij goede afstemming in aanbod, pedagogisch en didactisch handelen tussen voor- en vroegschool.
- De kwaliteit van de opvang en het onderwijs is zodanig dat alle kinderen zich naar hun potentie ontwikkelen.
Uitgangspunten
· We werken en maken keuzes vanuit een gezamenlijke pedagogische en didactische visie;
· Wij werken zowel doelgericht als ontwikkelingsgericht op basis van spelend leren;
· We creëren meer doorstroommomenten dan 1 maal per jaar om beter tegemoet te komen aan de ontwikkelingsfasen van kinderen. De ontwikkeling van het kind en hoge verwachtingen zijn hierin leidend;
· We volgen de leerlingen met een gezamenlijk kindvolgsysteem (Kijk!0-7)
· We werken vanuit doelen. Streven is een afgestemd aanbod, maar de methode is ondergeschikt aan de werkwijze. Het gaat om doelgericht werken door didactisch en pedagogisch sterke leerkrachten en PM-ers;
· We streven naar inclusiviteit en diversiteit;
· Een multidisciplinair team (leerkrachten, PM-ers, specialisten) is een belangrijke factor voor het bieden van kwalitatief hoge opvang en onderwijs. waarbij een gedeelde verantwoordelijkheid van de leerkrachten/ PM-ers voor alle kinderen in de onderbouw een meerwaarde heeft.