Bron: <b>DUO</b><br />Vergelijkbare instellingen: <b>alle instellingen in het basisonderwijs met een vergelijkbaar leerlingenaantal</b><br /> <a href="https://achtergrondinformatie.vensters.nl/p/VenstersPO/6192449487635168" class="button button-link" target="_blank"><i class="fas fa-external-link-square-alt"></i> Achtergrondinformatie</a>">Bron
Indeling in groepen
De leerlingen zijn verdeeld over acht groepen:
- Twee heterogene kleutergroepen met kinderen in de leeftijd van 4 en 5 jaar door elkaar.
- Groep 3-8 zijn ingedeeld in zes jaargroepen waarin kinderen van dezelfde leeftijd zitten.
Bij de kleuters staat het spelend leren voorop. Spelenderwijs doen de kleuters ervaring op die noodzakelijk zijn voor hun verdere ontwikkeling. Wij zorgen voor een stimulerende omgeving en bieden een beredeneerd onderwijsaanbod. Gedurende enkele weken staat een thema centraal waaraan de kinderen zich op allerlei manieren ontwikkelen. We sluiten aan bij de leef- en ervaringswereld van het jonge kind.
In de klas komen de thema’s tot leven – alle kinderen beleven het en werken ermee. Dat versterkt niet alleen hun betrokkenheid bij het onderwerp en hun motivatie, maar ook het groepsklimaat in het algemeen. Bovendien heeft elk kind een eigen rol. Naast schoolse vaardigheden is ook de algemene ontwikkeling belangrijk. We stellen ouders altijd op de hoogte van het thema en betrekken hen regelmatig bij de activiteiten, zoals het bijwonen van een slotpresentatie.
Kinderen kunnen naar school als zij zindelijk zijn. Ongelukjes kunnen uiteraard voorkomen en daarvoor is reservekleding op school aanwezig. Als een kind nog niet zindelijk is gaan we daar met ouders over in gesprek. Meer hierover leest u in de speciale kleuterbrochure. Deze ontvangt u bij aanvang van de kleuterperiode.
Het goed beheersen van de basisvaardigheden -taal, lezen en rekenen- zijn essentieel voor het functioneren in onze samenleving. Hier besteden we veel aandacht aan. We geven vooral groepsgerichte effectieve instructie met verwerking op eigen niveau.
Het ontwikkelen van technische leesvaardigheid is van cruciaal belang voor begrijpend lezen en daarmee voor leren in zijn algemeen. Wij zetten tutorlezen in, een effectieve manier om kinderen te helpen zich te ontwikkelen tot vloeiende lezers. Tutorlezen is een vorm van samenwerkend leren, waarbij een oudere, vaardige leerling een jongere leerling één-op-één helpt met het oefenen van lezen.
Ook zetten we flink in op leesplezier. Onze bibliotheek is rijkelijk uitgebreid met leuke, nieuwe boeken. Daarmee hebben we aanbod gecreëerd waar iedere leerling wel een passend boek vinden kan. Ook laten we in groep 4 t/m 8 ons leesonderwijs aansluiten op het thematisch onderwijs in de wereld oriënterende vakken. Dit zorgt voor leerstof geïntegreerd aanbod.
Bij verschillende leeractiviteiten wordt er klassen 'doorbroken' gewerkt; activiteiten waarbij leerlingen uit verschillende groepen samenwerken.
De methodes die we gebruiken zijn onder andere:
Rekenen: Getal en Ruimte Junior en Foutloos Rekenen
Aanvankelijk lezen in groep 3: Veilig leren lezen
Taal/ spelling methode: Taalactief
Wereldoriëntatie en lezen: Blink
Het team van de school zet zich er iedere dag voor in om de ontwikkeling van onze leerlingen zodanig te ondersteunen dat zij uitgroeien tot zelfbewuste en sociale wereldburgers. Daartoe hebben we in schooljaar 23-24 ons burgerschapsbeleid ontwikkeld. Dit beleid is een zogeheten groeidocument. Wij weten dat we het nog kunnen verfijnen en versterken. Onder leiding van een specialist burgerschap (geschoold lid van het team) en de werkgroep gedrag wordt de ontwikkeling van dit beleid voortgezet. De volgende stap die we met elkaar maken is hoe dit beleid en ons onderwijs in burgerschap meetbaar te maken. U kunt het burgerschapsbeleid lezen in het Ouderportaal van Basisonline.
Ondersteuning op maat
In de klas krijgen de leerlingen zoveel mogelijk ‘ondersteuning op maat’. Dat wil zeggen dat we eventuele extra ondersteuning inzetten aansluitend op de vaardigheden van de leerling. De leerkrachten maken groepsplannen met doelen voor specifieke leerlingen. Ze onderzoeken of een leerling toe kan met extra, minimale of basisondersteuning per vakgebied en stellen tenminste vier keer per jaar vast of deze begeleiding nog op maat is. Waar nodig wordt er ook wel eens een individueel handelingsplan gemaakt. Dit gebeurt alleen wanneer er heel specifieke hulpvragen zijn of wanneer de begeleiding buiten de reguliere begeleiding of het reguliere leerstofaanbod valt.Elk jaar vindt er overdracht plaats van alle individuele leerling- en groepsgegevens tussen de huidige leerkracht en de leerkracht van het volgende leerjaar. Meerdere keren per jaar overleggen intern begeleider en leerkracht over het functioneren de groep. De cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen die met extra aandacht begeleid moeten worden, komt regelmatig in een overleg tussen de leerkracht, de intern begeleider en de directie aan de orde. De voortgang in ontwikkeling en de prognose worden dan besproken.
Intern begeleider
De intern begeleider is een leerkracht met specialistische kennis over onderwijskundige hulp aan leerlingen en leerkrachten. Wanneer er vragen zijn over de begeleiding van een leerling in een klas of wanneer een leerling extra begeleiding behoeft, dan bespreken de leerkracht en intern begeleider een plan van aanpak. Deze wordt waar nodig ook besproken met de directeur. Eventueel kan ook nader onderzoek worden voorgesteld. Elke stap wordt met de ouders besproken. Mogelijk resulteert dit alles in een ondersteuningsplan wat in bijna alle gevallen in de eigen klas wordt uitgevoerd.Ondersteuningsteam
Soms is extra overleg nodig om te bepalen welke ondersteuning een leerling moet krijgen. Overleg hierover vindt plaats in het ondersteuningsteam dat naast de ouders en de leerkrachten(en) bestaat uit de intern begeleider, een orthopedagoog, schoolmaatschappelijk werk en de directeur. In het ondersteuningsteam wordt ook na een periode gekeken of de ondersteuning vruchten afwerpt.Hulp van buitenaf
Soms is de probleemstelling ingewikkeld en heeft het team hulp nodig van buitenaf. We kunnen een beroep doen op schoolmaatschappelijk werk (Levvel) , de schoolarts, schoolpsycholoog, orthopedagoog, of ambulante begeleiding vanuit het Samenwerkingsverband Waterland. Voor het inschakelen van externe hulp vragen we ouders vooraf altijd om toestemming. Voor zo’n overleg worden de ouders in de regel ook uitgenodigd. Zij moeten vooraf ook toestemming geven voor het bespreken van hun kind in dit overleg. Wanneer bij leerlingen voor het vierde jaar al ondersteuning van buitenaf aanwezig is, zijn ouders verplicht dit bij de inschrijving te vermelden.Hoe werkt het bij meer dan gemiddelde begaafdheid van uw kind?
Wij werken met het Digitaal handelingsprotocol begaafdheid (DHH) voor het herkennen en begeleiden van begaafde leerlingen van groep 1 tot en met groep 8. Zij hebben niet alleen behoefte aan moeilijker opdrachten, maar hanteren vaak ook andere denkstrategieën dan andere leerlingen. In de klas krijgen zij compacte lesstof waarmee ze met grotere sprongen door het reguliere leeraanbod gaan. In de weektaak is voor hen uitdagend pluswerk opgenomen.Hoogbegaafde leerlingen kunnen één ochtend per week les volgen bij de externe klas 'Vostok'. Sinds september 2015 is er voor Hoogbegaafde leerlingen in Landsmeer een Vostoksteunpunt op OBS De Stap.
Toekomstig aanbod aan extra ondersteuning
Het is altijd onze ambitie om onze lesgevende kwaliteiten te verbeteren. Daardoor is het team steeds beter in staat meer leerlingen op maat te begeleiden in hun ontwikkeling.
Een uitgebreide beschrijving van onze ontwikkeldoelen staat opgenomen in ons schoolplan 23-29. Dit schoolplan en het ondersteuningsprofiel van de school is te vinden op het ouderportaal van de Wagemaker (BasisOnline) in de digitale boekenkast.
Het is mogelijk dat de school extra aanbod organiseert voor het jonge kind. Die extra aandacht is bijvoorbeeld beschikbaar in samenwerking met de peuterspeelzaal, het kinderdagverblijf of in de groepen 1 en 2 van de basisschool. Het doel is om te zorgen voor een goede start op de basisschool.