Bron: <b>DUO</b><br />Vergelijkbare scholen: <b>basisscholen met een vergelijkbare schoolweging.</b><br /> <a href="https://achtergrondinformatie.vensters.nl/p/VenstersPO/6192449487635142" class="button button-link" target="_blank"><i class="fas fa-external-link-square-alt"></i> Achtergrondinformatie</a>">Bron
Het streefniveau is een hoger niveau dan het fundamenteel niveau. Het doel is dat zoveel mogelijk leerlingen eind groep acht het streefniveau bereiken. Op basis van de leerlingpopulatie op school wordt door de inspectie voor elke basisschool in Nederland apart bepaald hoeveel procent van de leerlingen het streefniveau moet halen. Dat percentage is de signaleringswaarde voor het streefniveau van de school.
We richten ons op de persoonlijke groei en ontwikkeling. Om dat te bereiken is het nodig dat kinderen weten:
- Wat is het leerdoel: wat ga ik leren?
- Waar ze staan ten opzichte van dat leerdoel: wat kan/ken ik al en wat ga ik nog leren?
- Welke stappen ze kunnen zetten om dat leerdoel te bereiken: hoe pak ik het aan?
We vinden het heel belangrijk dat onze kinderen naast cognitieve en sociaal-emotionele doelen/vaardigheden, zich ook ontwikkelen m.b.t. “Leren leren” (bijv. m.b.v. inzicht in de eigen (groei)mindset en de “leerkuil”). De kinderen werken op dit moment bij technisch lezen, spelling en rekenen aan doelen (zowel individueel als in de unit) die passen bij hun “zone van naaste ontwikkeling”.
Voor de tussenresultaten nemen we ook de Leerling in Beeld toetsen (CITO) af van de volgende onderdelen: technisch lezen, begrijpend lezen, spelling en rekenen. Resultaten worden geanalyseerd en vervolgens wordt de instructie aangepast op de behoefte van de kinderen. In februari en juli maken we n.a.v. de tussenresultaten een schoolanalyse. Hierin worden ook de actiepunten op schoolniveau geformuleerd.
Op de Octopus streven we ernaar dat alle kinderen van groep 8 de doorstroomtoets maken. We gebruiken de digitale doorstroomtoets van Route 8. Dit is een adaptieve doorstroomtoets die het niveau aanpast aan het kind. Hierdoor krijgen de kinderen een toets op maat waarin uiteraard wel uitdaging zit. Toetsen op maat zorgt voor verhoging van de succesbeleving en het levert minder frustratie op. Sinds schooljaar 2023-2024 is de Eindtoets vervangen door de doorstroomtoets, deze wordt in februari afgenomen.
In groep 8 krijgt elke leerling van de basisschool een advies voor het voortgezet onderwijs dat past bij het niveau van deze leerling. De leerling stroomt vervolgens door naar het voortgezet onderwijs. In het derde jaar wordt gekeken welk niveau de leerling werkelijk heeft vergeleken met het niveau van het schooladvies. Dit wordt vertaald naar drie categorieën: boven, op en onder advies. Bijvoorbeeld: een leerling met schooladvies vmbo-b die in het derde jaar op het vmbo-k zit, zit boven advies. En een leerling met schooladvies havo/vwo die in het derde jaar op het havo zit, zit op advies. Wanneer deze leerling in het derde schooljaar op het vwo zit, zit hij/zij boven advies.
Kinderen leren en ontwikkelen op school vaardigheden die nodig zijn om op een goede manier met anderen om te gaan. En om bij te dragen aan de samenleving. Het gaat om vaardigheden zoals samenwerken, ruzies oplossen en zelfredzaamheid. Door deze vaardigheden is het fijn en veilig op school en verbeteren de leerprestaties. Kinderen nemen op een positieve manier deel aan de maatschappij.
Onze kernwaarden uit de visie op sociale opbrengsten zijn:
- Groei: ik groei en ontwikkel
- Betrokkenheid: ik ben actief en doe mee
- Vertrouwen: ik kom er wel en mag er zijn
- Eigenaarschap: ik neem zelf de regie
- Creativiteit; ik ontdek en ben nieuwsgierig
Groei
Kinderen krijgen de kans te laten zien wat ze willen en kunnen. Zij worden uitgedaagd en ondersteund, afhankelijk van hun mogelijkheden. Kinderen groeien door het opdoen van succeservaringen. Dit vergroot het zelfvertrouwen. Ze leren van en met elkaar. Hierbij mogen fouten gemaakt worden. Talenten van kinderen worden gezien en benut. Leerkrachten en kinderen stellen doelen. Deze zijn afgestemd op de onderwijsbehoeften van de kinderen (differentiatie). De uitdaging wordt daarbij opgezocht.Ook binnen het team worden de talenten benut om de innovatiekracht te vergroten. Hierbij worden leerkrachten regelmatig uitgedaagd om buiten de comfortzone te treden. Er worden bewuste keuzes gemaakt en doelen gesteld.
Betrokkenheid
De kinderen zijn actief, ze hebben een actieve werkhouding, er is veel interactie, ze nemen initiatief. Ze zijn nieuwsgierig, ze stellen vragen aan elkaar en aan de leerkracht. Kinderen helpen elkaar. Er heerst een goede werksfeer waar ruimte is voor een rustig werkklimaat en ontspanning. Kinderen en leerkrachten werken en leren met plezier! Leerkrachten staan open voor elkaar, helpen en steunen elkaar. Leerkrachten zijn enthousiast en hebben een open houding voor kinderen en ouders. Ouders worden actief betrokken bij de ontwikkeling van hun kind.
Vertrouwen
Er heerst een positief klimaat in de groep. Kinderen hebben vertrouwen in hun eigen competentie, zelfrespect en een positief zelfbeeld. Ze hebben waardering voor elkaar en laten dit zien door complimenten te geven. Op school begint vertrouwen bij jezelf. In het team nemen we verantwoordelijkheid en kunnen we op elkaar rekenen. Gemaakte afspraken worden nagekomen. We kunnen elkaar aanspreken (feedback) en weten dat alles gezegd mag worden. We vinden het belangrijk dat het team hierin ook het goede voorbeeld naar kinderen uitdraagt. Tussen ouders en team zijn de contacten laagdrempelig. We hebben vertrouwen in elkaars deskundigheid.
Eigenaarschap
Kinderen zijn betrokken bij hun eigen leerproces. Dit doen we door kinderen mede-eigenaar te maken door hen als groep te betrekken bij de doelen die we willen bereiken. Met de groep worden missie, regels en doelen gekozen. Met individuele kinderen gaan we in gesprek en we bevragen hen op hun doelen, wensen en ambities.
Creativiteit
Creativiteit en creatief denken stelt ons in staat om flexibel om te gaan met de steeds sneller veranderende maatschappij. Creativiteit is iets waarin we ons als mens van elkaar onderscheiden. We staan open voor nieuwe en ongewone ideeën. We durven als team buiten bestaande paden te denken en te handelen. Er is ruimte om te experimenteren. Een onderzoekende houding en een natuurlijke nieuwsgierigheid van kinderen en leerkrachten zijn daarbij complementair.
De Inspectie van het Onderwijs onderzoekt minimaal één keer in de vier jaar het bestuur van een school. De inspectie kijkt dan of de kwaliteitszorg, de onderwijskwaliteit en de financiële zaken bij het schoolbestuur op orde zijn. Daarnaast bezoekt de inspectie een aantal scholen die bij het schoolbestuur horen en onderzoekt deze scholen nader. De gegevens van het laatste onderzoek van de inspectie zijn beschikbaar op de website van de onderwijsinspectie.