Bron: <b>DUO</b><br />Vergelijkbare instellingen: <b>alle instellingen in het basisonderwijs met een vergelijkbare schoolweging en leerlingenaantal</b><br /> <a href="https://encyclopedie.vensters.nl/indicator_po/3418f8d2-188d-490e-88d6-436f8aba8b8a" class="button button-link" target="_blank"><i class="fas fa-external-link-square-alt"></i> Achtergrondinformatie</a>">Bron
Op De Laarakker werken we in units. Twee jaargroepen vormen samen één unit. Leerkrachten zijn samen verantwoordelijk voor alle leerlingen binnen de unit. Het motto van De Laarakker bij het unit onderwijs is: “Wat groot kan doen we groot, wat klein moet, doen we klein”. Het streven is om alle leerlingen van de school optimaal te bedienen. De onderwijsbehoeften van de leerlingen staat centraal en de organisatie van de school is ingericht om het onderwijs aan onze leerlingen optimaal te ondersteunen. Hiervoor is er onder andere veel momenten in de week ruimte voor instructies, verlengde instructies en begeleide inoefening. We gebruiken deze momenten voor extra uitleg maar ook voor de uitleg van plusmateriaal. Daarnaast is er structureel aandacht de brede ontwikkeling van onze leerlingen. Denk sociale vaardigheden, burgerschap, cultuur en sport.
De Laarakker heeft een positieve grondhouding: We gunnen elk kind een plek op onze school. Daarom bekijken wij bij elke aanmelding of we kunnen voldoen aan de onderwijsbehoefte van het kind. We bieden kinderen graag een kans op onze school en kijken dan ook graag naar de mogelijkheden van onze school. Binnen De Laarakker is veel kennis en expertise aanwezig, veel rust binnen de school en bieden we een voorspelbare ondersteunende omgeving. Toch kunnen er ook grenzen zijn aan onze mogelijkheden. Deze grenzen willen we specifiek aangeven omdat we leerlingen niet tekort willen doen. We kijken tegen welke belemmering we oplopen en of, en hoe we die belemmeringen kunnen opheffen. Uiteraard hangt plaatsing van een leerling met speciale onderwijsbehoefte ook af van de mogelijkheid tot toekenning van extra zorgmiddelen vanuit het samenwerkingsverband PassendWijs en het schoolbestuur.
Daarnaast spelen de volgende componenten een rol: de veiligheid van de leerling(en), de groepsgrootte, verschillende dynamieken in de groep, (on)mogelijkheden schoolgebouw, mate van zelfredzaamheid (zelfstandigheid) van het kind, (on)mogelijkheden tot verlenen van de noodzakelijke medische zorg. Per situatie zal dit verschillen en beoordeeld moeten worden door het managementteam, eventueel in samenspraak met de regiocoördinator van het samenwerkingsverband (PassendWijs).
Toekomstig aanbod aan extra ondersteuning
Op De Laarakker hebben we de ervaring opgedaan dat we in goed overleg met ouders, externen en school, leerlingen met verschillende specifieke onderwijsbehoeften op de basisschool kunnen bedienen. Waarbij we steeds weer zoeken naar een positieve balans voor zowel de individuele leerlingen, de leerkrachten als de hele groep. We hebben de ambitie om de komende jaren in kaart te brengen wat wel lukt en wat hiervoor nodig is. Dit alles vanuit een goede samenwerking met PassendWijs, het SBO en het SO.
Als vierjarige start een kind in unit 1-2. Hier wordt gewerkt aan de hand van thema’s. De kinderen leren hier spelenderwijs. Ze krijgen instructie in grote- en kleine kringen, werken in hoeken of aan een tafel en bewegen regelmatig (binnen en buiten). Ook leren de kinderen zelfstandig keuzes maken, via een planbord. Wanneer een kind gestart is, volgt er snel een uitgebreid gesprek met de leerkracht. Ook is er een (warme) overdracht tussen de peuterspeelzaal / dagopvang en school. Dit omdat we in willen steken op wat het kind al kan en samen op willen trekken met ouders. We volgen in unit 1-2 de totale ontwikkeling van het kind met behulp van het observatiesysteem KIJK!