Kindcentrum De Kinderhof

Fürglerplein 6 3815 KZ Amersfoort

  • Onze gezellige en mooie educatietuin gebruiken we als buitenlokaal. Kinderen kunnen zo van alles leren over biodiversiteit en duurzaamheid.
  • Op de foto ziet u ons onderbouwplein, zodat kinderen spelend en ontdekkend kunnen leren. 
Bij elke bouw hebben we een leerplein.
  • Wij werken samen met de bibliotheek op school aan leesplezier.
  • Schoolfoto van Kindcentrum De Kinderhof
  • Schoolfoto van Kindcentrum De Kinderhof

Resultaten eindtoets

Toelichting van de school

In groep 8 op de basisschool maken de leerlingen een eindtoets – per 2024 de doorstroomtoets. Deze toets meet de kennis die leerlingen hebben van taal en rekenen. En het geeft een extra uitslag naast het schooladvies dat een leerling krijgt van de leerkracht. De Inspectie van het Onderwijs gebruikt de toets om te controleren of de resultaten van de leerlingen op deze school voldoende zijn. 

Referentieniveaus

De Inspectie van het Onderwijs controleert of het onderwijs op scholen van voldoende niveau is. De eindtoetsresultaten van de leerlingen spelen een belangrijke rol bij deze controle. Vanaf 1 augustus 2020 gebruikt de inspectie referentieniveaus om te bepalen of een school voldoende of onvoldoende presteert.

Wat zijn referentieniveaus?

Een eindtoets meet voor de onderdelen Nederlandse taal en rekenen: Hoeveel procent van de leerlingen met de eindtoets het basisniveau heeft gehaald (dit wordt ook wel het fundamentele niveau genoemd). Hoeveel procent van de leerlingen met de eindtoets het streefniveau heeft gehaald. Dit is een hoger niveau dat de leerlingen kunnen behalen. Het fundamentele niveau (basisniveau) en het streefniveau (hogere niveau) worden ook wel de ‘referentieniveaus’ genoemd. Ze zeggen dus welk niveau de leerlingen op de school hebben gehaald op de gebieden taal en rekenen. Om te kijken of de school voldoende of onvoldoende heeft gescoord, worden ze vergeleken met signaleringswaarden van de Inspectie van het Onderwijs.

Wat zijn signaleringswaarden?

Hoeveel procent de school minimaal moet halen op de beide niveaus ligt vooraf vast. Deze percentages worden namelijk door de Inspectie van het Onderwijs bepaald. Als de school minder goed scoort dan deze vastgestelde, minimale waarde, kan het een signaal zijn dat er misschien iets niet goed gaat op de school. Daarom worden deze minimale scores ‘signaleringswaarden’ genoemd. Wanneer het percentage leerlingen op de school voor zowel het fundamentele niveau als het streefniveau op of boven de signaleringswaarden liggen, zijn de resultaten in dat schooljaar voldoende.

Schoolnorm

Binnen KPOA zijn op basis van de schoolweging per school ambitienormen en minimumnormen bepaald voor de gemiddelde referentieniveaus en de afzonderlijke referentieniveaus voor de vakgebieden lezen, rekenen-wiskunde en spelling. De ambitienorm betreft het gewogen landelijke gemiddelde passend bij de schoolweging. De minimumnorm betreft de signaleringswaarde van de inspectie.

De gemiddelde score van alle scholen met dezelfde eindtoets als onze school is 536. Op onze school ligt de gemiddelde eindtoetsscore op 538,1 en is ligt net iets hoger dan het landelijk gemiddelde. De eindtoetsscore van 2023 op de Kinderhof is 538,9 (landelijk gemiddelde is 534,9).

Op grond van de resultaten van de eindtoets – per 2024 de doorstroomtoets – komen we tot de conclusie dat de school:

• voor het vakgebied lezen boven de minimumnorm scoort en boven de schoolnorm

• voor het vakgebied rekenen-wiskunde boven de minimumnorm scoort en boven de schoolnorm

• voor het vakgebied taalverzorging boven de minimumnorm scoort en boven de ambitienorm

Deze scores vinden wij passend bij de leerlingpopulatie in groep 8 van het afgelopen jaar. Ondanks het roerige jaar door de personele wisselingen in de groep wegens zwangerschaps- en ziekteverlof van de groepsleerkrachten zijn de resultaten boven de schoolnorm.

Er is een analyse gemaakt van de tussentijdse toetsen waaruit bleek dat groep 8 op alle vakgebieden op de koers van de schoolambities lag. Er zijn verschillende interventies ingezet om op deze koers te komen en te blijven. Zoals doelgerichte instructie in kleine groepjes op het gebied van rekenen en begrijpend lezen door Lyceo en dubbele bezetting op de groep. Er is extra tijd ingeroosterd voor begrijpend lezen en woordenschat. Bij taalverzorging is heel doelgericht aan hand van de leerdoelen lesgegeven op: grammatica, spelling, werkwoordspelling en interpunctie. Dit naast de methodelessen op herhaling en extra instructie op de doelen van de Centrale Eindtoets.

Welk percentage leerlingen behaalt het fundamentele niveau en welk percentage het streefniveau?

Let op: In schooljaar 2023-2024 is de eindtoets vervangen door de doorstroomtoets. Op dit moment zie je nog de resultaten van de eindtoets van 2023.
De resultaten van de doorstroomtoets van 2024 zijn na de zomer voor het eerst zichtbaar. Dit is in lijn met de beoordeling van de Inspectie van het Onderwijs. Kijk voor meer informatie op de website van de inspectie.

Let op: Voor de beoordelingen in het schooljaar 2023-2024 hanteert de inspectie naast de ongewijzigde signaleringswaarden zogenaamde correctiewaarden bij de beoordeling van de leerresultaten. Meer informatie is te vinden op de website van de inspectie.

Fundamenteel niveau

Het fundamenteel niveau is het niveau voor taal en rekenen dat zoveel mogelijk leerlingen aan het einde van de basisschool zou moeten beheersen. Dit wordt gemeten in groep acht met de eindtoets. De inspectie stelt dat minimaal 85% van alle leerlingen het basisniveau moet behalen. Deze 85% is de signaleringswaarde voor het fundamenteel niveau en dit is voor alle basisscholen in Nederland gelijk.

Bron

Streefniveau

Het streefniveau is een hoger niveau dan het fundamenteel niveau. Het doel is dat zoveel mogelijk leerlingen eind groep acht het streefniveau bereiken. Op basis van de leerlingpopulatie op school wordt door de inspectie voor elke basisschool in Nederland apart bepaald hoeveel procent van de leerlingen het streefniveau moet halen. Dat percentage is de signaleringswaarde voor het streefniveau van de school.

Bron

Hoe gebruikt deze school tussentijdse toetsen?

Toelichting van de school

Om de ontwikkeling van leerlingen zo goed mogelijk te kunnen begeleiden is signalering van de voortgang noodzakelijk. Signalering is de eerste stap in het aanbieden van onderwijs en ondersteuning op maat. Signalering is onder meer mogelijk op basis van het meten en vergelijken van leerprestaties en gedrag. Het meten en vergelijken van leerprestaties helpt om per leerling en per groep te kunnen bepalen hoe het leer- en ontwikkelingsproces efficiënt en effectief ingericht kan worden. Hiervoor gebruiken wij observaties zowel systematisch als ongepland, methodegebonden toetsen en methode-onafhankelijke toetsen. Twee keer per jaar vindt methode-onafhankelijke toetsing plaats via Cito-toetsen.

De school maakt vanaf het schooljaar ’23-’24 gebruik van de volgende toetsen binnen Cito Leerling in beeld:

  • Rekenen-wiskunde
  • Drie-Minuten-Toets technisch lezen
  • Begrijpend lezen
  • Spelling

Daarnaast maken wij gebruik van: AVI-toetsen, ParnasSys leerlijnen het jonge kind, Kindbegrip. Alle resultaten van observaties en toetsen worden geregistreerd in het leer- en onderwijsvolgsysteem Parnassys. Voor de tussenopbrengsten voor rekenen-wiskunde, DMT, begrijpend lezen en spelling zijn op basis van de schoolweging KPOA-minimumnormen en - ambitienormen geformuleerd.

Onze school houdt de ontwikkeling van de leerlingen bij met behulp van methodegebonden toetsen, observatielijsten en methode-onafhankelijke toetsen (Cito Leerling in Beeld en ParnasSys Leerlijnen Jonge Kind). De methode-onafhankelijke toetsen worden afgenomen conform de opgestelde toetskalender. Na invoer van de toetsuitslagen worden deze besproken door de IB-er met de leraar (leraren) van een groep en de schoolleiding. In de eerste plaats worden de uitslagen gerelateerd aan de normen de schooldoelen. We gaan daarbij uit van de gemiddelde vaardigheidsscore van de groep als geheel. Bij dit onderdeel gebruiken we doorstroomgegevens en trendanalyses. Bij de analyse van de scores wordt met name het leraargedrag besproken. We kijken of de uitslagen consequenties hebben voor tijdsbesteding (het rooster), de instructie, het automatiseren en de methode van differentiëren. In de tweede plaats wordt bepaald welke leerlingen in aanmerking komen voor een groepsplan of een individueel handelingsplan. De resultaten van de leerlingen bij de Cito-toetsen worden met de ouders besproken tijdens de rapportbespreking.

Leerlingen met specifieke behoefte

Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden. Op onze school hebben we beleid vastgesteld voor leerlingen met een specifieke behoefte. Dit zijn leerlingen die maximaal het eindniveau van groep 7 halen en die op termijn uitstromen naar het voortgezet speciaal onderwijs, het praktijkonderwijs en het leerwegondersteunend onderwijs. Deze leerlingen krijgen een eigen leerlijn en in het kader van passende zorg stellen we voor ieder van hen een ontwikkelingsperspectief op. Het OPP bevat per leervak het einddoel, de tussendoelen en het uitstroomniveau. Per jaar worden de OPP's twee maal per jaar geëvalueerd.

Welk schooladvies kregen de leerlingen van deze school?

Toelichting van de school

Schooladvies

Toetsing en afsluiting van de schoolloopbaan van leerlingen vinden op onze school zorgvuldig plaats. Onze school hanteert – net als alle andere KPOA-scholen - voor het meten van de leeropbrengsten voor taal en rekenen gestandaardiseerde toetsen gekoppeld aan een gemeenschappelijk leerlingvolgsysteem en een gemeenschappelijke centrale eindtoets. Na gezamenlijke evaluatie van de bestaande systemen hebben wij binnen KPOA gekozen voor de Leerling in beeld-doorstroomtoets. Dit sluit aan op het leerlingvolgsysteem Leerling in beeld en geeft een objectief beeld van waar de leerling staat op het gebied van taal en rekenen. Dit betekent voor De Kinderhof dat wij de komende jaren gebruik zullen maken van de papieren versie van de doorstroomtoets.

Het schooladvies is geen momentopname, maar is gebaseerd is op een breed inzicht in de ontwikkeling van het kind. De gehele schoolloopbaan van de leerling is relevant bij de totstandkoming van het schooladvies. Wij rapporteren 2 maal per schooljaar aan ouders/verzorgers over de ontwikkelings- en leerresultaten van de leerlingen. In groep 6 besteden we dan ook aandacht aan de verwachtingen die we hebben ten aanzien van het schooladvies bij het tweede rapportgesprek. Eind groep 7 vindt er voorlopig adviesgesprek plaats met leerkracht, ouders en kind. Halverwege groep 8 ontvangen de leerlingen in gesprek met school en ouders het voorlopig schooladvies. Het voorlopige schooladvies is het oordeel van de school over de capaciteiten en het leerpotentieel van de leerling. 

De Kinderhof pakt het proces van advisering gezamenlijk op, waarbij leerkrachten van groep 8 en mogelijk van eerdere jaren, de intern begeleider en de schoolleider samen betrokken en verantwoordelijk zijn. Deze aanpak moedigt onderwijsprofessionals aan om met elkaar te overleggen, waardoor leerkrachten zich ondersteund voelen en zorgvuldigere afwegingen gemaakt worden. Deze gezamenlijke advisering helpt ons om de persoonsafhankelijke betekenisgeving en interpretatie van gedrag en gegevens objectiever te maken. Als de adviezen onderling verschillen, gaan we samen na wat het beste bij de leerling past. Daar betrekken we ook de ouders bij. Om scholen in het primair onderwijs te ondersteunen bij een zorgvuldige schooladvisering, heeft het ministerie van OCW (in samenwerking met SLO en verschillende pilotscholen) de ‘Handreiking schooladvisering’ ontwikkeld. Dit biedt ons samen met 'het protocol advisering VO' vanuit de bestuurlijke overleggen PO-VO ook handvatten voor het geven van een passend schooladvies. 

We proberen ervoor te zorgen, dat onze leerlingen hun schoolloopbaan vervolgen op het niveau dat mag worden verwacht op grond van hun kennis, vaardigheden, motivatie en werkhouding. De adviezen die we geven zijn gebaseerd op de resultaten van de eindtoets, de gegevens uit ons leerlingvolgsysteem, de observatie(s) van de leraren en de mening van de leerling en zijn (haar) ouders. Het advies dat een leerling krijgt wordt vergeleken met een eerder vastgestelde verwachting.

Bij de totstandkoming van het schooladvies gebruiken we de volgende informatiebronnen:

  • resultaten van leerlingvolgsysteemtoetsen van Cito uit eerdere groepen en groep 8
  • resultaten op methodegebonden toetsen
  • dossier van de leerling
  • gedragskenmerken en sociaalemotionele vaardigheden
  • werkhouding en motivatie
  • thuissituatie van de leerling
  • resultaat capaciteiten- of intelligentieonderzoek

Het professionele oordeel van de school blijft leidend voor plaatsing in het voortgezet onderwijs. Daarom is er eerst het schooladvies en volgt daarna de doorstroomtoets als second opinion.

De doorstroomtoets is een extra, objectief meetmoment, waarvan de resultaten worden meegenomen in het definitieve schooladvies. De toets geef een beeld van de beheersing van leerlingen op een aantal meetbare leergebieden. Op De Kinderhof gaan de leerlingen uit groep 8 de nieuwe Leerling in beeld-doorstroomtoets maken. De afnameperiode van de doorstroomtoets is in februari en halverwege maart 2024 volgt de uitslag. Uiterlijk 24 maart ontvangen leerlingen het definitieve schooladvies.

Het definitieve schooladvies is een gewogen oordeel van de verschillende capaciteiten, de 'zachte leerlingkenmerken' (werkhouding, thuissituatie) en het leerpotentieel van de leerling, op grond van het voorlopige schooladvies en de doorstroomtoets. Wanneer de uitslag van de doorstroomtoets lager dan verwacht is, volgt er geen heroverweging. De school stelt het schooladvies naar boven als de leerling de doorstroomtoets beter heef gemaakt dan het voorlopige schooladvies, tenzij het in het belang is van de leerling om dit niet te doen.

Het heroverwegen van een schooladvies doen wij als team. Het advies wordt besproken met leerkrachten, de intern begeleider en/of de schoolleider. Dit doen wij voorafgaand het adviesgesprek met de leerling en de ouders. Hierbij kan gebruik gemaakt worden van alle bestaande informatie over de leerling, zoals voortgangsrapportages, observaties, gesprekken met leerlingen en ouders, de resultaten uit het LVS en de resultaten van de doorstroomtoets.Daarna schrijven alle leerlingen zich in dezelfde week aan op de middelbare school. Hierdoor maken alle leerlingen even veel kans op een plek op de school van hun voorkeur en op het voor hen best passende niveau.

Bij de warme overdracht naar het voortgezet onderwijs volgen wij de afspraken zoals vastgelegd in het bestuurlijk overleg PO-VO.

Functioneren in het voortgezet onderwijs

Om de kwaliteit van de adviesprocedure de komende jaren te bewaken zullen wij de resultaten van oud-leerlingen in het vervolgonderwijs volgen om te kunnen vaststellen of de bestemming van de leerlingen na het verlaten van de school tenminste voldoet aan de verwachtingen zoals geformuleerd in het schooladvies.

Weergave Schooladvies

Bron

Zitten de oud-leerlingen van deze school in het voortgezet onderwijs boven, op of onder hun schooladvies?

In groep 8 krijgt elke leerling van de basisschool een advies voor het voortgezet onderwijs dat past bij het niveau van deze leerling. De leerling stroomt vervolgens door naar het voortgezet onderwijs. In het derde jaar wordt gekeken welk niveau de leerling werkelijk heeft vergeleken met het niveau van het schooladvies. Dit wordt vertaald naar drie categorieën: boven, op en onder advies. Bijvoorbeeld: een leerling met schooladvies vmbo-b die in het derde jaar op het vmbo-k zit, zit boven advies. En een leerling met schooladvies havo/vwo die in het derde jaar op het havo zit, zit op advies. Wanneer deze leerling in het derde schooljaar op het vwo zit, zit hij/zij boven advies.
In het derde jaar

Bron

Sociale ontwikkeling

Hoe denkt deze school over sociale ontwikkeling?

Kinderen leren en ontwikkelen op school competenties die nodig zijn om in allerlei situaties op een goede manier met anderen om te gaan en bij te dragen aan de samenleving. Sociale competenties dragen daarmee bij aan een positief en sociaal veilig klimaat op school, het verbeteren van de leerprestaties en de ontwikkeling van burgerschap.

Wij vinden het van belang dat er in eerste instantie wordt uitgegaan van de groep als sociale werk -en leerplek. Wij willen dat ieder kind zich veilig voelt in de groep / op school. Vanuit deze basis willen we dat er gewerkt wordt in het aangaan en onderhouden van 'gezonde' relaties. Vanuit hier willen we de kinderen succes ervaringen laten opdoen, zich vertrouwd laten voelen. Daarnaast richten we ons ook op het individu, hij/zij is autonoom, mag zijn wie het is en laten zien wat hij of zij kan.

In de groepen 6 t/m 8 wordt jaarlijks een leerling-enquête afgenomen waarin expliciete vragen gesteld worden over veiligheid en welzijn van de leerlingen. Deze instrumenten zorgen ervoor dat wij een goed beeld hebben van de veiligheidsbeleving en sociale competenties van onze leerlingen. De opbrengsten van de vragenlijst worden met de MR, het team en de inspectie gedeeld.

Kernwaarden uit de visie op sociale ontwikkeling

  • Kind centraal
  • Met elkaar voor elkaar
  • Leren in rijke omgeving

Wat zegt de inspectie over de school?

De Inspectie van het Onderwijs onderzoekt minimaal één keer in de vier jaar het bestuur van een school. De inspectie kijkt dan of de kwaliteitszorg, de onderwijskwaliteit en de financiële zaken bij het schoolbestuur op orde zijn. Daarnaast bezoekt de inspectie een aantal scholen die bij het schoolbestuur horen en onderzoekt deze scholen nader. De gegevens van het laatste onderzoek van de inspectie zijn beschikbaar op de website van de onderwijsinspectie.

Terug naar boven