Bron: <b>DUO</b><br />Vergelijkbare scholen: <b>basisscholen met een vergelijkbare schoolweging.</b><br /> <a href="https://achtergrondinformatie.vensters.nl/p/VenstersPO/6192449487635142" class="button button-link" target="_blank"><i class="fas fa-external-link-square-alt"></i> Achtergrondinformatie</a>">Bron
Het streefniveau is een hoger niveau dan het fundamenteel niveau. Het doel is dat zoveel mogelijk leerlingen eind groep acht het streefniveau bereiken. Op basis van de leerlingpopulatie op school wordt door de inspectie voor elke basisschool in Nederland apart bepaald hoeveel procent van de leerlingen het streefniveau moet halen. Dat percentage is de signaleringswaarde voor het streefniveau van de school.
De tussenresultaten worden gemeten op twee manieren. In de eerste plaats met behulp van de methodegebonden toetsen. Deze maken deel uit van de zogenaamde korte cyclus. Leerstof wordt aangeboden en kort daarna getoetst. Wanneer de resultaten van de toets daar aanleiding toe geven, wordt er door de leerkracht direct actie ondernomen om mogelijke hiaten weg te werken of te voorkomen.
Voor de lange cyclus wordt twee keer per jaar een toets afgenomen van Cito "Leerling in Beeld". Met behulp van deze toetsen wordt gevolgd en vastgesteld of een leerling zich naar verwachting ontwikkelt. We analyseren de uitslagen van deze toetsen en bepalen wat nodig is om eventueel tot hogere opbrengsten te komen. Deze toetsen gebruiken we ook om te kijken of deze tussentoetsen leiden naar verwachte eindopbrengsten aan het eind van de basisschool.
Elk jaar wordt in groep 7 het voorlopig advies voor het voortgezet onderwijs gegeven. Dit advies krijgen de kinderen in juni. In november wordt dan in groep 8 het definitieve advies gegeven. De doorstroomtoets (de vroegere eindtoets) wordt in februari afgenomen. Als de uitslag van de toets daar aanleiding toe geeft, wordt het advies bijgesteld. Behalve deze toets spelen ook de observaties in de groep, de resultaten van de methode gebonden toetsen en het welbevinden van de leerling mee. De aanmelding voor het voortgezet onderwijs moet dan uiterlijk 1 april binnen zijn.
In groep 8 krijgt elke leerling van de basisschool een advies voor het voortgezet onderwijs dat past bij het niveau van deze leerling. De leerling stroomt vervolgens door naar het voortgezet onderwijs. In het derde jaar wordt gekeken welk niveau de leerling werkelijk heeft vergeleken met het niveau van het schooladvies. Dit wordt vertaald naar drie categorieën: boven, op en onder advies. Bijvoorbeeld: een leerling met schooladvies vmbo-b die in het derde jaar op het vmbo-k zit, zit boven advies. En een leerling met schooladvies havo/vwo die in het derde jaar op het havo zit, zit op advies. Wanneer deze leerling in het derde schooljaar op het vwo zit, zit hij/zij boven advies.
De Inspectie van het Onderwijs onderzoekt minimaal één keer in de vier jaar het bestuur van een school. De inspectie kijkt dan of de kwaliteitszorg, de onderwijskwaliteit en de financiële zaken bij het schoolbestuur op orde zijn. Daarnaast bezoekt de inspectie een aantal scholen die bij het schoolbestuur horen en onderzoekt deze scholen nader. De gegevens van het laatste onderzoek van de inspectie zijn beschikbaar op de website van de onderwijsinspectie.