IKC de Sprong

Idzerdastins 63 8925 AG Leeuwarden

Schoolfoto van IKC de Sprong

Het team

Toelichting van de school

Samen maken wij de Sprong!

Dit is het team van IKC de Sprong, samen geven we vorm en inhoud aan onderwijs en opvang. De medewerkers (opvang en onderwijs) werken intensief met elkaar samen en daarbij maken we gebruik van ieders expertise. In de praktijk betekent dit dat het team op de werkvloer aan zet is en vorm geeft aan alle ontwikkelingen binnen het IKC. Hiervoor werken we met expertgroepen. De expertgroep zorgt voor voortdurende afstemming met de rest van het team en de directie. Dit gebeurt binnen de kaders van de missie/visie en het meerjarenplan van het IKC.

Vakleerkrachten op deze school

Hoe wordt vervanging geregeld?

Het is niet meer zo dat iedere leerkracht vijf dagen per week werkt. Sommige leerkrachten werken een gedeelte van de week (parttime). Vandaar dat in sommige groepen meer dan één leerkracht werkzaam is. We streven naar maximaal twee leerkrachten per groep. Bij ziekte proberen we mogelijkheden te vinden, die voor uw kind zo weinig mogelijk ingrijpend zijn. Zo zijn er een paar opties voor vervanging: medewerkers uit het Supportteam van de BMS, vervanging vanuit Slim personeelsbemiddeling, oplossing vanuit het eigen team (bijv. inzet onderwijsassistenten of opsplitsen van de groep). In zeer uitzonderlijke gevallen kan het voorkomen dat genoemde mogelijkheden niet ingezet kunnen worden. We zullen dan, in overleg met ouders, vragen kinderen thuis te houden. Daar waar mogelijk, regelt school opvang.


Medewerkers op deze school (instellingsniveau)

Hoe is de verdeling mannen en vrouwen?

Bron

Wat is de leeftijd van de teamleden?

Bron

Hoe zijn de teamleden verdeeld over de verschillende functiegroepen?

Bron

Hoe zijn de leerlingen gegroepeerd?

Het onderwijs kan op verschillende manieren georganiseerd worden. De school kiest zelf hoe leerlingen worden gegroepeerd en wat de invulling is van de beschikbare onderwijstijd. Soms zijn er op de school extra middelen die helpen bij het organiseren van het onderwijs.

Klasindeling

  • Leerstofjaarklassen
  • Combinatiegroepen

Hoe wordt de tijd op school besteed?

Leerjaar 1 en 2

Toelichting van de school

Kinderen werken spelenderwijs aan de doelen in de verschillende hoeken in de klas en op het kleuter binnenplein. 

Bron

Leerjaar 3 t/m 8

Toelichting van de school

In de ochtend richten we ons vanaf groep 3 vooral op rekenen en taal. Voor wereldoriëntatie en kunstzinnige en creatieve vorming gebruiken we de methode leskracht en hieraan besteden we 2 / 3 middagen per week. Binnen leskracht worden deze vakken geïntegreerd binnen een thema aangeboden en gaan de kinderen zelf onderzoekend en ontdekkend leren. 

Bron

Extra mogelijkheden op deze school

Extra ondersteuning van de leerlingen

Toelichting van de school

Het schoolondersteuningsprofiel.
Leerlingen hebben soms extra ondersteuning nodig. In het schoolondersteuningsprofiel staat welke extra ondersteuning de school biedt, naast de basisondersteuning.In het kader van de wet “Passend onderwijs” worden zoveel mogelijk leerlingen opgevangen in het regulier basisonderwijs. De school komt in haar basisondersteuning zoveel mogelijk tegemoet aan de onderwijsbehoeften van de leerlingen. Alle kinderen hebben recht op goed onderwijs, ook kinderen die extra ondersteuning nodig hebben. Binnen onze ondersteuningsstructuur willen wij zorgdragen voor kwalitatief goede en effectieve begeleiding, waarbij leerlingen zoveel mogelijk in de klas onderwijs blijven volgen.

HGW (Handelingsgericht werken)
De basis van ons onderwijs is het handelingsgericht werken. Dit is de handelings- en oplossingsgerichte houding waarbij we kijken naar de totale ontwikkeling van het kind. Met handelingsgericht werken wordt het onderwijs passend gemaakt aan de onderwijsbehoeften van alle leerlingen. De kern van handelingsgericht werken is de cyclus van plannen, uitvoeren, evalueren/analyseren. ?Leerkrachten vormen de spil van ons onderwijs. We willen zorgen voor adequate ondersteuning van de leerkrachten door de inzet van de CPO, de taalcoördinator, de rekenspecialist, de Kanjer coördinatoren, onderwijsassistenten en externe specialisten. Onze leerkrachten geven instructie volgens het EDI model. EDI staat voor Expliciete Directe Instructie. Het doel van EDI is om de leerstof succesvol aan te leren aan alle leerlingen. De sterke, de gemiddelde én de risicoleerlingen.

Voor leerlingen die onvoldoende meekomen in de basisondersteuning wordt na gezamenlijk overleg tussen leerkracht, ouder en leerling extra ondersteuning geboden. Indien dit onvoldoende blijkt dan kan ervoor gekozen worden om externe specialisten raad te plegen.Leesproblemen en dyslexieWe werken volgens de richtlijnen van het protocol ‘Leesproblemen en dyslexie’. Wanneer sprake is van leesproblemen intensiveren wij het lees en/of spellingonderwijs door uitbreiding van instructie- en oefentijd begeleid door leerkracht en/of onderwijsassistent. Wanneer het geïntensiveerde onderwijsaanbod onvoldoende resultaat oplevert, kan er sprake zijn van dyslexie en is een externe behandeling gewenst. Ouders hebben dan de mogelijkheid om, in overleg met de school, hun kind aan te melden bij een zorgaanbieder om een diagnose uit te voeren gericht op het vaststellen van dyslexie.Wanneer ernstige dyslexie is vastgesteld komt de leerling in aanmerking voor een behandeltraject door de zorgaanbieder. Dit behandeltraject wordt aangevraagd bij de gemeente. De gemeente geeft een beschikking af voor de behandeling. Tijdens de behandeling vindt altijd afstemming plaats tussen de behandelaar en school, zodat de ondersteuning op elkaar aansluit.

Reken- en wiskunde problemen en dyscalculie Het ondersteuningsaanbod voor leerlingen met ernstige rekenproblemen is gebaseerd op de richtlijnen van het landelijke protocol Ernstige Reken en Wiskunde-problemen en dyscalculie (ERWD). De basis voor passende ondersteuning aan leerlingen met ernstige rekenproblemen is kwalitatief goed rekenonderwijs. Goed reken-wiskunde-onderwijs houdt in dat een leerkracht zijn aanbod zo goed mogelijk afstemt op de ontwikkeling van de leerling en zijn of haar onderwijsbehoefte.

Aanbod voor leerlingen op sociaal-emotioneel gebied en gedragOp IKC de Sprong werken we met de methode "Kanjertraining". De Kanjertraining is ontwikkeld als methodiek voor het versterking van het pedagogische klimaat en ter voorkoming van gedragsproblemen. Daarnaast biedt deze methodiek ook een leerlingvolgsysteem op sociale vaardigheid. De gedragsspecialisten van de BMS ingezet worden voor kortdurende begeleiding en advies van de leerling en leerkracht bij gedragsvraagstukken.Wanneer in de thuissituatie extra ondersteuning nodig is, kan de school ouders verwijzen naar wijkteam. Zij biedt zorgondersteuning of de gemeente zorgt voor een verwijzing naar een passende zorgaanbieder. Indien nodig en met toestemming van ouders vindt afstemming plaats tussen school en de betrokken zorgpartner.

Aanbod voor meer- en hoogbegaafde leerlingen
Op IKC de Sprong vinden we het belangrijk dat meer- en hoogbegaafde leerlingen en jonge leerlingen met een ontwikkelingsvoorsprong goed ondersteund worden. Binnen het schoolteam is kennis van het herkennen van (mogelijk) (hoog)begaafde leerlingen. Een hulpmiddel dat we hierbij gebruiken is het SIDI-protocol. Jaarlijks vullen de leerkrachten de observatielijsten in die kunnen helpen bij het tijdig in beeld krijgen van deze groep leerlingen en hun specifieke onderwijsbehoeften. De school komt hieraan tegemoet door het aanpassen van de didactiek, de leerstof (compacten, verdiepen, verrijken), het leertempo en heel incidenteel door vervroegde doorstroming. Vanzelfsprekend gebeurt dit na overleg met ouders.Aan ons IKC is een hoogbegaafdheidsspecialist verbonden. Deze specialist ondersteunt en adviseert de leerkrachten op onze school en denkt mee over het vormgeven van het onderwijsaanbod. Mocht het aangepaste aanbod op school ontoereikend zijn, kan voor leerlingen uit groep 5/6 en groep 7/8 een aanmelding gedaan worden voor de extrene projectklas.

Moeilijk lerende leerlingen
Voor leerlingen die ondanks de inspanningen van de school de einddoelen van groep acht niet kunnen halen wordt een aangepaste leerlijn uitgestippeld voor taal en/of rekenen. Het doel is om het taal- en rekenniveau van deze groep leerlingen te verhogen op die onderdelen die er voor hen toe doen. Dit zijn doelen die leerlingen moeten kennen en kunnen met het perspectief op een bepaalde uitstroombestemming. Voor deze leerling wordt een OPP (Ontwikkel Perspectiefplan) opgesteld.Onderwijs-zorgarrangementenSommige leerlingen hebben naast ondersteuning in het onderwijs ook aanvullende zorg nodig, omdat ze zich fysiek of mentaal niet alleen kunnen redden op school. Als een leerling een combinatie van onderwijs en zorg op school krijgt, spreken we van onderwijs-zorgarrangementen. Een onderwijs-zorgarrangement is maatwerk. Onderwijszorgarrangementen komen altijd tot stand door samenwerking tussen ouders, jeugdhulp en de school.

Leerlingen met een auditieve beperking of een taal ontwikkelingsstoornis (TOS)
Als een leerling met een auditieve beperking extra ondersteuning behoeft kan er een beroep worden gedaan op de ambulant begeleiders van Kentalis De school kan ook ambulant begeleiders inschakelen voor preventieve ondersteuning voor een hulpvraag op het betreffende expertisegebied. Ook wanneer bij een leerling een taal ontwikkelingsstoornis vastgesteld is, kan de leerling mogelijk inaanmerking komen voor extra ondersteuning vanuit Kentalis. De Commissie van Onderzoek van Kentalis, beoordeelt aan de hand van criteria of een leerling is aangewezen op ondersteuning vanuit de instelling op de reguliere school of onderwijs op de instelling. De commissie mag deze criteria zelf bepalen en bepaalt ook de duur van de extra ondersteuning.Aanbod voor leerlingen met een visuele beperkingAls een leerling met een visuele beperking extra ondersteuning behoeft kan er een beroep worden gedaan op de ambulant begeleiders van Visio. De school kan ook ambulant begeleiders inschakelen voor preventieve ondersteuning voor een hulpvraag op het betreffende expertisegebied.Verwijzing naar het speciaal (basis) onderwijsSommige leerlingen hebben ondersteuning nodig die de school niet kan bieden. Dit onderzoekt de school per leerling. Als een leerling meer ondersteuning nodig heeft dan de school kan bieden, wordt er naar een andere reguliere school of school voor speciaal onderwijs gezocht, die deze zorg wel kan bieden. Voor verwijzing naar een school voor speciaal (basis) onderwijs, vraagt de school een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) aan bij het samenwerkingsverband.

Toekomstig aanbod aan extra ondersteuning

De school zal zich in de komende jaren verder ontwikkelen op de volgende ondersteuningsonderdelen:

  • HB beleid en interne plusklas
  • Het Effectieve instructiemodel
  • WO en thematisch werken

Welke specialisten bieden extra ondersteuning op deze school?

Kwaliteitszorg en schoolplan

Aanbod voor het jonge kind

Toelichting van de school

Speelleergroep en kleutergroepen

Jonge kinderen zijn competente, unieke, krachtige en nieuwsgierige individuen met een aangeboren, intrinsieke drang tot leren en ontwikkelen. Deze ontwikkeling is een proces van het kind, waarbij de pedagogisch en educatief professionals (vanaf nu kortweg ‘professionals’) de voorwaarden scheppen om deze ontwikkeling plaats te laten vinden. Ontwikkeling is namelijk ook een sociaal proces. Want hoewel elk kind een intrinsieke ontwikkeldrang heeft, kan ontwikkeling alleen plaatsvinden in interactie met andere kinderen, opvoeders en omgeving; de drie pedagogen.Kinderen komen tot bloei in een omgeving waarbinnen zij zich veilig, gezien, gewaardeerd en gerespecteerd voelen en waar zij betrokken zijn. Dit geldt voor alle kinderen in de onderbouw en in het speciaal voor de kinderen die nieuw starten in één van de groepen. Om elk kind de kans te geven volop tot bloei te komen zetten wij in op een omgeving waarbinnen er sprake is van warme, sensitief responsieve en vertrouwde relaties tussen professionals, kind en ouders, relaties tussen kinderen onderling en voorspelbaarheid van de speel/leeromgeving.

Kinderen ontwikkelen zich pas echt wanneer zij zich veilig voelen en bezig zijn met iets wat hen echt boeit (Laevers, 2014).Jonge kinderen ontwikkelen zich al spelend, experimenterend, ontdekkend en onderzoekend, zij gebruiken hierbij al hun zintuigen. Om het kind zijn talenten te laten ontdekken is een krachtige speel-leeromgeving nodig waarin activiteiten die voor de kinderen persoonlijk inhoud of betekenis hebben, aangeboden worden. Wanneer activiteiten aansluiten bij de leef-en belevingswereld vergroot dit de betrokkenheid van kinderen en de kans dat zij het geleerde kunnen verbinden met andere ervaringen. Kinderen leren door ervaren en door doen. Het écht kunnen beleven van situaties is essentieel voor het verwerven van nieuwe vaardigheden. Spelen is hierin de leidende activiteit en wordt gezien als de drager van de ontwikkeling (Bodrova, 2008)
Kinderen ontwikkelen zich holistisch. Dat wil zeggen: de verschillende ontwikkelingsdomeinen ontwikkelen zich in samenhang met elkaar. Deze domeinen hebben elkaar nodig en kunnen niet zonder elkaar.Tegelijkertijd bestaan er tussen kinderen grote verschillen, op alle ontwikkelingsgebieden; er bestaat een grote variabiliteit in de ontwikkeling van kinderen. Jonge kinderen ontwikkelen zich snel en met sprongen en het is van belang om het pedagogisch-didactisch handelen af te stemmen op elk individueel kind en op de ontwikkeling van dat individuele kind in zijn totaliteit. Het gemiddelde kind bestaat niet.

Er staat niet één ontwikkelingsdomein centraal, maar alle domeinen worden evenveel, en in samenhang met elkaar, gestimuleerd. Om een positief pedagogisch klimaat en een krachtige speel-leeromgeving te creëren worden de kinderen systematisch geobserveerd zodat het educatief en pedagogisch handelen aansluit bij de ontwikkeling en belangstelling van het kind. Hierdoor hebben wij in kaart welke verschillen in achtergrond, ontwikkelingsmogelijkheden, ontwikkelingstempo en de verschillen in behoefte aan hulp en ondersteuning er tussen kinderen bestaan en passen wij ons aanbod hier op aan. We maken gebruik van differentiatie en activiteiten in kleine groepjes en geloven dat kinderen leren tijdens geplande, begeleide spelactiviteiten maar ook tijdens terloopse en ongeplande, spontane activiteiten. Kinderen leren namelijk overal en gedurende de hele dag.De professionals gebruiken de informatie die naar voren komt vanuit de observaties om het educatief en pedagogisch handelen op het kind af te stemmen. ‘De zone van de naaste ontwikkeling’ (Vygotsky) speelt hier een belangrijk rol en kan gezien worden als de vaardigheden of competenties van een kind die op de ‘rand van verschijnen’ staan; het kind laat de ene keer wel een vaardigheid zien, dan een poosje niet en dan weer wel. Dit noemen we begingedrag. Wanneer professionals afstemmen op het begingedrag van het kind, wordt het kind ondersteund in het verwerven van de nieuwe vaardigheid. Vaardigheden en competenties die buiten de zone van de naaste ontwikkeling van een kind vallen – kinderen vertonen geen begingedrag – kunnen niet worden beïnvloed door didactisch handelen. Pas wanneer er sprake is van begingedrag, kan dit gedrag ‘uitgebouwd’ worden.Wij zien ons IKC als ‘sociale oefenplaats’ waar kinderen kennismaken met algemeen aanvaarde waarden en normen, tradities en gebruiken en de verschillende culturen binnen het kindcentrum. De kinderen ervaren dat zij deel uitmaken van een gemeenschap en leren oog te hebben voor anderen en samen te werken. Door in het klein te oefenen met zaken als zelfstandigheid, autonomie, initiatief, samenwerken, participatie, omgaan met vrijheid en verantwoordelijkheid doen de kinderen spelenderwijs levenservaringen op die hun voorbereiden op deelname in de ‘echte’ maatschappij.

Terug naar boven