Bron: <b>DUO</b><br />Vergelijkbare instellingen: <b>alle instellingen in het basisonderwijs met een vergelijkbaar leerlingenaantal</b><br /> <a href="https://encyclopedie.vensters.nl/indicator_po/3418f8d2-188d-490e-88d6-436f8aba8b8a" class="button button-link" target="_blank"><i class="fas fa-external-link-square-alt"></i> Achtergrondinformatie</a>">Bron
Drie units
Bij de Fonkeling werken we met drie units. ln unit 1 bieden we de leerstof voor peuters en voor de leerjaren 1, 2 en 3 aan, in unit 2 de leerstof voor de jaren 4, 5 en 6 en in unit 3 staan de leerstofjaren 7 en 8 centraal. De dag begint en eindigt samen met de eigen basisgroep. Bij het begin van de dag wordt de dagplanning doorgenomen met de kinderen, die kan namelijk per leerling verschillen. Vervolgens zijn er tijdens het ochtendprogramma een aantal werkblokken waarin uitleg gegeven wordt door vakspecialisten op het niveau van het kind. Na de instructie gaat het kind aan de slag binnen de unit, zowel samen met andere leerlingen als zelfstandig. Elke unit is groot qua oppervlakte, binnen deze ruimte spelen, leren en werken de kinderen.
Kenmerkend voor het unitonderwijs:
- Groepen kunnen flexibel ingedeeld worden. Hiermee houden we rekening met de verschillen tussen kinderen en de specifieke ondersteuningsbehoefte.
- Kinderen van verschillende leeftijden en met verschillende talenten en eigenschappen werken samen. Zij kunnen veel van en met elkaar leren.
- Binnen elke unit zijn verschillende leerkrachten samen verantwoordelijk voor goed onderwijs. Zij maken gebruik van elkaars kwaliteiten en expertise. Dit is goed voor het onderwijs en de kinderen.
Unitleiders en groepsleerkrachten
Iedere unit is verdeeld in een aantal basisgroepen. Elke basisgroep heeft een eigen groepsleerkracht. Die houdt de vorderingen van de kinderen bij en is het eerste aanspreekpunt voor ouders. De begeleiding van de kinderen vindt echter plaats in samenwerking met alle medewerkers in de unit. Elke unit heeft een unitleider die in het managementteam (MT) van de school zit.Leren van en met elkaar
De Fonkeling is een lerende organisatie; het samenwerken wordt sterk gestimuleerd en kennis wordt aan elkaar doorgegeven. Alle teamleden ondersteunen elkaar dagelijks op de werkvloer. Door continue de dialoog aan te gaan met elkaar verbeteren we ons onderwijs elke dag. Het is een integraal model van leren van elkaar en met elkaar, van leerling tot directie.
De invulling voor de verschillende vormingsgebieden is gelijk aan groep 3 t/m 8 .
Bij groep 1 en 2 zijn reken- en taalopdrachten verwerkt in ontwikkelingsactiviteiten.
Dagindeling
We hebben op onze school een continurooster en hanteren het 5 gelijke dagen model. De groepen 1 t/m 8 hebben gelijke schooltijden. De kinderen gaan naar school van 8.30 uur tot 14.15 uur. Dit betekent ook dat de kinderen tussen de middag op school lunchen en pauze hebben. De voornaamste reden daarvoor is dat kinderen in een constante pedagogische situatie met hun leerkrachten en begeleiders zijn waardoor er zoveel mogelijk ruimte voor rust, ritme en regelmaat is.
Ouders krijgen regelmatig de gelegenheid om van 8.20 uur tot 8.30 uur een kijkje te nemen in de unit van hun kind. Na de inloop werken de kinderen nog een kwartier door aan hun weektaak. Daarna begint de kring. Tijdens de kring is er tijd voor sociaal emotioneel leren, filosoferen, burgerschap, verkeer en levensbeschouwing. Na de kring zijn er instructiemomenten en is er tijd voor zelfstandig werk. Bij instructies gaat het voornamelijk om taal (lezen, taalvaardigheden, (werkwoord)spelling, begrijpend lezen) en rekenen. De overige leerstofonderdelen komen tijdens de rest van de schooldag aan bod o.a. tijdens thematisch werken (oriëntatie op mens en wereld) en kunstzinnige oriëntatie.Oriëntatie op mens en wereld omvat: aardrijkskunde, geschiedenis, techniek, milieu, gezond en redzaam gedrag, verkeer en natuuronderwijs. Kunstzinnige oriëntatie omvat: tekenen, handvaardigheid, muziek, beweging, spel en bevordering van het taalgebruik. Tijdens de weektaak maken kinderen opdrachten die betrekking hebben op Nederlandse taal, Engelse taal, rekenen en wiskunde en oriëntatie op mens en wereld. De dag wordt onderbroken door een pauze en een lunchmoment
Muziekonderwijs
Om de kwaliteit van het muziekonderwijs te verhogen, is een muziekdocent aangetrokken om de lessen in de groepen 4 en 5 te verzorgen. Het programma voor de overige groepen wordt in samenwerking met de muziekdocent opgezet. Ook maken we gebruiken van muziekexperts die aanbod verzorgen. Hierdoor kunnen we één muzieklijn op onze school aanbieden. De aangeboden leerstof en de aangeleerde vaardigheden in de groepen 4 en 5 zijn dusdanig dat de kinderen hierna de mogelijkheid hebben om een muziekinstrument te leren bespelen. Kinderen worden zo nog enthousiaster gemaakt voor muziek en talenten worden aangesproken.Verkeer (BVL)
Onze school heeft een Brabants Verkeersveiligheidslabel (BVL). Dat betekent dat we het verkeersonderwijs op een goede manier verzorgen, zowel praktisch als theoretisch. Ook betekent het dat we structureel werken aan de verkeersveiligheid rondom onze school. Denk hierbij aan een veilige haal- en brengsituatie en veilige routes tussen thuis en school.
In het schoolondersteuningsplan staat beschreven hoe de ondersteuning voor leerlingen gerealiseerd wordt. Elk jaar wordt dit schoolondersteuningsplan geëvalueerd en aangepast aan de situatie van dat moment. Het schoolondersteuningsplan is te vinden op de website.
Onze ondersteuningsstructuur
Uitgangspunt binnen onze ondersteuningsstructuur is altijd het welbevinden en de mogelijkheden van het kind. Ieder kind moet met plezier naar school komen. Het doel van onze ondersteuningsstructuur is op onze school is passend onderwijs bieden, waarin alle kinderen optimaal kunnen ontwikkelen. We willen in staat zijn om binnen onze units het onderwijs af te stemmen op de onderwijsbehoeften van alle kinderen. We doen dit op een positieve manier, kijkend naar mogelijkheden en kansen. We werken handelingsgericht en gaan planmatig om met verschillen in onderwijsbehoeften. We gebruiken de kindgegevens, toetsgegevens en observaties om het kind in beeld te brengen, ons onderwijs te toetsen en het didactisch handelen van de leerkracht te verbeteren. Gegevens uit het leerlingvolgsysteem, notities en gespreksverslagen uit het leerlingdossier zijn een waardevolle aanvulling. Na analyse van de gegevens wordt middels een groepsoverzicht en groepsplan een passend onderwijsaanbod opgesteld. Het aanbod houdt rekening met stimulerende en belemmerende factoren en in het aanbod zijn leerdoelen, ambities en niveaudoelen opgesteld die van deze kinderen verwacht mogen worden. In het groepsplan staat beschreven hoe het onderwijs in een groep of unit per vakgebied georganiseerd is. Het groepsplan dient als leidraad voor het bepalen van het handelen van de leerkracht en het verbeteren van het onderwijs. Het groepsplan wordt op vaste tijden geëvalueerd en bijgesteld.Wanneer de basisondersteuning (ondersteuningsniveau 1 en 2) voor een kind niet tegemoetkomt aan de ondersteuningsbehoefte, betrekt de leerkracht naast de ouders, actief de kwaliteitscoördinator. De kwaliteitscoördinator onderzoekt of de hulpvraag gericht is op ondersteuningsbehoeften van de leerkracht of op onderwijs- of ondersteuningsbehoeften van de leerling. Indien nodig wordt contact opgenomen met interne en/of externe specialisten door het beleggen van een overleg met het OndersteuningsTeam (OT). Het OndersteuningsTeam bestaat uit ouders, leerkracht en kwaliteitscoördinator en wordt aangevuld met een specialist die passend is bij de hulpvraag die wordt gesteld. Zij onderzoeken samen op welke manier de leerling het beoogde doel kan bereiken. Hieruit kan voortkomen dat er ondersteuning van een gedragsspecialist of ambulant begeleider ingezet wordt. Zij bieden naar gelang de hulpvraag kort- of langdurende ondersteuning (ondersteuningsniveau 3 en 4) aan de school, de leerkracht en het kind. Deze ondersteuning vindt, zo veel als mogelijk, in de unit plaats.
Wanneer een kind kort- of langdurende ondersteuning nodig heeft van externen (ondersteuningsniveau 3 en 4) wordt door de leerkracht een start gemaakt met een OPP dat voldoet aan de minimale wettelijke eisen. Bij kortdurende ondersteuning (ondersteuningsniveau 3) wordt in het OPP de algemene informatie, ondersteuningsbehoefte en overige relevante informatie beschreven. Wanneer langdurige ondersteuning nodig is (ondersteuningsniveau 4) wordt in het OPP een uitspraak gedaan over de te verwachten leerontwikkeling van het kind bij ons op school. Er wordt een inschatting gemaakt van het eindniveau waar we met het kind naartoe werken. Daar hoort een leeraanbod bij dat het kind in staat stelt om zich te ontplooien in eigen tempo. De ontwikkeling van de leerling wordt tussentijds geëvalueerd met de ouders, de interne en/of externe specialist, de leerkracht, de kwaliteitscoördinator en waar mogelijk met het kind zelf, waarna het arrangement wordt bijgesteld of afgesloten. Als de basisondersteuning en de extra ondersteuning niet toereikend zijn voor de ondersteuningsbehoefte van een kind, gaan we in overleg met de ouders op zoek naar een passende onderwijssetting buiten onze school die beter aansluit bij de ondersteuningsbehoefte (ondersteuningsniveau 5).
Toekomstig aanbod aan extra ondersteuning
Binnen onze basisondersteuning hebben we oog voor alle leerlingen. We willen nog meer tegemoet komen aan de ondersteuningsbehoefte van de begaafde leerlingen door ons verder te professionaliseren in het aanbod voor deze leerlingen.
Peuterplein
De Fonkeling werkt nauw samen met Korein Kinderplein. Samen vormen we een verbrede school, het speelleerplein. We bieden "peuterwerk" aan dat onder unit 1 valt. We zorgen voor een goede aansluiting door peuters ook geregeld in dezelfde ruimte als de kleuters te laten spelen en werken. Bij de peuters en de kleuters werken we zoveel als kan met dezelfde thema's. Doordat er in de praktijk goed wordt samengewerkt en gespeeld, is er een doorgaande lijn. Ook gebruiken we hetzelfde kind-volgsysteem, waardoor een warme overdracht mogelijk is.