Bron: <b>DUO</b><br />Vergelijkbare instellingen: <b>alle instellingen in het basisonderwijs met een vergelijkbare schoolweging en leerlingenaantal</b><br /> <a href="https://encyclopedie.vensters.nl/indicator_po/3418f8d2-188d-490e-88d6-436f8aba8b8a" class="button button-link" target="_blank"><i class="fas fa-external-link-square-alt"></i> Achtergrondinformatie</a>">Bron
Uitgaan van onderwijsbehoeften
In het huidige onderwijs proberen we zo goed mogelijk aan te sluiten bij wat leerlingen nodig hebben. We noemen dat de onderwijsbehoeften. Soms is dat extra uitleg, soms juist meer uitdaging. Door aan te sluiten bij deze onderwijsbehoeften zien we dat leerlingen ook niet allemaal dezelfde instructie nodig hebben. Dat zorgt ervoor, dat we anders naar de organisatie van het onderwijs kijken. Er zal niet altijd één leerkracht betrokken zijn. Op bepaalde momenten werkt er een tweede collega mee, die volgens een vast rooster een deel van de leerlingen onder haar hoede neemt bij een bepaald vak of een bepaalde les.
Zeker als een basisgroep wat groter is, zullen we proberen om een tweede teamlid te koppelen aan een groep. Afhankelijk van de samenstelling van het team zal dit een leerkracht, leraar ondersteuner of onderwijsassistente zijn. Samen met de vaste leerkracht wordt er een rooster gemaakt met als uitgangspunt: samen als het kan, even de groep verdelen als het nodig is.In de praktijk hebben we voor schooljaar 2024-2025 in groep 5 drie dagen een tweede leerkracht / leraar ondersteuner die meewerkt in de groep of op het leerplein. In groep 6 en groep 7 is er een leraar ondersteuner die volgens rooster meedraait op drie ochtenden.
Plusklas
In elke groep wordt de leerstof op verschillende niveaus aangeboden. Voor leerlingen die meer aankunnen is er verdieping en verrijking in het aanbod. In sommige gevallen is deze uitdaging nog onvoldoende. Voor deze leerlingen is er de mogelijkheid om vanaf groep 4 een dagdeel per week naar de plusklas te gaan. Daar werken de leerlingen projectmatig aan een onderwerp, waarbij eigen leerdoelen centraal staan. Die leerdoelen hebben betrekking op leren leren, leren denken, leren leven. Naast het werken aan het project wordt in de plusklas ook de instructie gegeven voor het werk dat op de weektaak staat. De weektaak plant de leerling zelf in overleg met de eigen leerkracht en wordt gemaakt in de klas.
Verkeersveiligheid:
Het Brabants Verkeersveiligheids Label kortweg BVL.
Al vele jaren heeft onze school het Brabants Veiligheids Label (BVL-label brons). Dat betekent dat we ruim aandacht besteden aan de verkeersopvoeding van kinderen binnen en buiten de school, dat we ouders daarin betrekken, dat we de omgeving van de school zo veilig mogelijk houden en dat we samenwerken met gemeente, provincie en andere BVL scholen om dit kwaliteitskenmerk te behouden. (zie ook www.bvlbrabant.nl)
Om de twee jaar hebben we een verkeersdag (Streetwise) in samenwerking met de ANWB. Daarnaast hebben we voor de oudste kinderen het Dode Hoek project. We werken samen met het buurtpreventieteam (BPT) om de veiligheid rond de school te monitoren. We besteden ruim aandacht aan het veilig op en neer lopen naar de gymzaal (de Wetering). De leerkracht is altijd bij de groep en we leren kinderen hoe je met een groep veilig kunt deelnemen aan het verkeer. Kinderen van groep 7 en 8 die zelfstandig van of naar de gymzaal mogen komen, hebben daarvoor schriftelijke toestemming nodig van hun ouders. Teruglopen naar school is altijd lopen met eventueel de fiets aan de hand. Dit geldt ook voor het bezoek aan de bibliotheek.
In de groepen 1-2 wordt thematisch gewerkt in de vorm van projecten. Uitgangspunt hierbij zijn de kenmerken van basisontwikkeling. De jongste kinderen kunnen rustig wennen, spelend en ontdekkend leren, de oudere kleuters krijgen wat meer opdrachten, nog steeds in de sfeer van ontdekkend en experimenterend bezig zijn, maar al meer gestuurd op wat elk kind nodig heeft om zich optimaal te ontwikkelen. We leren de kinderen vaardigheden om op allerlei manieren taken zelfstandig uit te kunnen voeren. Steeds verder op weg naar een meer zelfstandig persoon(zelfredzaamheid). We proberen de leerling langzamerhand steeds moeilijkere taken uit te laten voeren. Daarnaast stimuleren we het samen spelen en werken. Zo wordt er een beroep gedaan op de sociaal-emotionele vaardigheden van de kinderen en wordt de saamhorigheid bevorderd. Aandacht voor de sociaal- emotionele ontwikkeling van elk kind is ingebed in het gehele onderwijs.
Verder spelen de kleuters veel, zowel binnen als buiten. Spelen, klimmen en klauteren is essentieel voor de motorische ontwikkeling.Er is veel aandacht voor taalactiviteiten, kringgesprekken, beginnende geletterdheid (lezen) en beginnende gecijferdheid (rekenen), sociale redzaamheid en samen eten. Ook muzikale vorming, spel en lichamelijke oefening zowel buiten als in de speelzaal, expressie, wereldoriëntatie, Engels en verkeersonderwijs komen in deze groepen aan bod.
In de groepen 1-2 maken we gebruik van de bronnenboeken van Fonemisch Bewustzijn en Rekenplein. Hierin zijn de doelen voor rekenen en taal voor kleuters aangegeven, die wij aanbieden binnen de thema's van het jaar. Het werken met thema’s biedt mogelijkheden om vanuit de belangstelling van de jonge kinderen actuele gebeurtenissen, leefsituaties en zaken uit de omgeving van de kinderen aan de orde te stellen.
In het onderwijsaanbod nemen we gevarieerde activiteiten op, die zo 'echt' mogelijk zijn. De activiteiten moeten voor de kinderen betekenisvol zijn, waarbij ze moeten communiceren/overleggen. Ze moeten de gelegenheid bieden tot actief handelen, zowel mentaal als lichamelijk.De leerkracht speelt een belangrijke rol in het werken met thema’s: in voorwaardelijke zin (aanreiken van ontwikkelingsmaterialen, inrichting), in begeleidende zin ( spel voorstellen doen, gesprekjes voeren, mee spelen en problemen voor te leggen) en in sturende zin (uitnodigen voor een activiteit, meewerken en het geven van opdrachten). De leerkrachten hebben afspraken gemaakt over het aantal thema’s per jaar, de inhouden en de wijze waarop de inhoud en het activiteitenaanbod per thema wordt vastgesteld.
Bovenstaande uren zijn gebaseerd op wat een groep gemiddeld nodig heeft aan tijd. Aan het begin van het schooljaar kan een leerkracht aangeven bij de IB-er dat er beredeneerd afgeweken wordt van deze tijden, omdat de groep net iets anders nodig heeft. Het gaat dan om accentverschillen. Bijvoorbeeld een half uur meer spelling en iets minder lezen.
Op de Blokkendoos hanteren we regels en afspraken op school- en groepsniveau. De regels op groepsniveau worden aan het begin van elk schooljaar samen met de kinderen opgesteld met behulp van het pestprotocol.
Passend Onderwijs
Alle speciale en reguliere basisscholen uit de gemeenten Waalwijk, Loon op Zand, Heusden en Altena horen bij het samenwerkingsverband ‘Primair Onderwijs Langstraat Heusden Altena’ (afgekort tot PO LHA). Samen verzorgen de scholen binnen het samenwerkingsverband passend onderwijs voor alle kinderen die in deze gemeenten wonen. Informatie over het samenwerkingsverband vindt u op www.samenwerkingsverbandlha.nl .
Passend onderwijs start vanaf het moment van aanmelding
Passend onderwijs start vanaf het moment dat u uw kind op onze school aanmeldt. Nadat de school de schriftelijke aanmelding ontvangen heeft, onderzoeken wij of onze school de meest passende onderwijsplek is voor uw kind. Dat doen wij door met u te praten over de kwaliteiten en de behoeften van uw kind. Ook vragen wij informatie op bij de kinderopvang of bij de huidige school waar uw kind op zit. Soms blijkt dat de school niet aan de onderwijsbehoeften van een kind kan voldoen. Als dit geldt voor uw kind, dan gaan we met u het gesprek aan en onderzoeken we samen welke school beter past bij de onderwijsbehoeften van uw kind. Daarbij kijken we niet alleen naar speciale (basis)scholen, maar ook naar de mogelijkheden van andere basisscholen in de buurt.
Basisondersteuning
Onze school heeft een stevige basisondersteuning. Kinderen met dyslexie, dyscalculie en een kleine leervertraging of -versnelling krijgen op onze school passend onderwijs.
Extra ondersteuning
Soms heeft een leerling meer ondersteuning nodig dan de school in de basisondersteuning biedt. Als dat het geval is, bespreekt de leerkracht en/of de intern begeleider dit met u. Samen overlegt u welke mogelijkheden van extra ondersteuning passen bij uw kind. De school kan bij dit gesprek de hulp inschakelen van de deskundige bevoegd gezag van Stichting Leerrijk (afgekort DBG). Het samenwerkingsverband kan ook ingeschakeld worden om extra ondersteuning te financieren. In dit geval vraagt de school een arrangement aan bij het samenwerkingsverband en kan de school een specialist van buiten de school inzetten, die de extra ondersteuning biedt.
Overstap naar het speciaal (basis)onderwijs
Voor de overstap naar een school voor speciaal (basis)onderwijs, wordt een vaste procedure gevolgd. Bij deze procedure betrekt de school de DBG-er en het samenwerkingsverband. De stappen die hiervoor noodzakelijk zijn, bespreken wij met u, zodat de overstap naar de nieuwe school zo soepel mogelijk gaat. Vorig schooljaar zijn geen leerlingen van onze school overgestapt naar het speciaal (basis)onderwijs.
De Blokkendoos biedt ondersteuning aan de volgende doelgroepen:
- kinderen met dyslexie;
- kinderen met dyscalculie;
- kinderen met DCD;
- kinderen met een lichte vorm van autisme;
- kinderen met spraakproblematiek, waarbij het onderwijs passend te maken is;
- hoogbegaafde kinderen;
- in een enkel geval een kind met een medische diagnose, als het onderwijs passend te maken is en afhankelijk van de (lichamelijke) zorgbehoefte.
Toekomstig aanbod aan extra ondersteuning
Ambities
Aan het eind van het komende schooljaar zijn de volgende onderwerpen gerealiseerd:
- Ondersteuningsstructuur: deze is onder de loep genomen. De ondersteuningsniveaus zijn goed in beeld en elke medewerker weet wat er verwacht wordt. De jaarplanning voor de ondersteuning / analyses / besprekingen / evaluaties is vastgesteld en gevolgd.
- Elke leerkracht geeft de reken- en spellingsinstructie volgend de EDI methode
- Voor elke leerling is er een passend aanbod. Zowel in de verlengde instructie als de verrijkende instructie.
- Voor leerlingen die meer uitdaging nodig hebben, is er de plusklas. De leerkracht plusklas werkt nauw samen met de eigen leerkracht. Samen worden de leerdoelen opgesteld en het programma voor de weektaak gemaakt.
De Blokkendoos heeft geen specifiek VVE-programma in samenwerking met de peuterspeelzaal en/of kinderopvangorganisaties. VVE staat voor Voor- en Vroegschoolse Educatie. VVE is erop gericht om ontwikkelingsachterstanden bij kinderen in de leeftijd van twee tot zes jaar te voorkomen of te verminderen. Dit gebeurt door kinderen spelenderwijs te laten leren door speciaal hiervoor ontwikkelde programma’s aan te bieden in de thuissituatie, op het kinderdagverblijf, peuterspeelzaal (peuteropvang/peuterschool/voorschool)) of op school.
Uiteraard is er op de Blokkendoos wel een goed aanbod voor de taalontwikkeling van kleuters. We werken met een beredeneerd aanbod voor alle ontwikkelingsgebieden, wat we vormgeven in een thema.
In de wet is vastgelegd dat gemeenten verantwoordelijk zijn voor voorschoolse educatie. De gemeente bepaalt welke kinderen in aanmerking komen voor VVE. Over het algemeen wordt op het consultatiebureau bekeken of een peuter extra ondersteuning nodig heeft (indiceren). Het kan per gemeente verschillen welke kinderen gebruik mogen maken van voorschoolse educatie.
In onze gemeente is er een paar keer per jaar een VVE overleg, waarbij aansluiten: gemeente, peuterspeelzalen, kinderopvangorganisaties, basisscholen, GGD. Hier worden onderwerpen besproken die te maken hebben met VVE activiteiten, taal-stimulering, overdracht.De Blokkendoos werkt prettig samen met de peuterspeelzaal en met kinderorganisaties. Er vindt (met toestemming van ouders) uitwisseling plaats van overdrachtsdossiers als kinderen naar onze school komen. Bij een leerling met VVE is er sprake van een warme overdracht, waarbij de leraar van groep 1-2 samen met de IB-er de leerling bespreekt met de medewerker van de peuterspeelzaal.