Basisschool De Springplank

Kraanvogel 22 4872 SB Etten-Leur

Schoolfoto van Basisschool De Springplank

Resultaten eindtoets

Toelichting van de school

De CITO - eindtoetsrapportages geven een duidelijk beeld weer van de prestaties van onze kinderen. Elk kind neemt deel aan de CITO-eindtoets van groep 8. Ook als dit kind een eigen leerlijn heeft (bij ons op De Springplank kunnen kinderen op eigen niveau werken voor 1 of meerdere vakken) of een arrangement heeft. Omdat wij deze kinderen niet altijd uitsluiten van het maken van de CITO-eindtoets, kan het betekenen dat het gemiddelde van onze CITO-eindscore lager uitvalt. 

In het voortgezet onderwijs blijkt dat onze kinderen over voldoende kennis en vaardigheden beschikken om succesvol te zijn in een school die bij hen past. Over het algemeen zien we later dat onze kinderen hun nieuwe school zonder al te veel problemen afmaken.

Welk percentage leerlingen behaalt het fundamentele niveau en welk percentage het streefniveau?

Let op: In schooljaar 2023-2024 is de eindtoets vervangen door de doorstroomtoets. Op dit moment zie je nog de resultaten van de eindtoets van 2023.
De resultaten van de doorstroomtoets van 2024 zijn na de zomer voor het eerst zichtbaar. Dit is in lijn met de beoordeling van de Inspectie van het Onderwijs. Kijk voor meer informatie op de website van de inspectie.

Let op: Voor de beoordelingen in het schooljaar 2023-2024 hanteert de inspectie naast de ongewijzigde signaleringswaarden zogenaamde correctiewaarden bij de beoordeling van de leerresultaten. Meer informatie is te vinden op de website van de inspectie.

Fundamenteel niveau

Het fundamenteel niveau is het niveau voor taal en rekenen dat zoveel mogelijk leerlingen aan het einde van de basisschool zou moeten beheersen. Dit wordt gemeten in groep acht met de eindtoets. De inspectie stelt dat minimaal 85% van alle leerlingen het basisniveau moet behalen. Deze 85% is de signaleringswaarde voor het fundamenteel niveau en dit is voor alle basisscholen in Nederland gelijk.

Bron

Streefniveau

Het streefniveau is een hoger niveau dan het fundamenteel niveau. Het doel is dat zoveel mogelijk leerlingen eind groep acht het streefniveau bereiken. Op basis van de leerlingpopulatie op school wordt door de inspectie voor elke basisschool in Nederland apart bepaald hoeveel procent van de leerlingen het streefniveau moet halen. Dat percentage is de signaleringswaarde voor het streefniveau van de school.

Bron

Hoe gebruikt deze school tussentijdse toetsen?

Toelichting van de school

Algemeen

Van iedere leerling wordt een digitaal leerlingdossier bijgehouden. Daarin worden gegevens opgenomen over het gezin, de leerlingenbesprekingen, gesprekken met ouders/verzorgers, speciale onderzoeken, handelingsplannen, overzicht van sociale, emotionele en lichamelijke ontwikkeling van het kind, observaties en test- en rapportgegevens.    

Op onze school worden de ontwikkelingen van alle kinderen regelmatig doorgesproken in groepsbesprekingen en leerling-besprekingen. Hierbij zijn leerkrachten, de IB-er en/of directeur aanwezig. Kinderen die in aanmerking komen voor een leerlingbespreking, worden dan uitgebreid besproken. Daartoe gebruiken we als leidraad de observaties, test- en rapportgegevens. Uit deze gesprekken komen dan interventies voort die we in de periode erna zullen toepassen om zoveel mogelijk te voldoen aan de onderwijsbehoeften van het kind.

Tussenresultaten sociaal-emotioneel

We kijken gepland en/of indien nodig naar de resultaten uit KanVas. Meer hierover is te lezen in het hoofdstuk Onderwijs.

Tussenresultaten vakgebieden

We kijken na elk toetsmoment (zowel methode afhankelijk als methode onafhankelijke toetsen) of de leerlingen de doelen behaald hebben. Wanneer dit niet het geval is, dan gaan we ervoor zorgen dat in de periode erna de doelen herhaald worden voor de kinderen, net zolang tot ze de gestelde doelen wel behaald hebben. Vaak lukt dit in de klas, soms is er hulp buiten de klas of van een externe nodig. We hebben op school twee onderwijsondersteuners om die extra hulp, naast de leerkracht, te kunnen bieden. We toetsen soms ook op maat, zodat we de groei van leerlingen nog beter kunnen monitoren.

In de kleutergroepen en in groep 3 bieden we ook (preventief) taalondersteuning aan, waarbij er in kleine groepjes wordt gewerkt aan de ontwikkeling van de woordenschat.

Wanneer we merken dat leerlingen de einddoelen niet zullen halen gaan we in gesprek met ouders en gaan we onderwijs op maat aanbieden, zodat we leerlingen verder kunnen brengen op hun eigen ontwikkelingslijn. Dit gebeurt in de regel pas vanaf groep 6.

We vinden het heel erg belangrijk om regelmatig onze keuzes en ons onderwijs te evalueren. Bijvoorbeeld wanneer een kind naar het S(B)O gaat of wanneer we besluiten tot een eigen leerlijn. Er vindt dan altijd een interne evaluatie plaats met directie, leerkrachten en intern begeleider om terug te blikken en lering te trekken uit het traject.

Welk schooladvies kregen de leerlingen van deze school?

Toelichting van de school

Op basis van informatie van de VO scholen waar onze kinderen geplaatst zijn, analyses van de ervaringsgegevens, jaarlijkse contacten met de zorgcoördinator van de VO scholen, deelname van onze IB-er in het POVO- overleg (Primair Onderwijs Voortgezet Onderwijs) kunnen we opbrengsten vaststellen van de kinderen die uitstromen naar het VO. In het voortgezet onderwijs blijkt dat onze kinderen over voldoende kennis en vaardigheden beschikken om succesvol te zijn in een school die bij hen past. Over het algemeen zien we later dat onze kinderen hun nieuwe school zonder al te veel problemen afmaken. Als de groep 8 schoolverlaters in het eerste brugklasjaar zitten, is er contact met de desbetreffende VO-school om samen te bespreken of het gegeven advies van de basisschool en de keus van ouders en de plaatsing overeenkomt met de prestaties van het kind op dat moment. Ook worden wij door de VO scholen jaarlijks geïnformeerd over de vorderingen (cijferlijsten en overzicht van de kinderen die overgaan of doubleren), zodat wij ook dan nog de ontwikkeling van onze kinderen kunnen volgen.

Adviesprocedure

In de groepen 7 en 8 ontvangen de leerlingen een voorlopig advies en vervolgens een definitief advies. Hieronder beschrijven we kort en bondig het proces om te komen tot het definitieve VO-advies. Voor vragen kunt u altijd terecht bij de leerkracht van uw kind, onze bovenbouwcoördinator of de directie/IB. 

Beschrijving van de werkwijze

  • Midden groep 6: Leerlingen ontvangen een regulier rapportgesprek. In maart bespreekt de leerkracht de prognoses vanuit Parnassys, wanneer ouders hiernaar vragen. Deze prognoses geven n.a.v. de LIB-toetsen aan welk niveau vervolgonderwijs hierbij past. De uitdraai van deze prognoses leggen leerkrachten klaar bij de reguliere rapportgesprekken.    
  • Eerste rapport groep 7: Leerlingen ontvangen een regulier rapport en hebben samen met ouders een regulier rapport gesprek. De leerkracht bespreekt de prognoses vanuit Parnassys. Deze prognoses geven n.a.v. de LIB-toetsen aan welk niveau vervolgonderwijs hierbij past. De uitdraai van deze prognoses leggen leerkrachten klaar bij de reguliere rapportgesprekken.
  • Einde groep 7: voorlopig adviesgesprek. Aan het eind van groep 7 geeft de leerkracht een voorlopig advies a.d.h.v. de LIB-toetsen tot nu toe, de uitslag van de NIO en de methodetoetsen en de werkhouding. De leerkracht vult hiervoor de notitie ‘Adviesgesprek groep 7 en 8’ in. Hierin beoordeelt de leerkracht de werkhouding. De leerkracht noteert hierin de prognoses en vormt a.d.h.v. deze punten een voorlopig advies. Bij voorkeur een dubbel advies, zodat er later nog gespecificeerd kan worden. Deze adviezen worden besproken met het MT. Bij het gesprek laat de leerkracht de ouders de notitie ‘Adviesgesprek groep 7 en 8’ tekenen voor gezien. Leerlingen zijn aanwezig bij de gesprekken en hebben hierdoor mede-eigenaarschap over de door hen nog te behalen doelen.
  • Start groep 8: November: afname B-8 LIB toets en het welbevindengesprek. De leerkracht voert met ouders en leerlingen het reguliere welbevindengesprek wat in de overige groepen ook gevoerd wordt. In dit gesprek blikt de leerkracht van groep 8 nog even terug op het voorlopig advies van eind groep 7 en bespreekt aan welke doelen de leerling kan werken komende periode.
  • Midden groep 8: De leerkrachten noteren de prognoses in notitie ‘Adviesgesprek groepen 7 en 8’. De leerkracht vormt op basis van alle beschikbare data (rapport, prognoses, methodetoetsen en werkhouding) het definitieve advies. Deze adviezen worden besproken met het MT. De leerkrachten vullen het addendum in. Leerkrachten verzamelen inschrijfformulieren van de diverse VO-scholen. De leerkracht vult in Parnassys het advies in en zet het OSO (overstapdossier) klaar. Tijdens het adviesgesprek wordt het addendum, het advies en het OSO op papier doorgenomen en het addendum ondertekend. Deze formulieren krijgen ouders mee naar huis voor aanmelding op de gekozen VO school. Het addendum wordt tweemaal ondertekend. Een van deze documenten blijft op school, zodat de leerkracht deze kan inscannen voor Parnassys. Het oudergesprek duurt 15 minuten.
  • Ouders melden hun kind zelf aan bij de school voor voortgezet onderwijs van hun keuze.
  • De doorstroomtoets februari: De kinderen maken de landelijke doorstroomtoets.  
  • Heroverwegen: Wanneer de doorstroom-resultaten binnen zijn, wordt gekeken welke leerlingen een hogere score hebben gehaald dan het gegeven schooladvies in midden groep 8. Leerkrachten, Ib en directie bepalen samen of het advies van deze leerlingen wel/niet zal veranderen. Er wordt een notitie van gemaakt met korte onderbouwing waarom het advies wel/niet verandert. Ouders worden (telefonisch) op de hoogte gebracht van het wel of niet heroverwegen van het advies. Bij aanpassen advies worden documenten aangepast en ouders uitgenodigd om nieuwe documenten te ondertekenen. 
Weergave Schooladvies

Bron

Zitten de oud-leerlingen van deze school in het voortgezet onderwijs boven, op of onder hun schooladvies?

In groep 8 krijgt elke leerling van de basisschool een advies voor het voortgezet onderwijs dat past bij het niveau van deze leerling. De leerling stroomt vervolgens door naar het voortgezet onderwijs. In het derde jaar wordt gekeken welk niveau de leerling werkelijk heeft vergeleken met het niveau van het schooladvies. Dit wordt vertaald naar drie categorieën: boven, op en onder advies. Bijvoorbeeld: een leerling met schooladvies vmbo-b die in het derde jaar op het vmbo-k zit, zit boven advies. En een leerling met schooladvies havo/vwo die in het derde jaar op het havo zit, zit op advies. Wanneer deze leerling in het derde schooljaar op het vwo zit, zit hij/zij boven advies.
In het derde jaar

Bron

Sociale ontwikkeling

Hoe denkt deze school over sociale ontwikkeling?

Binnen onze school streven we ernaar om niet alleen kennis en vaardigheden over te dragen, maar ook om onze leerlingen te begeleiden bij het ontwikkelen van hun sociale vaardigheden en hun rol als actieve burgers in een diverse samenleving. We geloven dat sociale ontwikkeling niet alleen plaatsvindt binnen de muren van het klaslokaal, maar ook in de interactie met verschillende gemeenschappen, zowel offline als online, lokaal en globaal.

Door middel van verschillende ervaringen en reflectieve activiteiten leren onze leerlingen hoe ze respectvol kunnen omgaan met mensen die andere achtergronden en opvattingen hebben. Ze worden aangemoedigd om na te denken over hun eigen normen, waarden en persoonlijke bijdrage aan de samenleving.

Burgerschapsonderwijs heeft daarom een prominente plaats binnen ons curriculum. We streven ernaar om onze leerlingen te empoweren en te inspireren om actief deel te nemen aan de maatschappij en zich in te zetten voor een rechtvaardige en inclusieve samenleving.

De Springplank is met trots een ervaren gecertificeerde Kanjerschool. Alle leerkrachten zijn getraind in het geven van de Kanjerlessen en krijgen ook regelmatig een nascholingscursus. De Kanjertraining is een methode Sociaal Emotionele ontwikkeling die ingezet wordt in alle groepen. Het doel van deze methode is op een goede manier met jezelf en met een ander omgaan. Kinderen leren gedrag herkennen (door een bepaalde kleur pet uit de verhalen en rollenspelen) en te corrigeren van zichzelf en de ander. 

Uitgangspunten zijn:

  • kinderen durven zichzelf te zijn
  • kinderen voelen zich veilig 
  • kinderen voelen zich bij elkaar betrokken
  • kinderen kunnen hun gevoelens onder woorden brengen
  • kinderen krijgen meer zelfvertrouwen  

De belangrijkste gedragsafspraken van de methode zijn:

  • We vertrouwen elkaar
  • We helpen elkaar
  • We werken samen
  • We hebben plezier
  • We doen mee

De kanjerafspraken zijn zichtbaar in alle groepen en in de gangen. Nog belangrijker is het zichtbaar in het handelen van elke leerkracht. 

Kernwaarden uit de visie op sociale ontwikkeling

  • Veiligheid/ vertrouwen
  • Wederzijds respect/burgerschap
  • Sociale redzaamheid

Wat zegt de inspectie over de school?

De Inspectie van het Onderwijs onderzoekt minimaal één keer in de vier jaar het bestuur van een school. De inspectie kijkt dan of de kwaliteitszorg, de onderwijskwaliteit en de financiële zaken bij het schoolbestuur op orde zijn. Daarnaast bezoekt de inspectie een aantal scholen die bij het schoolbestuur horen en onderzoekt deze scholen nader. De gegevens van het laatste onderzoek van de inspectie zijn beschikbaar op de website van de onderwijsinspectie.

Terug naar boven