Ollie B Bommel

Nassaustraat 22 3258 AR Den Bommel

  • Het eerste half uur van de dag lezen de kinderen zelf in hun leesboek of lezen ze voor aan andere kinderen; een gezellig moment!
  • De instructie wordt gegeven aan de hand van het EDI model; stap voor stap worden de kinderen begeleid naar het zelfstandig werken in Snappet
  • In de weektaak staan ook keuzetaken opgenomen. Na de verplichte taken kunnen de kinderen kiezen voor smartgames, gezelschapsspellen, kapla.
  • Tijdens het buitenspelen bewegen de kinderen veel, verzinnen de kinderen zelf activiteiten en spelen ze gezellig samen!
  • Met de methode Faqta leren de kinderen op een hele leuke manier veel over de wereld om zich heen!

Het team

Toelichting van de school

Groep 1/2/3

maandag t/m vrijdag: Juf Linda Polak

Groep 4/5

maandag t/m vrijdag: Juf Iris Posthuma

Groep 6/7/8

maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag: Juf Lisette Kiesenberg.

De groepsleerkrachten zijn verantwoordelijk voor het onderwijs en de organisatie in de groep, Zij geven vorm aan het leerstofaanbod, en houden de vorderingen van uw kind goed bij. Zij rapporteren aan de directie en de intern begeleider. Zij onderhouden de contacten met de ouders.

Intern begeleider

De intern begeleider is Marlet Westdijk. Zij volgt de zorg voor alle leerlingen. Elk schooljaar vindt er tussen de leerkrachten, de ib’er overleg plaats in de vorm van groepsbesprekingen. In de groepsbesprekingen staat het groepsbeeld centraal. In het groepsbeeld staan de resultaten vastgelegd en wordt er beschreven welke interventies gedaan worden gericht op de hele groep of op leerlingen individueel. Samen bekijken we wat er precies nodig is en hoe dit gerealiseerd kan worden. Dit wordt uiteraard door de groepsleerkracht met u besproken als het uw kind betreft. De intern begeleider onderhoudt ook de contacten met externen, zoals de School Maatschappelijk Werkster, de jeugdverpleegkundige, de Begeleider Passend Onderwijs, de orthopedagoge van het Samenwerkingsverband, eventuele Ambulant Begeleiders.

Onderwijsassistentie

Juf Lin Tönissen voert onderwijsondersteunende taken uit binnen de school. Zij wordt ingezet in de klassen zelf of gaat met kleine groepjes leerlingen aan de slag om hen de zorg te bieden die zij nodig hebben.

Juf Annemarie voert onderwijsondersteunende taken uit in groep 6/7/8.

GVO/HVO

Op woensdag kunnen alle kinderen vanaf groep 3 GVO (godsdienst vormingsonderwijs) of HVO (humanistisch vormingsonderwijs) volgen.  Deze lessen worden gegeven door vakleerkrachten. Voor GVO is dit Joke van der Spek, voor HVO is dit Janine Veerman. 

Gymles

1 keer per week krijgen alle kinderen gymles van een medewerker van Regiekr8.

Tekenen / handvaardigheid

Gedurende het hele schooljaar worden lessen op dit gebied door onze vakleerkracht juf Sonja ingepland.

Extra uitdaging

Juf Paulien begeleidt 1 keer in de week kinderen die extra uitdaging nodig hebben.

Dans

Groep 1/2 heeft 1 keer per week dansles van juf Gwendolyn. Daarnaast komt zij 1 keer per maand voor groep 1 t/m 8.

ICT

Het team wordt op ICT-gebied ondersteund door Ivo en Remco, onze boven schoolse ICT-ers. Zij zijn regelmatig in de school om te zorgen dat alle ICT-apparatuur werkt en voor ondersteuning.  Juf Linda Polak is op onze school het eerste aanspreekpunt; onze ICT-coach.

Stagiaires.

Onze school biedt graag plek aan leerkrachten in opleiding en leerlingen van de SPW-opleiding. Ook kunnen er maatschappelijke stages bij ons op school gevolgd worden. Op het moment dat er een stagiaire wordt geplaatst in de groep van uw kind wordt u hiervan als ouder op de hoogte gesteld. 

Vakleerkrachten op deze school

Hoe wordt vervanging geregeld?

Wanneer leerkrachten afwezig zijn door ziekte of verlof, zoeken we binnen het team of binnen SOPOGO naar vervanging.

Directie van de school

Medewerkers op deze school (instellingsniveau)

Hoe is de verdeling mannen en vrouwen?

Bron

Wat is de leeftijd van de teamleden?

Bron

Hoe zijn de teamleden verdeeld over de verschillende functiegroepen?

Bron

Hoe zijn de leerlingen gegroepeerd?

Toelichting van de school

Allerlei praktische zaken in de groepen...

Verjaardagen.

De verjaardag van uw kind is altijd weer een spannende, feestelijke gebeurtenis. Ook op onze school wordt hier uiteraard aandacht aan besteed. Iedere leerkracht heeft zijn of haar eigen manier om de verjaardag van uw kind in de klas te vieren. Uw kind mag uiteraard iets lekkers trakteren en samen met een klasgenootje mag hij of zij de andere leerkrachten langs. De ervaring leert dat kinderen met een bepaalde allergie of dieet het vaak erg leuk vinden als er bij traktaties met hen rekening is gehouden. Weet u dat een bepaald kind ergens allergisch voor is, dan kunt u aan de ouders van het kind of de leerkracht vragen of uw traktatie ook voor hen geschikt is en wellicht een alternatief zoeken. Dit wordt zeer op prijs gesteld! Bij verjaardagen hoort vaak ook een kinderfeestje. Omdat niet altijd alle kinderen uit een groep worden uitgenodigd, verzoeken we u om uitnodigingen voor een kinderfeestje niet in de klas zelf uit te delen. Dit om teleurgestelde gezichtjes in de groep te voorkomen. Vaak is het rondbrengen van uitnodigingen al een klein feestje op zich! Alvast bedankt voor uw medewerking.

Voedselallergie.

Het kan voorkomen dat uw kind bepaalde producten niet mag eten in verband met een voedselallergie. Misschien mag uw kind uit geloofsoverweging of uit andere motieven bv. geen vlees. Wij stellen het op prijs dat u ons daarvan aan het begin van het schooljaar op de hoogte stelt. We verzoeken u elk jaar aan het begin van het schooljaar dit soort zaken aan ons door te geven.

Schoolfotograaf.

Elk jaar komt de schoolfotograaf op school om alle kinderen op de foto te zetten. Het is ook mogelijk om niet schoolgaande kinderen op de foto te zetten.

Schoolgerei.

De school verschaft de noodzakelijke materialen zoals potloden, lijm, schriften, maar ook de chromebooks. In groep 5 krijgen de kinderen een Stabilo pen. Wanneer deze kapot is of kwijt, dient deze worden vervangen door eenzelfde pen, op school te koop voor €5,75. Oordopjes krijgen de kinderen vanaf groep 3, 1 keer per schooljaar. Ook deze dienen te worden vervangen wanneer deze kwijt zijn of kapot. De leerlingen van groep 7-8 krijgen een huiswerkagenda van school om de planning van het werk te vergemakkelijken.

Hoofdluis.

Enkele keren per jaar worden de kinderen op hoofdluis gecontroleerd. Doorgaans gebeurt dit na de schoolvakanties door een groepje ouders. Mochten wij bij uw kind hoofdluis constateren, dan neemt de school contact met u op. Wij verzoeken uw kind dan op te halen en direct te behandelen. Worden er bij uw kind alleen neten geconstateerd dan vragen wij u ook om te behandelen maar hoeft u kind niet per direct te worden opgehaald. Wij waarderen het erg als u zelf ook uw kind regelmatig controleert op hoofdluis. Mocht u dit constateren dan verzoeken wij u vriendelijk ons hierover in te lichten, en uw kind te behandelen. Voor ieder kind heeft de school een luizenzak aangeschaft. Deze zijn verplicht! De luizenzak moet de gehele schoolperiode meegaan. Bij beschadiging of vermissing dient u een nieuwe aan te schaffen. Via school kost een luizenzak €3,50.

Sloffen.

De kinderen van groep 1/2/3 kunnen bij binnenkomst hun schoenen in het desbetreffende vak opruimen en hun sloffen aandoen. De ervaring leert dat de kleuters het fijnst binnen spelen op hun sloffen. Een mooi bijkomend voordeel is dat zij zo vaak genoeg oefenen met veters strikken!

Vanaf groep 4 dragen we sloffen in de herfst- en wintermaanden. 

Vernielingen.

Wanneer kinderen (opzettelijk) vernielingen aanbrengen aan schoolmateriaal (denk aan schoolboeken, meubilair en speelleer materiaal), zullen de kosten bij de ouders in rekening worden gebracht. Wij gaan als school dan altijd in gesprek met leerling en ouders.


Klasindeling

  • Combinatiegroepen

Hoe wordt de tijd op school besteed?

Leerjaar 1 en 2

Toelichting van de school

Bij de kinderen in de groepen 1, 2 en 3 wordt het onderwijs vormgegeven vanuit projecten en met thema’s, waarin alle ontwikkelingsgebieden aan bod komen. Hiertoe behoren:

  • Zintuiglijke ontwikkeling: verbanden leggen tussen wat je ziet, hoort, ruikt, proeft en voelt.
  • Cognitieve ontwikkeling: nadenken, redeneren, problemen oplossen.

In groep 1/2/3 wordt ook instructie gegeven aan de hand van het EDI model.

Taalontwikkeling.

De kinderen krijge een aantal keer per week lessen aangeboden waarin we ze kennis laten maken met de klanken, letters en het voorbereidend lezen. 

Ook nemen de kinderen deel aan boekenpret. Tijdens het werken met boekenpret staat er een prentenboek centraal (www.boekenpret.nl). De doelstellingen van boekenpret zijn:

  • stimuleren van de taalontwikkeling bij kinderen;
  • ouders stimuleren boeken voor te lezen aan de kinderen;
  • ouders wijzen op het belang van voorlezen;
  • taalachterstand bij kinderen voorkomen of vroegtijdig signaleren;

Tijdens alle activiteiten worden de kinderen uitgedaagd door iedere keer een iets moeilijkere vraag te stellen die past bij hun interesse en nieuwsgierigheid. De nieuwsgierigheid prikkelen doen we door te werken met ontwikkelingsmaterialen, zoals lotto’s met kleuren, vormen, puzzels, prentenboeken, voorleesboeken en middels kringgesprekken, computerprogramma’s enz. De woorden waar in de klas extra aandacht aan gegeven worden, hangen in het lokaal. De ouders kunnen met hun kind meedoen om zo de woordenschat van hun kind te vergroten. Er wordt gewerkt met een 'letter van de week'; de kinderen leren de letter te herkennen, benoemen, te schrijven, stempelen. Ze worden uitgedaagd om woorden te noemen met deze letter en voorwerpen te zoeken, mee te nemen waar de letter in voor komt. 

Lezen.

In groep 3 wordt de letterkennis herhaald en een begin gemaakt met leren lezen. De methode die we daarvoor gebruiken is de (nieuwe) KIM versie van “Veilig Leren Lezen”. Veilig leren lezen geeft lezen, taal, spelling en begrijpend lezen in samenhang en gaat ervan uit dat een kind een aantal dingen moet kunnen en leren om met taal om te kunnen gaan. We bedoelen hiermee spreken, luisteren, lezen en schrijven. De kinderen die alle klank-lettercombinaties al kennen bij het begin van groep 3, krijgen naast de gezamenlijke activiteiten ook lees- en werkboekjes op hun eigen leesniveau. Om het technisch lezen te bevorderen organiseren de leerkrachten in de eigen klas activiteiten over het belang en nut van lezen. U kunt dan denken aan boekpresentaties, de wijze waarop een boek tot stand komt, achtergronden van auteurs. Dit is een middel om de leesmotivatie van onze leerlingen te vergroten. Motivatie zorgt ook voor het plezier in het lezen. Lezen neemt een belangrijke plek in binnen onze school. Naast het aanbieden van boekenpret en het veelvuldig voorlezen in alle groepen, is er ook de Kinderboekenweek in oktober. Er zijn dan speciale lessen waarin recente kinderboeken rondom een thema besproken worden. Onze school heeft een schoolpas van de bibliotheek. Leerkrachten dragen er zorg voor dat in de klas boeken aanwezig zijn die passen bij het lesstofaanbod.

Spelling en taal. Binnen de methode Veilig leren lezen wordt er ook aandacht besteed aan spelling en taal. Daarbij komen de volgende zaken aan bod:spellingregels;woordenschatuitbreiding;inzicht in de taalstructuur: op speelse wijze omgaan met woordbouw en zinspatronen;gesprekstechniek: zinvol meespreken in een gesprek n.a.v. regels, argumenteren, leiden van een gesprek;informatieverwerking: het leren omgaan met woordenboek, encyclopedie, vragen formuleren;creatief schrijven (het schrijven van teksten), waarbij de kinderen de aangeleerde spellingsregels kunnen toepassen en hun uitdrukkingsvaardigheid verder kunnen ontwikkelen;dramatiseren van taalsituaties.

Schrijven. De letters worden in groep 3 aangeleerd waarbij een nauwe samenwerking van kracht is met de methode “Veilig Leren Lezen” door de methode "Pennenstreken" in te zetten. De letters die ze tijdens het leesonderwijs aangeboden krijgen, komen ook aan bod tijdens de schrijflessen. De kinderen op onze school krijgen het blokschrift aangeleerd. 

Rekenontwikkeling.

Een aantal keer per week krijgen de kinderen lessen rekenen. In groep 2 en 3 wordt de methode Getal en Ruimte Junior gevolgd. 

We zorgen voor een opbouw van het informeel leren naar het formeel leren; van handelen (doen) via concreet voorstellen (werken met materialen) naar abstract voorstellen (aan de hand van denkmodellen) en abstract handelen (de som uitrekenen). 

De leerlingen werken met diverse concrete materialen als blokjes, kastanjes, kralen en logiblokken. De bouwhoek en de zand/watertafel hebben hun functie bij het omgaan met meten en vergelijken. Daarnaast worden de rekenbegrippen gestimuleerd door leergesprekken, telverhalen, liedjes, werkbladen en activiteiten. Ook in de ontwikkelingsmaterialen, lotto's, puzzels, computerprogramma's komen rekendoelen naar voren. Tevens is er een cijfer van de week.

In groep 3 wordt, net als in groep 2, gewerkt met de methode “Getal en Ruimte Junior”. Deze methode gaat ervan uit dat de leerstof beter beklijft wanneer er begonnen wordt bij de basis en vandaar uit de opbouw maakt naar een hoger niveau van rekenen. De methode Getal en Ruimte Junior is een combinatie van realistisch en traditioneel rekenonderwijs. Per les krijgen de leerlingen een nieuw lesdoel aangeboden. Deze worden structureel herhaald. Het doel wordt aangeleerd middels een rekenstrategie. Het doel van rekenen is: het ontwikkelen en uitbreiden van de aanwezige verstandelijke vermogens van het kind met betrekking tot rekenkundige en wiskundige gebieden. Hierbij denken we aan:leren zoeken naar de oplossing van problemen;logisch denken;praktisch denken;abstract denken;relaties leren hanteren en deze ook leren verwoorden;automatiseren; middels strategieën leren optellen en aftrekken van getallen.We zorgen voor een opbouw van het informeel leren naar het formeel leren; van handelen (doen) via concreet voorstellen (werken met materialen) naar abstract voorstellen (aan de hand van denkmodellen) en abstract handelen (de som uitrekenen). 

Sociale ontwikkeling.

We leren het kind om te gaan met anderen en het zelfvertrouwen, het inlevingsvermogen en waarden en normen te vergroten. We volgen hierbij de methode KWINK.

Bewegingsonderwijs.

We stimuleren het plezier in bewegen. 1x per week is er gymles door de vakleerkracht in het gymlokaal voor groep 1/2/3.  Iedere dag mogen de kinderen buitenspelen. We bewegen veel op muziek en doen aan zang- tik en wedstrijdspelen.

Expressieactiviteiten.

Hierbij denken we aan creatief denken en muzische vorming en de fijne motoriek. We laten kinderen zelf een oplossing zoeken (ontdekken) voor zijn uitbeelding of weergave bij bijv. kleien of tekenen. Elke dag wordt er in de klas gezongen en er worden liedjes uitgebeeld. De methode 123Zing! wordt gevolgd.

Al deze onderdelen worden in samenhang met elkaar gegeven.

Door te werken met het digikeuzebord bevorderen we bij het kind o.a. tijdsbesef, symboolkennis, zelfstandigheid, leesrichting, letterkennis. Ook zorgen we zo voor een diversiteit van taken voor leerlingen en het gericht inplannen van taken.  Meestal begint de schooldag met het kringgesprek en een gezamenlijke, ontdekkende leeractiviteit (zoals de dag, de datum, tellen, kleuren, vormen, klanken, letterkennis, etc.). 2 keer in de week volgt een kleine kring activiteit terwijl de andere leerlingen een taak via het digikeuzebord maken. Na de vaste taak van het digikeuzebord kiezen de kinderen een activiteit met materiaal, een werkblad of een van de speelhoeken. Het lokaal is verdeeld in hoeken. Zo is er een thematafel, de poppen-, de bouw-, de puzzel-, de lees- en computerhoek. Het samenspelen, vinden wij op school erg belangrijk. Voorlezen uit het grote arsenaal aan boeken dat op school aanwezig is, behoort ook tot een belangrijk moment van de dag. Elke dag spelen de kinderen op het schoolplein. Binnen de verschillende projecten proberen we alle ontwikkelingsgebieden aan de orde te laten komen. Voorbeelden van thema’s zijn o.a. knuffels, kleuren, het eigen lichaam, de seizoenen en omgaan met elkaar. Indien mogelijk maken de kinderen excursies om het thema te verlevendigen. Al spelend en werkend worden de technieken en vaardigheden ingeoefend die de basis leggen voor de verdere ontwikkeling van elk individueel kind.

Ook werken de kinderen van groep 1/2/3 aan wereldoriëntatie, middels 'Faqta'. Tijdens deze middagen worden de leerlingen uitgedaagd om op een onderzoekmatige manier verschillende thema’s die samenhangen met oriëntatie op jezelf en de wereld te benaderen.

Leerjaar 3 t/m 8

Toelichting van de school

De school werkt vanuit de leerlijnen en leerdoelen. De vakken lezen en taal, rekenen en oriënteren op de wereld staan centraal. Deze vakken komen op verschillende manieren terug in het lesaanbod.

Groep 4 t/m 8 

Bij de basisvakken technisch lezen, rekenen, spelling en taal wordt gebruik gemaakt van het adaptieve leerplatform Snappet. Snappet is te gebruiken op ieder device. Onze school maakt gebruik van Snappet op de Chromebook.  In groep 4 t/m 8 werken de leerlingen met een weektaak waarop de taken per dag genoteerd staan en afgetekend worden. 

Bij elke les wordt een instructie gegeven door de leerkracht waarna alle kinderen de lesstof verwerken binnen Snappet. De instructie wordt gegeven volgens het EDI model, waarbij de leerkracht eerst modelt (voordoet) wat de denkstappen en strategieën zijn, waarna de begeleide inoefening en de samenwerkingsfase volgt. Daarna gaan de leerlingen zelfstandig aan de slag.Na de instructie maakt elk kind de basisopdrachten. Na de basisopdrachten kan de leerkracht (of het kind zelf) direct zien of verlengde instructie nodig is. Is er geen verlengde instructie nodig, of is die gegeven, dan gaat elk kind op zijn eigen niveau aan het doel werken, te herkennen aan het plusje. Dit niveau wordt bepaald n.a.v. de gemaakte basisopdrachten en wordt na een reeks van tien opdrachtjes steeds opnieuw bekeken en eventueel aangepast. Op deze manier werkt elk kind op zijn eigen niveau aan hetzelfde doel op de dag die in de planning staat. Snappet geeft aan wanneer het persoonlijke streefniveau van een doel behaald is. Wanneer dit nog niet het geval is, volgt er ingeplande tijd voor extra instructie en wordt daarna opnieuw bekeken of het doel behaald is.

Rekenen en wiskunde.

In groep 1 t/m 3 is een mooi fundament gelegd waar de leerkrachten in groep 4 t/m 8 verder op kunnen bouwen. We volgen de SLO leerlijn en werken vanuit doelen. Elke dag staat één doel centraal. We zorgen voor een opbouw van het informeel leren naar het formeel leren; van handelen (doen) via concreet voorstellen (werken met materialen) naar abstract voorstellen (aan de hand van denkmodellen) en abstract handelen (de som uitrekenen). 

Taal en spelling.

In Snappet krijgen de leerlingen de spellingsdoelen aangeboden zoals uitgewerkt in de leerlijn, opgesteld door het SLO en het CED. Vanaf groep 5 wordt er specifieke aandacht besteed aan de werkwoordspelling. Spelling is binnen het taalaanbod een belangrijk onderdeel. Leerkrachten leren de kinderen op een leuke, overzichtelijke manier de spellingregels toe te passen.

Bij taal wordt ook vanuit de doelen gewerkt en komen de volgende zaken komen aan bod:

  • woordenschatuitbreiding;
  • inzicht in de taalstructuur: op speelse wijze omgaan met woordbouw en zinspatronen;
  • gesprekstechniek: zinvol meespreken in een gesprek n.a.v. regels, argumenteren, leiden van een gesprek;
  • Informatieverwerking: het leren omgaan met woordenboek, encyclopedie, vragen formuleren;
  • creatief schrijven (het schrijven van teksten), waarbij de kinderen de aangeleerde spellingsregels kunnen toepassen en hun uitdrukkingsvaardigheid verder kunnen ontwikkelen;
  • dramatiseren van taalsituaties.

Schrijven.

Vanaf groep 4 wordt het blokschrift verder aangeleerd en onderhouden met behulp van de methode Pennenstreken. De hoofdletters worden aangeleerd. Naast de methode, schrijven de kinderen ook tijdens het creatief schrijven.

Technisch lezen.

Elke dag van 8:30-9:00 staat in het teken van lezen. De kinderen lezen in hun eigen leesboek, maar ook leest de leerkracht elke dag voor. Verder worden er minilesjes gegeven waarbij boekpromotie centraal staat. Daarnaast krijgen de kinderen 3 keer per week een les technisch lezen, met instructie en zelfstandig werken, vanuit Snappet. De woorden worden obv de leerkracht voor-koor-door gelezen, waarna een les zelfstandig wordt gemaakt. 

Begrijpend lezen.

De kinderen krijgen vanaf groep 4 ook andere vormen van lezen aangeboden zoals: begrijpend lezen, gericht lezen (heel snel iets opzoeken in een tekst), studerend lezen, leesbeleving en voordracht lezen. Voor het begrijpend, gericht en studerend lezen gebruiken we de methode Beter BijLeren. De focus ligt op close reading volgens duidelijk omschreven lesdoelen, ofwel nauwgezet lezen met de leerkracht als rolmodel. Leerkrachtgedrag is essentieel; ‘modelend’ sturen aan de hand van het GRRIM-model voor directe instructie.

Wereldoriëntatie.

Dit is de verzamelnaam voor een groot aantal vak- en vormingsgebieden die te maken hebben met de wereld om ons heen; geschiedenis, aardrijkskunde, natuur en techniek. Onderzoek heeft aangetoond dat aangeboden stof beter in contexten beklijft en dat actief leren door leerlingen eveneens bijdraagt aan het beklijven van de aangeboden leerstof.  Twee middagen in de week krijgen de leerlingen wereldoriëntatie aangeboden. Dit doen we middels 'Faqta'. Er wordt steeds aan een thema gewerkt waarbij 1 vak (geschiedenis, natuur of aardrijkskunde) centraal staat.  2 keer per jaar staat er een schoolbreed thema ingepland.

Vanaf groep 5 komt ook de topografie komt aan bod. Vanaf groep 5 worden de thema's afgesloten met een toets (zie 'huiswerk').

Keuzetaken.

Niet alleen in de lessen komen te leren doelen aan bod. Ook in verscheidene andere activiteiten komen rekendoelen, taaldoelen, leesdoelen en verschillende (denk)vaardigheden naar voren. Verder willen we tegemoet komen aan de verschillende interesses en intelligenties van kinderen. Daarom werken de kinderen binnen een weektaak naast hun verplichte taken ook altijd aan keuzetaken. Per periode worden verschillende taken aangeboden, zoals schaken, kapla, smartgames, knex, technisch lego, schilderen etc. Ook zijn er talentgerichte opdrachtkaarten die de kinderen kunnen kiezen.

Groep 1 t/m 8 algemeen.

Creatieve vakken

Eén keer per week krijgen de kinderen creatieve vakken; tekenen, handvaardigheid. De opdrachten sluiten aan bij de thema's van het zaakvakonderwijs, het seizoen, of komen uit de methode het Blauwe Paard (platte vlak) of Oranje Hout (3-d). Ook krijgen de kinderen een aantal keer les van een vakleerkracht.

KunstTaart. In dit 2-jaarlijks programma, opgebouwd rondom de 7 disciplines van Cultuureducatie met kwaliteit, worden zowel receptieve als actieve activiteiten aangeboden. Uitgangspunt is dat elke leerling elk jaar 1 of meerdere activiteiten aangeboden krijgt. De leerling gaat een theater of muziekvoorstelling bezoeken. Er komt een beeldend kunstenaar, danser of schrijver in de klas. De leerling bezoeken bijv. een molen, het Streekmuseum of ondernemen een activiteit, zoals een dorpswandeling, in het kader van cultureel erfgoed. In de bovenbouw worden lessen op basis van projectonderwijs aangeboden. (Kaboem, Koeienwachtertje en Kofjekokertje).

Muziek.

1 keer per week staat muziek op het rooster. Dan wordt de methode 123Zing! gevolgd. De kinderen van groep 4/5 krijgen les binnen de muziek carroussel. Zo komen ze in aanraking met verschillende muziekinstrumenten. Ze hebben steeds een periode van 4-6 weken les van een gastdocent. Dit is mogelijk door de subsidie van het Fonds Cultuurparticipatie. Aan het eind van het schooljaar wordt een afsluitende presentatie voor de ouders georganiseerd.

Verkeer.

In alle groepen besteden we aandacht aan de zelfredzaamheid en het sociale gedrag in het verkeer. We gaan in groep 1 t/m 6 werken met de methode Let's Go! In groep 7 of 8 doen de kinderen 1 keer in de 2 jaar mee aan het theoretisch en praktisch verkeersexamen. Ze oefenen hiervoor zodat ze allemaal hun verkeersdiploma kunnen halen.

Engels.

Bij ons op school krijgen de kinderen vanaf groep 1, gezamenlijk Engelse les aan de hand van de methode Groove me. De methode is digitaal en is gebaseerd op Engelstalige liedjes. Ons doel hiermee is:

1. kinderen te leren communiceren met mensen uit andere landen en culturen;

2. kinderen een positieve houding bij te brengen ten aanzien van het vak Engels in het basisonderwijs;

3. de voorkennis van kinderen te activeren en te gebruiken bij het taalverwervingsproces van het Engels;

4. vaardigheden bij kinderen te ontwikkelen, waarmee ze Engels op een eenvoudig niveau gebruiken als communicatiemiddel.

Bewegingsonderwijs

De leerlingen krijgen 1 keer per week gymles door vakleerkrachten van Regiekr8.

EHBO

In groep 7/8 wordt 1 keer in de 2 jaar EHBO les aangeboden.

Burgerschapsvorming.

In de afgelopen decennia is onze samenleving pluriformer geworden. De overheid heeft de scholen vanaf 1 februari 2006 verplicht in hun onderwijs actief burgerschap en sociale integratie te bevorderen. Het gaat daarbij om de basiswaarden: vrijheid van meningsuiting, verdraagzaamheid, afwijzen van discriminatie en democratische houding. Hiervoor zijn kerndoelen geformuleerd. Ons bestuur, SOPOGO, stelt dat schoolverlaters in groep 8 voor zeker 80% deze specifieke doelen bereikt hebben:

  • Leerlingen hebben kennis van verschillende achtergronden en culturen van leeftijdsgenoten
  • Leerlingen dragen zorg voor de lichamelijke en psychische gezondheid van henzelf en anderen
  • Leerlingen leren zich redzaam te gedragen in sociaal opzicht, als verkeersdeelnemer en als consument
  • Leerlingen kennen hoofdzaken van de Nederlandse en Europese staatsinrichting en de rol van de burger
  • Leerlingen leren zich te gedragen vanuit respect voor algemeen aanvaardbare waarden en normen
  • Leerlingen leren met zorg om te gaan met het milieu.

Dit past goed bij ons openbare schoolbeleid. Burgerschapsvorming is op onze school dan ook geen apart vak, maar een vanzelfsprekend onderdeel van verschillende vak- en vormingsgebieden, zoals o.a.: Nederlandse taal, wereldoriëntatie (biologie, aardrijkskunde, geschiedenis, staatsinrichting, verkeer), lichamelijke, muzikale en sociale vorming. Daarnaast werken we aan burgerschapsvorming door kinderen te laten samenwerken, om te gaan met vrijheid (en gebondenheid) en het nemen en dragen van eigen verantwoordelijkheid. Dit verloopt niet altijd via vaste momenten. Elke school kan bovendien het boekje Wetboek voor Jongeren (laten) gebruiken waarin op een speelse manier aandacht besteed wordt aan alles wat in dit kader past. Minimaal tweemaal per jaar staat dit onderwerp op de agenda van de teamvergadering om te evalueren en desgewenst het beleid bij te stellen.

Sociale ontwikkeling.

We leren het kind om te gaan met anderen en het zelfvertrouwen, het inlevingsvermogen en waarden en normen te vergroten. We volgen hierbij de methode KWINK.

Huiswerk.

Voor een aantal zaken vragen we thuis uw betrokkenheid door het geven van huiswerk.

In groep 3 kan dit bestaan uit het oefenen op lees-, spelling- of rekengebied. In groep 4 wordt dit uitgebreid met het oefenen voor de toetsen van topografie en wereldoriëntatie (open-blad toets). U krijgt dit dan te horen van de leerkracht via PARRO. Vanaf groep 4 krijgen de kinderen hiernaast ook elke week ‘vast’ huiswerk, en soms nog wat extra. In groep 4 is dit 1 blad per week, in groep 5 voor- en achterkant, en vanaf groep 6 2 keer per week voor- en achterkant. In groep 6/7/8 wordt dan in de agenda genoteerd. 

Bron

Extra mogelijkheden op deze school

Extra ondersteuning van de leerlingen

Toelichting van de school

Passend onderwijs.

Op 1 augustus 2014 hebben de scholen (schoolbesturen) de verantwoordelijkheid (zorgplicht) gekregen om voor alle kinderen passend onderwijs te bieden. Om alle kinderen een passende onderwijsplek te bieden, werken scholen samen in regionale samenwerkingsverbanden. Alle reguliere basisscholen en het speciaal (basis)onderwijs op het eiland, waaronder onze eigen vestiging SBO Het Kompas, zitten in één samenwerkingsverband. Het samenwerkingsverband heeft in het ondersteuningsplan beschreven hoe het organiseren van extra ondersteuning in zijn werk gaat. Meer informatie vindt u op www.swvgo.nl .

Wij baseren ons handelen op adaptief onderwijs; tegemoet komen aan de drie basisbehoeften relatie, competentie en autonomie.

De adaptieve cyclus omvat de stadia signalering - diagnose - differentiatie - variatie in instructiewijze - toetsing en evaluatie - remediëring.

Deze cyclus geven wij vorm door onze zorgcyclus te volgen. De leerlingen worden ingedeeld op 4 niveaus.

1. Leerlingen binnen de basisondersteuning

2. Leerlingen die lichte ondersteuning nodig hebben.

3. Leerlingen die zware ondersteuning nodig hebben. Leerlingen met individuele leerlijn of externe hulp.

4. Leerlingen met acute problemen.

Bij elk niveau hebben we vastgelegd welke besprekingen en interventies er plaatsvinden en met wie, en hoe vaak er contact is met ouders.

De eerste zorg wordt binnen de eigen groep verzorgd. De leerkracht volgt elke leerling a.d.h.v. observaties en dagelijkse resultaten. Op basis van deze resultaten wordt per dag, per les, per doel bekeken of een leerling (extra) instructie nodig heeft. Doordat deze instructie gegeven wordt middels het EDI model, wordt binnen de instructie de mate van begrip gecontroleerd, waardoor de leerkracht weet of een leerling zelfstandig aan de slag kan, of dat er meer begeleiding nodig is. Deze begeleiding wordt op die dag of later in de week ingepland.

Wanneer een leerling in niveau 2 zit, is er sprake van een lichte leerachterstand. Dan is vaak méér analyse nodig om de juiste hulp te bieden. Deze analyse wordt gedaan aan de hand van een diagnostisch gesprek door de leerkracht. De hulp kan geboden worden door de leerkracht of onderwijsassistente. Ook kan er een beroep gedaan worden op de ouders om thuis extra te oefenen.

Voor deze leerlingen wordt een groeidocument ingevuld aan de hand van de vastgestelde achterstand waarin staat aan welke doelen er gewerkt wordt en hoe. Hier is vaak meer ondersteuning buiten de klas door bijvoorbeeld de onderwijsassistent nodig.

Vanaf niveau 3 worden de leerlingen besproken in het SOT; het SchoolOndersteuningsTeam. Bij de bespreking zit de intern begeleider (IB-er) en/of de directie van de school, de school maatschappelijk werker, de jeugdverpleegkundige van het CJG (Centrum Jeugd en Gezin), de Begeleider Passend Onderwijs (BPO'er).  De Begeleider Passend Onderwijs is maandelijks op school om mee te kijken en denken met de leerkrachten bij kinderen met extra onderwijsbehoeften op het gebied van gedrag of op leergebied. 

Voor deze leerlingen wordt een OPP (OntwikkelingsPerspectiefPlan) opgesteld. Hierin staan eigen doelen, deze leerlingen volgen een eigen leerlijn of er is sprake van externe hulp op het gebied van gedrag of werkhouding.

Via het Samenwerkingsverband beschikken we over professionals op het gebied van gedrag of op leergebied. Ook beschikken we via het Samenwerkingsverband over een (beperkt) budget om klassenassistentie en/of materialen uit te bekostigen. 

Voor kinderen met spraak/taal problematiek en gehoorproblemen kan er ondersteuning en een arrangement aangevraagd worden bij Auris. Voor kinderen met problemen op het gebied van zicht, kan dit bij Visio.

Als onderzoek uitwijst, dat de huidige school de extra ondersteuning die het kind nodig heeft niet kan bieden, moet door de school, samen met de ouders, gezocht worden naar een passende plek waar het kind wel de juiste ondersteuning krijgt. Dit kan een andere basisschool, een speciale basisschool, een school voor speciaal onderwijs of een andere voorziening zijn. Op deze manier kunnen we ervoor zorgen dat alle kinderen een passend onderwijsprogramma krijgen, ook kinderen die extra ondersteuning nodig hebben. Om dit te realiseren wordt eilandelijk gewerkt vanuit één samenwerkingsverband Primair Onderwijs op Goeree- Overflakkee. De samenwerkende scholen hebben als taak die onderwijsleersituatie te creëren, waarin elk kind zijn of haar gaven optimaal kan ontwikkelen. Een goede samenwerking met ouders/ verzorgers speelt daarbij een cruciale rol.

Leerlingen met een ontwikkelingsvoorsprong

Er zijn ook kinderen die een ontwikkelingsvoorsprong hebben. Door alle scholen op Goeree-Overflakkee is een beleidsplan opgesteld om deze leerlingen in een vroeg stadium te signaleren, te diagnosticeren en praktisch te begeleiden.Binnen de eigen school wordt de basisstof “gecompact”en krijgen de leerlingen uitdagende verdiepingsstof. Streven is dat in 2022 aan iedere school een zgn. “talentbegeleider” heeft, die de scholen gericht ondersteund te voldoen aan de onderwijsbehoeften van deze leerlingen.In de bovenbouwgroepen is er voor deze leerlingen de mogelijkheid om deel te nemen aan pluslessen op verschillende scholen voor voortgezet onderwijs.

In onze school is de map 'Knappe Kleuters' aanwezig waarmee kinderen in groep 1 en 2 in beeld worden gebracht. In overleg met u stellen we adhv deze screening vast welk aanbod we uw kind geven. We hebben verschillende verrijkende materialen in huis om kinderen uit te dagen, waar onder Kleuteruniversiteit en de Pittige Plustorens. Bovendien leent Snappet zich er heel goed voor om leerstof te compacten en aan te passen aan het niveau van uw kind. 

Leerlingenzorg door externen onder schooltijd.

Daar we in toenemende mate geconfronteerd worden met het feit dat ouder(s)/verzorger(s) op eigen initiatief en voor eigen rekening externe hulp inschakelen om extra zorg voor hun kinderen te organiseren, is er een regeling vastgesteld voor alle scholen behorend tot SOPOGO, getiteld "Leerlingenzorg door externen onder schooltijd". U vindt deze regeling op de website van de school en van de Stichting (www.sopogo.nl). Ten aanzien van externe hulp onder schooltijd in en buiten de school staat het bevoegd gezag hier in beginsel afwijzend tegenover. Indien er sprake is van een medische indicatie of indien er door het ondersteuningsteam van de basisschool kan worden aangetoond dat de te verlenen hulp een onmisbare schakel in het ondersteuningsproces is, wordt hierop een uitzondering gemaakt. Als dit is aangetoond, dient er door de ouders/verzorgers en de uitvoerder van de hulpverlening een verklaring van vrijwaring van verantwoordelijkheid aan school te worden afgegeven. Op deze manier kunnen school en bevoegd gezag niet aansprakelijk worden gesteld voor de kwaliteit of gevolgen van de door de externe hulpverlener geleverde diensten en producten. De school is niet aansprakelijk voor de, door dit verzuim, gemiste lessen. Deze lessen worden in principe niet ingehaald. Uiteindelijk beslist de directeur voor elke aanvraag afzonderlijk of de school wel of geen medewerking verleent. De directeur maakt hierbij een afweging tussen het belang voor de leerling en de organisatorische en eventueel taakverzwarende elementen voor de school en haar medewerkers. Wel dienen goede afspraken gemaakt te worden over de frequentie, tijdsduur en wijze waarop terugkoppeling naar school plaatsvindt.

Logopedie-screening.

We vinden het belangrijk dat de kinderen zich mondeling en schriftelijk goed kunnen uitdrukken. Om dit te kunnen bereiken werkt onze school samen met logopedisten uit de omgeving. Logopedisten zijn deskundigen op het gebied van de mondelinge communicatie. Zij onderzoeken en behandelen hulpvragen op gebied van stem, spraak, taal, gehoor en mondgedrag. Aangezien de communicatie zo belangrijk is voor de totale ontwikkeling, is een belangrijk aspect van logopedie het voorkomen van problemen in de mondelinge communicatie van uw kind. Deze preventie van problemen op dit terrein bestaat uit een screening door de logopedist bij de jongste kinderen. Meestal zijn dit kinderen uit groep 2, maar ook wanneer er in hogere groepen kinderen binnenstromen die logopedische problemen hebben, kunnen die door de logopedist onderzocht worden. De logopedische screening bestaat uit een kort onderzoekje van ongeveer 15 minuten.

Het doel van de screening is:

  • Bepalen of er problemen zijn op gebied van stem, spraak, taal, gehoor of mondgedrag.
  • Bepalen of een kind risico loopt problemen te krijgen in het volgen van het onderwijs, doordat bepaalde spraak-, taal-, gehoor- of luistervaardigheden nog onvoldoende zijn ontwikkeld.
  • Het kan zijn dat u na de logopedische screening het advies krijgt uw kind te laten behandelen door een logopedist. Het zal u niet verbazen dat wij er veel waarde aan hechten dat u dit advies opvolgt.

Toekomstig aanbod aan extra ondersteuning

Dit schooljaar staan een aantal onderwerpen centraal in ons jaarplan:

- technisch lezen

- begrijpend lezen

- sociaal emotionele ontwikkeling

Welke specialisten bieden extra ondersteuning op deze school?

Kwaliteitszorg en schoolplan

Download het schoolplan

Aanbod voor het jonge kind

Toelichting van de school

Als u interesse heeft in onze school, wordt u door de directie uitgenodigd voor een rondleiding in onze school en een gesprek met de inschrijving over uw kind. Vervolgens wordt u door de leerkracht uitgenodigd voor 5 wendagen. Voor alle kinderen die op 4-jarige leeftijd vanuit de peuterspeelzaal/dagopvang instromen, wordt door de peuterspeelzaal of dagopvang een overdrachtsformulier ingevuld. Dit wordt vier weken voor het kind naar de basisschool gaat, aan de basisschool gegeven. Het overdrachtsformulier wordt met de ouders besproken en vervolgens ondertekend. Hierbij geven ouders tevens toestemming voor de warme overdracht, een mondelinge toelichting op het overdrachtsformulier, als dit nodig mocht zijn. Bij de start van uw kind op school wordt u uitgenodigd voor een intakegesprek met de leerkracht en directeur om te bespreken hoe het met uw kind gaat thuis en op school.

Eenmaal op de basisschool, worden de kinderen gevolgd door middel van het observatiesysteem ‘Bosos’. Om de drie maanden worden de ontwikkelingsdoelen passend bij de leeftijd gemonitord. zoals omschreven in Bosos. De intern begeleider bespreekt de leerlingen met de leerkrachten. Vanuit dit overleg wordt zo nodig extra hulp geboden aan de leerlingen. De ouders worden hier  altijd in betrokken.

Basisscholen, peuterspeelzalen en kinderdagverblijven werken nauw samen om een doorgaande lijn in de ontwikkeling van het kind te stimuleren. Er is sprake van een goede overdracht, wanneer een kind op 4 jarige leeftijd overstapt naar de basisschool. Alle kinderen verdienen een goede start op de basisschool. Sommige kinderen hebben daarbij een extra steuntje in de rug nodig. Daarvoor is, in samenwerking met de gemeente Goeree-Overflakkee, het VVE beleid opgesteld.Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) houdt in dat een kind in aanmerking komt voor extra ondersteuning, bijvoorbeeld bij de ontwikkeling van spraak en taal.Met voorschoolse educatie krijgt een kind tussen 2 ½ en 4 jaar extra begeleiding in de kinderopvang / op de peuterspeelzaal. Vroegschoolse educatie is voor kinderen van 4 tot 6 jaar, die al naar de basisschool gaan. Dankzij het VVE programma kan een achterstand in de ontwikkeling worden voorkomen of ingehaald, zodat het kind een goede start kan maken op de basisschool.Een verwijzing voor VVE wordt verstrekt door de jeugdarts van het Centrum voor Jeugd en Gezin.

Terug naar boven