Pesten? Wat de school daar aan doet en moet doen
Iedere basisschool heeft de wettelijke verplichting om jaarlijks onderzoek te doen naar de sociale veiligheid van leerlingen. We noemen dit onderzoek de Monitoring Sociale Veiligheid. De vragen die de school de leerlingen daarbij stelt gaan bijvoorbeeld over hoe ze het vinden op school. Voelen ze zich veilig, hoe gaan ze om met klasgenootjes. Een gedeelte van de vragen gaat over pesten. Worden ze gepest, hoe worden ze gepest en zijn ze bang voor andere kinderen. De school moet de uitkomst van het onderzoek doorgeven aan de Inspectie van het Onderwijs. De bedoeling van het onderzoek is dat een school een goed beeld heeft van de situatie op school. En dat de school op tijd ingrijpt als dat nodig is.
Sociale veiligheid
De term ‘sociale veiligheid’ gaat over bescherming tegen (dreiging van) gevaar door menselijk contact. Je voelt je sociaal veilig als je weet dat je beschermd wordt en je je ook beschermd voelt. Het is niet voor niets dat veel vragen in het onderzoek naar sociale veiligheid over pesten gaan. Als een kind op school wordt gepest dan voelt het zich er vaak niet veilig. De sociale omgeving van de school heeft dan direct te maken met een naar gevoel, met angst of zelfs pijn. Het gevolg daarvan is dat de leerling liever niet naar school gaat.
Wordt de leerling op school dan niet beschermd? Zeker wel! Alleen gebeurt pesten vaak stiekem. De pester en het slachtoffer weten wat er gebeurt. Maar ze weten ook dat de omgeving, bijvoorbeeld de leraar, niet altijd ziet wat er gebeurt. Een leerling die wordt gepest heeft daarom vaak het gevoel er alleen voor te staan. Terwijl er op school juist een vangnet is ingericht om te voorkomen dat pesten uit de hand loopt.
Maar wat is pesten eigenlijk?
Pesten komt op alle scholen voor, maar hoe erg een leerling wordt gepest verschilt per situatie. Pesten gebeurt heel bewust, het is de bedoeling om de ander te kwetsen of pijn te doen. Pesten gebeurt ook structureel, het blijft dus niet bij één keer iets doen. Ook is er vaak sprake van een machtsverschil. De pester is misschien letterlijk sterker of groter. Of de pester heeft meer vrienden, kan beter voor zichzelf opkomen en weet beter wat hij of zij wil.
Plagen is geen pesten. Plagen gebeurt spontaan en duurt niet lang. Het gaat vaak om een grap waar beide partijen om kunnen lachen. Bij plagen zijn de partijen gelijk aan elkaar. Het is niet altijd leuk, maar nooit bedreigend.
Vormen van pesten
Leerlingen kunnen op verschillende manieren gepest worden. Pesten gebeurt bijvoorbeeld tijdens een ontmoeting tussen de pester en het slachtoffer. Maar ook via anderen, bijvoorbeeld als de pester anderen opzet tegen het slachtoffer. Vormen van pesten zijn:
- fysiek (slaan, schoppen, duwen)
- verbaal (kwetsende opmerkingen maken, schelden, uitlachen)
- sociaal en relationeel (buitensluiten, overslaan, opstoken, roddelen)
- materieel (spullen afpakken, vernielen)
- digitaal (hacken, foto’s of gegevens misbruiken)
Digitaal pesten (online pesten) is relatief nieuw. Deze vorm van pesten is lang niet zo zichtbaar als het pesten in het ‘echte leven’. Het gebeurt veel via de mobiele telefoon of via bijvoorbeeld sociale media. Een extra nadeel van online pesten is dat het vaak anoniem gebeurt. Als je niet weet wie je pester is, dan geeft dat de pester extra veel macht. Online pesten kun je niet voorkomen door weg te lopen. Je kunt je moeilijk verdedigen, iedereen kan het lezen en de gegevens blijven vaak jarenlang op internet bestaan.
Pesten heeft grote gevolgen. Een leerling voelt zich vaak eenzaam, verdrietig, onzeker en bang. Lichamelijke klachten door pesten zijn bijvoorbeeld hoofdpijn of buikpijn, bedplassen of slapeloosheid. Wie gepest is, kan daar jarenlang last van houden.
Anti-pestprotocol
Veel scholen hebben een plan waarin staat hoe de school pesten voorkomt. Ook wordt er beschreven hoe de school het aanpakt als ze toch pestgedrag zien op school. Zo’n plan heet een anti-pestprotocol. Het plan is niet verplicht om te hebben. Maar scholen zijn wel verplicht om te zorgen voor een veilige school. Het onderzoek naar de sociale veiligheid van leerlingen is een onderdeel van die verplichting.
In een anti-pestprotocol staat wat de school doet om pesten te voorkomen. Of als er toch wordt gepest, wat de partijen moeten doen om samen te zorgen dat het stopt. Naast de pester en de leerling die wordt gepest, spelen ook de leraar, de klasgenootjes en de ouders een rol. Het is belangrijk om in een situatie van pesten snel te handelen. Dan is het voor iedereen duidelijk dat pesten op school niet wordt geaccepteerd.
Waar vind je het anti-pestprotocol van een school? In het schoolprofiel op scholenopdekaart.nl onder het hoofdstuk ‘Over de school’, bij het onderdeel ‘Sociale veiligheid op deze school’. Hier staat ook welk anti-pestprogramma wordt gebruikt en wie de anti-pestcoördinator of vertrouwenspersoon is. Ook dat zijn verplichtingen voor de school met het oog op de sociale veiligheid. De anti-pestcoördinator of vertrouwenspersoon is de persoon in de school bij wie leerlingen en ouders pesten kunnen melden.
Verschil tussen leerlingtevredenheid en sociale veiligheid
Het onderzoek naar de sociale veiligheid op basisschool is elke jaar verplicht in de groepen 7 en 8. Soms kies een school er zelf voor om het onderzoek ook in groep 6 te doen. Zo is de school goed op de hoogte van hoe veilig leerlingen zich er voelen. Het onderzoek wordt meestal gecombineerd met vragen over de leerlingtevredenheid. Bij leerlingtevredenheid worden vragen gesteld als ‘Ben je tevreden over wat je leert op deze school?’, ‘Vind je de regels op school duidelijk?’, ‘Helpt je juf of meester je goed als dat nodig is?’ en ‘Welk rapportcijfer geef je de school?’. Leerlingtevredenheid is dus wat anders dan sociale veiligheid. Bij leerlingtevredenheid geeft de leerling letterlijk aan hoe tevreden hij of zij is over de school en over de juf of meester.
Leerlingtevredenheid en sociale veiligheid op scholenopdekaart.nl
Op scholenopdekaart.nl staan alleen de gegevens van het onderzoek naar leerlingtevredenheid. De gegevens over het veiligheidsgevoel van leerlingen zijn hier dus niet te vinden. Die cijfers hoeft de school niet openbaar te maken: ze zijn voor de school en moeten naar de Inspectie van het Onderwijs.
Het plaatje op scholenopdekaart.nl (zie voorbeeld) laat zien welk cijfer de leerlingen de school gemiddeld hebben gegeven. Je ziet het plaatje als je op een schoolprofiel kies voor het kopje ‘Tevredenheid’. Om beter te zien wat het cijfer zegt, is ook het cijfer van vergelijkbare scholen zichtbaar (als dat berekend is). Door op ‘bekijk vragen en antwoorden’ te klikken, zijn de cijfers op de verschillende vragen van het onderzoek te zien.
Soms zijn er bij een school geen cijfers zichtbaar. Dan heeft de school er misschien voor gekozen om de cijfers niet te delen op scholenopdekaart.nl.
Wat kun je als ouder doen?
Pesten is moeilijk te stoppen. Toch kunnen ouders hun kind helpen als het gepest wordt. Probeer er samen over te praten en maak duidelijk dat het niet de schuld is van je kind. Bied vooral steun en onderneem pas actie als je kind het daarmee eens is. En praat er vooral over met de school, bijvoorbeeld met de juf of meester van het kind. Heeft de school door wat er aan de hand is? Wat doet de school om het pesten te stoppen? Wat kun je als ouders en school samen doen om tot een oplossing te komen? Kortom, praat erover met alle betrokken partijen.
Linkjes naar meer informatie:
- https://www.schoolenveiligheid.nl/thema/pesten-in-het-primair-onderwijs/#over-pesten
- https://www.onderwijsconsument.nl/uw-kind-gepest-op-school-tips-voor-ouders/
- https://www.aandachtvoorpesten.nl/
- https://oudersenonderwijs.nl/kennisbank/pesten-veiligheid-en-gezondheid/mentale-veiligheid/pesten-in-en-om-school/