sbo De Sluis
Zwarteweg 120 8017 AZ Zwolle
- Speciaal basisonderwijs
- Openbaar
- 113 leerlingen
Resultaten eindtoets
Toelichting van de school
De eindtoets in groep 8 gaat voortaan de doorstroomtoets heten. Deze naam past een stuk beter bij het doel van de toets. De toets markeert namelijk niet het einde van de ontwikkeling van een leerling. Een leerling blijft zich namelijk in de rest van groep 8 en daarna op de middelbare school nog steeds ontwikkelen. Verandert met de naam van de toets ook de inhoud van de toets? Nee, de toets zelf zal inhoudelijk nauwelijks veranderen.
Eerder dan normaal ontvangen ouders en leerlingen een voorlopig schooladvies, waarna de doorstroomtoets wordt gemaakt. De leerkracht kan ervoor kiezen om de uitslag van de doorstroomtoets in het uiteindelijke schooladvies mee te nemen, maar dat gebeurt alleen wanneer dit in het belang van de leerling is. Het kan dus voorkomen dat het schooladvies naar boven wordt bijgesteld op basis van de uitslag.
Hoe gebruikt deze school tussentijdse toetsen?
Toelichting van de school
Alle leerlingen op SBO De Sluis werken met een ontwikkelingsperspectief. Halfjaarlijks wordt geëvalueerd of de leerontwikkeling van de leerling nog voldoende is.
Om zicht op de ontwikkeling van de leerlingen te houden bespreken de leerkracht, intern begeleider en orthopedagoog 3 keer per jaar alle leerlingen. Er worden verschillende middelen ingezet om te toetsen of de leerling zich ontwikkelt zoals verwacht.
Middels dagelijkse observaties in de groep wordt bijgehouden of de leerlingen het lesdoel hebben behaald. De informatie vanuit deze observaties is het startpunt van de voorbereiding op de volgende les. Daarnaast werken wij ook met methodetoetsen / volgsystemen. Deze toetsen / volgsystemen hanteren wij eens in de paar weken om te toetsen of de aangeboden leerstof nog steeds beheerst wordt. Twee keer per schooljaar maken we gebruik van het leerlingvolgsysteem: Leerling in beeld (voormalig CITO). Dit leerlingvolgsysteem geeft ons systematisch informatie over de kennis en vaardigheden van onze leerlingen. Wanneer de leerling onvoldoende lijkt te profiteren van de aanpak wordt gekeken naar de welke extra ondersteuning eventueel nodig is
Welk schooladvies kregen de leerlingen van deze school?
Toelichting van de school
De meeste kinderen verlaten SBO De Sluis als ze klaar zijn om naar het voortgezet onderwijs te gaan, eind groep 8. Het grootste deel van onze leerlingen (meer dan 90%) gaat naar een school voor (regulier) voortgezet onderwijs. Een enkeling gaat naar het voortgezet speciaal onderwijs omdat dit passender is bij de ontwikkeling.
Als school zijn wij verantwoordelijk om de overstap naar het voortgezet (speciaal) onderwijs voor het kind zo goed mogelijk te laten verlopen.Op SBO De Sluis wordt eind groep 5 de uitstroombestemming vastgesteld. Dit helpt ons als school passende doelen en een passende aanpak op te stellen voor de leerling. Doel hierbij is alle leerlingen op een voldoende niveau laten uitstromen naar het voortgezet onderwijs. Twee keer per jaar evalueert de leerkracht (eventueel samen met het ondersteuningsteam) of de uitstroombestemming nog passend is. Eén keer per schooljaar wordt deze met ouders besproken.
Eind groep 7 spreken we niet meer van de uitstroombestemming, maar stellen we het voorlopige schooladvies (pré-advies) op. Midden groep 8 wordt het definitieve schooladvies opgesteld. Zowel het pre-advies als het schooladvies wordt opgesteld door de groepsleerkracht, de intern begeleider en de orthopedagoog. Dit doen zij aan de hand van didactische gegevens, cognitieve capaciteiten en leerlingkenmerken (werkhouding, zelfstandigheid en sociaal emotionele ontwikkeling). De leerkracht bespreekt vervolgens met de ouders welk schooltype het beste bij het kind past.
Zitten de oud-leerlingen van deze school in het voortgezet onderwijs boven, op of onder hun schooladvies?
In groep 8 krijgt elke leerling van de basisschool een advies voor het voortgezet onderwijs dat past bij het niveau van deze leerling. De leerling stroomt vervolgens door naar het voortgezet onderwijs. In het derde jaar wordt gekeken welk niveau de leerling werkelijk heeft vergeleken met het niveau van het schooladvies. Dit wordt vertaald naar drie categorieën: boven, op en onder advies. Bijvoorbeeld: een leerling met schooladvies vmbo-b die in het derde jaar op het vmbo-k zit, zit boven advies. En een leerling met schooladvies havo/vwo die in het derde jaar op het havo zit, zit op advies. Wanneer deze leerling in het derde schooljaar op het vwo zit, zit hij/zij boven advies.
Sociale ontwikkeling
Hoe denkt deze school over sociale ontwikkeling?
Onze leerlingen hebben een veilige, voorspelbare en uitnodigende omgeving nodig waarin zij samen met anderen tot ontwikkeling kunnen komen. Een omgeving die de onderwijsleersituatie verduidelijkt. Voorspelbaarheid verkrijgt een leerling wanneer dit geboden wordt door structuur in ruimte, tijd en activiteit. Door het aanbrengen van structuur ontstaat een sterker gevoel van zekerheid en na verloop van tijd een groter gevoel van veiligheid. We vinden het belangrijk dat het kind leert zelf zijn gedrag te reguleren zodat hij zelf ‘eigenaar van de structuur’ wordt. De leerkracht heeft hierbij een actieve rol waarbij gedragsregels actief worden aangeleerd (Horeweg, 2019). Hij volgt de leerling, analyseert de ontwikkeling, ondersteunt, coacht, stuurt, motiveert en complimenteert.
Kernwaarden uit de visie op sociale ontwikkeling
Wat zegt de inspectie over de school?
De Inspectie van het Onderwijs onderzoekt minimaal één keer in de vier jaar het bestuur van een school. De inspectie kijkt dan of de kwaliteitszorg, de onderwijskwaliteit en de financiële zaken bij het schoolbestuur op orde zijn. Daarnaast bezoekt de inspectie een aantal scholen die bij het schoolbestuur horen en onderzoekt deze scholen nader. De gegevens van het laatste onderzoek van de inspectie zijn beschikbaar op de website van de onderwijsinspectie.