Beleid en middelen om pesten tegen te gaan (tekst uit schoolgids)
Op onze school erkennen wij dat elk kind verschillend is. De één heeft sproeten, een bril, rood haar, is dik of juist mager. De één speelt graag alleen, de ander heeft het liefst veel anderen om zich heen. Verschillende gezichten, verschillend gedrag! Toch zijn er ook veel overeenkomsten. Zo probeert elk kind de eigen positie te ontdekken t.o.v. volwassenen. Maar vooral ook zijn/haar positie te bepalen t.o.v. leeftijdgenootjes. Reacties van anderen geven een kind duidelijkheid over het eigen gedrag. Bevestiging geeft zekerheid, en zekerheid geeft vertrouwen. Iedereen mag er zijn! Vanuit deze gedachte willen we heel alert zijn op signalen die op pesten kunnen duiden.
Belangrijk vinden wij om het volgende te onderscheiden: Wat is plagen? Wat is pesten? Bij plagen geldt in algemene zin:
- Er is geen winnaar of verliezer
- Het gebeurt incidenteel
- Er is geen letsel (fysiek of psychisch)
- De ander is in staat zich te verdedigen
Bij pesten gaat het om:
- Buitengesloten worden of genegeerd worden (doen alsof je niet bestaat)
- Uitgescholden worden vanwege het anders zijn b.v. kleding, uiterlijk etc.
- Door iemand of groep zonder reden geslagen worden
- Bedreigd worden, onder druk zetten
Bovendien: in tegenstelling tot plagen is bij pesten geen sprake van gelijkwaardigheid meer. De pesterijen gebeuren vaak niet één op één, maar met meerderen tegen een. De gepeste kan zich dan moeilijk verweren en is altijd ‘de sigaar’. Vaak durft of kan de gepeste niet doeltreffend reageren. Plagen houdt na verloop van tijd op, terwijl pesten alsmaar door gaat. Als dit steeds bij hetzelfde kind gebeurt en meerdere keren per dag of per week, dan is er sprake van structureel pesten. Iemand die gepest wordt kan daar blijvend schade van ondervinden. De kans dat pestgedrag ook op onze school kan ontstaan/voorkomt is reëel. Daar willen wij de ogen niet voor sluiten. Belangrijk vinden wij dan ook hoe wij allereerst kunnen bijdragen aan het voorkomen van pestgedrag.
Uit recent wetenschappelijk onderzoek blijkt dat pestgedrag op scholen het best kan worden aangepakt door kinderen weerbaarder te maken. Kinderen die sterk en stevig in het leven staan, kunnen zich beter staande houden, grenzen aangeven, en zelf initiatieven ontplooien. De Bikkel methode helpt de leerlingen hierbij. Bij de kleuters beginnen we al heel concreet met stevig leren staan en adequaat reageren op het schoolplein en in de klas. Als er schermutselingen zijn tussen kinderen proberen we allereerst de kinderen zelf tot een oplossing te laten komen. Op het moment dat een van de kinderen verliezer/zondebok wordt heeft dit kind recht/de plicht om zijn/haar leerkracht in te schakelen. De leerkracht zal altijd beide partijen bij elkaar brengen en een gesprek voeren, om zo ruzie en pesterijen op te lossen. Samen worden haalbare afspraken gemaakt. Bij herhaaldelijk pestgedrag neemt de leerkracht duidelijk stelling. De leerling (de groep) wordt direct aangesproken. De leerkracht biedt altijd hulp (in woord en gebaar) aan het gepeste kind, maar begeleidt ook de pester(s). Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de aanpak die bij de Bikkel methode geleerd is.
Wanneer een kind (kinderen) in herhaling blijft vallen, worden de ouders ingelicht en proberen school en ouders samen te werken aan een bevredigende oplossing en een gedragsverbetering te bewerkstelligen. Bij onhandelbaar gedrag kan een time-out worden gegeven door het kind uit de klas bij een andere groep te plaatsen of kunnen de ouders worden verzocht hun kind op te halen van school. In extreme gevallen kan de leerling worden geschorst of verwijderd. Zie voor verdere handeling het Pestprotocol.
Preventief beleid:
- Bij de start van elk schooljaar in elke groep groepsregels / afspraken opgesteld, en zichtbaar opgehangen in elk lokaal.
- De Bikkel methode wordt vanaf de kleutergroepen aangeboden.
- Leerkracht staat er niet alleen voor. Samen (met zijn /haar collega’s) bereik je meer dan alleen. Dat geldt hier vooral om zaken zoals bovengenoemd gezamenlijk te bespreken.
Taakspel: De Oostwijzer maakt structureel gebruik van de pedagogische werkwijze in de klas die als ‘Taakspel’ bekend staat. De overheid heeft deze werkwijze als één van de 5 succesvolle anti-pestprogramma’s aangewezen. De meerderheid van onze leerkrachten is geschoold in Taakspel. Het doel van Taakspel is dat onrustig en storend gedrag afneemt. Hierdoor kunnen de leerlingen en de leerkracht efficiënter en taakgerichter werken. De leraar of pedagogisch medewerker geeft tijdens het spelen van Taakspel complimenten en negeert ongewenst gedrag. Er ontstaat meer structuur in de klas: de nadruk ligt op het gewenste gedrag en de leerlingen zijn verantwoordelijk voor hun eigen gedrag.
Bikkels: De Bikkelmethodiek is erop gericht de kinderen weerbaarder te maken, goede sociale vaardigheden te leren, tools te geven om met angst en agressie om te gaan, hen te leren hun gedachtes uit te dagen en zodoende het gedrag hierop af te stemmen. Kinderen zijn zich bewust van hun gedachten en gedrag en kunnen op basis hiervan handelen. Zijn kunnen reflecteren op aardig, waardig en vaardig gedrag. Dit is een methode voor sociaal-emotionele ontwikkeling gebaseerd op cognitieve gedragstherapie na jarenlange ervaring met SOVA trainingen. Vanaf schooljaar 2017-2018 organiseren wij ook een Bikkelweek om zo de typetjes bij de kinderen kenbaar te maken en ouders mee te nemen in de Bikkelmethode door hen uit te nodigen voor een ouderavond.
Iedere groep 7 krijgt de voorstelling Loser! in de klas aangeboden vanuit de gemeente Zoetermeer. De voorstelling Loser! geeft leerlingen een beeld over wat pesten is, dat ze zich daar vaak niet van bewust zijn. Doordat Loser! middenin de klas wordt gespeeld, daagt het uit tot interactie met de echte leerlingen van de klas. Deze interacties worden later in het naprogramma besproken en nagespeeld waarbij de leerlingen actief deelnemen. Het doel van de voorstelling is, om leerlingen de impact van pesten te doen beseffen en hen te confronteren met wat pesten eigenlijk is. Door middel van de voorstelling kunnen leerlingen een gesprek voeren over hoe zij zelf het pesten in hun klas kunnen stoppen. Loser! wordt gespeeld door 4 acteurs en wordt begeleid door een gespreksleider. De voorstelling duurt inclusief nagesprek 90 minuten. De voorstellingen zullen in april, mei en juni op school, in de klas, plaatsvinden en uitgevoerd worden door Stichting Theaterhart.