Scholen kiezen per schooljaar een eindtoets. Ze kunnen kiezen uit vijf goedgekeurde eindtoetsen: de Centrale Eindtoets, ROUTE 8, de IEP Eindtoets, de Dia-eindtoets of de AMN Eindtoets">Resultaten eindtoets
IKC Prins Claus verantwoordt haar eindopbrengsten van het onderwijs naar de onderwijsinspectie met de IEP-doorstroomtoets. Deze wordt afgenomen in groep 8 in de maand februari. Voorgaande jaren hebben we gewerkt met de IEP-eindtoets en deze werd afgenomen in de maand april. Voor verwijzing naar het voortgezet onderwijs nemen wij de totale ontwikkeling van het kind in de bovenbouwgroepen van het basisonderwijs mee in ons advies. Zo gebruiken we ook de NIO(Nederlandse Intelligentie Onderzoek) en natuurlijk de ontwikkeling op de CITO-toetsen van met name groep 5, 6, 7 en begin groep 8. De IEP-doorstroomtoets dient ter bevestiging en/of heroverweging.
Let op: In schooljaar 2023-2024 is de eindtoets vervangen door de doorstroomtoets. Op dit moment zie je nog de resultaten van de eindtoets van 2023.
De resultaten van de doorstroomtoets van 2024 zijn na de zomer voor het eerst zichtbaar. Dit is in lijn met de beoordeling van de Inspectie van het Onderwijs. Kijk voor meer informatie op de website van de inspectie.
Let op: Voor de beoordelingen in het schooljaar 2023-2024 hanteert de inspectie naast de ongewijzigde signaleringswaarden zogenaamde correctiewaarden bij de beoordeling van de leerresultaten. Meer informatie is te vinden op de website van de inspectie.
Het fundamenteel niveau is het niveau voor taal en rekenen dat zoveel mogelijk leerlingen aan het einde van de basisschool zou moeten beheersen. Dit wordt gemeten in groep acht met de eindtoets. De inspectie stelt dat minimaal 85% van alle leerlingen het basisniveau moet behalen. Deze 85% is de signaleringswaarde voor het fundamenteel niveau en dit is voor alle basisscholen in Nederland gelijk.
Het streefniveau is een hoger niveau dan het fundamenteel niveau. Het doel is dat zoveel mogelijk leerlingen eind groep acht het streefniveau bereiken. Op basis van de leerlingpopulatie op school wordt door de inspectie voor elke basisschool in Nederland apart bepaald hoeveel procent van de leerlingen het streefniveau moet halen. Dat percentage is de signaleringswaarde voor het streefniveau van de school.
Om de cognitieve ontwikkeling van onze leerlingen te volgen maken we o.a. gebruik van CITO-toetsen voor de vakgebieden technisch en begrijpend lezen, rekenen-wiskunde en spelling. Deze worden vanaf groep 3 elk leerjaar afgenomen in de periodes januari-februari en in juni.
Samen met de leerlingen en hun ouders wordt vanaf groep 3, aan de hand van de vaardigheidsgroei per kind, gesproken over ambitieuze en tevens haalbare doelen voor een volgende periode. Eigenaarschap en persoonlijke ontwikkeling zijn hier kernwoorden en gedurende de periode tussen twee CITO-toetsmomenten in, volgen we de ontwikkeling via observaties en methodetoetsen. De scores op de CITO-toetsen zijn een momentopname en worden zorgvuldig geïnterpreteerd waarbij het totaalplaatje van de ontwikkeling in het oog wordt gehouden.
Als school gebruiken we tevens de scores op leerling-, groeps- en schoolniveau om de kwaliteit van ons onderwijs te toetsen. Door vervolgens deze resultaten naast onze procedures en ambities te leggen, zorgen we voor een cyclische ontwikkeling van onze kwaliteitszorg. Door kritisch naar ons eigen handelen te kijken blijven we ons dynamisch ontwikkelen. 'De leerkracht doet ertoe' is ons uitgangspunt en zicht op groepsontwikkeling houdt ons scherp en we vragen ons doorlopend af 'doen we de goede dingen en doen we deze dan goed?'.
Als school halen wij het beste uit onze leerlingen, waardoor zij een VO-advies krijgen welke zo goed mogelijk bij hen past. Wij monitoren onze oud-leerlingen tot 3 jaar na het verlaten van IKC Prins Claus. Op deze manier bekijken wij of onze advisering in groep 8 kloppend is bij de behaalde resultaten in het Voortgezet Onderwijs.
In groep 8 krijgt elke leerling van de basisschool een advies voor het voortgezet onderwijs dat past bij het niveau van deze leerling. De leerling stroomt vervolgens door naar het voortgezet onderwijs. In het derde jaar wordt gekeken welk niveau de leerling werkelijk heeft vergeleken met het niveau van het schooladvies. Dit wordt vertaald naar drie categorieën: boven, op en onder advies. Bijvoorbeeld: een leerling met schooladvies vmbo-b die in het derde jaar op het vmbo-k zit, zit boven advies. En een leerling met schooladvies havo/vwo die in het derde jaar op het havo zit, zit op advies. Wanneer deze leerling in het derde schooljaar op het vwo zit, zit hij/zij boven advies.
Wij werken in alle leerjaren met de online methode Kwink, een methode voor sociaal-emotioneel leren (SEL). Dit is een methode inclusief burgerschap en mediawijsheid. Kwink is gebaseerd op de laatste wetenschappelijke inzichten. Praktisch, leuk en altijd actueel. Gericht op preventie (van bijvoorbeeld pesten op school) en de kracht van een veilige groep.
Samenwerken, samen leren en samen spelen moet je leren. Hiervoor maken wij afspraken met onze leerlingen. Allereerst beginnen we elk nieuw schooljaar met de zogenaamde 'Gouden weken'. Daarin worden allerlei positieve groepsvormende activiteiten gedaan en gedragsafspraken gemaakt. Op deze manier creëren we een veilige sfeer waarin de leerlingen zich goed kunnen concentreren en taakgericht kunnen werken. Soms gebeurt er wel eens iets in de groepen waardoor er wat meer nodig is op sociaal gebied. Daarvoor hebben we enkele leerkrachten binnen de school die de methode 'Goed van Start' in kunnen zetten. In januari, na de kerstvakantie, volgen dan de zogenaamde 'Zilveren weken', waarin de groepsdynamiek nogmaals tegen het licht gehouden wordt en, wanneer nodig, er aanpassingen worden gedaan. Zo blijft de veilige sfeer gewaarborgd. Deze manier van werken past bij onze visie.
Wij zijn enorm trots op het predicaat GOEDE SCHOOL in het inspectierapport van september 2016
TROTS omdat het de kwaliteit en het klimaat onderschrijft waar we als team voor staan, waar we ons hard voor hebben gemaakt in de afgelopen 4 jaren en waar we onszelf ontwikkeldoelen voor stellen. Maar ook omdat zowel ons huidige onderwijsproces als onze ambities als samenhangend, doordacht en planmatig worden beschreven.
Kortom: “We weten wat we doen en vooral WAAROM we doen wat we doen.”