RK Basisschool Mariadonk

Hoefstraat 13 4735 TA Zegge

  • Schoolfoto van RK Basisschool Mariadonk
  • Schoolfoto van RK Basisschool Mariadonk
  • Schoolfoto van RK Basisschool Mariadonk
  • Schoolfoto van RK Basisschool Mariadonk

Het team

Toelichting van de school

Bij ons op school zijn 2 fulltime en 8 parttime leerkrachten, 1 leraarondersteuner, een intern begeleider en een directeur werkzaam. Naast lesgevende taken hebben sommige leerkrachten ook coördinerende taken. Op onze school werkt een medewerker voor algemene, conciërge gerelateerde werkzaamheden. Naast het onderwijskundig personeel, werken bij ons ook drie collega’s die zorgen voor de schoonmaak van het gebouw.

Vanuit het Nationaal Programma Onderwijs (NPO) is in schooljaar 2022-2023 op Mariadonk 1,5 dag per week een vakleerkracht bewegingsonderwijs ingehuurd.

Alle groepen (1 t/m 8) krijgen van de vakleerkracht 1x per week gym in de gymzaal/speelzaal.

Iedere groep heeft schooljaar 2022-2023 vanuit de cultuurgelden een project van meerdere weken door een vakleerkracht muziek.

Iedere groep heeft schooljaar 2022-2023 vanuit de cultuurgelden een project van meerdere weken door een vakleerkracht drama/theater.

Leerkracht maakt het verschil

Kwaliteitsverbetering kan niet zonder gemotiveerd, goed en gekwalificeerd onderwijspersoneel. Uit onderzoek is gebleken dat de resultaten van kinderen voor een groot deel bepaald worden door de leerkracht. Om deze reden wordt dan ook vaak gezegd dat de leerkracht het verschil maakt. Belangrijk hierbij zijn de verwachtingen die de leerkracht heeft van zijn of haar kinderen. Hoe hoger de verwachtingen, hoe hoger de prestaties zullen zijn. Dit heet ook wel het Pygmalion effect. Andersom werkt het ook zo: hoe lager de verwachtingen, des te lager de prestaties zullen zijn. Naast hoge verwachtingen aan kinderen stellen we op Mariadonk ook hoge verwachtingen aan onszelf.

Vakleerkrachten op deze school

Hoe wordt vervanging geregeld?

Mocht een leerkracht/personeelslid ziek worden, langere tijd niet inzetbaar zijn en/of vanwege CAO gronden recht hebben op verlof, dan organiseren we vervanging.

De Borgesiusstichting heeft een protocol geen vervanging beschikbaar wat te raadplegen is op de website www.borgesiusstichting.nl .

De school kent ook een eigen protocol ‘geen vervanging beschikbaar’. De intentie is dat leerlingen niet naar huis gestuurd worden en er zijn duidelijke afspraken t.a.v. verzuimregistratie wanneer dit onverhoopt wel het geval is.

In eerste instantie zijn wij in staat om met ons eigen personeel kortere vervangingen zelf op te vangen. Daarnaast is ons schoolbestuur aangesloten bij Leswerk. Leswerk regelt voor diverse schoolbesturen in de regio West-Brabant de organisatie van korte en tijdelijke vacatures die ontstaan voor het waarnemen van de eigen medewerkers van de basisscholen binnen de schoolbesturen.

Het is ook altijd het streven om onderwijsondersteunend personeel en personeel van de schoonmaak te vervangen wanneer dit binnen de mogelijkheden past.

Directie van de school

Medewerkers op deze school (instellingsniveau)

Hoe is de verdeling mannen en vrouwen?

Bron

Wat is de leeftijd van de teamleden?

Bron

Hoe zijn de teamleden verdeeld over de verschillende functiegroepen?

Bron

Hoe zijn de leerlingen gegroepeerd?

Toelichting van de school

 

Uitgangspunten organisatie van het onderwijs

Vanuit onze missie, visie en kernwaarden beschrijven we een aantal uitgangspunten die van toepassing zijn voor onze school:        

Bouwen van onderaf

Ieder huis wordt gebouwd op een degelijk fundament. Op onze school is dat net zo het geval. In de praktijk betekent dit dat schoolontwikkeling begint bij de opvang en vanuit de kleutergroepen deze basis verder wordt gebouwd. Dit vanuit de overtuiging dat wanneer een goed fundament wordt neergezet, in de hogere groepen minder uitval plaatsvindt. Om aan het eind van acht jaar basisonderwijs een goede eindopbrengst te kunnen garanderen is het van belang dat er gewerkt wordt vanuit een sterke basis.  

Lezen is de basis voor leren

Onze stelling is dat ieder kind kan leren lezen. Het is echter een feit dat kinderen verschillen in ontwikkelingstempo. Hierdoor kan het voorkomen dat een kind in het aanvankelijk leesonderwijs vertraging oploopt. Om te voorkomen dat een leesachterstand te groot wordt en daardoor ook vorderingen bij andere vakken achter blijven, kiezen wij er op Mariadonk voor om juist aan de basis te investeren in het leesonderwijs en taalontwikkeling. Lezen is immers de basis voor leren.  

Leerkracht maakt het verschil

Kwaliteitsverbetering kan niet zonder gemotiveerd en goed onderwijspersoneel. Uit onderzoek is gebleken dat de resultaten van kinderen voor 66% bepaald worden door de leerkracht. Om deze reden wordt dan ook vaak gezegd dat de leerkracht het verschil maakt. Belangrijk hierbij zijn de verwachtingen die de leerkracht heeft van zijn of haar kinderen.  Hoe hoger de verwachtingen, hoe hoger de prestaties zullen zijn. We noemen dit ook wel het Pygmalion effect. Andersom werkt het ook zo: hoe lager de verwachtingen, des te lager de prestaties zullen zijn.

Kind centraal

Door aan te sluiten bij het niveau en de behoeften van het kind, ontstaat intrinsieke motivatie vanuit het kind. Kinderen krijgen activiteiten aangeboden, waarmee ze getriggerd worden om te leren en doelen te bereiken. Belangrijk daarbij is dat kinderen mede-eigenaar zijn van dit proces door hierover mee te spreken en denken. Op Mariadonk krijgt ieder kind een eigen kindplan en worden structureel kind-oudergesprekken en kindleergesprekken gevoerd.  

Hoe geven wij les?  

Alle leerkrachten van onze school werken op dezelfde manier. Ze kijken naar wat ieder kind afzonderlijk nodig heeft naast het reguliere basisaanbod voor de jaargroep en stellen hiervoor een kindplan op. Hierin staan extra leerdoelen, extra uitdaging, het gedrag en de manier waarop een kind leert, de onderwijsbehoeften. Het plan wordt uitgevoerd en er wordt regelmatig gekeken of beoogde doelen behaald worden, ook samen met ouders en kinderen. Op deze manier werken we opbrengst- en handelingsgericht. Het dagprogramma staat op het bord en wordt gevisualiseerd met pictogrammen, zo weten de kinderen wat ze die dag gaan doen. De leerkracht geeft volgens het EDI instructiemodel een uitleg aan de hele groep, waarna kinderen onder begeleiding en vervolgens zelfstandig of samen de leerstof verwerken. Kinderen met dezelfde onderwijsbehoeften worden geclusterd in instructiegroepjes. Kinderen die weten wat ze moeten doen gaan soms meteen aan het werk. Andere kinderen krijgen meer uitleg over de leerstof. Soms geeft de leerkracht uitleg in kleine groepen aan de instructietafel of krijgt een kind speciale begeleiding door een andere leerkracht of onderwijsassistent. Afhankelijk van de onderwijs- en ondersteuningsbehoeften van het kind kan het ook gebeuren dat kinderen instructies volgen in andere (jaar)groepen. Ook werken de kinderen vaak samen. Op die manier leren ze dat je samen iets moois kunt bereiken door te overleggen en gebruik te maken van elkaars talenten. 

Opbrengstgericht werken

Op Mariadonk wordt opbrengstgericht gewerkt, dat wil zeggen dat we beschikbare data benutten voor het verbeteren van ons onderwijs. Concreet betekent dit dat we gegevens verzamelen en gericht gebruiken om resultaten te verbeteren. Meten van kind-resultaten, analyse ervan en aanpassingen van het onderwijs naar aanleiding van de analyse van resultaten is een cyclisch proces. Cyclisch werken betekent dat steeds opnieuw bepaald wordt aan welke verbetering gewerkt wordt en welke concrete resultaten we willen bereiken. Bij dit proces maken we gebruik van de PDCA-cyclus (Plan, Do, Check, Act). Ook het kind zelf en de ouders worden hier nadrukkelijk bij betrokken.

Expliciete Directe instructie (EDI)

Zoveel kinderen, evenzoveel verschillen. Op Mariadonk kiezen we voor expliciete directe instructie als didactische aanpak in de groepen 3 t/m 8. Uit onderzoeken is gebleken dat het directe instructiemodel het meest effectief is. Leerlingen succes laten ervaren is hetgeen waar de krachten van Expliciete Directe Instructie (EDI) liggen. Het brengt alle leerlingen stapsgewijs naar beheersing van de leerdoelen en laat hen zo succes ervaren. De leerkracht geeft instructie en controleert door het stellen van veel vragen voortdurend of alle leerlingen het begrijpen. Er wordt denktijd geboden, leerlingen mogen overleggen en er worden willekeurige beurten gegeven. Daarbij komt dat het leerstofaanbod zoveel mogelijk dient te worden aangepast op de onderwijsbehoeften van het individuele kind.  

Co-study

‘Co-study’, het onderwijssysteem van de toekomst voor een dorpsschool @nno nu. Bij co-study zien we graag dat kinderen uit verschillende klassen samenwerken of elkaar helpen. Sommige kinderen lopen voor op de stof, andere kinderen hebben iets meer tijd nodig om zich de leerstof eigen te maken. Door de verschillende groepen te combineren en samen te laten werken ontstaat er voor iedereen een inspirerende omgeving. De kinderen leren hun eigen talenten ontdekken en krijgen de mogelijkheid zich hierin te ontwikkelen. Ook de toekomst verandert en dat betekent dat de basis zich ook moet aanpassen aan de 21e eeuwse vaardigheden @nno nu. Dit kunnen we bereiken door elkaar te helpen met leren, de onderzoekende houding van de kinderen te stimuleren, creativiteit en kritisch denken te accentueren, uitleg te geven die aansluit op hoe een kind leert, door verschillende leerkrachten of soms ook door kinderen. In onze school zijn verschillende leerpleinen aanwezig. Dit zijn ruimten waar de kinderen van de onderbouw, middenbouw of bovenbouw samenkomen om te leren of te werken aan projecten. De leerkracht vervult hier de rol van coach.

Onderbouw

In de kleuterklassen zitten en werken de kinderen van groep 1 en 2 bij elkaar. Zo kunnen de jongste kinderen leren van de oudere kinderen die al langer naar school gaan. De kleuters leren vooral door te spelen. Vaste onderdelen van de dag zijn zingen, gym, buitenspel, een taal- en rekenkring, tekenen, schilderen, handvaardigheid en spelen in de hoeken. Bij de kleuters maken we gebruik van het KIJK! observatie- en registratiesysteem. Hierdoor weet de leerkracht precies welk concreet materiaal moet worden aangeboden om een bepaald doel met de kinderen te bereiken en bestaat er structuur in het aanbod. In de kleutergroepen worden ontwikkelingsmaterialen gekoppeld aan de lesdoelen bij de leerlijnen. De thema’s binnen onze werkwijze zijn vooral gericht op het vergroten van de woordenschat, taal- en rekenontwikkeling en sociaal-emotionele ontwikkeling. Dat doen we door doelgerichte activiteiten passend bij het thema aan te bieden in de kring en tijdens de werkmomenten, maar ook door hen opdrachten te geven om bijvoorbeeld materialen mee te nemen van thuis. De kinderen worden op deze manier goed voorbereid op groep 3. Mariadonk heeft twee groepen 1-2, waarbij de kinderen op verschillende momenten gedurende de dag groepsdoorbroken met elkaar samenwerken.  

Middenbouw

We proberen de klassen zo in te delen dat in iedere klas kinderen zitten van dezelfde groep. Zo kan de leerkracht uitleg geven aan de hele klas. In de groepen 3 en 4 leren de kinderen vooral de basisvaardigheden: lezen, rekenen, begrijpend lezen, schrijven, spelling en het schrijven van teksten. In de middagen staan creativiteit, techniek, wereldoriëntatie en bewegen centraal.      

Bovenbouw

De ochtend gebruiken we voor de basisvaardigheden: taal, lezen, begrijpend lezen, schrijven, spelling en rekenen. ‘s Middags passen we de basisvaardigheden toe in de andere vakken zoals studievaardigheden, wereldoriëntatie, techniek, bewegen en creatieve vorming. Aan het einde van de dag sluit de leerkracht de dag positief af.   

Snappet en tablets

Er komen via ICT-toepassingen steeds meer mogelijkheden om kinderen op hun eigen niveau te laten werken. Snappet is zo'n concept waarbij kinderen niet meer de oefenstof in een werkboekje maken, maar op een tablet. Het systeem zorgt ervoor dat elk kind oefeningen op het eigen niveau krijgt aangeboden. Elk kind van groep 4 t/m 8 beschikt over een eigen Snappet waarmee het oefeningen maakt voor rekenen. Op school zetten we ook regelmatig laptops/tablets in. Bijvoorbeeld bij het leren lezen vanaf groep 2 en 3, maar ook bij zaakvakken in de midden- en bovenbouw. Vanaf groep 4 heeft ieder kind een eigen device ter beschikking welke wordt aangeschaft door de school. Uitleg en instructie van nieuwe leerstof vindt altijd door de leerkracht plaats.

Mediawijsheid

In onze digitale samenleving is het noodzakelijk dat kinderen beschikken over een kritische kijk ten opzichte van de invloeden van de media. Kinderen kijken televisie, onderhouden contacten via sociale media en zoeken online naar informatie. Deze digitalisering zorgt ervoor dat kennis, informatie en communicatie in allerlei nieuwe vormen beschikbaar is en komt. Het gaat bij mediawijsheid niet zozeer om ICT-vaardigheden, maar om het bewust worden van wat media met je doet en wat de mogelijkheden zijn om het optimaal te kunnen gebruiken. Hieraan besteden we op school ruim aandacht, we willen kinderen digitaal 'vaardig - aardig - en waardig' maken.

Huiswerk

Leren doen de kinderen vooral op school, want na schooltijd moeten ze kunnen ontspannen en spelen. Vanaf groep 4 krijgen de kinderen huiswerk. We doen dit om:

·  de kinderen te laten oefenen met het zelfstandig verwerken van de lesstof;

·  bij de kinderen al een taakbewustzijn te ontwikkelen ter voorbereiding op de hoeveelheid huiswerk die ze in het voortgezet onderwijs krijgen;

·  het leren werken met een agenda (werken met een rooster, plannen van huiswerk en het registreren van behaalde resultaten).  

De leerkracht geeft huiswerk aan de hele groep of aan een individueel kind. We verwachten van ouders dat ze hun kind aansporen om het huiswerk te doen en te helpen waar nodig. Naast klassikaal huiswerk is het ook mogelijk dat kinderen huiswerk op maat meekrijgen.    

School Wide Positive Behavior Support (SWPBS)

Naast leren vinden we sociale vaardigheden heel belangrijk. Daarom wordt schoolbreed invulling gegeven aan het pedagogisch klimaat en het ontwikkelen van sociale vaardigheden door inzet van het SWPBS-programma. SWPBS (School Wide Positive Behvior Support) is een werkwijze welke zich volgens een doelmatige, schoolbrede aanpak richt op het versterken van gewenst gedrag en voorkomen van probleemgedrag. Het doel is het creëren van een positieve, sociale omgeving die het leren bevordert en gedragsproblemen voorkomt. De nadruk van SWPBS ligt op het stimuleren en belonen van positief gedrag, echter is er ook aandacht voor ongewenst gedrag. Er gelden schoolbrede afspraken over hoe omgegaan wordt met ongewenst gedrag en hoe gewenst gedrag van de kinderen beloond wordt. Daarnaast zijn er schoolbrede gedragsverwachtingen waar iedereen zich in de school en in de klas aan houdt. Kinderen leren hiermee om op een positieve manier met elkaar om te gaan. Samen zorgen ze voor een goede sfeer in de groep en op school, zodat iedereen zich veilig voelt en met plezier naar school toe gaat.

Aandacht voor creativiteit en cultuur

We vinden het belangrijk dat kinderen op school zich breed ontwikkelen. Daarom besteden we naast lezen, taal en rekenen aandacht aan creatieve vakken zoals tekenen, handvaardigheid, muziek, teksten maken, techniek en dramalessen. Deze vakken worden in ons onderwijs verbonden aan het Onderzoekend & Ontwerpend leren. Onze leerkrachten koppelen de activiteiten aan het thema wat gedurende een bepaalde periode centraal staat. Hierdoor leren kinderen ook middels creativiteit en expressie verbanden te leggen met de wereld om hen heen.  

Thematisch Onderzoekend & Ontwerpend leren

‘Wanneer we kinderen hun talenten willen laten ontdekken en ontwikkelen, zullen we ze in de omstandigheden moeten brengen waarin zij hiertoe de kans krijgen’.

Kinderen zijn van nature nieuwsgierig. Ze stellen vragen, onderzoeken en ontdekken de wereld om hen heen. Kinderen leren veel door te experimenteren, uit te proberen en te kijken wat er gebeurt. Deze nieuwsgierige houding ontstaat vanuit verwondering: Waarom is de wereld zoals hij is? Vanuit deze gedachte wordt op Mariadonk in alle groepen thematisch onderwijs gegeven middels de didactiek van Onderzoekend & Ontwerpend leren. Aan de hand van een overkoepelend thema leren we onze kinderen onderzoeken en ontwerpen. Aan het thema worden lesactiviteiten verbonden rondom de wereldoriëntatie vakken (aardrijkskunde, geschiedenis, natuur), creatieve vakken, (begrijpend) lezen en taal. Tevens worden er gastlessen, excursies of activiteiten gekoppeld aan het thema. Het Onderzoekend & Ontwerpend leren staat in de middagen op het programma in alle groepen, waarbij groepsdoorbroken gewerkt wordt. Groep 1-2, groep 3-4, groep 5-6 en groep 7-8 werken samen aan de gezamenlijke inhoudsdoelen. Door het onderwijs op een andere manier aan te bieden krijgen de kinderen de kans hun talenten te ontdekken en ontwikkelen ze daarnaast belangrijke vaardigheden als samenwerken, communiceren, probleem oplossen en kritisch denken.

Wetenschap & Technologie

Wetenschap & Technologie in het basisonderwijs kan bij uitstek bijdragen aan het ontwikkelen van meervoudige talenten bij kinderen. Zowel denken als doen wordt gestimuleerd en gecombineerd met creativiteit en probleemoplossend handelen. Onze school beschikt over een technieklokaal met veel faciliteiten en materialen. Onderdeel van het thematisch Onderzoekend & Ontwerpend leren is een structurele plaats voor Wetenschap & Technologie in het curriculum waarbij kinderen wekelijks met wetenschappelijke en technologische opdrachten aan de slag zijn, dit kan bijvoorbeeld het construeren van een project of werkstuk, doen van onderzoek aan materialen of (leren) omgaan met gereedschappen zijn.

Verkeerseducatie

Onze school voldoet aan de eisen van het Brabants VerkeersVeiligheidsLabel (BVL). Dit houdt in dat wij ieder schooljaar verschillende activiteiten doen op het gebied van theoretische- en praktische verkeerseducatie. In groep 7 bereiden we kinderen voor op hun deelname in het verkeer met een theoretisch verkeersexamen. Als ze dat hebben gehaald volgt het praktijkexamen op de fiets.   

Bewegingsonderwijs

Kinderen in groep 1-2 hebben 6,5 uur per week beweegtijd, waarin zij buitenspelen en gymmen in de spelzaal op school. Groep 3 t/m 8 heeft 2 uur bewegingsonderwijs, waarvan 1,5 uur per week in dorpshuis De Nieuwenbergh en 0,5 uur per week beweegactiviteiten op het schoolplein of in de spelzaal op school.  

Gezonde school

Onze school heeft het certificaat ‘Gezonde School’ op het gebied van voeding. Gezonde voeding en het creëren van bewustwording bij ouders, kinderen en personeel vinden we belangrijk. We hebben een gezond voedingsbeleid en besteden in ons lesprogramma jaarlijks aandacht aan projecten over gezonde voeding. Een gezonde pauzehap en traktatie wordt gestimuleerd.  

Sportactiviteiten

Ieder jaar doen we mee aan verschillende toernooien, zoals voetbal, atletiek etc. en organiseren we een sportdag voor de gehele school.        

Culturele activiteiten

We nemen deel aan een cultuurprogramma dat ieder jaar wordt aangeboden voor alle groepen. Daarbij komen zaken als dans, drama, muziek en beeldende vorming aan de orde. Daarnaast worden er schoolvoorstellingen georganiseerd die zijn gekoppeld aan deze projecten. Een bezoek aan het theater met de groep hoort er ook bij. Soms organiseren we culturele activiteiten op school. Deze activiteiten zijn onder schooltijd. Aan het thematisch Onderzoekend & Ontwerpend leren worden, wanneer mogelijk, culturele activiteiten verbonden.  

Burgerschapsonderwijs

Basisschool Mariadonk ziet het als haar taak om kinderen zo goed mogelijk voor te bereiden op de maatschappij van morgen en hen te helpen en begeleiden te ontdekken wat hun rol hierin is. De school dient daarbij als oefenplaats voor kinderen, waarin zij in staat worden gesteld competenties op het gebied van kennis, houding en vaardigheden te ontwikkelen om op te groeien als volwaardig burger van de maatschappij van morgen. Wereldburgerschap geeft een verwijzing naar de manier waarop in de samenleving met elkaar wordt omgegaan. Ook gaat het om verschillen, diversiteit, tegenstellingen en conflicten. Tevens verwijst burgerschap naar de manier waarop samen beslissingen genomen worden, ook als we het daar niet mee eens zijn.

Om kinderen zo goed mogelijk voor te bereiden op en op weg te helpen in de steeds verder globaliserende samenleving en wereld waarin zij opgroeien gaan we op Mariadonk een stap verder en verbreden we ons burgerschapsonderwijs naar ‘Wereldburgerschap’.  

Wereldburgerschap bevordert het actief en respectvol onderdeel uitmaken van de eigen omgeving, de samenleving en de wereld – vanuit onder andere de principes van gelijkwaardigheid van alle mensen, wederzijdse afhankelijkheid en gedeelde verantwoordelijkheden. Daarin staan onder andere thema’s als Identiteit, Mensenrechten, Globalisering en Duurzame Ontwikkeling centraal. Op Mariadonk zetten wij ons in voor een rechtvaardige en duurzame samenleving waarin iedereen er mag zijn. Wij verbinden ons met mensen van verschillende achtergronden en culturen. Wij zijn ons bewust van de wereld om ons heen en maken daarin keuzes en nemen onze verantwoordelijkheid om deze keuzes te maken. Hierin zijn wij ons bewust van het effect van alles dat er toe doet in de wereld om ons heen.  

We leggen binnen het burgerschapsonderwijs op Mariadonk enkele accenten: Mariadonk heeft een Rooms-Katholieke grondslag. Aangezien de school de enige school in het dorp is, wordt deze ook bezocht door kinderen met andere geloofsovertuigingen. We vinden het belangrijk dat kinderen, bijvoorbeeld door aandacht in de lessen, excursies of klassenbezoeken kennis nemen van en maken met verschillende culturen, achtergronden en verhalen, zodat zij ervaren dat de samenleving divers is en hiervoor wederzijds begrip en respect creëren.

Onze kinderen kennen weinig tot geen onderscheid meer tussen de offline en online wereld. Hiervoor hebben de kinderen vaardigheden nodig die hen staande kunnen houden. Digitale basisvaardigheden en digitaal burgerschap zijn een must voor de toekomst. Het vaardig maken van de kinderen is een onderdeel van ons onderwijs. De kinderen van Mariadonk krijgen al op jonge leeftijd te maken met de digitale omgeving. Hoe ouder ze worden, hoe meer vaardigheden zij zich eigen maken. Het is onze (burgerschaps)opdracht om hen ook digitaal vaardig-waardig-aardig te maken. Naast het hebben van digitale vaardigheden vinden wij het ook belangrijk dat de kinderen didactische, pedagogische en sociale vaardigheden ontwikkelen.

Als duurzaam wereldburger is het van belang dat je kritisch en oplossingsgericht kan denken en een onderzoekende houding aanneemt. Hierbij wordt steeds op zoek gegaan naar het op de juiste, respectvolle, manier met elkaar omgaan. Ook moeten kinderen een beeld van zichzelf krijgen door het ontwikkelen van zelfreflectie. Zij moeten antwoord op vragen gaan ontwikkelen als; wie ben ik en wat heb ik te bieden in deze maatschappij? Daarnaast vormen zij zich een goed beeld van de omgeving waarin zij opgroeien, maar ook van de wereld om hen heen.  

Binnen het thematisch Onderzoekend & Ontwerpend leren en SWPBS wordt vanuit het methodisch aanbod in alle groepen aandacht geschonken aan de fundamentele basiswaarden van onze democratische rechtstaat en pluriforme samenleving. Daaromheen wordt aangesloten bij actualiteiten in het dorp, de omgeving, het land of de wereld en wordt hier al dan niet passend bij de thematiek van dat moment aandacht aan geschonken. Wereldburgerschapsonderwijs op Mariadonk beperkt zich niet tot geplande lesactiviteiten, maar maakt onderdeel uit van het dagelijks handelen en doen. Het vindt vanuit een meerjaren ontwikkelplan doelgericht, samenhangend en herkenbaar en meetbaar plaats.

Leerlingenraad

In de leerlingenraad zitten kinderen die gekozen zijn door hun eigen klas. Uit elke klas van groep 5 t/m 8 kunnen 2 kinderen worden gekozen, waardoor er in totaal 8 kinderen in de leerlingenraad zitten. Het zijn kinderen die graag namens hun klas allerlei zaken willen bespreken en zelf ook goede ideeën hebben. Zo weten we wat de kinderen van onze school belangrijk vinden. Dat betekent dat zij de belangrijke rol hebben om erachter te komen wat er leeft op school en wat iedereen graag ziet gebeuren. Dit kunnen ze bespreken in vergaderingen van de leerlingenraad. Zij moeten de informatie uit de klas goed kunnen overbrengen naar de leerlingenraad tijdens een vergadering. En andersom ook wat besproken is in een vergadering weer in de klas vertellen. Kinderen moeten dus durven spreken in een groep. De leerlingenraad doet het werk niet alleen. Ze worden begeleid door de directeur van de school. Kinderen kunnen maximaal 2 jaar achter elkaar deelnemen. Naast de eigen leerlingenraad kent de Borgesiusstichting ook een bovenschoolse kinderraad waarin kinderen van alle 14 scholen zijn vertegenwoordigd. Ook Mariadonk zorgt voor een jaarlijkse afvaardiging van een deelnemer aan de leerlingenraad aan de bovenschoolse kinderraad.

Klasindeling

  • Leerstofjaarklassen
  • Combinatiegroepen
  • Groepsdoorbrekende niveaugroepen

Hoe wordt de tijd op school besteed?

Leerjaar 1 en 2

Bron

Leerjaar 3 t/m 8

Toelichting van de school

Invulling onderwijstijd

Op Mariadonk is per januari 2021 overgestapt naar nieuwe schooltijden. Na een gedegen onderzoek en ouderraadpleging is met 95% van de stemmen gekozen om het toenmalige noodrooster ten tijde van de coronacrisis vast te stellen als definitief schooltijdenmodel. Met dit model maken kinderen meer dan het gemiddeld wettelijk aantal te maken uren op schooljaar- en 8-jarenbasis. Hiermee kunnen we tevens zorgen voor voldoende professionaliseringsmogelijkheden, maar scheppen daarmee ook ruimte om onverhoopte en onvoorzien verlies van onderwijstijd te compenseren.

Er is over de hele basisschoolperiode voldoende leertijd gepland op Mariadonk. De leerkrachten weten de beschikbare onderwijstijd efficiënt en effectief te benutten. Wanneer er geen vervanging beschikbaar is bij ziekte of afwezigheid kent zowel de Borgesiusstichting als de school een protocol en aanvullend protocol ‘geen vervanging beschikbaar’. De intentie is dat leerlingen niet naar huis gestuurd worden en er zijn duidelijke afspraken t.a.v. verzuimregistratie. Wanneer groepen onverhoopt thuis moeten blijven is er een afstandsonderwijsaanbod.

De onderwijstijd voor groep 1 bedraagt 24 uur per week en groep 2 t/m 8 maakt 26 onderwijsuren per week inclusief 15 minuten ochtendpauze. 30 minuten per dag middagpauze is niet meegeteld als onderwijstijd. In totaal maken leerlingen op Mariadonk minimaal het wettelijk aantal vereiste 7520 onderwijsuren gedurende 8 jaar. Hiervoor wordt ter verantwoording jaarlijks een vakantierooster met historische urenverantwoording opgesteld en gedeeld met de medezeggenschapsraad, bestuur en via het internetschooldossier met de onderwijsinspectie.

Jaarlijks maakt Mariadonk meer uren dan wettelijk verplicht, de resterende uren worden ingezet voor het plannen van studie(mid)dagen gedurende het schooljaar. Ieder jaar wordt daarnaast een aantal uren gereserveerd om calamiteiten gedurende de 8 onderwijsjaren te kunnen opvangen en zodoende toch aan de minimale verplichting van 7520 uur te kunnen voldoen.

Het bewegingsonderwijs is vanaf 2021 ingedeeld in 60 minuten gymles van een vakleerkracht in de gymzaal en 4x15 minuten bewegingsonderwijs op het schoolplein aansluitend aan het buitenspelen in de pauze. Deze tijd is dus onderwijstijd bewegingsonderwijs. Tijdens deze 15 minuten beweegtijd zijn kinderen onder toezicht en begeleiding van een bevoegd leerkracht planmatig bezig met beweegkaarten en spelvormen die zijn opgesteld aan de hand van de kerndoelen en leerlijnen bewegingsonderwijs.

Vanaf 2023-2024 verandert de wetgeving aangaande bewegingsonderwijs en is het wettelijk verplicht om 2 lesuren per week bewegingsonderwijs te geven door een bevoegd leerkracht. Per schooljaar 2023-2024 zal de school dit zodanig gaan inrichten.

De school is voornemens om de 15 minuten inloop zoals deze nu is ingepland, maar niet is meegeteld als onderwijstijd, te gaan benutten voor extra rekentijd. Kinderen die binnenkomen kunnen dan activiteit- en doelgericht aan de slag met rekenactiviteiten om zodoende het aantal uren rekenonderwijs te kunnen verruimen bovenop de bestaande onderwijstijden. Kinderen krijgen hierdoor extra rekentijd en kans op hulp en uitleg, oplopend in intensiteit naarmate kinderen de volledige inlooptijd benutten. Wanneer kinderen de volledige inlooptijd benutten betreft dit 5x15=75 minuten extra rekentijd per week. De leerkracht kan tijdens deze inloop kinderen van extra hulp en uitleg voorzien.

Bron

Extra mogelijkheden op deze school

Extra ondersteuning van de leerlingen

Toelichting van de school

Zorg op maat

Soms heeft een kind extra zorg nodig. Daarom heeft onze school een samenhangend systeem van leerlingenzorg ontwikkeld; onderwijs op maat betekent voor ons ook zorg op maat. Om eventuele problemen snel op te sporen, bespreken de leerkrachten samen met de intern begeleider na iedere toetsperiode de resultaten van alle leerlingen. Zowel positief als negatief opvallende resultaten kunnen aanleiding zijn voor extra zorg. Uiteraard wordt u als ouder hierover geïnformeerd. Onze school heeft verschillende specialisten in huis. Zo krijgen bijvoorbeeld kinderen die meer aan kunnen een aangepast programma.

Basisondersteuning

De school volgt de ontwikkeling van haar leerlingen zodanig dat zij een ononderbroken ontwikkeling kunnen doorlopen. Dit doet de school door:

· De school verzamelt vanaf binnenkomst met behulp van een leerling- en onderwijsvolgsysteem (LOVS) systematisch en planmatig informatie over de kennis en vaardigheden van haar leerlingen;

· Voor de kennisgebieden taal, lezen en rekenen/wiskunde gebeurt dit vanaf groep 3 met betrouwbare en valide toetsen die tevens een indicatie geven van de bereikte referentieniveaus;

· De school vergelijkt deze informatie met de verwachte ontwikkeling. Deze vergelijking maakt het mogelijk om het onderwijs af te stemmen op de onderwijsbehoeften van zowel groepen als individuele leerlingen;

· Wanneer leerlingen niet genoeg lijken te profiteren van het aanbod, analyseert de school waar de ontwikkeling stagneert en wat mogelijke verklaringen hiervoor zijn;

· Vervolgens bepaalt zij wat er moet gebeuren om eventuele achterstanden bij leerlingen te verhelpen.

Leerlingen die dat nodig hebben, ontvangen extra aanbod, ondersteuning en begeleiding. Dit doet de school door:

· Voor leerlingen die structureel een onderwijsaanbod nodig hebben op een ander niveau dan de leeftijdsgroep, biedt de school een passend onderwijsaanbod, ondersteuning en/of begeleiding, gebaseerd op de mogelijkheden van de desbetreffende leerlingen;

· Het aanbod, de ondersteuning en/of de begeleiding zijn gericht op een ononderbroken ontwikkeling van de leerling;

· De school evalueert periodiek of het aanbod het gewenste effect heeft en stelt de interventies zo nodig bij;

· De school heeft in het schoolondersteuningsprofiel vastgelegd wat zij onder extra ondersteuning verstaat en welke voorzieningen de school kan bieden in aanvulling op het door het samenwerkingsverband omschreven niveau van basisondersteuning;

· Voor de leerlingen die deze extra ondersteuning nodig hebben, legt de school in het ontwikkelingsperspectief vast hoe het onderwijs wordt afgestemd op de behoefte van de leerling;

· Als voor leerlingen die om wat voor reden dan ook niet het beoogde eindniveau behaald wordt, door specifieke belemmerende factoren, stemt de school het onderwijs aan de leerling daarop af. De uitkomsten daarvan worden periodiek geëvalueerd en bij afwijking wordt het onderwijs bijgesteld.

De zorg voor uw kind

In de klas letten de leerkrachten goed op de ontwikkeling van uw kind. Tussentijds nemen ze toetsen af, observeren ze, spreken met de kinderen (het kindleergesprek), maken ze rapporten van de vorderingen en bespreken dit allemaal met collega’s waaronder de intern begeleider.  

Het volgen van uw kind, kindplan

Ieder kind krijgt vanaf de start op Mariadonk een eigen kindplan. Via een centrale, digitale opslag van gegevens (het kindvolgsysteem dat Parnassys heet) houden we de ontwikkeling van ieder kind zorgvuldig in de gaten. Daarbij wordt ook gekeken naar de resultaten van de hele groep. Aan de hand van de gegevens stelt de leerkracht in het kindplan doelen en verwachtingen op voor de komende tijd. In dat plan staat ook wat er moet worden bereikt voor de basisvakken (de opbrengstverwachtingen). Uiteraard bespreken we de vorderingen en plannen van het kind ook met het kind zelf en met de ouders. Kinderen (en ouders) hebben mede inspraak in het kindplan.  

Kijk! 0-7 jaar

Kijk! is een ontwikkelingsvolgsysteem dat wij hanteren voor kinderen in groep 1-2. Kijk! neemt het kijken naar kinderen als vertrekpunt voor het opzetten van activiteiten in de groep. Centraal bij Kijk! staat het observeren van kinderen bij activiteiten en in situaties die voor hen betekenisvol zijn. Om kinderen zo goed mogelijk te kunnen begeleiden in hun ontwikkeling, is het belangrijk voor leerkrachten om een duidelijk beeld te hebben van het ontwikkelingsverloop van kinderen in hun groep. Kijk! is tevens een belangrijk hulpmiddel bij het signaleren van onderwijsachterstanden en het rapporteren aan u als ouder.        

LVS-toetsen

Naast de methode gebonden toetsen maken alle kinderen vanaf groep 3 twee keer per jaar toetsen die deel uit maken van het Cito volgsysteem primair- en speciaal onderwijs. Met de toetsen van het volgsysteem kunnen we de vorderingen van individuele kinderen, groepen kinderen en het onderwijs bij ons op school van groep 3 tot en met 8 volgen. De prestaties worden vergeleken met die van medekinderen en met een landelijk gemiddelde. In groep 1-2 worden geen Cito lvs-toetsen afgenomen. De resultaten die uw kind heeft behaald worden twee keer per jaar tijdens de kind-oudergesprekken besproken na afloop van de toets periode.  

NSCCT

Nscct staat voor Niet Schoolse Cognitieve Capaciteiten Test. Deze test is ontwikkeld door de Rijksuniversiteit Groningen en kan het leervermogen toetsen van kinderen van groep 4 tot en met groep 8. Hierdoor krijgen leerkrachten beter zicht op wat leerlingen mogelijk kunnen, worden onderpresteerders opgezocht en kan het onderwijs aanbod beter afgestemd worden op de leerlingen.

Door het gebruik van de test kunnen scholen werken aan Opbrengstgericht onderwijs.

Vier fases worden doorlopen bij het werken met de test:

-Er wordt door de leerkracht een inschatting van het niveau gemaakt van elke leerling.

-De test wordt afgenomen; dit gebeurt volgens een vaststaand protocol binnen een uur tijd en meestal in de eerste vier maanden van het schooljaar.

-Binnen 10 werkdagen volgt een uitslag van de test in een leerpotentieel.

-Vergelijkingen maken met de inschatting van de leerkracht, de kennistoetsen en de NSCCT leveren interessante gegevens op van de leerlingen. De uitslag van de test helpt een school te werken aan opbrengst bewust onderwijs: de test is een instrument om het onderwijs nog beter te laten aansluiten op wat kinderen kunnen.

De NSCCT wordt op Mariadonk jaarlijks afgenomen in de groepen 4, 6 en 8. De uitslagen worden door de school gebruikt om te monitoren of we het maximale resultaat uit het leerpotentieel van kinderen halen of dat de afstemming en het onderwijsaanbod nog nadrukkelijker vormt dient te krijgen. Resultaten van de NSCCT worden enkel wanneer door de school noodzakelijk geacht besproken met ouders.

SIDI

Op Mariadonk nemen we in groep 2, 3, 5 en 7 een SIDI vragenlijst af, waar nodig ook aangevuld door ouders. SIDI helpt ons om tot een professionele signalering en screening van kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong en/of meer-/en (hoog)begaafde kinderen te komen. Elk kind heeft recht op goed onderwijs, waar het kan leren, groeien en zich kan ontwikkelen. Goed onderwijs begint met het bepalen van de leerbehoefte. Het gaat daarbij niet alleen om een leerbehoefte op inhoud, maar met name ook om het leerproces. Soms hebben kinderen een belemmering om tot leren te komen. Ook bij cognitief talentvolle (intelligente en/of (hoog)begaafde) leerlingen gaat leren niet altijd vanzelf en kunnen zij een belemmering hebben, die optimaal leren in de weg staat.

De resultaten van de SIDI vragenlijst worden enkel met ouders besproken wanneer de uitkomsten daarvan aanleiding geven voor verder onderzoek, afstemming op de specifieke onderwijsbehoeften en/of verdere diagnostiek.

NCO-onderzoek

Onze school legt in het leerlingvolgsysteem gegevens over de schoolresultaten van de leerlingen vast. Die gegevens zijn belangrijk om het onderwijs van onze school te verbeteren en voor onze gesprekken met bijvoorbeeld de Inspectie van het Onderwijs. Sommige van deze gegevens zijn ook belangrijk voor wetenschappelijk onderzoek. Vooral de resultaten van taal- en rekentoetsen kunnen hiervoor belangrijk zijn. Door de resultaten van taal- en rekentoetsen te analyseren weten we wat de ontwikkeling van onze leerlingen is en hoe goed onze school het doet. Dit is belangrijk, omdat dit ons helpt om het onderwijs op onze school beter te maken, maar ook het onderwijs in heel Nederland helpt verbeteren. De school gaat de resultaten van de taal- en rekentoetsen sturen aan het Centraal Bureau voor de Statis­tiek (CBS) (www.cbs.nl ), zodat het gebruikt kan worden voor onderzoek naar de ontwikkeling van onze leerlingen. Het CBS zorgt ervoor dat deze resultaten in een veilige omgeving worden opgeslagen voor het Nationaal Cohortonderzoek Onderwijs NCO (www.nationaalcohortonderzoek.nl). Daarnaast zorgt het CBS ervoor dat leerlingen nooit herkenbaar zijn voor andere mensen. Dit betekent dat onderzoekers nooit een leerling of school kunnen herkennen. Ook in openbare publicaties zullen leerlingen of scholen nooit te herkennen zijn.  De verwerking van persoonsgegevens vindt alleen plaats binnen de beveiligde omgeving van het CBS, volgens de wettelijke regels en de strenge regels van het CBS. Het CBS doet dit ook voor alle andere statistieken die zij maakt. Mocht u, als (nieuwe) ouder be­zwaar hebben tegen het gebruik van de gegevens van uw kind voor dit onderzoek, dan kunt u dit laten weten bij de school. De school zorgt er dan voor dat de gegevens van uw kind niet aan het CBS gestuurd worden. Op onze website is meer informatie over dit onderzoek te lezen.

Wat als het niet goed gaat op school?

Als de leerkracht en de intern begeleider zien dat het niet goed gaat op school bespreken we dit met de ouders. De leerkracht maakt ook waar nodig aanpassingen in zijn of haar aanpak voor het kind. We bieden het kind in zijn/haar eigen klas de leerstof op een andere manier aan. Op welke manier we dat doen beschrijven we in het kindplan of groeidocument. Na een bepaalde periode toetsen we of het kind vooruit is gegaan. Als dat niet zo is, vragen we aan de ouders toestemming om onze zorg met een externe deskundige te bespreken, bijvoorbeeld met een orthopedagoog, adviseur passend onderwijs of ambulant begeleider uit het speciaal onderwijs. Wanneer deze zegt dat we alles hebben geprobeerd en hebben gedaan dan is het mogelijk dat het afnemen van een intelligentie- of psychodiagnostisch onderzoek gewenst is. We kijken of onze toets resultaten te verklaren zijn vanuit intelligentie of problemen vanuit het gedrag om zodoende ons handelen daar weer verder op aan te passen.         

Ontwikkelingsperspectief (OPP)

Mocht uit de leervorderingen van kinderen of uit een eventueel onderzoek blijken dat de ontwikkeling van de toets resultaten te verklaren is door de intelligentie dan stellen we een ontwikkelingsplan op (een OPP: ontwikkelingsperspectief). Dat doen we voor kinderen normaliter vanaf groep 6. Hierin worden de einddoelen voor groep 8 beschreven. Het OPP bespreken en evalueren we minimaal 2x per jaar met de ouders en zij zetten hier ter goedkeuring hun handtekening onder.  

Passend Onderwijs

Met passend onderwijs bedoelen we goed onderwijs dat aansluit bij de behoefte van het kind. Dat betekent leerstof op maat, een gerichte aanpak en het in de gaten houden van de vorderingen en toets resultaten. Daarnaast gaat passend onderwijs ook over het bieden van extra zorg aan een kind, bijvoorbeeld omdat het leren moeilijker gaat of omdat er extra begeleiding nodig is vanwege een beperking of gedragsprobleem. Met extra begeleiding kan onze school vaak heel goed passend onderwijs bieden, dit kan bijvoorbeeld door het inzetten van onderwijsassistentie, ondersteuning in de groep of het inhuren van ambulante begeleiding uit het speciaal onderwijs om de leerkracht te coachen. De school heeft budget beschikbaar voor het organiseren van extra, individuele ondersteuning aan kinderen en richt hier de organisatie op in.  

Traject naar het speciaal (basis)onderwijs (SBO/SO).

Als de school extra ondersteuning nodig heeft om voor uw kind passend onderwijs te realiseren, dan gaan we dit proberen zo goed mogelijk te organiseren in overleg met u als ouders. Dit kan op verschillende manieren; extra begeleiding, aangepast lesmateriaal, speciale hulpmiddelen of inzet van deskundigen binnen onze eigen school. Als deskundigen van mening zijn dat het speciaal basisonderwijs (SBO) of speciaal onderwijs (SO) uw kind de beste zorg kan bieden en dit in het belang is van uw kind, kan een verwijzingsprocedure worden gestart. Ouders moeten hiervan op de hoogte zijn. Als uw kind een doorverwijzing krijgt naar het speciaal (basis)onderwijs geeft het samenwerkingsverband hiervoor een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) af en stuurt de school, met inzage en toestemming van u als ouder, een uitgebreid onderwijskundig rapport door. Basisschool Mariadonk is aangesloten bij Samenwerkingsverband PO3002.  

Diagnoses (bijv. dyslexie, dyscalculie, ASS, ADHD etc.)

Voor kinderen waarbij sprake is van een diagnose komen op basis van de aanbevelingen in het onderzoeksverslag in aanmerking voor compenserende maatregelen. Hiervoor ontvangt de leerling aan het begin van het schooljaar een compensatiekaart waarin deze afspraken zijn opgenomen. De compensatiekaart wordt aan het begin van het schooljaar met ouders besproken, vastgesteld en ondertekend en afspraken worden opgenomen in het kindplan. Daarnaast hebben leerlingen recht op een aangepaste toets afname. Afspraken hierover zijn conform de toets voorschriften van CITO en vastgelegd in een kwaliteitskaart.

De school kent daarnaast een protocol dyslexie en dyscalculie waarin beschreven staat op welke wijze het onderwijs- en ondersteuningsaanbod aan kinderen met deze diagnoses vormgegeven wordt.

Meer- en Hoogbegaafdheid (MHB)

Voor meer- en hoogbegaafde kinderen wordt binnen de school een passend aanbod georganiseerd om deze doelgroep onderwijs op maat te kunnen bieden en tegemoet te komen aan hun specifieke onderwijsbehoeften. De school heeft hiervoor beleid ontwikkeld en bespreekt het aanbod en de effecten daarvan periodiek met ouders en kinderen. Een leerkracht op school heeft zich gespecialiseerd in het thema meer- en hoogbegaafdheid en daarnaast is er binnen de Borgesiusstichting een bovenschools coördinator meer- en hoogbegaafdheid beschikbaar om expertise te raadplegen.   

Blijven zitten of een jaar overslaan

Uitgangspunt is dat we ons onderwijs laten aansluiten bij de ontwikkeling van het kind. Hierbij is de indeling in een jaargroep niet bepalend voor het onderwijsaanbod. Dit kan namelijk ook groepsdoorbroken plaatsvinden. Kinderen blijven nog een jaar in dezelfde jaargroep (doubleren) als dat ook écht helpt om hun ontwikkeling te verbeteren. Dat geldt ook voor een jaar overslaan. We bespreken het in beide gevallen op tijd en uitgebreid met ouders. De school kent een protocol doubleren en versnellen.  

Protocol medisch handelen

De Borgesiusstichting kent een protocol medisch handelen wat voor alle scholen binnen de stichting geldt. Leerkrachten op school worden regelmatig geconfronteerd met leerlingen die klagen over pijn die meestal met eenvoudige middelen te verhelpen is, zoals hoofdpijn, buikpijn, oorpijn of pijn door een insectenbeet. Daarnaast krijgen leerkrachten in toenemende mate het verzoek van ouders of verzorgers om hun kinderen door de arts voorgeschreven medicatie toe te dienen. En steeds vaker wordt er werkelijk medisch handelen van leerkrachten verwacht zoals het geven van sondevoeding, toedienen van een injectie, het prikken van een bloedsuiker etc. Met de komst van Passend onderwijs is het mogelijk dat meer basisscholen met deze vragen te maken krijgen. Het uitvoeren van medische handelingen op school brengt risico’s met zich mee, ook op juridisch gebied. Het is van belang dat er in deze situaties gehandeld wordt volgens een vooraf afgesproken en ondertekend protocol. Dit protocol heeft als doel het vastleggen van afspraken op het gebied van geneesmiddelenverstrekking en het verrichten van medische handelingen op scholen van de Borgesiusstichting.

Meldcode

Op alle scholen van de Borgesiusstichting wordt gewerkt met de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. In deze meldcode is een afwegingskader opgenomen. Dit kader omschrijft de stappen die doorlopen dienen te worden als er een vermoeden is van huiselijk geweld of kindermishandeling en aan welke voorwaarden goede hulp dient te voldoen. Het afwegingskader is te vinden op onze website www.mariadonk.nl en www.borgesiusstichting.nl.  

Jeugdgezondheidszorg op school

Vanuit de Wet Publieke Gezondheid is de GGD West-Brabant in onze gemeente verantwoordelijk voor de jeugdgezondheidszorg van kinderen van 4 t/m 19 jaar. De GGD zet zich dagelijks in om eventuele gezondheidsproblemen en –risico’s zo snel mogelijk op te sporen en zo veel mogelijk te beperken.  

Gezondheidsonderzoeken

De GGD West-Brabant onderzoekt jaarlijks op de basisschool alle kinderen van 5-6 jaar en van 10-11 jaar. In de tweede klas van het voorgezet onderwijs vindt het laatste gezondheidsonderzoek plaats. U hoort vooraf dat er een gezondheidsonderzoek plaatsvindt, hiervoor wordt uw kind uit de klas gehaald. De uitkomsten van ieder onderzoek worden u per post toegestuurd en worden genoteerd in het Digitaal Dossier Jeugdgezondheidszorg van uw zoon of dochter. Het kan zijn dat u voor een vervolgafspraak wordt uitgenodigd door de GGD. In het kalenderjaar 2022 worden de kinderen geboren in 2011 en 2016 onderzocht, in kalenderjaar 2023 de kinderen geboren in 2012 en 2017. Bij het gezondheidsonderzoek 5-6 jarigen ontvangen ouders een vragenlijst en bij het gezondheidsonderzoek 10-11 jarigen ontvangen zowel ouders als het kind apart een vragenlijst.  

Interne vertrouwenscontactpersoon

Onze school heeft twee interne vertrouwenscontactpersoon, dit zijn Alexia Dekkers, tevens intern begeleider, en Aukje Nooijens, leerkracht groep 7-8. Bij hun kunnen kinderen en ouders (en medewerkers) terecht met klachten en/of zaken die men vertrouwelijk wil bespreken en dat niet direct met docenten of directie willen doen.  

Contact

Heeft u twijfels of zorgen over de groei en de ontwikkeling van uw kind? Of over zijn of haar gedrag thuis of op school? Dan staan de jeugdartsen, jeugdverpleegkundigen, verpleegkundig specialist en doktersassistenten van GGD West-Brabant voor u klaar. Sinds 2014 kunt u gebruik maken van Mijn Kind in Beeld, www.mkib.nl, u kunt de groeicurven van uw kind in zien en uw persoonlijke gegevens aanpassen. U heeft hiervoor een DigiD met SMS-code nodig. Via MKIB kunt u ook uw vragen stellen. U kunt een telefonische of persoonlijke afspraak maken via het afsprakenbureau Jeugd en Gezin op telefoonnummer: 076–528 2486. Meer informatie vindt u op www.ggdwestbrabant.nl/mijnkind

Toekomstig aanbod aan extra ondersteuning

De ontwikkeling naar nog meer inclusiever onderwijs op Mariadonk houdt in dat het ons streven is om aan zoveel mogelijk (lees: waar mogelijk alle) kinderen uit het dorp Zegge thuis nabij onderwijs te bieden binnen ons kindcentrum. Het aansluiten bij en ontwikkelen op het gebied van de grote diversiteit aan onderwijs-, ontwikkel- en ondersteuningsbehoeften kijkend naar onze populatie is een speerpunt voor de komende jaren, waarin het welbevinden, welzijn en perspectief op ontwikkeling voor kinderen voor ons altijd het leidend principe is wanneer het gaat om te komen tot de best passende vorm van onderwijs voor een kind. Thema's die hierbij aandacht behoeven zijn: expertise ontwikkeling op (internaliserend en externaliserend) gedrag, expertiseontwikkeling en komen tot een beredeneerd aanbod voor Meer- en Hoogbegaafdheid (MHB), expertiseontwikkeling op het gebied van reken- en taalontwikkeling (TOS).   

De leerlingenzorg op basisschool Mariadonk sluit aan op het koersplan van de Borgesiusstichting, welke valt onder Samenwerkingsverband Roosendaal en Moerdijk (PO3002). Dit beleid gaat uit van zoveel mogelijk thuis nabij en inclusiever onderwijs en onderschrijft het belang dat er goed onderwijs gegeven wordt, waarbij aangesloten wordt op de onderwijsbehoeften van ieder kind. De school zorgt voor een goede basisondersteuning en wanneer noodzakelijk en passend kan extra ondersteuning ingezet worden. Hierbij kan eventueel gebruik gemaakt worden van de faciliteiten van een van de andere (cluster)scholen binnen de Borgesiusstichting of het samenwerkingsverband.  

De werkwijze van basisschool Mariadonk ten aanzien van extra ondersteuning en andere afspraken over de wijze waarop de zorg op basisschool Mariadonk wordt vormgegeven staan vastgelegd in ons schoolondersteuningsprofiel (SOP). In het SOP wordt weergegeven welke basis- en extra ondersteuning er aan de leerlingen gegeven kan worden op Mariadonk. Daarnaast is een beschrijving van het beleid en de procedures ten aanzien van de zorg te vinden in de schoolgids en de visie op/ambities van de school op het gebied van gepersonaliseerd leren en talentontwikkeling. Het SOP is terug te vinden op de website van de school en het samenwerkingsverband en wordt jaarlijks geactualiseerd en met instemming van de MR vastgesteld.

Welke specialisten bieden extra ondersteuning op deze school?

Kwaliteitszorg en schoolplan

Download het schoolplan

Aanbod voor het jonge kind

Toelichting van de school

IKC Mariadonk

Basisschool Mariadonk maakt onderdeel uit van het Integraal Kindcentrum (IKC) Mariadonk waarin ook Kober Kinderopvang met de peuteropvang en SKM met de dagopvang en BSO zijn gevestigd. Zowel bij Kober als bij SKM kunnen jonge kinderen terecht voor een VVE aanbod.

Op Mariadonk kun je als baby de school binnenkomen en als pre-puber de school weer verlaten. Voor de allerkleinste kinderen in de leeftijd van 2-4 jaar hebben we een peuterspeelzaal, van daaruit kunnen ze doorgroeien naar de basisschool. In ons schoolgebouw is ook buitenschoolse opvang en kinderdagopvang van 0-13 jaar mogelijk. Door intensieve samenwerking met opvang- en onderwijspartners en zorg- en culturele instanties heeft IKC Mariadonk een belangrijke sociale functie in het dorp Zegge. Basisschool Mariadonk is méér dan alleen een school.

Een goede start wordt door de meeste ouders van aankomende basisschoolleerlingen als 'zeer belangrijk’ ervaren. Wellicht zit uw kind al op de peuterspeelzaal of op een kinderdagverblijf waar ook al een 'start' gemaakt is. Tegenwoordig zie je dat peuterspeelzalen overal nauw samenwerken met basisscholen (onder meer op het gebied van vroegtijdig signaleren van problemen), er is dus al wat 'voorwerk' verricht voor uw kind en de school.

De peuterspeelzaal, het kinderdagverblijf en onze kleutergroepen gebruiken dezelfde observatie methode en registreren dagelijks wat uw kind laat zien (Kijk! 0-7 jaar). De gegevens hebben betrekking op de ontwikkeling van de kinderen en brengen ook de sociaal-emotionele kant in kaart.

U als ouder tekent voor toestemming om overdracht van informatie, die de pedagogisch medewerkers van de peuterspeelzaal geregistreerd hebben, over te dragen aan de basisschool. Vroegtijdig signaleren van problemen vinden wij als school belangrijk. We kunnen op die manier de begeleiding vlot afstemmen op de individuele behoefte van elk kind. We organiseren daarvoor een warme overdracht als onderdeel van de overstap naar de basisschool en waar nodig en mogelijk sluit de intern begeleider van de school, met toestemming van ouders, aan bij periodieke zorg overleggen bij de kinderopvang.

Bouwen van onderaf

Ieder huis wordt gebouwd op een degelijk fundament. Op onze school is dat net zo het geval. In de praktijk betekent dit dat schoolontwikkeling begint bij de opvang en vanuit de kleutergroepen deze basis verder wordt gebouwd. Dit vanuit de overtuiging dat wanneer een goed fundament wordt neergezet, in de hogere groepen minder uitval plaatsvindt. Om aan het eind van acht jaar basisonderwijs een goede eindopbrengst te kunnen garanderen is het van belang dat er gewerkt wordt vanuit een sterke basis.

Visie kleuteronderwijs

De visie van Mariadonk ten aanzien van het kleuteronderwijs komt tegemoet aan de drie basisbehoeften; relatie, competentie en autonomie (Stevens). Centraal binnen ons kleuteronderwijs staan het welbevinden en de betrokkenheid van de kinderen. De ontwikkeling van de kinderen gebeurt voornamelijk middels spel. Onder het begrip spel, verstaan wij; een door het kind gekozen activiteit, waar geen vaststaand doel van buitenaf aan verbonden is, waarbij het kind in interactie is met materialen, middelen of andere mensen. Dit bieden wij aan in een veilige en uitdagende speelleeromgeving waarbij kinderen zich ontwikkelen en waarbij tegemoetgekomen wordt aan de verschillen in onderwijs- en ondersteuningsbehoeften van ieder kind.

Zicht op ontwikkeling en begeleiding (Kijk! Observatie en registratie)

Op Mariadonk zijn afspraken gemaakt met betrekking tot zicht op ontwikkeling en begeleiding van kleuters. Deze afspraken zijn opgenomen in de Kwaliteitskaart observatie en registratie kleuters. Er wordt gewerkt met het observatie en registratiesysteem Kijk! 0-7jaar, waardoor een ononderbroken ontwikkeling tussen opvang en school georganiseerd wordt. Twee keer per jaar (januari en juni) is er een registratiemoment, waarin alle observaties van de periode worden omgezet in een registratie. Hieruit volgt dan een ‘rapport’ waarin de 19 ontwikkelingslijnen staan beschreven. De doelen aansluitend bij deze ontwikkelingslijnen, komen terug in de kringactiviteiten en het hoekenwerk die vervolgens worden geobserveerd en genoteerd in Kijk!. Na de registratieperiode analyseert de leerkracht de resultaten waarna er een groepsbespreking volgt waarop de groepsregistratie van Kijk! wordt geëvalueerd. Hierin is duidelijk zichtbaar welke ontwikkelingslijnen op niveau zitten, welke meer aanbod behoeven en welke we moeten borgen (zie Kwaliteitskaart observatie en registratie kleuters).

Onderwijs in de onderbouw

In de kleuterklassen zitten en werken de kinderen van groep 1 en 2 bij elkaar. Zo kunnen de jongste kinderen leren van de oudere kinderen die al langer naar school gaan. De kleuters leren vooral door te spelen. Vaste onderdelen van de dag zijn de kringactiviteiten, voorlezen, zingen, gym/buitenspelen, tekenen, schilderen, handvaardigheid en spelen in de hoeken. Bij de kleuters maken we gebruik van het KIJK! observatie- en registratiesysteem. Hierdoor weet de leerkracht precies welk concreet materiaal moet worden aangeboden om een bepaald doel met de kinderen te bereiken en bestaat er structuur in het aanbod. In de kleutergroepen worden ontwikkelingsmaterialen gekoppeld aan de lesdoelen bij de leerlijnen. De thema’s binnen onze werkwijze zijn vooral gericht op het vergroten van de woordenschat, rekenontwikkeling en sociaal-emotionele ontwikkeling. Dat doen we door doelgerichte activiteiten passend bij het thema aan te bieden in de kring en tijdens de werkmomenten, maar ook door hen opdrachten te geven om bijvoorbeeld materialen mee te nemen van thuis. De kinderen worden op deze manier goed voorbereid op groep 3. Mariadonk heeft twee groepen 1-2, waarbij de kinderen op verschillende momenten gedurende de dag groepsdoorbroken met elkaar samenwerken.

Kleuters met speciale onderwijsbehoeften

Kinderen met een NT2 achtergrond worden door middel van interactie met andere kinderen in de diverse hoeken en in de kringen uitgenodigd tot spreken in de Nederlandse taal. Daarnaast is een taal- en woordenschat aanbod vanuit het projectplan Inhaal- en ondersteuningssubsidie. Kinderen die in januari uit de letterscreening naar voren komen, nemen deel aan het interventieprogramma Bouw! Zij doorlopen dit programma volledig (zie Beleidsplan Bouw!) Kinderen met speciale onderwijs- en/of ondersteuningsbehoeften worden door de leerkracht met ouders en IB besproken. Indien nodig wordt een ambulant dienstverlener betrokken bij de hulpvraag van de leerkracht met als doel het vergroten van de leerkrachtvaardigheden en tegemoet komen aan de ondersteuningsbehoeften van het kind.

Kleuters met ontwikkelingsvoorsprong

Om tijdig te signaleren of er bij kinderen mogelijk een ontwikkelingsvoorsprong dan wel meer- en/of hoogbegaafdheid aanwezig is, maken wij gebruik van het digitale signalerings- en diagnose instrument SiDi PO (zie kwaliteitskaart SiDi). In de kleutergroepen zijn tal van materialen beschikbaar waar kinderen op uitdagend niveau mee kunnen werken. Hierbij valt te denken aan Smart Games, ontwikkelingsmateriaal, boeken bij constructiemateriaal, etc. In de hoeken worden de kinderen uitgedaagd met materialen, maar ook worden er hogere eisen gesteld aan hetgeen ze doen en maken.

Inloop groep 1-2

Voor groep 1-2 hanteren we een inloop. De kinderen worden verwacht tussen 8.15u. en 8.30u. U mag zelf met uw kind naar binnen komen. Wij willen u vragen om de kinderen van groep 2 zoveel mogelijk zelfstandig naar binnen te laten gaan. Zij zijn immers al prima in staat om hun jas en tas zelf uit te doen en op te hangen. De kinderen gaan zelfstandig het klaslokaal naar binnen. Voor de ouders is er dan ruimte voor korte mededelingen of vragen. Bij kinderen die moeite hebben met afscheid nemen, raden wij aan het afscheid zo kort mogelijk te houden.

Terug naar boven